English version

We kennen zelfs hun naam niet

Colombia | Anno 2024

 

Woensdag 6 maart | San Agustín

Donderdag 7 maart | San Agustín – San José de Isnos – Magdalenavallei

Vrijdag 8 maart | San Agustín – Villavieja – Tatacoawoestijn

 

D:\DataReizen\Pacomaja\Ontwikkeling\69 Colombia\Bronversies\6903a (png) Huila.png

 

Woensdag 6 maart | San Agustín

Het is een vreemde speling van het lot. Van het volk dat de grootste verzameling megalithische monumenten in Colombia naliet, weten we bijna niets. Meer dan duizend jaar voor de Azteken en de Inca hun wereldbefaamde rijken uitbouwden, was hier, in de ruime omgeving van San Agustín, een onbekend volk aan de slag dat een complexe sociale structuur paarde aan een hoogstaande spirituele ontwikkeling. Dat leidde tot een ongeziene productie van uitmuntende beeldhouwwerken en grafmonumenten.

Meer dan duizend jaar voor de Azteken en de Inca hun wereldbefaamde rijken uitbouwden, was hier een onbekend volk aan de slag

Maar dat volk had geen schrift ontwikkeld. Het was zelfs helemaal van de aardbodem verdwenen nog voor de Spanjaarden in deze regio opdaagden. Hoe dat kwam, weten we niet. Bovendien was de archeologische context van de vindplaatsen grondig verstoord. Want de lokale bevolking zag er geen graten in om de eeuwenoude beelden te gebruiken om hun woning te versieren of zelfs hun dak te stutten, terwijl grafrovers vrijwel alle grafmonumenten geschonden hebben. Sommige beelden zijn zelfs door de Spanjaarden opengebroken in hun obsessionele zoektocht naar goud.

Kortom, archeologen hebben tegenwoordig zeer weinig aanknopingspunten om meer te weten te komen over deze enigmatische beschaving. We kennen zelfs de naam niet van dit volk. Daarom noemt men deze beschaving gemakshalve de San Agustín-cultuur. Sedert 1995 is ze door de Unesco als Werelderfgoed erkend.

Dat de eerste vertegenwoordigers van Homo Sapiens via de Beringstraat het Amerikaanse continent bereikten, is een bekend feit. Tijdens de laatste ijstijd stond die zeestraat immers droog en vormde ze eigenlijk een landbrug tussen Amerika en Azië. Gaandeweg verspreidden de inwijkelingen zich over het continent en daagden uiteindelijk via de landengte van Panama in Zuid-Amerika op. Wanneer dat precies gebeurd is, weet men niet. Maar het is een feit dat de oudste sporen van menselijke bewoning in Colombia ongeveer 12 500 jaar oud zijn.

Wat ook vaststaat is dat de vroegste vertegenwoordigers van de San Agustín-cultuur ten laatste omstreeks 3 300 v.Chr. in deze streek neergestreken zijn. Al moeten we dat een beetje relativeren, want het waren jagers-verzamelaars die zich toen in deze streek ophielden. Via de vallei van de Magdalena waren ze vanuit het noorden gekomen. Een vaste stek hadden ze niet, ze trokken rond in functie van hun behoefte aan voedsel. Van beelden of grafmonumenten uit die tijd is er dan ook geen sprake. Wel zijn er stenen bijlen, pijlpunten en zelfs mortieren en molenstenen teruggevonden.

Niet uit het noorden, maar uit het Amazonegebied dook een nieuw volk op dat zich in deze regio begon te vestigen

Daar kwam omstreeks 1 000 v.Chr. verandering in. Niet uit het noorden, maar uit het Amazonegebied dook een nieuw volk op dat zich in deze regio begon te vestigen. Per slot van rekening was het goed leven hier, op een hoogte van 1 500 à 2 000 m, met het hele jaar door een temperatuur die rond 20 °C schommelde, en gemiddeld 1 500 mm regen per jaar. Kortom, hier kon je landbouw bedrijven. Ze verbouwden maïs, bonen, quinoa, cassave en yam, maar dan enkel voor eigen behoeften. Ook verschenen de eerste bescheiden grafmonumenten in het landschap.

