English version

Het offer van El Dorado

Colombia | Anno 2024

 

Zaterdag 9 maart | Villavieja – Neiva – Bogotá

Zondag 10 maart | Bogotá

D:\DataReizen\Pacomaja\Ontwikkeling\69 Colombia\Bronversies\6904a (png) Bogota.png

 

Zaterdag 9 maart | Villavieja – Neiva – Bogotá

Toen de Spanjaarden vanaf 1536 hun blik richtten op wat wij tegenwoordig Colombia noemen, hadden ze maar één doel voor ogen – zoveel mogelijk goud te pakken krijgen. Wie weet, bevond zich ergens diep verscholen in de bergen of in de regenwouden die legendarische stad waarover al zolang geruchten de ronde deden. De straten en de muren waren er met goud bekleed, zo wou de mythe, en de kostbaarste edelstenen lagen er voor het rapen. Het enige wat nog moest gebeuren was dit mysterieuze El Dorado ontdekken.

El Dorado hebben de conquistadores nooit gevonden, goud des te meer. Want ze leerden al snel dat goud en zilver niet uitsluitend in geologische formaties te vinden waren, maar ook in de graven van koningen en notabelen. Die kregen immers voor hun leven na de dood vaak enorme schatten aan edelmetalen mee. Bovendien ging het dan om puur zilver en goud. Geen gedoe met opdelven dus.

In een koningsgraf naar goud op zoek gaan was dus eigenlijk een vorm van mijnbouw, een wettelijke activiteit waar niets op aan te merken viel

Grafvelden ontginnen werd dan ook een zeer lucratieve bezigheid. En de Spaanse kroon stak graag een handje toe door grafvelden juridisch gelijk te stellen aan geologische goudaders. In een koningsgraf naar goud op zoek gaan was dus eigenlijk een vorm van mijnbouw, een wettelijke activiteit waar niets op aan te merken viel. Eens het nodige papierwerk achter de rug kon de eigenaar van het perceel aan de slag. Achteraf moest hij aan de Spaanse koning enkel twintig procent belasting afdragen op zijn mijnbouwproducten.

Het laat zich raden dat deze aanpak tot buitensporige plunderingen leidde. Hoeveel kostbare kunstwerken op die manier voorgoed verloren gegaan zijn valt niet te schatten. Dat het goudmuseum in Bogotá in die omstandigheden toch nog 55 000 kunstschatten in goud en andere edele materialen heeft weten te verzamelen is een krachttoer op zich. Straks zullen we daar uitgebreid kennis mee kunnen maken. Ook het Boteromuseum staat op ons menu, net zoals Monserrate en vele andere plekken.

Maar op dit moment staat ons hoofd daar even niet naar. Het is vier uur in de ochtend, we staan maar wat te duimendraaien in een van de charmante koloniale straatjes die Villavieja rijk is. Chauffeur Ferney had zijn bus allang moeten voorrijden. Want in Neiva, hier een veertigtal kilometer vandaan, moeten we een vroege vlucht naar Bogotá halen. Maar wie op het appel ontbreekt, is onze Ferney.

Met twintig minuten vertraging daagt hij dan toch op. Wat hem overkomen is, kan alleen maar op onze lachspieren werken. Het hotel waar hij verbleef, wordt ’s nachts hermetisch afgesloten. Ferney kon simpelweg niet naar buiten. En wat hij ook deed, zijn hospita wekken wilde maar niet lukken.

Geeft niet, het is niet eens half zes wanneer we Aeropuerto Benito Salas in Neiva bereiken. Hier scheiden onze wegen. Ferney zal met zijn bus rechtstreeks naar Medellín rijden waar we elkaar dinsdagavond zullen weerzien. Onze bestemming daarentegen is Bogotá, waar we om twintig na acht reeds landen op de internationale luchthaven die met een vleugje ironie El Dorado genoemd is.

Voor het eerst bevinden we ons nu eens niet in een van de grote valleien van Colombia, maar pal op een van de bergketens, meer bepaald de Oostelijke Cordillera. Waar we ons in Neiva slechts 450 m boven de zeespiegel bevonden, is dit nu ongeveer 2 650 m. Het maakt van Bogotá de hoogstgelegen miljoenenstad in de wereld.

Archeologen noemen de Azteken, de Maya, de Inca en de Muisca in één adem als de vier grote inheemse beschavingen van Latijns-Amerika

Die unieke locatie hebben we aan de Muisca te danken, een volk dat hier vanaf 1000 v.Chr. neerstreek. Oorspronkelijk leefden ze aan de Caraïbische kust en aan de benedenloop van de Río Magdalena. Maar toen de Cariben daar opdaagden – een oorlogszuchtige stam die uiteindelijk zijn naam aan een hele regio gegeven heeft – moesten ze zich uit de voeten maken. De Muisca trokken zich in het hooggebergte terug en vestigden zich op deze plek die zij Bacatá noemden, een plek geschikt voor landbouw. De Spanjaarden verbasterden deze naam tot Bogotá.

Dat de Muisca zich uitgerekend op deze plek vestigden, is zo gek nog niet. Want we bevinden ons op een zeer vruchtbaar stukje van de altiplano, de hoogvlakte in het Andesgebergte. Later zouden de Spanjaarden dit gebied de Sabana de Bogotá noemen, de savanne van Bogotá. Dat is natuurlijk onzin. Klimatologisch is een savanne eerder een droog, woestijnachtig graslandschap waar de temperatuur nooit onder 18 °C zakt. Op deze Sabana komen daarentegen vriesnachten voor en regent het vrij overvloedig, in die mate dat er zelfs een vijftiental permanente wetlands zijn.

Dat alles neemt niet weg dat de Muisca hier een bloeiende cultuur wisten uit te bouwen. Archeologen noemen de Azteken, de Maya, de Inca en de Muisca in één adem als de vier grote inheemse beschavingen van Latijns-Amerika. Dat de Muisca voor ons toch nog nobele onbekenden zijn, heeft in de eerste plaats met het feit te maken dat ze geen stenen architectuur en geen schrift nalieten. Ook was hun territorium vrij klein, ongeveer 25 000 km². Iets kleiner dan België dus. Ter vergelijking, het Incarijk had een oppervlakte van twee miljoen vierkante kilometer, wat overeenkomt met een gebied zo groot als het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië samen.

De Muisca waren in de eerste plaats landbouwers. Zo vruchtbaar was de bodem van de savanne, zo overvloedig was de regenval, zo constant was het klimaat dat twee oogsten per jaar mogelijk waren. Waar nodig groeven ze irrigatiekanalen om water aan te voeren, pasten ze drainage toe om water af te voeren of legden ze terrassen aan om erosie tegen te gaan.

Goud was er in het gebied van de Muisca niet te vinden. Slecht nieuws voor de Spanjaarden dus. Toch genoten de Muisca wijd en zijd faam als uitstekende goudsmeden. Het goud dat ze daarvoor nodig hadden, importeerden ze van elders, in ruil voor de goederen die ze zelf produceerden. Dat waren dan smaragden, koper, steenkool en zout. Vooral dat laatste was een gegeerd product en gaf de Muisca een sterke handelspositie tegenover hun buurstammen.

Quesada heeft het in zijn reisverslag zelfs over soldaten die in hun slaap door een jaguar verrast werden

Van de vier grote inheemse volkeren waren de Muisca de laatsten om met de verdeel-en-heerspolitiek van de Spanjaarden kennis te maken. In 1537 verscheen Gonzalo Jiménez de Quesada op het toneel. Elf maanden had hij erover gedaan om van de Caraïbische kust tot op de Sabana de Bogotá te marcheren. Intussen was zijn leger van 800 man tot 180 uitgedund. Vaak moest het pad met machetes in de verstikkende jungle uitgehakt worden. Hevige regenval, ziektes, muggen, krokodillen en jaguars eisten hun tol. Quesada heeft het in zijn reisverslag zelfs over slapende soldaten die in hun geïmproviseerde hangmatten door een jaguar verrast werden.

Toch slaagde Quesada er met zijn gedecimeerd legertje vrij gemakkelijk in om de Muisca te onderwerpen, simpelweg door van de rivaliteit tussen twee groepen gebruik te maken. Bovendien waren de Muisca met hun stokken, hun lichte speren en hun giftige pijlen kansloos tegen de superieure wapenuitrusting van de Spanjaarden.

Op 6 augustus 1538 stichtte Quesada er zijn stad, om prompt door keizer Karel V teruggefloten te worden. Want door vooraf geen toestemming te vragen aan de Spaanse kroon was hij zijn boekje te buiten gegaan. Die toestemming kwam er wel nadat hij aan alle voorwaarden voldaan had – een burgemeester en een gemeenteraad aanstellen, een stratenplan en bouwkavels vastleggen, een plek voor de Plaza Major afbakenen. Op 27 april 1539 volgde dan toch de tweede, formele stichting onder de naam Santa Fé de Bogotá.

