Van de hel naar de hemel
Colombia | Anno 2024
Woensdag 13 maart | Medellín – El Peñol – Guatapé – Cartagena
Woensdag 13 maart | Medellín – El Peñol – Guatapé – Cartagena
Noem het investeren, noem het witwassen, feit is dat de drugsbaronnen van Medellín ergens moesten blijven met hun misdaadgeld. Dat is de stad onmiskenbaar ten goede gekomen. Wat financiële armslag betreft, geeft Medellín Bogotá ruim het nakijken, aldus reisgids Gabriel. De stad oogt simpelweg welvarender, minder verpauperd, properder. Maar laat er geen misverstand over bestaan, voegt hij er meteen aan toe. De drugstrafiek bloeit nog steeds, en in de middenklasse en de rijkere klasse is het gebruik van cocaïne wijdverspreid.
Eind jaren tachtig van de vorige eeuw stond Medellín als een van de gevaarlijkste steden ter wereld geboekstaafd
Eind jaren tachtig van de vorige eeuw stond Medellín als een van de gevaarlijkste steden ter wereld geboekstaafd. Dat was hoofdzakelijk het levenswerk van één man, de meedogenloze Pablo Escobar. Die had in 1976 het Medellínkartel opgericht, een gestroomlijnde misdaadorganisatie die zich hoofdzakelijk met drugshandel inliet, maar evenmin vies was van ontvoering, moord en terroristische aanslagen.
In zijn hoogtijdagen leverde het Medellínkartel wereldwijd ongeveer 80 % van de cocaïne. Dat bracht Escobar een slordige 61 miljoen dollar per dag op. Belastingvrij. Zeven jaar lang prijkte hij in de Forbeslijst van 500 rijkste personen ter wereld.
Op het graf van Pablo Escobar vind je nog altijd verse bloemen
Aangenomen wordt dat Escobar aansprakelijk was voor 8 000 doden, waaronder 500 politieagenten. Achtduizend. Dat is het equivalent van bijna 22 jaar lang één moord per dag. Overheidsfunctionarissen die omgekocht moesten worden, werden voor de keuze gesteld – plata o plomo. Letterlijk betekent dat zilver of lood. Ofwel werkte je mee en kreeg je steekpenningen (zilver), ofwel werkte je niet mee en kreeg je de kogel (lood). Een andere keuze was er niet. Een brutale variant van de wortel en de stok dus.
Toch was dit weerzinwekkend sujet populair. Althans in sommige milieus. Escobar slaagde er immers in zich een Robin Hood-reputatie aan te meten door met zijn drugsgeld huisvesting voor de armen te bouwen, talloze voetbalvelden aan te leggen, een dierentuin voor het publiek open te stellen, en dies meer. Nadat een speciale politie-eenheid de 44-jarige drugsbaron op 2 december 1993 te pakken kreeg, daagden voor zijn begrafenis 25 000 rouwende fans op. En op zijn graf vind je nog altijd verse bloemen.
De vormgeving van het Centro Coltejer herinnert aan de belangrijke rol die textiel voor de economie van de stad gespeeld heeft
Medellín – Centro Coltejer (achtergrond)
Wat er ook van zij, tegenwoordig staat Medellín niet eens meer in de top 50 van de gevaarlijkste steden ter wereld. Cartagena daarentegen, de schijnbaar idyllische plek aan de Caraïbische Zee waar we morgen zullen landen, stond er in 2022 wel in, net zoals vijf andere Colombiaanse steden, waaronder Cali. Heel Colombia veilig noemen is dus nog een beetje voorbarig.
Alleszins is in Medellín het aantal moorden sedert die infame periode met een spectaculaire 95 % gedaald, en de extreme armoede met 66 %. Dat is vooral de verdienste van een reeks burgemeesters die erin geslaagd zijn om de armste en meest gewelddadige wijken op de berghellingen beter met de benedenstad te verbinden.
Het armere deel van de 2,7 miljoen inwoners heeft zijn toevlucht in de favela’s moeten zoeken
Chauffeur Ferney is geboren en getogen in deze virulente stad en zal ons straks onthutsen met verhalen uit zijn jeugdjaren
Want Medellín ligt in de Aburrávallei, geprangd tussen drieduizend meter hoge bergen. Weliswaar is de valleibodem hier acht tot tien kilometer breed, toch zijn het alleen de rijkere burgers die zich daar een plekje kunnen veroorloven. Het armere deel van de 2,7 miljoen inwoners heeft zijn toevlucht in de favela’s moeten zoeken, de grauwe vlekken die je overal op de minder toegankelijke hellingen ziet. Daar leven ze vaak in penibele omstandigheden.