Pas omstreeks het jaar nul begon de San Agustín-cultuur echt een hoge vlucht te nemen. Die glanspe­rio­de zou maar liefst duizend jaar duren. Archeologen spreken dan ook van de Klassieke Periode. Ze wordt vooral gekenmerkt door imposante grafmonumenten die door een aarden heuvel bedekt waren. In totaal heeft men er een vijftigtal teruggevonden. Meestal stonden er een of meer manshoge beelden voor de grafheuvel. Die zijn in vulkanisch gesteente uitgehouwen. Vaak zijn het geen louter menselijke figuren, maar zijn ze met dierlijke elementen verweven of zijn er thema’s van allegorische of religieuze aard aanwezig – een symboliek waar wij het fijne niet van weten en alleen maar naar de betekenis ervan kunnen gissen.

Toch moet het een bizar beeld geweest zijn, althans als je het door onze ogen bekijkt. Want zelf leefden die mensen in eenvoudige, cilindervormige hutten. De wanden bestonden uit palen waartussen takken of riet aangebracht waren. Daar werd klei overheen gestreken. Het dak liep naar boven spits toe en was met stro bedekt. Deze primitieve hutten staan in schril contrast met de stenen architectuur van de graven. Kennelijk werd het leven na de dood belangrijker geacht dan het leven op aarde. Dat was in veel precolumbiaanse culturen zo.

Het is niet in de valleien dat je deze grafmonumenten aantreft. Typisch voor de San Agustín-cultuur is het feit dat ze hun bouwwerken uitsluitend op heuveltoppen oprichtten. Die nivelleerden ze eerst zodat een soort plateau ontstond waarop ze konden bouwen – alsof de heuvel in zijn geheel een soort tempel was. De aarde die daarbij vrijkwam, gebruikten ze om tussen deze heuvels een aarden wal aan te leggen zodat een pad ontstond van de ene heuvel naar de andere. Een enorm werk moet dat indertijd geweest zijn. En ook voor ons zal het soms zweten en hijgen worden, beseffen we.

In hun verslag noteerden de conquistadores dat ze ‘nog een Mexico’ gevonden hadden

Dat de grafmonumenten zich hoog op die heuvels bevinden, heeft er mede toe bijgedragen dat het bestaan ervan zo lang verhuld is gebleven. Toen in 1537 de eerste Spanjaarden onder leiding van Sebastián de Belalcázar op het toneel verschenen, was het volk van San Agustín al verdwenen. Net zoals wij waren deze conquistadores vanuit Popayán over de Centrale Cordillera getrokken en naar San Agustín afgezakt. Al was het maar een kortstondige expeditie, toch zijn ze vermoedelijk op sporen van de eeuwenoude beschaving gestoten. Want in hun verslag noteerden ze dat ze nog een Mexico gevonden hadden. Versta – een plaats die vergelijkbaar was met wat ze in Mexico gezien hadden.

Maar het was wachten op de Duitser Konrad Preuss vooraleer in 1913 systematische opgravingen plaatsvonden. Aan hem danken we de eerste wetenschappelijke analyses van deze cultuur. Dat er zich tegenwoordig zoveel Colombiaanse artefacten in Duitse musea bevinden, is ook aan hem te danken.

Ondertussen zijn we in San Agustín bij het Parque Arqueológico gearriveerd, het grootste complex van precolumbiaanse megalithische grafmonumenten en beeldhouwwerken. Al was dit volk indertijd niet echt in dorpen georganiseerd, toch mag je dit park als het kerngebied van hun cultuur beschouwen. Vermoedelijk leefden hier 4 000 tot 8 000 mensen tijdens de Klassieke Periode.

De beelden zijn her en der teruggevonden, bijvoorbeeld in de lokale dorpen waar ze als sierstenen voor de huizen geplaatst waren

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\17 San Agustin Parque Archeologico\Best Of\COL_1394y.jpg

Recuperatie van historische beelden (archieffoto)

Het is licht bewolkt, maar zonnig. Horacio, onze lokale gids, staat ons reeds op te wachten. In feite waren het indertijd niet één, maar twee indianenstammen die hier enigszins los van elkaar leefden, legt hij uit. De andere groep leefde aan de overkant van de Río Magdalena, in vogelvlucht hier ongeveer 10 km vandaan. Van beide groepen weten we alleen dat we er weinig van weten. Het goede nieuws is dat men bij sommige hedendaagse indianenstammen in het nabijgelegen Amazonegebied gelijkenissen vastgesteld heeft. Sommige aspecten van de beelden die we zullen zien lijken te verwijzen naar rituelen die vandaag nog steeds uitgevoerd worden. Dat helpt bij de interpretatie.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\17 San Agustin Parque Archeologico\Best Of\COL_1346y.jpg