Dat stratenplan, daar profiteren we vandaag nog altijd van, legt onze gids Gabriel uit terwijl we met de bus door de stad op weg zijn. Want dat is een maaswerk van genummerde calle’s en carrera’s die loodrecht op elkaar staan en het centrum van de stad mooi in rechthoekige woonblokken verdelen. Bijna een schaakbord dus, net zoals dat in New York het geval is. En net zoals Broadway in New York is Avenida Jiménez de Quesada in Bogotá de spreekwoordelijke uitzondering op die regel. De brede, prestigieuze laan volgt de oorspronkelijke loop van de San Francisco-rivier en slingert zich als een tegendraadse slang over het schaakbord.

Burgers van Klassen 1 en 2 mogen zich niet in de wijken van Klassen 5 en 6 vertonen, tenzij om er te werken

Verloren lopen kan dus niet. Wat nu ook weer niet wil zeggen dat je zomaar om het even waar kan gaan kuieren, voegt Gabriel er meteen aan toe. Uit sommige buurten blijf je veiligheidshalve beter weg. Vanzelfsprekend is ook in Bogotá de beruchte socio-economische stratificatie van Colombia duidelijk zichtbaar in het stadsbeeld. De armere bevolking van Klasse 1 tref je vooral in het zuiden van de stad aan, de rijksten van Klasse 6 wonen in de noordelijke wijken. Burgers van Klassen 1 en 2 mogen zich niet in de wijken van Klassen 5 en 6 vertonen, tenzij om er te werken, bijvoorbeeld als dienstmeid, keukenhulp, klusjesman, tuinier, …

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_3219y.jpg

Basílica del Señor Caído de Monserrate

Een blik door het raam leert ons intussen dat Monserrate baadt in het zonlicht. Dat is alvast goed nieuws voor ons, want dit belangrijke bedevaartsoord, hoog op een berg boven Bogotá, zullen we straks bezoeken. Het ziet er naar uit dat we er van een schitterend uitzicht over de hoofdstad zullen kunnen genieten.

Het stratenplan mag dan voortreffelijk zijn, het verkeer in Bogotá is verschrikkelijk, geeft Gabriel ruiterlijk toe. Tot voor kort leefden hier acht miljoen mensen, maar door migratie uit het straatarme Venezuela zijn er twee miljoen vluchtelingen bijgekomen, wat het totaal op tien miljoen brengt. Met alle problemen van dien.

Door migratie uit het straatarme Venezuela zijn er twee miljoen vluchtelingen bijgekomen, wat het aantal inwoners van Bogotá op tien miljoen brengt

Toch is er ook een lichtpuntje. En dat is, hoe verbazingwekkend het ook mag lijken, het openbaar vervoer. Vanaf de jaren zestig had de privatisering van het openbaar vervoer zoetjesaan tot een regelrechte chaos geleid. Al wie over een busje beschikte, wierp zich enthousiast op de transportsector. Van enige coördinatie was geen sprake, iedereen modderde maar wat aan. Vaste tijdroosters waren er niet, het enige waar je op kon rekenen was dat de busjes min of meer een vastgesteld traject volgden.

Op het hoogtepunt van de wildgroei reden er zo’n 22 000 busjes in de hoofdstad rond. Het overaanbod leidde tot een moordende concurrentie. Een vast loon kregen de chauffeurs niet, ze werden betaald per passagier. Het kwam er dus op aan zoveel mogelijk passagiers aan boord te nemen. Bushaltes waren een anomalie uit een ver verleden. Stak iemand op het trottoir zijn arm op, dan ging de chauffeur zonder omzien bruusk in de remmen. Die anarchie heeft zelfs een naam gekregen – de Guerra del centavo, de strijd om de penny.

De aanzet om deze augiasstal op te ruimen werd door burgemeester Enrique Peñalosa Londoño gegeven. Dat leidde tot de TransMilenio, een efficiënt systeem van busvervoer dat in december 2000 in gebruik werd genomen. Ondertussen heeft ook dit alom bejubelde systeem – hoe kan het anders – veel van zijn pluimen verloren. In 2016 wees een enquête uit dat 86 % van gebruikers misnoegd was. Veiligheid en slechte dienstverlening waren een heikel punt, maar vooral de overbevolking bleek onverteerbaar. Gemiddeld acht passagiers per vierkante meter, dat vonden ze zelfs in Bogotá van het goede teveel.

Zonder noemenswaardige verkeersproblemen zijn we intussen bij het dalstation van de funicular aangekomen, de kabelspoorweg die ons met een treinwagon tot op de Cerro Monserrate zal brengen. Wat de weersomstandigheden betreft, blijkt ons optimisme van daarstraks enigszins voorbarig geweest te zijn. Het regent nu, een blik naar boven leert ons dat het klooster van Monserrate helemaal door wolken omgeven is.

Van onder het wolkendek kabbelen de typische geluiden van een drukke stad over de bergflank omhoog, maar van de stad zelf zien we niets

Welgeteld driehonderd seconden heeft de funicular nodig om het hoogteverschil van vijfhonderd meter te overbruggen – van 2 650 m naar 3 152 m. Doorheen de nevels proberen we ons een beeld te vormen van de omgeving waarin we terechtgekomen zijn. Van onder het wolkendek kabbelen de typische geluiden van een drukke stad over de bergflank omhoog – ronkende motoren, nerveuze toeters, bruusk remmende voertuigen – maar van de stad zelf zien we niets.

Haar naam ontleent deze site natuurlijk aan de Montserrat, de iconische rotsformatie met het Benedictijnse klooster op een vijftigtal kilometer van het Spaanse Barcelona. Toch waren het niet de Spanjaarden die als eersten op deze plek een heiligdom bouwden, het waren de Muisca. En die hadden daar een bijzondere reden voor. Voor hen was de Monserrate – of Grootmoeders voet, zoals zij de berg noemden – een heilige berg, aangezien de zon elk jaar bij de zomerzonnewende van 21 juni precies boven deze berg opkwam, gezien van op de plek waar zich tegenwoordig het Simόn Bolívarplein bevindt.

Ook na de Spaanse kolonisatie bleven de Muisca de bergen in trekken om er hun goden te vereren. Hun bekeringsijver ten spijt waren de Spanjaarden niet echt gemotiveerd om daar komaf mee te maken. Wellicht zat het enorme hoogteverschil daar voor iets tussen. Alleszins zou het nog een eeuw duren vooraleer boven op de berg de eerste christelijke gebouwen zouden verschijnen. En dan waren dat nog maar louter kluizenaarswoningen. Pas later, omstreeks 1640, kwamen daar een kapel en een klooster bij, gewijd aan Santa María de la Cruz de Monserrate. Want oorspronkelijk was het La Moreneta, de zwarte madonna van het Spaanse Montserrat, die hier vereerd werd.

Devote pelgrims doen de beklimming te voet via een pad met een gemiddelde hellingsgraad van 25 %. Naar verluidt doen sommigen dat zelfs op hun knieën

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2578y.jpg

Een beetje kortademig door de hoogte vatten we in de druilerige regen de tocht langs de Via Crucis aan

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2576y.jpg

Via Crucis (Kruisweg)

Een beetje kortademig door de hoogte vatten we in de druilerige regen de tocht langs de Via Crucis aan, de kruisweg met de 14 staties die de lijdensweg van Jezus voorstellen. Bemerk de zeer klassieke, figuratieve vormgeving van de beelden, beklemtoont Gabriel. Het contrast met wat we overmorgen in Zipaquirá te zien zullen krijgen, kan niet groter zijn, weet hij.

Letterlijk alle onderdelen van deze brugmansia sanguinea zijn giftig

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2583y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2585y.jpg

Borrachero (brugmansia sanguinea)

Als een groene muur rijst aan weerszijden van het pad een weelderige begroeiing op. Bloemen zijn er relatief weinig, enkele fraaie roodgele bloemen niet te na gesproken. Als kleurrijke trechters hangen ze aan de takken van een boom, verleidelijk voor elkeen die van bloemen houdt. Borrachero’s noemt Gabriel deze bloemen, vanwege hun vermogen om mensen dronken te maken. Al zijn de evenwichtsstoornissen van een dronkaard klein bier vergeleken met alles wat deze plant teweeg kan brengen – hallucinaties, hartritmestoornissen, verlamming, dood… om maar wat te noemen. Letterlijk alle onderdelen van deze brugmansia sanguinea zijn giftig.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2644y.jpg

Basílica del Señor Caído de Monserrate

Zo bereiken we het heiligdom van de Señor Caído de Monserrate, de Gevallen Heer van Monserrate. De toeristische drukte ten spijt zitten nogal wat gelovigen er te bidden. Het is niet langer La Moreneta die hier centraal staat, maar El Señor Caído. Want nadat Pedro de Lugo Albarracín in 1657 zijn beklemmend beeld gerealiseerd had van Jezus die de derde maal valt – een houtsnijwerk aangevuld met elementen van lood en zilver – keerde de volkse devotie zich al snel naar dit nieuwe icoon.