Ons hotel blijkt zich in El Poblado te bevinden, de 14e van de 16 comuna’s waarin Medellín onderverdeeld is, een vijftal kilometer buiten het stadscentrum. Dit is ook de omgeving waar in 1616 een klein inheems dorpje, een poblado, onder de naam San Lorenzo de Aburrá het licht zag. Maar het was wachten tot 1675 vooraleer het koloniale Medellín gesticht werd. Van die vroege Spaanse periode is hier echter weinig of niets te zien, van de hedendaagse welvaart des te meer. Want El Poblado is een van de rijkste comuna’s van de stad.
Even na acht voert Ferney ons met zijn bus naar het centrum van de stad. Hij is geboren en getogen in deze virulente stad en zal ons straks onthutsen met verhalen uit zijn jeugdjaren. De zon schijnt, de lucht is blauw, de temperatuur is zeer aangenaam. Het ziet er naar uit dat de stad vandaag haar predicaat Ciudad de la Eterna Primavera, de Stad van de Eeuwige Lente, alle eer zal aandoen.
Toch heeft Botero altijd volgehouden dat dikke mensen uitbeelden nooit zijn uitgangspunt was
Plaza Botero – Adam en Eva (Adán y Eva)
Dicht bij het centrum rijden we het Parque San Antonio voorbij. Onder de bomen staan daar twee identieke bronzen beelden van een vogel, El Pájaro genaamd. Wellicht zijn het de meest aangrijpende beelden die Fernando Botero ooit gemaakt heeft. Want helemaal identiek zijn ze eigenlijk niet. Een van de vogels is zwaar beschadigd, in zijn buik zit een enorm gat.
Er was veel volk aanwezig, die noodlottige avond van 10 juni 1995, op dat pleintje. Want er was net een marktje met een vijftigtal kraampjes gaande toen daar een dynamietlading van 10 kilogram tot ontploffing gebracht werd. Uitgerekend aan de voet van het beeld dat Botero de Vogel van de Vrede genoemd had. Balans: 23 doden en een tweehonderdtal gewonden.
Wie het gedaan heeft, weten we nog altijd niet. Pablo Escobar, de usual suspect, was toen al twee jaar dood. Misschien was het een wraakactie. Want de dag ervoor had de politie Gilberto Rodríguez Orejuela, een van de leiders van het rivaliserende Calikartel, te pakken gekregen. Nota bene in de holle muur van een huis.
Plaza Botero – Sfinx (Esfinge)
Botero was er de man niet naar om zich daarbij neer te leggen. De beschadigde vogel moest blijven staan waar hij stond, insisteerde hij. En in 2000 leverde hij een tweede, identiek exemplaar af. Nu staan ze daar naast elkaar, als een ingetogen en blijvend protest tegen de narcoterreur.
Moet je voor Botero’s schilderijen in Bogotá zijn, dan moet je voor zijn beelden naar zijn geboortestad Medellín trekken. In beide gevallen heeft hij een hele reeks kunstwerken aan de stad geschonken, onder één voorwaarde – de kunstwerken moeten permanent en gratis toegankelijk zijn voor het publiek.
Die voorwaarde hebben ze in Medellín op passende wijze weten in te vullen. Ze hebben de beelden in open lucht opgesteld, hartje stad, op een plein dat de toepasselijke naam Plaza Botero kreeg. In de achtergrond rijst het Palacio de la Cultura Rafael Uribe Uribe op, een verrassende constructie in neogotiek van de hand van de Belgische architect Augustin Goovaerts.
Palacio de la Cultura Rafael Uribe Uribe |
|
Geklede man (Hombre vestido) |
Nog wat verder lijkt een gebouw als een ragfijne naald ten hemel te wijzen. Dat is het Centro Coltejer. Met zijn 175 m was het bij zijn oplevering in 1972 het hoogste gebouw van de stad. De specifieke vormgeving herinnert ons aan de belangrijke rol die textiel altijd voor de economie van de stad gespeeld heeft.
Maar het zijn natuurlijk de beelden van Botero die ons naar deze plek gelokt hebben. Drieëntwintig zijn het er, ze staan verspreid over het hele plein. En je herkent ze meteen, die mollige figuren met hun ronde lichamen, hun opgeblazen vormen, hun naïeve, kinderlijke uitdrukkingen. Niet zelden hebben die overdrijvingen en die speelsheid een komisch effect.