Parque Arqueológico – Kunstmatige aarden wal

Benieuwd lopen we het bos in over een van de aarden wallen die indertijd aangelegd zijn. Bosque de las Estatuas, het Beeldenwoud, zo noemen ze dit deel van het park. Vijfendertig beelden zijn hier opgesteld, maar ze staan niet meer op hun oorspronkelijke plaats, beklemtoont Horacio. Het gaat immers om beelden die her en der teruggevonden zijn, bijvoorbeeld in de lokale dorpen waar ze als sierstenen voor de huizen geplaatst waren. Nu staan ze langs een pad dat door het woud kronkelt, en vormen als het ware een openluchtmuseum van raadselachtige figuren waarvan elke context ontbreekt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\18 Bosque de las Estatuas\Best Of\COL_1418y.jpg

Bosque de las Estatuas

Toch springen enkele gemeenschappelijke elementen meteen in het oog. Bijna zeker maakten deze figuren deel uit van begrafenisrituelen. Het kon dan gaan om de beeltenis van een belangrijk opperhoofd dat overleden was, of van de krijgers die zijn graf moesten beschermen. Uiteraard moesten zulke beelden macht en gezag uitstralen. Dat zien we aan hun grimmige gelaat, met uitpuilende amandelvormige ogen, platte neuzen en woeste monden met verlengde tanden of kruisende hoektanden. Dat laatste doet sterk aan een jaguar denken, een dier dat indertijd voorwerp was van verering. Opperhoofden associeerden zich daar graag mee.

Het grimmige gelaat, met uitpuilende amandelvormige ogen, een platte neus en een woeste mond met verlengde tanden of kruisende hoektanden moest macht en gezag uitstralen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\18 Bosque de las Estatuas\Best Of\COL_1458y.jpg

 

Maar het is niet alleen de fysieke macht die in deze standbeelden tot uiting komt, ook het spirituele gezag wordt in de verf gezet. Dat blijkt uit het feit dat de beelden vaak kenmerken vertonen van vleermuizen, alligators of katachtigen.

Het zijn geen elegante figuren die hier weergegeven zijn. Over het algemeen zijn ze nogal hoekig, met een rechte romp, hoge vierkante schouders en een hoofd dat verhoudingsgewijs veel te groot is. Hun armen liggen plat tegen hun lichaam, hun ellebogen zijn gebogen, hun handen houden ‘iets’ vast.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\18 Bosque de las Estatuas\Best Of\COL_1443y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\18 Bosque de las Estatuas\Best Of\COL_1450y.jpg

En daar ligt een stukje mysterie. Want wat is het dat deze figuren vasthouden? Horacio houdt het meestal bij een poporo

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\18 Bosque de las Estatuas\Best Of\COL_1420y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\18 Bosque de las Estatuas\Best Of\COL_1432y.jpg

 

En daar ligt een stukje mysterie. Want wat is het ‘iets’ dat deze figuren vasthouden? Horacio houdt het meestal bij een poporo, dat is een soort kalebasje waarin kalkpoeder bewaard wordt. Samen met het bijbehorende steeltje is dat wat je nodig hebt om cocabladeren te kauwen. Je bevochtigt het uiteinde van het steeltje en sopt het in het kalkpoeder. Zo kan je het kalkpoeder in je mond brengen terwijl je cocabladeren kauwt. Alleen dan ontstaan de gewenste effecten – onder meer de stimulerende werking, het grotere uithoudingsvermogen en de bescherming tegen de hoogteziekte. Cocabladeren kauwen zonder kalk, zoals toeristen meestal doen, is volslagen nutteloos, stelt Horacio niet zonder leedvermaak.

Cocabladeren kauwen zonder kalk, zoals toeristen meestal doen, is volslagen nutteloos

Voor de inheemse bevolking was cocabladeren kauwen een heilig ritueel – en dat is het overigens nog steeds. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat aan een poporo mystieke krachten en een sociale status toegekend werden. En dat een opperhoofd er graag mee afgebeeld werd.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\18 Bosque de las Estatuas\Best Of\COL_1407y.jpg

Moeder met kind – Beeld opengebroken door de Spanjaarden

Toch is deze redenering niet altijd overtuigend. Want soms lijkt het geen poporo te zijn wat de afgebeelde persoon vasthoudt, maar eerder een fluit die hij zonet aan zijn mond gezet heeft en die hij gaat bespelen. Of zou het een of ander dier zijn dat hij overmeesterd heeft – een slang bijvoorbeeld – als teken van macht?