Al snel keerde de volkse devotie zich naar de Gevallen Heer van Monserrate

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2615y.jpg

El Señor Caído

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2607y.jpg

La Moreneta

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2626y.jpg

El Señor Caído

La Moreneta moest voortaan genoegen nemen met een zijkapel en El Señor Caído kreeg een centrale plaats boven het altaar. Sedertdien heet dit heiligdom de Basílica del Señor de Monserrate.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2600y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2592y.jpg

Votiefplaatjes

 

Buiten blijken de wolken de Cerro Monserrate nog steeds in hun greep te hebben. Maar een andere bergtop hebben ze intussen wel blootgegeven, zo blijkt. In de verte kunnen we de Cerro de Guadelupe, ongeveer tweehonderd meter hoger dan waar we nu staan, duidelijk tussen de nevelflarden onderscheiden. Vooral het hagelwitte beeld van Onze Lieve Vrouw van Guadelupe valt op, met zijn hoogte van vijftien meter torent het zelfs boven het kerkgebouw uit. Ook daar is het waarschijnlijk een drukte van je welste, want het bedevaartsoord is een populaire trekpleister voor pelgrims zowel als voor toeristen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2616y.jpg

Het hagelwitte beeld van Onze Lieve Vrouw van Guadelupe torent met zijn hoogte van vijftien meter zelfs boven het kerkgebouw uit

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2623y.jpg

Santuario Virgen de Guadalupe

Ook voor de Muisca was deze Cerro de Guadelupe – of Grootvaders voet, zoals ze de berg noemden – een heilige plek, niet in het minst omdat de zon elk jaar bij de winterzonnewende van 21 december precies boven deze berg opkwam, weerom gezien van op de plek waar zich tegenwoordig het Simόn Bolívarplein bevindt. Bovendien verschijnt de zon tijdens de lente‑ en herfstequinoxen van maart en september bij dageraad precies boven de vallei tussen beide bergtoppen. Kortom, met dit gebergte beschikten de Muisca over een monumentale zonnewijzer, waarop je niet het tijdstip van de dag, maar wel het tijdstip in de loop van het jaar kon aflezen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2676y.jpg

Net wanneer we naar beneden willen vertrekken, komt Bogotá beetje bij beetje uit de wolken tevoorschijn

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\39 Bogota Monserrate\Best Of\COL_2674y.jpg

Bogotá – Santa Fe met achteraan rechts BD Bacatá

En dan gebeurt er iets opmerkelijks. Net wanneer we naar beneden willen vertrekken, komt Bogotá beetje bij beetje uit de wolken tevoorschijn. Eerst doemen de silhouetten op, kleurloos en vaag, van de wolkenkrabbers aan onze voeten. Gaandeweg krijgen ze vorm en kleur, terwijl ook de gebouwen van de andere stadswijken verderop zichtbaar worden. Uiteindelijk overschouwen we bijna de volledige stad – een oppervlakte van 1 700 km², iets groter dan Groot-Londen.

Vooraan in het stadsdeel Santa Fe valt de hypermoderne Bogotá Downtown Bacatá op, kortweg de BD Bacatá. Met zijn 216 m is dit het hoogste gebouw van Bogotá en zelfs van Colombia – een hoogte die Gabriel gemakshalve op 250 m afrondt. Eigenlijk moest dit een soort twin towers worden, legt hij uit, want beide torens zouden dezelfde hoogte krijgen. Maar het geld van de tweede toren is door de Spanjaarden gestolen, schampert hij zonder verpinken, zodat de tweede toren op halve hoogte is blijven steken.

Niet met de funicular, maar met de teleférico, een kabelbaan met twee cabines die aan een kabel hangen, keren we terug naar beneden. Dat er nog een derde mogelijkheid is om de Cerro Monserrate te beklimmen, daar zijn we ons van bewust, maar dat is geen spek voor onze bek. Devote pelgrims doen de beklimming te voet via een pad met een gemiddelde hellingsgraad van 25 %. Naar verluidt doen sommigen dat zelfs op hun knieën.

Te voet zetten we onze verkenning van de stad verder. Vrij snel stoten we op de Quinta de Bolívar, het huis waar Simόn Bolívar verbleef wanneer hij zich in Bogotá bevond. Al deed dat laatste zich niet zo vaak voor. Want Bolívar was dikwijls uithuizig, druk bezig met in een of ander Zuid-Amerikaans land de Spanjaarden te bevechten. Uiteindelijk danken Panama, Colombia, Ecuador, Peru, Venezuela en Bolivia hun onafhankelijkheid aan hem.

Reis je door het noordwesten van Zuid-Amerika, dan ontkom je niet aan de alomtegenwoordigheid van Simόn Bolívar

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\40 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2721y.jpg

Santa Fe

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\40 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2722y.jpg

Simόn Bolívar

Soms lijkt het alsof El Libertador dat in zijn eentje gedaan heeft. Reis je door het noordwesten van Zuid-Amerika, dan ontkom je niet aan zijn alomtegenwoordigheid. Verscheidene provincies, steden en zelfs een land zijn naar Bolívar genoemd, ontelbare straten dragen zijn naam, overal staat zijn standbeeld, in Bolivia betalen ze met bolivianos, in Venezuela met bolívars. Tot ver in het buitenland kom je zijn naam tegen, getuige onder meer de Simon Bolivarlaan in Brussel en de Bolivarplaats in Antwerpen.

Eens Napoleon in Waterloo verslagen was, konden de Spanjaarden zich weerom met hun rebelse koloniën bezighouden

Toch verscheen Bolívar pas in 1812 op het toneel. En dat was meteen een succes, want hij won de ene veldslag na de andere tegen de Spanjaarden. Maar de Spaanse kroon herpakte zich. Eens Napoleon in Waterloo verslagen was, konden ze zich weerom met hun rebelse koloniën bezighouden. Dat liep van een leien dakje, want reeds in 1817 was deze Reconquista voltooid en had Bolívar de benen moeten nemen naar Jamaica.

Maar hij liet het daar niet bij. Aanvankelijk mislukten zijn pogingen om zijn geboorteland Venezuela te bevrijden, maar in Colombia reeg hij de overwinningen aaneen. De slag bij Boyacá op 7 augustus 1819 werd het eigen Waterloo van de Spanjaarden. Simόn Bolívar werd president van de onafhankelijke Republiek van Groot-Colombia die de huidige landen Colombia, Venezuela, Ecuador en Panama onder één gezag bracht.

De slag bij Boyacá op 7 augustus 1819 werd het eigen Waterloo van de Spanjaarden

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\40 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2729y.jpg

Simόn Bolívarplein

Nog was Bolívar niet tevreden. Peru en een deel van Bolivia moesten nog bevrijd worden. De nieuwbakken president kon je dan ook vaker op het slagveld aantreffen dan in zijn residentie. Van die uithuizigheid profiteerde zijn compagnon de route, generaal en vicepresident Francisco de Paula Santander, om de facto het presidentschap naar zich toe te trekken. Daar kwam heibel van, in die mate dat Santander er in 1828 van beschuldigd werd een moordaanslag op Bolívar te plannen. Daar stond de doodstraf op, maar Bolívar zette die om in levenslange ballingschap.

Toch was dit voor Bolívar het begin van het einde. Het rumoerige land kreeg hij niet meer onder controle, Ecuador en Venezuela scheidden zich af. In 1830 gaf hij zijn ontslag als president, enkele maanden later stierf hij in alle eenzaamheid aan tuberculose.

Ondertussen dalen we tussen de gebouwen van de Universidad de los Andes door verder in de stad af. Een private universiteit is dat, de duurste van Colombia, aldus Gabriel. Qua prijsniveau moet ze voor de Amerikaanse Harvard Universiteit niet onderdoen. Komt het daarentegen op kwaliteit aan, dan is het de Universidad Nacional de Colombia die in dit land de toon zet. Een publieke universiteit die nog gratis is ook, voegt hij er zelfverzekerd aan toe.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\40 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2715y.jpg

Vrolijke gezichten van uiteenlopende kleur zijn er met veel liefde en vakmanschap in bonte kleuren weergegeven

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\40 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2713y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\40 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2717y.jpg

 

Fraaie schilderingen zijn het die de muur langs Calle 18a sieren. Vrolijke gezichten van uiteenlopende kleur zijn er met veel liefde en vakmanschap in bonte kleuren weergegeven. Maar waar het straatje op een pleintje aan de brede Avenida Jiménez uitmondt, wordt de teneur van de graffiti grimmiger. De agressieve vuilspuiterij ontziet geen enkel gebouw. Bogotá lijkt in de greep van boosheid en frustratie die niet meer in te tomen vallen.

Zo is ook de sokkel van het standbeeld op het pleintje door slogans en symbolen van allerlei strekking ontsierd. Het beeld zelf is bijna onherkenbaar door doeken en wimpels, het glanzend zwarte metaal zit vol purperen vlekken. Nochtans is het Policarpa Salavarrieta die hier afgebeeld is, bijgenaamd La Pola, een patriottische figuur die alom gerespecteerd is. Ten tijde van de Reconquista slaagde ze erin als naaister in Spaanse royalistische middens te infiltreren en de informatie die ze zo verwierf aan de opstandelingen door te spelen. Uiteindelijk liep ze tegen de lamp en werd ze als spionne geëxecuteerd, 22 jaar jong.