Toch heeft Botero altijd volgehouden dat dikke mensen uitbeelden nooit zijn uitgangspunt was. Het volume verkennen, spelen met de omvang van lichaamsdelen om het relatieve belang ervan weer te geven, dat was zijn betrachting. Vandaar die veel te grote hoofden, die veel te kleine borsten, die zuinige mondjes, die kleine handjes en voetjes. Dat zien we bijvoorbeeld heel goed bij de Geklede man.
Ogenschijnlijk liggen ze te rusten, deze wellustige vrouwen. Maar rusten doen ze niet
Achteroverleunende vrouw (Mujer reclinada) |
|
Vrouw met spiegel (Mujer con espejo) |
Vrouw met vrucht (Mujer con fruta) |
|
Sfinx (Esfinge) |
Ook de sensualiteit van de vorm fascineerde hem. Dat uit zich in talloze vrouwelijke naakten. Ogenschijnlijk liggen ze te rusten, deze wellustige vrouwen met hun aantrekkelijke gebogen volumes en hun zacht afgeronde vormen. Maar rusten doen ze niet. De Vrouw met spiegel maakt een flirterig gebaar met haar lange haren, de Vrouw met fruit suggereert beweging met haar opgeheven, gekruiste benen en de vrucht in haar rechterhand.
Zelfs Europa maakt een sensueel gebaar wanneer ze ontvoerd wordt. De ontvoering van Europa is een bekend mythologisch thema. De oppergod Zeus heeft zich in een stier veranderd om deze Fenicische prinses te benaderen en te schaken. Zien we daar een veelbetekenende glimlach rond de mond van de schalkse stier, fier als hij is omdat zijn trucje geslaagd is?
Niet alle beelden zijn zo toegankelijk in hun beeldtaal. Neem bijvoorbeeld de Romeinse soldaat. Wat we zien is een fors gebouwde, naakte man met niet meer dan een helm, een speer en een klein rond schild. Zulke primitieve uitrusting, geïnspireerd door de Griekse hoplieten, droegen Romeinse soldaten in een ver verleden, toen Rome weinig meer was dan een boerendorp. Waarom zien we hier geen roemruchte legionair uit de keizertijd, een uitstekend bewapende soldaat die in naam van Rome de halve wereld veroverde?
Zulke primitieve uitrusting droegen Romeinse soldaten in een ver verleden, toen Rome weinig meer was dan een boerendorp
Ontvoering van Europa (Rapto de Europa) |
|
Romeinse soldaat (Soldado Romano) |
Nog zo’n raadsel is de Wandelende man. Hiervoor liet Botero zich door L'Homme qui Marche van Auguste Rodin inspireren. Een zwaarlijvige naakte man is aan het wandelen. Niets bijzonders, zou je zeggen. Maar het is geen pad waarover hij wandelt, het is een… kleine, al even mollige man die op zijn buik op de grond ligt. Wordt hier tirannie gesuggereerd? Een dictator die de kleine man onderdrukt?
Gedachte, zo heet dit kunstwerk. Wat voor een gedachte is dat dan?
Wandelende man (Hombre caminante) |
|
Gedachte (Pensamiento) |
Heel vreemd ten slotte is het een mollige, naakte vrouw te zien staan, niet op een voetstuk, maar op het hoofd van een man. Een hoofd dat ongeveer eens zo groot is als het hare. Gedachte, zo heet dit kunstwerk. Wat voor een gedachte is dat dan? Zit deze vrouw permanent in het hoofd van die man? Wordt hier gesuggereerd dat haar denken superieur is aan dat van die man? Of wordt hier de kunstgeschiedenis gehekeld omdat ze zich lange tijd op de vrouwelijke figuur concentreerde?
Toch kunnen aan het zwaar beladen verleden van Medellín ook positieve initiatieven ontspruiten. Een van de plekken waar dat gebeurd is, is Comuna 13
Dat gewiekste ondernemers erin geslaagd zijn munt te slaan uit Escobars monsterlijke nalatenschap – zeer tot onvrede van de modale Colombiaan – hoeft ons niet echt te verbazen. Je kan een Real Escobar Tour boeken en een halve dag langs plekken gevoerd worden die met de drugsbaron geassocieerd worden – zijn luxueuze kantoor, het gebouw waar hij tijdens zijn vlucht over de daken gedood werd, zijn graf. Dat kan zo nodig in het gezelschap van Roberto Escobar, de broer van de bloeddorstige crimineel. Echte diehards kunnen zelfs een bezoekje brengen aan het themapark dat rond zijn Hacienda Nápoles uitgebouwd is, de plek op vier uur rijden van Medellín waar hij zijn fameuze giraffes en nijlpaarden hield.