Met de positie van de vrouw zit het in Colombia nog altijd niet snor. In meer dan 90 % van geweldsdelicten ten aanzien van vrouwen gaan de daders vrijuit

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\40 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2699q.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\40 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2718q.jpg

“La Pola” (Policarpa Salavarrieta)

Dat haar beeld nu door slogans, doeken en wimpels ontluisterd wordt, heeft met de internationale vrouwendag van gisteren te maken, aldus Gabriel. Door een doek voor de mond van La Pola te binden, willen de betogers te kennen geven dat vrouwen in dit land monddood gemaakt worden. Want met de positie van de vrouw zit het in Colombia nog altijd niet snor. In meer dan 90 % van geweldsdelicten ten aanzien van vrouwen gaan de daders vrijuit.

Sinds de herinrichting van de Avenida Jiménez – ook een project van burgemeester Peñalosa – is het er relatief aangenaam wandelen. Enkele rijstroken hebben plaats gemaakt voor voetgangerszones, in het midden kabbelt water nu trapsgewijs door een kanaaltje naar beneden en herinnert zo aan het feit dat hier ooit de San Francisco stroomde. Endemische bomen waaronder waspalmen zorgen voor wat koelte.

Wat de conquistador Belalcázar in Popayán overkwam, overkwam de conquistador Quesada een half jaar later in Bogotá

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2935q.jpg

De sokkel zonder Quesada

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2930q.jpg

Avenida Jiménez herdoopt in Avenida Misak?

Wat de conquistador Belalcázar in Popayán overkwam, overkwam de conquistador Quesada een half jaar later in Bogotá. In de vroege ochtend van 7 mei 2021 streken enkele Misak op de Plazoleta del Rosario neer om korte metten te maken met het standbeeld van de gehate conquistador. Een massamoordenaar werd hij genoemd, een folteraar, een dief en een verkrachter. Het resultaat is een pompeuze sokkel waaruit enkele verroeste bouten steken. De naam van de prestigieuze Avenida Jiménez door Avenida Misak vervangen was ook een deel van het plan. Wat daarvan terechtgekomen is, is niet duidelijk. Minstens één straatnaambordje getuigt nog van dat voornemen.

Ajiaco, het meest typische gerecht van Bogotá, lijkt de lokale versie van waterzooi te zijn

De lunch zal iets bijzonders zijn. Dat heeft Gabriel vanmorgen al laten doorschemeren. In de Casa Taller de Cocina schotelen ze ons ajiaco voor, naar verluidt het meest typische gerecht van Bogotá. Het lijkt ons de lokale versie van waterzooi te zijn, een stevige soep met drie soorten aardappelen, een flinke portie kip, een stukje maïskolf en niet te vergeten het kruid guasca dat steeds in één adem met ajiaco genoemd wordt en enigszins naar artisjok smaakt. Daarnaast krijg je een portie kappertjes en wat room om naar believen toe te voegen, en als bijgerecht een kommetje rijst met een halve avocado.

Het beste en het grootste ter wereld. Gabriel schroomt zich niet om in die bewoordingen over het Museo del Oro te spreken

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2768y.jpg

Diadeem (Yotoco)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2773y.jpg

Diadeem (Yotoco)

Het beste en het grootste ter wereld. Gabriel schroomt zich niet om in die bewoordingen over het Museo del Oro te spreken, althans niet wat de goudcollectie van dat museum betreft. Want in weerwil van de rooftochten van de Spanjaarden heeft het toch nog 55 000 kunstschatten in goud en andere edele materialen weten te verzamelen.

Nieuwsgierig en gefascineerd betreden we deze tempel van de goudsmeedkunst. Al is het niet alleen goud dat hier blinkt. Er werd ook met andere metalen gewerkt zoals zilver, platina en koper, en er zijn ook talloze artefacten in hout, keramiek en steen te zien. Bijzonder fascinerend zijn bijvoorbeeld de zogenaamde fluitende vaten van keramiek. Je kan er water in gieten dat vervolgens van de ene holte naar de andere stroomt en daarbij het fluitende geluid maakt van de vogel die door het keramieken vat uitgebeeld wordt. Hoe doen ze het, vraag je je dan af.

In Colombia wordt goud in relatief grote klompen gevonden. Heuse goudaders dus, geen alluviaal goud

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_5002y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_5004y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_5003y.jpg

 

Dat goud in de geschiedenis van Colombia zo’n belangrijke rol kon spelen heeft in de eerste plaats met het feit te maken dat het edele metaal hier in relatief grote klompen gevonden wordt. Heuse goudaders dus, geen alluviaal goud dat in minuscule deeltjes door de rivieren meegevoerd wordt en door goudzoekers moeizaam uit het slib gezeefd moet worden.

Goud kon op uiteenlopende manieren bewerkt worden – hameren, plooien, monteren, … – maar de mooiste resultaten werden toch via de verlorenwasmethode bereikt. Van het gewenste object maakte je dan eerst een nauwkeurig model in was. Daarrond bracht je zeer secuur een dikke laag zachte klei aan, waarin je een of meer kleine openingen prikte. Vervolgens verhitte je het geheel zodat de klei in een vorm gebakken werd die als mal gebruikt kon worden, terwijl de was via de openingen verdampte. Goot je dan via de gaatjes vloeibaar goud naar binnen en liet je dat stollen, dan ontstond in theorie het gewenste kunstwerk. In de praktijk was het productieproces natuurlijk veel complexer.

Al omstreeks 500 v.Chr. beheerste de inheemse bevolking de techniek om goud bij 1 063 °C te smelten

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2883y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_5001q.jpg

 

Vloeibaar goud, dat betekent dat je goud moet smelten. Dat gebeurt pas bij 1 063 °C. Een erg hoge temperatuur is dat, maar archeologische vondsten hebben aangetoond dat de inheemse bevolking al omstreeks 500 v.Chr. de techniek beheerste om goud te smelten. Hun keramieken ovens vulden ze met steenkool, met blaaspijpen joegen ze het vuur aan tot het een voldoende hoge temperatuur bereikte.

De Spanjaarden doodden systematisch alle inheemse goudsmeden. De achterliggende redenering was even simpel als weerzinwekkend

Kortom, toen de op goud beluste Spanjaarden op het toneel verschenen, scheerde de goudbewerking hier hoge toppen. Zonder veel aarzeling hebben de conquistadores daar meteen komaf mee gemaakt door systematisch alle inheemse goudsmeden te doden. De achterliggende redenering was even simpel als weerzinwekkend. Als de inheemse bevolking niets meer met het goud kon aanvangen omdat er geen goudsmeden meer waren, dan zouden ze niet moeilijk doen als de Spanjaarden met het goud aan de haal gingen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2872y.jpg

Hanger (Darién)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2797y.jpg

Poporo (steeltje en kalkhouder, Klassieke periode)

Op de tweede verdieping etaleert het Museo del Oro de artefacten per cultuur. De Muisca en het volk van San Agustín kennen we al, andere culturen treden nu ook op de voorgrond. Zoals de Quimbaya, de Zenú, de Tairona, de Tolima, … om er maar enkele te noemen. Wat wij gemakshalve over een kam scheren, blijkt in werkelijkheid een intrigerende lappendeken te zijn van volkeren en culturen, elk met hun eigen inzichten en levenswijze. Meer dan enig ander kunstwerk onthullen gouden artefacten, gezien hun kostbaarheid, nog explicieter datgene wat er voor het volk en zijn kunstenaars echt toe doet.

Zo waren er de bovenwereld en de onderwereld, met hun tegengestelde maar complementaire karakteristieken zoals licht versus duisternis, mannelijk versus vrouwelijk, regen versus droogte, wild versus gedomesticeerd. De middenwereld, waar de mens leefde, combineerde elementen van die twee werelden.

Kikkers traden als boodschappers naar de onderwereld op, terwijl vogels boodschappen naar de goden konden brengen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2801mq.jpg

Kikker (Quimbaya)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2811v.jpg

Menselijke vleermuis (Tairona)

Bij de Quimbaya tref je daarom veel voorstellingen van kikkers en vogels aan. Het waren immers heilige dieren. Kikkers traden als boodschappers naar de onderwereld op, terwijl vogels boodschappen naar de goden konden brengen. Bij de Tairona daarentegen stond de vleermuis centraal, want dat dier combineerde beide functies. Een vleermuis verblijft immers in grotten – de onderwereld – maar vliegt moeiteloos naar de bovenwereld.

De fraaie gevleugelde vis stelt de mythische vereniging van twee werelden voor, water en lucht

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2777y.jpg

Gezichtsornament in de vorm van een jaguar (Yotoco)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2791y.jpg

Gevleugelde vis (San Agustín)

De jaguar stond dan weer symbool voor de mannelijke kracht, voor de vaardigheid en de wijsheid van de jager en de krijger. Voorstellingen van vissen zijn eerder zeldzaam. De fraaie gevleugelde vis van de San Agustín-cultuur vormt de spreekwoordelijke uitzondering. Hij stelt de mythische vereniging van twee werelden voor, water en lucht.

Het vakmanschap van de goudsmeden van de Quimbaya blijkt ten overvloede uit de schitterende kalkhouder in de vorm van een kalebas

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2822y.jpg

Kalkhouder in de vorm van een kalebas (Quimbaya)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2907y.jpg

Kalkhouder in de vorm van een vrouwelijk stamhoofd (Quimbaya)

De beste goudsmeden vond je bij de Quimbaya. Als geen ander wisten ze de menselijke anatomie perfect weer te geven. Met minutieus polijstwerk gaven ze hun kunstwerken bovendien een onnavolgbare glans. Dat vakmanschap blijkt ten overvloede uit de schitterende kalkhouder in de vorm van een kalebas. Een mix van goud en koper is het, een van de topstukken van het museum. Zulke kalkhouders maakten deel uit van een poporo, het instrumentarium dat je nodig had om de coca klaar te maken voor consumptie.

Nog zo’n meesterwerkje van de Quimbaya is de kalkhouder in de vorm van een vrouwelijk stamhoofd. Als container is het kunstwerk voor ons quasi onherkenbaar, wij zien alleen een weelderig geklede figuur die een plechtige houding aanneemt. Waarschijnlijk is ze een ritueel aan het uitvoeren, aan haar handen en aan haar neus hangen op een bizarre wijze drie platen. Het kunstwerk is van tumbaga gemaakt, een alom gebruikte legering van goud en koper met een lager smeltpunt, waardoor het makkelijker te bewerken was.

Een magnifieke borstplaat van de Muisca vertoont dan weer zowel menselijke als dierlijke trekken

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_5008y.jpg

Keramische figuur op een bankje (Tairona)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2834y.jpg

Borstplaat met menselijke en dierlijke trekken (Muisca)

Bij de Tairona daarentegen genoten natuursteen en keramiek de voorkeur. We kijken naar een bizarre figuur in keramiek die op een bankje zit. In de inheemse kunst betekende dit dat het om een denker gaat, een belangrijke figuur dus. Maar het beeld is geschonden, borst en rug ontbreken. Waarschijnlijk hebben Spanjaarden ooit gehoopt binnenin goud aan te treffen.

Voor filigraanwerk moest je dan weer bij de Zenú zijn

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2805y.jpg

Filigraanwerk in oorringen (Zenú)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2875y.jpg

Menselijke votiefbeelden (Muisca)

Voor filigraanwerk moest je dan weer bij de Zenú zijn. Daar getuigen de halfronde gouden oorringen van.

Natuurlijk ontbreken de Muisca niet op het appel. Zo zijn er enkele fraaie votiefbeeldjes in de vorm van een menselijke figuur. Krijgers zijn het, of jagers misschien, maar momenteel zijn ze duidelijk met iets anders bezig. De consumptie van geestverruimende planten moet hen in staat stellen met de goden in contact te treden.

Een magnifieke borstplaat vertoont dan weer zowel menselijke als dierlijke trekken. Een bevreemdend kunstwerk is het eigenlijk, we herkennen nauwelijks de dieren die voorgesteld worden. Wie zich met attributen van bepaalde dieren uitdost zal de eigenschappen van die dieren belichamen, is hier de boodschap.

Een meesterwerk van goudsmeedkunst is dat, uitgevoerd in tumbaga, en tevens een onmiskenbare verwijzing naar de scheppingsmythe van de Muisca

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2830y.jpg

Borstplaat met scheppingsverhaal (Muisca)

Maar de meeste aandacht gaat naar de borstplaat die men in het Guatavitameer gevonden heeft. Een meesterwerk van goudsmeedkunst is dat, uitgevoerd in tumbaga, en tevens een onmiskenbare verwijzing naar de scheppingsmythe van de Muisca. Want de zes vogelkoppen bovenaan, elk met een gouden plaatje in de bek, staan symbool voor de twee grote zwarte vogels die ooit over dit gebied vlogen. Met een lichtstraal uit hun snavels verlichtten ze de wereld en maakten hem zo bewoonbaar. Helemaal bovenaan kijken acht priesters zittend toe hoe de wereld ontstond.

De magnifieke borstplaat van de Tolima lijkt een menselijke figuur met gespreide armen en benen te zijn, maar dat is het niet

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2905y.jpg

Borstplaat in de vorm van een katachtige (Tolima)

Heel atypisch is een magnifieke borstplaat van de Tolima. Het lijkt een menselijke figuur met gespreide armen en benen te zijn, maar dat is het niet. De ogen, de neus en de oorflappen van de geometrische figuur zijn inderdaad menselijk, maar het lichaam is dat van een katachtige. Een jaguar dus. Dat blijkt uit het patroon van lijnen en vlekken op het lichaam. De onberispelijke symmetrie en de voortreffelijke afwerking maken er een object van dat de tijd overstijgt. Letterlijk zelfs. Want drink je tegenwoordig een biertje van Club Colombia, dan kan je op het flesje een gestileerde versie van dit kunstwerk herkennen.

El Dorado is helemaal geen stad of een koninkrijk, El Dorado is de Gouden Man

Ondertussen heeft Gabriel niet nagelaten doorlopend onze nieuwsgierigheid te prikkelen en de spanning op te drijven naarmate ons bezoek aan het Museo del Oro vordert. Want het ultieme kunstwerk moet nog komen, klinkt het plagerig. Samen met de kostbaarste stukken van de verzameling bevindt het zich op de derde verdieping in een enorme kluis, meer bepaald in wat men hier de Offerkamer noemt.

Want het offer van El Dorado, daar draait het hier om. In de loop der tijden is El Dorado tot een mythisch begrip uitgegroeid, vergelijkbaar met de Heilige Graal, Shangri-La of Atlantis. Het zou gaan om een stad of een koninkrijk, diep verscholen in de Zuid-Amerikaanse jungle, waar het goud voor het rapen lag. Ontelbare avonturiers hebben er hun tanden op stuk gebeten om die plek te vinden. Maar El Dorado is helemaal geen stad of een koninkrijk, aldus Gabriel, El Dorado is de Gouden Man.

En dat had alles te maken met de aanstelling van een nieuwe hoofdman of zipa bij de Muisca. Vele jaren van voorbereiding gingen daaraan vooraf. Want de kandidaat moest eerst drie zware proeven ondergaan. Vooreerst mocht hij negen jaar lang de zon niet zien, bijvoorbeeld door in een grot of enkel ’s nachts te leven. Dan mocht hij negen jaar lang niet spreken. En ten slotte moest hij – de moeilijkste van de drie proeven, aldus Gabriel – de verleidingspogingen weerstaan van elk van de vrouwen van de stam.

Zo werd de zipa als het ware een Zonnekoning. Dat Lodewijk XIV daar niet aan gedacht heeft

Slaagde de kandidaat op de drie proeven, dan mocht hij zich voor het inauguratieritueel opmaken. Dat vond op het Guatavitameer plaats, een diep, cirkelvormig meer dat voor de Muisca heilig was. Samen met een handvol belangrijke lieden zoals sjamanen, edelen en krijgers voer de zipa in spe met een rieten vlot het meer op. Elk van hen had zich vooraf met een kleverig goedje van honing ingesmeerd en daar vervolgens goudpoeder over gestreken. Elk van hen leek op die manier een man van goud.

Na het uitvoeren van enkele rituelen op het vlot, sprongen ze in het water, waardoor het goudpoeder loskwam en naar de bodem van het meer dwarrelde. Vervolgens wierpen ze enkele kostbare gouden voorwerpen bij wijze van offer in het meer. Daarmee was het ritueel voltooid. De kandidaat mocht zich voortaan zipa noemen.

Goudpoeder in een meer laten neerdwarrelen en gouden voorwerpen in het water werpen was niet meer of niet minder dan een daad van bevruchting

De Spanjaarden moeten dit tafereel met lede ogen aanschouwd hebben. Ze trokken er alvast twee conclusies uit. Vooreerst kon het niet anders dan dat een volk dat zo spilziek met goud omging, over enorme goudvoorraden moest beschikken. Het loonde dus verder te blijven zoeken. En vervolgens probeerden ze het meer leeg te laten lopen. Vergeefse moeite natuurlijk.

De Muisca keken daar uiteraard heel anders tegenaan. Door zich met goud te bekleden, eigende de toekomstige chef zich de creatieve kracht van de zon toe. Zo belichaamde hij op aarde de kracht van deze godheid uit de bovenwereld. Hij werd als het ware een Zonnekoning. Dat Lodewijk XIV daar niet aan gedacht heeft.

Bovendien zagen de Muisca goud als de bevruchtende energie van de zon, terwijl ze de heilige meren als de baarmoeders van de aarde beschouwden. Goudpoeder in een meer laten neerdwarrelen en gouden voorwerpen in het water werpen was daarom niet meer of niet minder dan een daad van bevruchting. Aldus sloot de toekomstige zipa met de natuur een pact dat garandeerde dat het leven zich kon blijven hernieuwen.