Toch kunnen aan het zwaar beladen verleden van Medellín ook positieve initiatieven ontspruiten. Een van de plekken waar dat gebeurd is, is San Javier, beter bekend als Comuna 13. Een toeristische topper is dat tegenwoordig, een must see met alles erop en eraan – shops, souvenirwinkeltjes, bars, restaurants, … Kortom, een toeristenval, zo lijkt het. Maar dat is het niet.
Onderweg passeren we het Parque de las Luces. Ooit was dit de belangrijkste overdekte markt van de stad. Nu is het een heel vreemde bedoening geworden, met ontelbare palen die als naalden ten hemel wijzen. Dat zijn lichtpalen, legt Gabriel uit, achttien meter hoog en driehonderd in totaal. In 2005 is dit project voltooid. De palen verzinnebeelden het concept Medellín es luz – Medellín is licht, een leuze waarmee de stad zich tegen haar duistere verleden wil afzetten. Maar dat merk je ’s avonds pas, wanneer de schemering invalt en het kunstmatige bos zijn heldere gloed over de omgeving werpt.
Velen zijn in La Escombrera gedumpt, door sommigen het grootste massagraf van Zuid-Amerika genoemd
Honderden vermisten
Naarmate we Comuna 13 naderen, begint de weg flink te stijgen. Van op een muur staren tientallen gezichten ons aan. Foto’s zijn dat van mensen die nog steeds vermist zijn. Hoeveel er in totaal vermist zijn, daar heeft men het raden naar. Wel vermoedt men dat velen van hen in La Escombrera gedumpt zijn, door sommigen het grootste massagraf van Zuid-Amerika genoemd. Doorlopend wordt daar bouwafval gestort, waardoor het schier onmogelijk is forensische opgravingen te doen. In 2015 is daartoe een poging ondernomen, en ook in november 2022. Voorlopig zonder tastbaar resultaat.
Laat er geen misverstand over bestaan, beklemtoont Gabriel, terwijl Ferney zijn bus in Carrera 109 parkeert. Hoe vredig deze omgeving ook moge lijken, niet zo lang geleden was dit een pure hel.
Als kind was Ferney een expert in het vinden van een schuilplaats zodra de beschietingen weer begonnen
Chauffeur Ferney kan erover meespreken. Hier is hij geboren, hier heeft hij zijn jeugd doorgebracht. Zelfs als kind was hij naar eigen zeggen een expert in het vinden van een schuilplaats zodra de beschietingen weer begonnen. Vaak waren dat plekken waar wij niet eens aan zouden denken. Zo wijst hij naar de hoge stoepranden in deze straat. Liggend in de goot kon je daar enige mate van bescherming vinden. Vrouwen haalden op zo’n momenten bliksemsnel alle kinderen van de straat, of het nu de hunne waren of niet.
Ferneys oudere broer had minder geluk. Om vier uur ’s nachts is hij hier op straat doodgeschoten. En Ferneys vader heeft uit arren moede zijn huisje verkocht voor… een handvol eieren. Uit deze buurt wegraken was het enige wat voor hem nog van belang was.
Begin dan maar eens werk te zoeken in de benedenstad
Comuna 13 |
|
Waar we staan, lijkt het nog mee te vallen. De straten zijn niet al te smal, de hellingen niet al te steil. Maar verderop zijn de hellingen van de Andes zo steil dat het lijkt alsof de huisjes op elkaar gestapeld zijn. Nog afgezien van het tekort aan elektriciteit en zuiver water is dat een van de grote problemen. Want openbaar vervoer kan in deze hooggelegen barrio’s onmogelijk doordringen. Begin dan maar eens een kilometer of vijf verderop werk te zoeken in de benedenstad. Of de kinderen naar school te laten gaan. Of je naar een ziekenhuis te begeven.
Comuna 13 |
|
Gaandeweg heeft men een deel van een oplossing gevonden door de Metrocable uit te bouwen, een systeem van gondelbanen. Lijn J bijvoorbeeld verbindt het hooggelegen La Aurora met San Javier in de benedenstad. De gondels zijn niet door toeristen bevolkt zoals elders het geval zou zijn, maar door lokale pendelaars. Dat ze op de spitsuren soms 45 minuten moeten wachten op een gondel nemen ze er graag bij.
Wat was er nu in feite aan de hand in deze gemeente? Net de beperkte toegankelijkheid en de steile hellingen maakten van Comuna 13 een strategische locatie voor guerrillagroepen. Want in de wirwar van huisjes en steegjes konden ze zich uitstekend schuilhouden, terwijl van op deze hoogte de bewegingen van de politie en de paramilitairen goed te overzien waren. Onder meer de FARC en het ELN wisten dat uit te buiten. Vanaf 1985 begonnen ze zich hier te vestigen. Sommige bronnen hebben het over 20 000 guerrillero’s die zich op het hoogtepunt van de strijd in de gemeente schuilhielden, al lijkt dat erg veel op een totale bevolking van slechts 160 000.
Uiteindelijk brak een heuse stadsoorlog uit die van 2001 tot 2003 zou duren
Carrera 109
Het laat zich raden dat de politie en de paramilitaire groepen die door grootgrondbezitters opgericht waren, deze evolutie met lede ogen aanzagen. Vanaf 1997 begonnen paramilitairen zich op hoger gelegen terrein zoals Altavista en San Antonio de Prado te installeren. Uiteindelijk brak een heuse stadsoorlog uit die van 2001 tot 2003 zou duren. Beneden zaten de politie en het leger, boven in de bergen de paramilitairen. Tussen beiden in zaten de guerrillamilities gesandwicht, maar ook de burgerbevolking. De favela werd een slagveld, er heerste complete chaos. Paramilitairen zaaiden terreur, vaak wisten ze niet eens wie de vijand was en schoten ze elkaar neer. Al te vaak waren ook onschuldige burgers het slachtoffer. Maar terwijl politie en leger in de smalle straatjes en op de steile trappen hun weg niet vonden, bewogen de guerrillero’s er zich als een vis in het water.
Twee AH-60-L Arpía-helikopters namen vanuit de lucht verdachte locaties onder vuur
Dan maar de grote middelen ingezet. Liefst 17 operaties werden op het getouw gezet om de guerrillero’s de genadeslag toe te dienen. Verreweg de beruchtste daarvan was Operación Orión op 16 en 17 oktober 2002. Ditmaal was ook het leger van de partij. Beneden stonden tanks opgesteld, twee AH-60-L Arpía-helikopters namen vanuit de lucht verdachte locaties onder vuur, terwijl soldaten met automatische wapens door de steegjes oprukten. Die aanvalshelikopters, naar het model van de Amerikaanse UH-60 Black Hawk-helikopters, waren door de Colombiaanse luchtmacht met de hulp van Israël ontwikkeld.
Dat in zulke omstandigheden de burgerbevolking het gelag betaalt, hoeft geen betoog. Zelfs in hun schamele hutten waren de burgers niet veilig, want de kogels doorboorden probleemloos de houten wanden. Een van de iconische slachtoffers is een jongetje dat op het dak door een kogel in het hoofd getroffen werd.
Gaandeweg is de plaatselijke bevolking erin geslaagd de paramilitairen buiten te werken en haar buurt terug in eigen handen te nemen
Maar het eindresultaat van Operación Orión was positief – voor zover je de overheid mocht geloven. Want de guerrillastrijders waren verdreven. Een periode van stille terreur brak nu aan in Comuna 13, met paramilitairen die de scepter zwaaiden. Ontvoeringen, verdwijningen, martelingen en afpersing waren aan de orde van de dag.
Dans is meer dan alleen maar beweging, het is een transformerende manier van leven
Skill Flavor
Half tien is het wanneer we Comuna 13 tegemoet stappen. Dat we dat in weerwil van deze hallucinante, zeer recente gebeurtenissen in een veilige en zelfs luchtige sfeer kunnen doen, is helemaal aan de plaatselijke bevolking te danken. Want gaandeweg is die erin geslaagd de paramilitairen buiten te werken en haar buurt terug in eigen handen te nemen. Ze hebben de war zone heroverd en een nieuw imago gecreëerd. Van de hel naar de hemel dus, bij wijze van spreken. Veerkracht en herstel zijn hier de sleutelwoorden.
Het lijkt wel alsof we langs Carrera 109 door een kermistoestand naar boven lopen, zo’n levendige en kleurrijke bedoening is het. Je mag het een commerciële bedoening noemen – en dat is het ook – maar ze zijn er op een schitterende wijze in geslaagd hun gemeente nieuw leven in te blazen.
Met een intens coloriet proberen ze de omgeving kleur te geven en het leed te vergeten. Dat merk je aan de vele, vaak metaforische muurschilderingen. Maar het kan ook via muziek en dans. Dat is althans de mening van Skill Flavor, een groep van zes talentvolle dansers die ons met een combinatie van rap en breakdance verwelkomen. Onze veerkracht is opgebloeid ondanks onze tegenspoed, stellen ze. En dans is meer dan alleen maar beweging, voegen ze eraan toe – het is een transformerende manier van leven.