Het fabelachtig mooie goudsmeedstuk stelde het vlot voor tijdens de ceremonie van de inwijding van een zipa bij de Muisca

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\41 Bogota Museo del Oro\Best Of\COL_2847y.jpg

Balsa dorada – Gouden vlot (Muisca)

Dat we dit ritueel kennen, hebben we in de eerste plaats aan Spaanse chroniqueurs te danken. Maar in 1969 ontdekten boeren in een grot in Pasca een aardewerken pot met daarin onder meer een fabelachtig mooi goudsmeedstuk. Het stelde het vlot voor tijdens de ceremonie van de inwijding van een zipa bij de Muisca. Ei zo na werd het kunstwerk terstond gesmolten en verkocht, maar daar stak de priester van de gemeente een stokje voor.

Gelukkig maar, want deze balsa dorada is uniek op de wereld. Het enige vergelijkbare kunstwerk ging in 1856 verloren tijdens het transport van Colombia naar de Berlijnse musea. Zo kunnen we ons dan toch nog een beeld vormen van hoe het er indertijd aan toe ging.

De plechtigheid draait helemaal om de zipa, hij is dan ook rijkelijk uitgedost met een imposante hoofdtooi, een neusring en oorhangers

Het gouden vlot is ongeveer tien centimeter op twintig groot en uitgevoerd in tumbaga, in dit geval een legering van 65 procent goud, 16 procent zilver en 19 procent koper. Het kunstwerk dateert uit de periode van 1200 tot 1400 n.Chr. Centraal zit de zipa, achterover leunend op een hoge ceremoniële stoel. De plechtigheid draait helemaal om hem, hij is dan ook rijkelijk uitgedost met een imposante hoofdtooi, een neusring en oorhangers. Rond hem staan tien kleinere figuren. Vooral het viertal vooraan is net zoals hun leider uitbundig gedecoreerd.

Tegelijk ontroerend en overweldigend is het, dit meesterwerk van de goudsmeedkunst. De goudsmeden die dit juweeltje vervaardigd hebben, beheersten de verlorenwasmethode tot in de puntjes. Een beter culminatiepunt van een museumbezoek kan je niet bedenken.

Top

Zondag 10 maart | Bogotá

 

D:\DataReizen\Pacomaja\Ontwikkeling\69 Colombia\Bronversies\6904b (png) Bogota Stadsplan.png

Stadsplan van Bogotá

Zondagochtend. Bogotá ontwaakt wat trager dan op andere dagen. Fietsers en joggers zijn al actief, ze kunnen bijna ongestoord hun ding doen, want enkele belangrijke straten in het stadscentrum zijn verkeersvrij gemaakt. Soms is het voor voetgangers zelfs oppassen geblazen wanneer ze voorbij zoeven.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2998y.jpg

 

Hier en daar worden kraampjes opgesteld in de hoop wat spulletjes of wat street food aan de man te brengen. Op het Parque Santander zijn fitnessfanaten aan de slag op de tonen van ritmische muziek. Enkele daklozen in de portieken laten de prille drukte aan zich voorbijgaan en slapen gewoon verder. Of doen alsof.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2975y.jpg

 

Het lijken gewone zondagochtendtaferelen, maar toch. Het decor waarbinnen dit zich afspeelt, oogt een beetje grimmig. Zelfs de bogotanos, die toch al wat gewend zijn, storen zich eraan. Zoveel graffiti op de gevels is ongezien, zal Gabriel straks beamen. Zelfs mooie historische gebouwen zijn niet gespaard. Alleen de gevels van de kantoren van de Procureur-Generaal zijn proper. Niet omdat de vuilspuiters het gebouw ontzien zouden hebben, wel omdat gisteren in de vooravond enkele werklui urenlang met haakse slijpers in de weer geweest zijn.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2921y.jpg

Het valt niet te ontkennen, in deze stad heerst zeer veel sociale onrust

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3006y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3281y.jpg

 

Veel graffiti hebben met de internationale vrouwendag te maken. Het acroniem 8M verwijst naar 8 maart en is alom tegenwoordig. Soms is ook het -symbool getekend, maar dan bovenaan van ezelsoren voorzien. De cijfers liegen er dan ook niet om. In 2022 werden in Colombia elke week gemiddeld 11 vrouwen vermoord. Femicide is sinds 2012 strafbaar, maar verre van uitgeroeid. Ook de slogan Palestine Libre komt opvallend vaak voor. Het valt niet te ontkennen, in deze stad heerst zeer veel sociale onrust.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2918y.jpg

Iglesia de San Francisco

Onze stadswandeling brengt ons eerst bij de nabijgelegen Iglesia de San Francisco, een kerk van de Franciscanen. Ze is omstreeks 1560 gebouwd, wat haar de oudste kerk van Bogotá maakt. Het indrukwekkende retabel is het mooiste dat in de stad te vinden is. Eens te meer herkennen we het beeld van Señor Caído, de Gevallen Heer.

Verrassend is de wijze waarop Jezus afgebeeld – als een man met hoofdhaar tot op zijn lenden

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2942y.jpg

Iglesia de San Francisco

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2953y.jpg

El Señor de la Agonía

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2951s.jpg

La Virgen del Carmen

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2927b.jpg

Iglesia de San Francisco met Montserrate

Maar verrassend is toch wel het beeld dat ze hier El Señor de la Agonía noemen, de Heer van de Doodsstrijd, of Jezus die langzaam sterft aan het kruis. Verrassend, niet zozeer vanwege dat thema, wel vanwege de wijze waarop Jezus afgebeeld is – als een man met hoofdhaar tot op zijn lenden.

Sommige gelovigen zijn met de fiets gekomen en hebben die netjes tegen een van de pilaren geparkeerd om diefstal te voorkomen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2955y.jpg

Iglesia de San Francisco

Relatief veel gelovigen zitten te bidden, vaak in hun eentje. Sommigen zijn met de fiets gekomen en hebben die netjes tegen een van de pilaren geparkeerd om diefstal te voorkomen. Een man heeft zijn hondje mee. Rustig zit het bij zijn baasje te wachten tot die klaar is met bidden.

Een plakkaat op de hoek van Carrera Séptima en Avenida Jiménez herinnert aan een van de meest dramatische gebeurtenissen in het Colombia van de twintigste eeuw. Hier was het dat op 9 april 1948 Jorge Eliécer Gaitán neergeschoten werd. Toevallig was hij op weg naar een lunch met een zekere Fidel Castro.

Het waren woelige tijden toen. Colombia was in de greep van een sterke polarisatie tussen de conservatieven en de liberalen. Zo sterk, dat een rood of een blauw hemd dragen kon volstaan om als conservatief of liberaal beschouwd te worden en op straat klappen te krijgen.

Heel deze wijk werd verwoest, alleen de kerk werd ongemoeid gelaten

Als liberaal politicus was Gaitán razend populair bij het gewone volk, sommigen noemden hem zelfs demagogisch en populistisch. Als kandidaat voor het presidentschap leek hij op een overwinning af te stevenen. Caudillo del Pueblo noemen ze hem op het plakkaat, Leider van het Volk.

Zijn gewelddadige dood was dan ook een vonk in een kruitvat. Een ongeziene volkswoede brak los. Heel deze wijk werd verwoest, aldus Gabriel, alleen de kerk die we zonet bezochten werd ongemoeid gelaten. Tramwagens werden omvergeworpen en in brand gestoken – een ironische speling van het lot, want het was precies Gaitán die in de jaren dertig als burgemeester het tramnetwerk uitgebouwd had. Vandaag liggen de tramsporen in Carrera 7 er nog altijd ongebruikt bij. De ergste volksopstand waar Colombia ooit mee te maken had, kreeg zelfs een naam – El Bogotazo.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3009y.jpg

 

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2979y.jpg

Kogi verkopen traditionele mochila’s

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2992y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2987y.jpg

 

Op het Simόn Bolívarplein, het hart van de oude stad, komt de zondag sprankelend tot leven. Tussen de talloze kraampjes heerst een gezellige, zij het voorlopig bescheiden drukte. Overal kan je voor voedsel en drank terecht – tropische vruchten, fruitsapjes, gefrituurde snacks, kastanjes, maïs, …

Ooit was dit plein heilige grond voor de Muisca. Want het was de enige plek waar je de jaarlijkse zonnewendes en de equinoxen boven de bergen voldoende nauwkeurig kon observeren. De Spaanse kolonisator heeft daar snel een einde aan gemaakt en er een permanente markt geïnstalleerd. Tegenwoordig is het een tijdelijke markt die enkel op zaterdag en zondag plaatsvindt. Geregeld worden er evenementen georganiseerd.