Via Carrera 110 gaat het steeds verder omhoog tot we enigszins tot onze verbazing op een roltrap stoten. In totaal blijkt het een reeks van zes escaleras eléctricas te zijn, zes roltrappen die ons steeds hoger en steeds dieper in Comuna 13 laten doordringen. Net zoals de gondels van de Metrocable is dit een initiatief van de stedelijke overheid om de buurt te helpen ontsluiten. Zonder deze roltrappen zouden immers weinig of geen toeristen de euvele moed opbrengen om deze steile hellingen te beklimmen.
Comuna 13 |
|
Met zijn sociaal urbanisme heeft Medellín intussen wereldfaam verworven – er is zelfs sprake van een Medellín Miracle. Problemen van geweld, sociale segregatie en stedelijke ongelijkheid aanpakken door een sociale infrastructuur uit te bouwen die de armere wijken ontsluit en ze een betere toegang verleent tot onderwijs, gezondheidszorg en werkgelegenheid, dat is de spil van dit concept.
Jammer maar helaas, de derde roltrap blijkt stuk te zijn. Geen nood, iemand keert de looprichting van de dalende trap om, zodat we toch naar boven kunnen. Overal zijn er winkeltjes, bars en eetgelegenheden, overal is er kleur, muziek en licht. Het lijkt wel een feest.
De kolibrie lijkt verdacht veel op een helikopter, de kever lijkt dan weer op een tank met een geschutkoepel
Allegorie van de kever en de kolibrie
Maar de muurschilderingen houden ons bij de les. Zeer aangrijpend is de voorstelling van een kolibrie en een kever. De kolibrie lijkt verdacht veel op een helikopter, de kever lijkt dan weer op een tank met een geschutkoepel. De verwijzing naar Operación Orión is overduidelijk.
De fonkeling van het geld |
|
Weerloos slachtoffer van Operación Orión |
Ook het oog dat op Comuna 13 neerkijkt, met de fonkeling van geld ertussen, maakt indruk. Neem het geld weg, legt Gabriel uit, en de strijd houdt op. Een schilderij van een droevig kijkende jongen herinnert dan weer aan het weerloze kind dat een kogel in het hoofd kreeg.
|
Cannabisbier |
Helemaal boven krijgen we een fantastisch uitzicht over de stad, met de groezelige huisjes op de berghellingen en de wolkenkrabbers in het stadscentrum. Van stedelijke smog lijkt de stad nog geen last te hebben.
Met zijn sociaal urbanisme heeft Medellín intussen wereldfaam verworven – er is zelfs sprake van een Medellín Miracle
Medellín
Even voor elf zijn we terug bij de bus. Alsof hij nog eens wil beklemtonen hoe het in deze smalle, hellende straatjes met de mobiliteit gesteld is, doet Ferney er welgeteld een kwartier over om met zijn bus tussen de geparkeerde auto’s een haakse bocht te nemen.
Chiva
Oostwaarts gaat het nu, we laten Medellín achter ons. Net geen twee uur duurt het vooraleer we in de verte La Piedra del Peñol ontwaren, de Steen van El Peñol, een enorme massieve rots die zich 220 m boven de omgeving verheft. Neen, dat klopt niet, zeggen ze in Guatapé. Deze rots ligt niet op het grondgebied van El Peñol, ze ligt op ons grondgebied en heet daarom El Peñón de Guatapé, de Rots van Guatapé. Als dat het enige is waarover je je druk moet maken, dan valt het wel mee, hoor je ze intussen in Comuna 13 denken.
Hoe dan ook, het is een enorm gevaarte dat daar uit de bodem steekt. De vergelijking met de rots van Gibraltar dringt zich op, maar dat is fout. Want de rots van Gibraltar is van kalksteen en wordt langzaamaan door regenwater aangetast. Waar wij nu tegenaan kijken is een rots van graniet die van plan is om nog vele tienduizenden jaren lang de erosie te trotseren. Net zoals bijvoorbeeld de Half Dome van Yosemite National Park in Californië en de Suikerbroodberg in Rio de Janeiro.