Op 20 juli 1810 weerklonk hier El Grito de Independencia, de schreeuw voor onafhankelijkheid

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2997y.jpg

Casa del Florero (Onafhankelijkheidsmuseum)

Een van de huizen op dit plein, de Casa del Florero, mag zichzelf het Onafhankelijkheidsmuseum noemen. Want na de zoveelste strubbelingen tussen Spanjaarden en creolen weerklonk hier op 20 juli 1810 El Grito de Independencia, de schreeuw voor onafhankelijkheid.

Creolen kwamen voor bestuurszaken niet in aanmerking. En mestiezen, mulatten of inheemsen telden al helemaal niet mee

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3158y.jpg

 

Er broeide al geruime tijd iets in Nieuw-Granada, het Onderkoninkrijk waar het huidige Colombia toen deel van uitmaakte. Het zat de creolen met name hoog dat alleen echte Spanjaarden het land mochten besturen, dit wil zeggen mensen die in Spanje geboren waren. Mensen van Spaanse afkomst die in Colombia geboren waren – creolen dus – kwamen voor bestuurszaken niet in aanmerking. En mestiezen, mulatten of inheemsen telden al helemaal niet mee.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3011y.jpg

 

Toen enkele creolen op die bewuste dag aan een Spaanse bestuurder toestemming gingen vragen om een vaas te mogen lenen om een evenement op te fleuren, was dat dan ook pure provocatie. Een Spaanse bestuurder die een object uitleent voor creoolse activiteiten, dat was compleet ondenkbaar. Volgens Gabriel kwam er zelfs getouwtrek aan te pas, waarbij de vaas stukviel. Maar dat wordt niet door alle bronnen bevestigd. Ook over de toch niet zo onbelangrijke vraag of deze fameuze Florero de Llorento eigenlijk wel een mooie vaas was, heerst onduidelijkheid. Maar ze heeft het intussen wel tot nationaal monument geschopt.

Kortom, een storm in een glas water, maar wel voldoende om een aantal gebeurtenissen te triggeren, zoals de allereerste bijeenkomst van een eigen nationale regering in Bogotá. Net zoals in het Brussel van 1830 een opvoering van de Stomme van Portici volstond om anti-Hollandse straatrellen te laten uitbreken die uiteindelijk tot de onafhankelijkheid van België zouden leiden.

Zijn deze gebouwen of hun bewoners in de rouw? Welnee, deze zwarte doeken beschermen de gevels tegen… verf, eieren en tomaten

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3015y.jpg

Simόn Bolívarplein – Kathedraal

Centraal op het plein staat, hoe kan het anders, een standbeeld van Simόn Bolívar. Aan een zijde zien we netjes naast elkaar de kathedraal, de Sagrariokapel en het episcopaal paleis, stuk voor stuk symbolen van het kerkelijke gezag, aldus Gabriel. Aan een andere zijde is het Congresgebouw gevestigd. Daar vertegenwoordigen Kamer en Senaat het wetgevende gezag. Het enorme gebouw in Franse stijl aan de derde zijde is dan weer het stadhuis van Bogotá – het bestuurlijke gezag dus.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3018y.jpg

Simόn Bolívarplein – Palacio Liévano

Maar het is de vierde zijde die uit de toon valt. Brutaal, zo omschrijft Gabriel de architectuur van dit gebouw. Het contrast met het historische karakter van de andere gebouwen kan inderdaad niet groter zijn. Het lijkt wel of er enkele betonnen bunkers neergezet zijn die samen het Justitiepaleis vormen.

Turbulent kan je de geschiedenis van dit gebouw wel noemen. Toen El Bogotazo in 1948 door de stad waarde, deelde het Justitiepaleis in de klappen. Het moest volledig heropgebouwd worden. In 1985 vond M-19 het dan weer nodig om het gebouw te bestormen en driehonderd gijzelaars te nemen. Het Colombiaanse leger kon dat niet over zijn kant laten gaan. Het liet zijn tanks aanrukken en het gebouw zonder verpinken beschieten. Balans: 115 doden, waaronder twaalf rechters van het Hoog Gerechtshof. Weerom moest het gebouw volledig heropgebouwd worden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_2968y.jpg

TransMilenio

Vreedzame ontwikkelingen lijken in Colombia eerder uitzondering dan regel. Dat blijkt ook uit de enorme zwarte doeken die de gevels van de kathedraal en van het Congresgebouw aan het zicht onttrekken. Zijn deze gebouwen of hun bewoners in de rouw? Welnee, deze doeken beschermen de gevels tegen… verf, eieren en tomaten. Want er is altijd wel iets waartegen geprotesteerd moet worden, aldus Gabriel. En waar protest is, vliegen vaak allerhande projectielen door de lucht.

Via dit raam kon Bolívar ontsnappen. Met het zeepsop nog op het lichaam, luidens sommige bronnen

Achter het Congresgebouw ligt de Casa de Nariño, het presidentieel paleis. Ook al een geliefde schietschijf voor elkeen die de overheid al dan niet tijdelijk een kwaad hart toedraagt. Dus gaat men hier nog een stapje verder. Alle straten rond het paleis zijn simpelweg voor het verkeer afgesloten. We kunnen het gebouw in de verte nauwelijks zien.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3028y.jpg

La Candelaria

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3039y.jpg

Nog zo’n spektakelplek is het Palacio de San Carlos. Een plakkaat onder een van de ramen herinnert ons aan de gebeurtenissen. Maar wat zich hier in de nacht van 25 september 1828 precies afspeelde, daarover lopen de meningen een beetje uiteen. Feit is dat een vijfentwintigtal soldaten gewapenderhand het presidentieel paleis binnendrongen met maar één doel voor ogen – Simόn Bolívar vermoorden. Volgens sommige bronnen deelde de president op dat moment het bed met zijn minnares, Manuela Sáenz, volgens anderen zat ie in bad. Wat er ook van zij, Manuela wist de samenzweerders lang genoeg om de tuin te leiden zodat Bolívar via dit raam kon ontsnappen. Met het zeepsop nog op het lichaam, luidens sommige bronnen. We proberen het ons voor te stellen.

De gebeurtenissen staan als de Conspiración Septembrina geboekstaafd, de Septembersamenzwering. Manuela hield er de koosnaam Libertadora del Libertador aan over, Bevrijdster van de Bevrijder. Maar wie achter de moordaanslag zat, weten we nog altijd niet. Velen, waaronder Gabriel, zijn de mening toegedaan dat het vicepresident Santander was, Bolívars rechterhand. Want die aasde zelf op het presidentschap.

Witte en bruine steenlagen wisselen elkaar af in een vast streepjespatroon. Niet toevallig zijn dat de kleuren van de karmelieten

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3046y.jpg

Iglesia de Nuestra Señora del Carmen

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3058y.jpg

Een opvallend buitenbeentje is het, de Iglesia de Nuestra Señora del Carmen. Niet alleen de unieke stijl valt op – Florentijns-gotisch met Byzantijnse en Arabische accenten – maar ook de kleuren van de buitenmuren. Witte en bruine steenlagen wisselen elkaar af in een vast streepjespatroon. Niet toevallig zijn dat de kleuren van de karmelieten, want deze kerk is aan de Heilige Maagd Maria van de berg Karmel gewijd. Een eerbetoon aan de karmelietessen is dat, zij werden hier in 1863 verdreven. Tegenwoordig is de kerk in handen van de Salesianen, net zoals de aanpalende schoolgebouwen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3068y.jpg

La Candelaria

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\42 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3076y.jpg

Zebrapad wordt lamapad

Het is al heel de ochtend bewolkt, maar nu breekt de zon geregeld door. Gaandeweg naderen we het museumcomplex, een tweede hoogtepunt van ons stadsbezoek. Verscheidene musea zijn er gevestigd, onder meer de Casa de Moneda, het Muntmuseum. Maar ons is het vooral om het Boteromuseum te doen.

Weinig stijlen zijn beter herkenbaar dan die van de vorig jaar overleden schilder en beeldhouwer Fernando Botero. Of hij nu werkt met steen, koper, brons, marmer, houtskool of olie op canvas, je weet meteen met wie je te doen hebt. Het zijn die typische, meer dan levensgrote figuren, met hun corpulente lijven en hun wulpse rondingen die soms bijna obsceen aandoen, die zo kenmerkend zijn voor zijn stijl.

Disproportionele verhoudingen zijn nog zo’n handelsmerk van Botero. Je kijkt naar een schaal met fruit waar een mes bij ligt dat veel te klein is om die vruchten te versnijden. Of je kijkt naar gezichten waar neus, mond en ogen heel erg zuinig zijn weergegeven.

Weinig stijlen zijn beter herkenbaar dan die van de vorig jaar overleden schilder en beeldhouwer Fernando Botero

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\43 Bogota Boteromuseum\Best Of\COL_3086y.jpg

Monalisa

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\43 Bogota Boteromuseum\Best Of\COL_3110y.jpg

Dansend paar (Pareja bailando)

Neem bijvoorbeeld Monalisa, Botero’s interpretatie van La Gioconda van Leonardo da Vinci. Alles verwijst naar het origineel – de keuze van de kleuren, de lichaamshouding, de ogen die ons recht aankijken, de mysterieuze mond. Maar het hoofd is even groot als de torso, terwijl neus en mond onevenredig klein zijn. Op de achtergrond zien we zowaar enkele vulkanen, waarvan eentje zelfs actief is – een duidelijke verwijzing naar Botero’s geboorteland.

Pareja bailando, het dansende paar, toont ons twee wellustige figuren die zich zwierig over de dansvloer bewegen. Dat blijkt althans uit het golvende haar en het opgeheven been van de vrouw. Maar de man staart ons emotieloos aan, zelfs tot een glimlach lijkt hij niet in staat. Ook dat is Botero – een glimlach zal je op zijn schilderijen vergeefs zoeken.

Onschuldig is deze Una familia niet. Is er sprake van ontrouw en zonde in dit brave gezinnetje?

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\43 Bogota Boteromuseum\Best Of\COL_3083y.jpg

Een familie (Una familia)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\43 Bogota Boteromuseum\Best Of\COL_3126y.jpg

In het park (En el parque )

Moeder zit met de dochter op schoot, vader staat beschermend achter zijn gezin met de zoon aan de hand. Een zeer traditioneel portret lijkt het, zo deden ze het in de renaissance al. Maar onschuldig is deze Una familia niet. Uit de boom reikt een rode slang dreigend naar de geportretteerden, op de grond ligt een appel waarin gebeten is. Is er sprake van ontrouw en zonde in dit brave gezinnetje?

Ook dat is Botero – een glimlach zal je op zijn schilderijen vergeefs zoeken

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\43 Bogota Boteromuseum\Best Of\COL_3142y.jpg

Kapitein (Capitán)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\43 Bogota Boteromuseum\Best Of\COL_3120y.jpg

Guerrilla de Eliseo Velásquez

In Capitán wordt een kapitein van de politie van Medellín geportretteerd. Maar zijn voorkomen is niet dat van een eenvoudige kapitein, wel dat van een minister van Oorlog. Machtsmisbruik en corruptie, dat is wat Botero met deze figuur wil aanklagen.

En wat te denken van Guerrilla de Eliseo Velásquez? Echt afschrikwekkend zijn ze niet, deze guerrillero’s die in de schaduw van enkele bomen liggen te rusten, met hun hangmat, hun koffers en hun jachtgeweren. Het doek herinnert ons aan de gewapende strijd van liberale boeren onder het bevel van Eliseo Velásquez in de nasleep van de moord op Jorge Eliécer Gaitán in 1948.

Explicieter in zijn afwijzing van geweld en burgeroorlog is Botero in Masacre de Mejor Esquina

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\43 Bogota Boteromuseum\Best Of\COL_3138y.jpg

Slachtpartij van Mejor Esquina (Masacre de Mejor Esquina)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\43 Bogota Boteromuseum\Best Of\COL_3167y.jpg

Autobom (Carrobomba)

Explicieter in zijn afwijzing van geweld en burgeroorlog is Botero in Masacre de Mejor Esquina. We zien mannen met geweren en kapmessen een eenvoudige kroeg binnendringen. Ongewapende burgers vieren er Paaszondag onder het licht van twee kale peertjes. Er was muziek, drank en dans, maar nu vliegen kogelregens door de lucht. Op de grond liggen al enkele doden. Deze slachtpartij speelde zich op 3 april 1988 in Mejor Esquina af. Zeventwintig burgers, waaronder een kind van tien, overleefden het brutale geweld van een paramilitaire groep niet.

Nog zo’n langdurige bron van angst en terreur in het Colombia van de jaren tachtig en negentig waren de autobommen. Drugskartels zowel als guerrillagroepen maakten er graag gebruik van, heel in het bijzonder in Bogotá, Cali en Medellín. In Carrobomba gebruikt Botero zijn techniek van het overdreven volume nu eens niet voor mensen, maar voor het voertuig dat zoveel buitensporige schade berokkent.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\43 Bogota Boteromuseum\Best Of\COL_3078y.jpg

Moeder Overste (Madre superiora)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\43 Bogota Boteromuseum\Best Of\COL_3114y.jpg

De studie (El estudio)

Ajiaco hebben we eerder al mogen proeven, tijdens de lunch komt nu een andere Colombiaanse klassieker op tafel – sancocho con pollo, een soep met kip, maïs, aardappel en yuca, de plaatselijke versie van maniok. Ondertussen golven door de open ramen de festivalklanken van Voices de Mulieres naar binnen. De festiviteiten rond 8M, de Internationale Vrouwendag, zijn immers nog niet voorbij. Doorlopend zijn er gratis optredens van vrouwelijke artiesten, van de intense hip hop colombiano van Diana Avella tot de rustige música latina van Victoria Sur.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3198y.jpg

La Candelaria is het oudere stadsdeel dat de historische kern van Bogotá vormt

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3212y.jpg

La Candelaria

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3214y.jpg

Door de steile straatjes verkennen we nu het meer residentiële deel van La Candelaria, het oudere stadsdeel dat de historische kern van Bogotá vormt. Zelfs de overgang van de republikeinse stijl naar de koloniale stijl is in het straatbeeld af te lezen. Huizen met twee verdiepingen en een balkon maken plaats voor huizen met slechts een verdieping. Hoger dan Carrera 2 klimmen we overigens best niet als we alleen zijn, waarschuwt Gabriel, want daar is het niet zo veilig.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3225y.jpg

Rosa

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3228y.jpg

Traditionele mochila’s

In haar winkeltje verkoopt Rosa traditionele mochila’s die ze zelf uit schapenwol vervaardigt. Typische schoudertassen zijn dat, je vindt ze alleen in Columbia. Rosa’s moeder was een Tairona uit het kustgebied in het noorden, haar vader leefde in het meer woestijnachtige gebied van Guajira. Rosa is dus met verscheidene culturen vertrouwd. Dat komt haar goed uit, want zo kan ze haar mochila’s aan de wensen van de doelgroep aanpassen.

Oorspronkelijk moest Bogotá niet meer dan een tussenstation zijn op de weg van de Caraïbische kust naar het Peruaanse Lima

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3235y.jpg

La Candelaria, met Monserrate op de berg

De Plaza del Chorro de Quevedo is vermoedelijk de plek waar het allemaal begon. Van op deze hoogte kwam de zipa van de Muisca indertijd geregeld de Sabana de Bogotá observeren. Hier is het ook dat Quesada een eerste poging deed om Bogotá te stichten. De nederzetting bestond toen uit een kapel en twaalf hutten – niet toevallig evenveel als er apostelen zijn. Driehonderd jaar later zou Francisco de Quevedo, een Spaanse priester, het perceel opkopen en er een fontein laten zetten.

De Plaza del Chorro de Quevedo is vermoedelijk de plek waar het allemaal begon

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3243y.jpg

Fontein van Francisco de Quevedo (kopie)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3253y.jpg

Plaza del Chorro de Quevedo

Ondertussen weten we dat de Spaanse kroon de stichting van Bogotá niet erkende en Quesada zijn huiswerk moest overdoen. De officiële stichting vond acht maanden later plaats, niet hier, maar beneden op de plek waar zich tegenwoordig het Simόn Bolívarplein bevindt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3262y.jpg

 

Dat Bogotá op deze plek gesticht werd, is een bizarre speling van het lot. Oorspronkelijk moest deze nederzetting niet meer dan een tussenstation zijn. Want de Spanjaarden waren vast besloten Santa Marta aan de Caraïbische kust over land met het Peruaanse Lima te verbinden teneinde de overslag van goederen in Panama te vermijden. Maar al spoedig bleek dat te hoog gegrepen. Drieduizend zevenhonderd kilometer is geen afstand die je zomaar overbrugt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3266y.jpg

 

Het is erg druk op het pleintje, temeer daar het zondag is. Je kan er bijna over de koppen lopen. Centraal staat nog steeds een fontein, maar het is niet meer die van Quevedo, want die is in 1896 verloren gegaan. De sfeer rond de fontein is uitgelaten en vrolijk. Daar heeft de consumptie van chicha wellicht iets mee te maken. Dat licht alcoholische bier op basis van maïs wordt hier in bijna alle huizen op ambachtelijke wijze gebrouwen en aan de man gebracht.

De sfeer rond de fontein is uitgelaten en vrolijk. Daar heeft de consumptie van chicha wellicht iets mee te maken

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3268y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\44 Bogota Wandeling\Best Of\COL_3259y.jpg

 

Voor het avondmaal strijken we in Las Aguas Crepes & Waffles neer. Een uitgebreid gamma aan gerechten op basis van vis, kip, varkensvlees of rundsvlees bieden ze aan, merkwaardig genoeg steeds in een pannenkoek verpakt. Wat meer is, het restaurant heeft ook een sociale missie. Want het neemt uitsluitend alleenstaande moeders in dienst en voorziet in een crèche voor de kinderen wanneer de moeders aan het werk zijn.

Top

Jaak Palmans
© 2024 | Versie 2024-06-18 16:00

Lees het vervolg in (5/7)
Het eerste wonder van Colombia