Geologen gaan ervan uit dat La Piedra 70 tot 65 miljoen jaar geleden tevoorschijn gekomen is
La Piedra del Peñol… |
|
… of El Peñón de Guatapé |
Wat we van graniet weten, is dat dit gesteente diep onder de grond gevormd wordt. Dat begint met een magmakamer op een plaats waar de aardkorst niet al te dik is. Wanneer de bovenkant van deze magmakamer langzaam afkoelt, kan zich daar graniet vormen. Tenminste indien daar de juiste mineralen aanwezig zijn, met name silica en alkalische metaaloxiden. Komt daar vervolgens een beweging van de platentektoniek bij, dan kan dit graniet naar de oppervlakte gestuwd worden en daar als een rots tevoorschijn komen. Geologen gaan ervan uit dat dat laatste hier 70 tot 65 miljoen jaar geleden gebeurd is. Net voor het moment dus waarop de dinosauriërs en de overgrote meerderheid van de ammonieten van de aarde verdwenen zijn.
Dat alles zullen we na de lunch verkennen. Eerst laten we ons op een van de meest typische Colombiaanse gerechten vergasten, met name een bandeja paisa. Een regelrechte uitdaging voor de maag is dat, met gehakt, worstjes, een zwoerd, een spiegelei en een avocado. Voeg daar nog een portie rijst, een arepa of maïskoek en de obligate bruine bonen aan toe, en je weet even niet waar kijken.
In deze heuvelachtige omgeving creëert het artificiële meer een betoverend landschap met een eindeloos aantal eilandjes en inhammetjes
Embalsa Peñol-Guatapé
La Piedra helemaal tot boven beklimmen, dat zullen we niet doen. Dat hoeft ook niet, want via enkele haarspeldbochten brengt Ferney ons tot op een parking, ongeveer op halve hoogte van de rots. Voor de resterende 115 m kan je de trap nemen die langs de steile rotswand omhoog zigzagt – 708 treden naar verluidt.
Of je moet een ervaren bergbeklimmer zijn en met klimtouwen en karabijnhaken aan de slag gaan. De eerste die dat deed, was een zekere Luis Eduardo Villegas Lόpez in 1954. Maar tot onze verbazing pretendeert ook Gabriel de rots op die manier bedwongen te hebben. In zijn jonge tijd, zoals dat heet.
Wat er ook van zij, dat is geen spek voor onze bek. Temeer daar je ook vanaf deze hoogte al een fenomenaal uitzicht over de omgeving hebt. We kijken immers neer op de Embalsa Peñol-Guatapé, een artificieel meer dat door de afdamming van de Río Nare ontstaan is. In deze heuvelachtige omgeving creëert dat een betoverend landschap met een eindeloos aantal eilandjes en inhammetjes. Al die tijd straalt de zon aan de hemel. Het is zelfs vrij warm in de zon, al bevinden we ons hier meer dan tweeduizend meter boven de zeespiegel.
Door de aanhoudende droogte staat het water immers extreem laag, minstens tien meter lager dan normaal
Embalsa Peñol-Guatapé |
|
Zwarte gier op zijn nest |
Toch tempert Gabriel ons enthousiasme. Door de aanhoudende droogte staat het water immers extreem laag, minstens tien meter lager dan normaal. Zo erg heeft hij het nog nooit meegemaakt. Over de oorzaak van deze dramatische terugval bestaat geen twijfel. El Niño wordt unaniem als hoofdschuldige aangewezen. Om de zoveel jaren brengt dit weerfenomeen in de Stille Oceaan rond de evenaar een sterke opwarming teweeg van water dat normaal relatief koel zou moeten zijn. Vooral landen zoals Peru, Ecuador en Colombia dragen daar de gevolgen van. Bovendien bevinden we ons momenteel in het droge seizoen. Straks, in april, zullen de regens komen en hopelijk een beetje soelaas brengen. Maar het klimaat, daar kan je tegenwoordig geen staat meer op maken, verzucht hij.
Al jaren werken ze eraan om het erfgoed dat hen toen ontnomen is, opnieuw tot leven te laten komen
Guatapé – Plazoleta del Zόcalo
Het mag dan meer dan veertig jaar geleden zijn, in Guatapé zijn ze nog altijd niet vergeten hoe het stuwmeer van Peñol-Guatapé de oude stadswijk La Aldea voorgoed onder water deed verdwijnen. Al jaren werken ze eraan om het erfgoed dat hen toen ontnomen is, opnieuw tot leven te laten komen. Dat merken we meteen wanneer Gabriel ons onder de veelkleurige paraplu’s van de Calle de los Paraguas naar de Plazoleta del Zόcalo voorgaat. Een zinderend coloriet spat er ons vanop alle muren tegemoet. Alles is hier licht en kleur.
Fuente de la Calle del Recuerdo
Maar het opvallendst zijn de heuphoge bas-reliëfs die de onderkant van de gevels van de traditionele huizen bedekken. Als een beschermende plint, een zόcalo, bekleden ze de volledige breedte van het huis. En dat blijkt precies ook de bedoeling te zijn geweest toen aan het begin van de 20e eeuw de eerste gevelplinten verschenen – de muren beschermen tegen vocht, maar ook tegen dieren in de vrije uitloop. Later kwamen daar esthetische overwegingen bij. En uiteindelijk ook commerciële, want toeristen blijken tuk te zijn op de sfeer die het historische stadscentrum nu uitstraalt. Meestal zijn het primitieve voorstellingen van dagelijkse bezigheden of van het ambacht dat achter die gevel beoefend wordt – een bakker, twee priesters, een man met paard, spelende kinderen. We spotten zelfs een kopie van de Monalisa van Botero.
De muren beschermen tegen vocht, maar ook tegen dieren in de vrije uitloop, dat was de bedoeling
Huis met gevelplint (zόcalo)
|
|
|
|
|
|
|
De naam zelf zegt het al, de Calle del Recuerdo, de Straat van de Herinnering, is er helemaal op gericht dat verleden opnieuw te evoceren. De stemmige voetgangersstraat is naar de Calle del Arriero gemodelleerd, eertijds de hoofdstraat van Guatapé. Vooraan treffen we een bonte waterfontein in steen aan, met centraal een watervalletje dat zich over drie niveaus naar beneden stort en rondom vier mannen met een strohoed die een waterslang hanteren.
|
Gevelplint (zόcalo) |
Driewielige motochiva’s wedijveren met elkaar in de meest uitbundige kleuren. Uiteenlopende thema’s sieren het koetswerk – geometrische motieven, kleine landschappen. Altijd is er ook wel een religieus element aanwezig, zoals een afbeelding van Maria. Met de eenvoudige tuktuks uit Zuidoost-Azië hebben deze voertuigen nog weinig gemeen. Eigenlijk zijn het kleine busjes, compleet met imperiaal en laddertje om naar boven te klimmen.
Met de eenvoudige tuktuks uit Zuidoost-Azië hebben deze voertuigen nog weinig gemeen
Motochiva |
|
Twee weken nog, dan begint de Semana Santa, de Goede Week. In de Parroquia Nuestra Señora Del Carmen Guatapé zijn ze er klaar voor. Blauwe en paarse doeken sieren de pilaren, we herkennen citaten uit de veertien werken van barmhartigheid – de hongerigen spijzen, de dorstigen laven, de naakten kleden, de gevangenen bezoeken… Al klinkt dat laatste een beetje cynisch in de Colombiaanse context.
Parroquia Nuestra Señora Del Carmen Guatapé |
|
Klaar voor de Semana Santa |
Kwart na vier zetten we de terugweg naar Medellín in, niet om er te overnachten, wel om de stad voorgoed achter ons te laten. Het is een uur of vier wachten op de Aeropuerto Internacional José María Córdova, maar om kwart voor elf kiezen we dan toch het zwerk.
Gewone saffraangors |
|
Grote kiskadie
Het is met een dubbel gevoel dat we de lichtvlek daarbeneden steeds kleiner zien worden. Wat zich hier in het recente verleden afgespeeld heeft, is een klein mirakel, een evolutie die hoop en perspectief geeft. Maar hoe representatief is datgene wat wij gezien hebben voor het geheel van de bevolking van Medellín en, bij uitbreiding, die van Colombia? En hoe wankel is het nieuwe evenwicht dat ze gevonden hebben?
Het is met een dubbel gevoel dat we de lichtvlek daarbeneden steeds kleiner zien worden
Nauwelijks drie kwartier later staan we aan de grond op Aeropuerto Internacional Rafael Núñez in Cartagena. Het is er nog altijd warm, een beetje zwoel zelfs. Even na middernacht vertrekken we, niet met een grote bus, maar met twee kleine busjes. Vaag nemen we rechts in het nachtelijke duister de rustige golfslag van de Caraïbische Zee waar. Dan daagt een piepkleine poort in de stadswal op, nauwelijks groot genoeg voor onze busjes. Zo weten we meteen dat je hier met een grote bus niets kan aanvangen. En dat Cartagena een authentiek historisch potentieel in zich heeft.
Jaak Palmans
© 2024 | Versie 2024-07-06 15:00
Lees het vervolg in (7/7)
Hij telde voor twee, die halve man