Een verbinding realiseren tussen de aardse wereld en de bovenwereld, dat is de belangrijkste taak van een sjamaan

En waarom zou het geen sjamaan zijn die hier voorgesteld wordt? Per slot van rekening maakt de poporo deel uit van diens standaard gereedschap. Een verbinding realiseren tussen de aardse wereld en de bovenwereld, dat is de belangrijkste taak van een sjamaan. Dat kan hij alleen realiseren als hij in trance is, bijvoorbeeld na het kauwen van coca. Die interpretatie zou de bolle wangen en de uitpuilende ogen van sommige standbeelden kunnen verklaren. Kortom, de interpretaties stuiteren alle kanten op.

Overigens kwamen niet alleen cocabladeren in aanmerking om hallucinaties op te wekken, merkt Horacio op, ook ayahuasca werd daarvoor gebruikt, een drankje dat gebrouwen werd uit een combinatie van planten en tegenwoordig ook in het westen opgang maakt als psychedelische drug. Je wordt er niet alleen high van, de kans is groot dat je er heftig van moet braken of naar de wc gaan. Of beide. Maar daar is een uitleg voor, want het zijn je slechte eigenschappen die je op die manier uitstoot. Een vorm van geestelijke én lichamelijke zuivering dus. Voor sjamanen was ayahuasca geen drug, wel een heilige drank die hen in staat stelde andere bewustzijnsniveaus te bereiken.

Zou de beeldcultuur van San Agustín dan toch die van de Inca beïnvloed hebben?

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\18 Bosque de las Estatuas\Best Of\COL_1415y.jpg

Voorloper van Viracocha?

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\19 Mesita B\Best Of\COL_1468y.jpg

Processieweg

Soms doen de beelden zelfs sterk aan de Incacultuur denken. Zo is er de slang die zich rond een paal gewikkeld heeft. Al heeft erosie de figuur sterk aangetast, toch is ze nog net herkenbaar. Met een foto van een gelijkaardig beeld bij de Inca illustreert Horacio de gelijkenis. Iets verderop staat een beeld dat hij zonder omwegen een verre voorloper noemt van Viracocha, de Incagod van de landbouw. Een goed bewaard beeld is het, dat macht uitstraalt en zelfs een beetje angst inboezemt. Maar het was nog altijd meer dan vijfhonderd jaar wachten tot de Inca hun rijk begonnen uit te bouwen. Zou de beeldcultuur van San Agustín dan toch die van de Inca beïnvloed hebben?

De drie open grafheuvels zijn tijdgenoten van het Romeinse Colosseum

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\19 Mesita B\Best Of\COL_1523y.jpg

Mesita B

Een eeuwenoude processieweg met grote, vlakke stenen leidt naar een open ruimte in het bos. Hier bevinden we ons op de top van een van de genivelleerde heuvels. Rechts beneden stroomt de Lavapatas, een vrij onopvallend riviertje. Mesita B, zo noemen de archeologen deze plek. Drie open grafheuvels staan over het groene terrein verspreid. Ze dateren uit de Klassieke Periode, vermoedelijk uit de eerste of de tweede eeuw na Christus. Dat maakt ze een tijdgenoot van het Romeinse Colosseum.

In zijn handen houdt de koning zowaar een pasgeboren kind ondersteboven bij diens beentjes. Want zonet heeft hij bij een bevalling geholpen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\19 Mesita B\Best Of\COL_1482v.jpg

Koning met pasgeboren baby

Toch zijn het niet de grafheuvels die meteen onze aandacht trekken. In het centrum van het plein staat een beeld waar je niet naast kan kijken. Vier meter twintig hoog is het, gehouwen uit één steen. Hij moet erg belangrijk geweest zijn, de man die hier voorgesteld wordt, aldus Horacio. Een koning wellicht. Desondanks wordt hij niet in een krijgshaftige of afschrikwekkende houding afgebeeld. In zijn handen houdt hij zowaar een pasgeboren kind ondersteboven bij diens beentjes. Want zonet heeft zijne majesteit bij een bevalling geholpen. Wat we daarvan moeten denken, weten we niet goed.

Eertijds moet dit pleintje in de organisatie van de plaatselijke gemeenschappen een centrale rol gespeeld hebben. Daar zijn voldoende aanwijzingen voor. Men heeft sporen gevonden van ceremoniële activiteiten, maar ook van de vervaardiging van gouden sieraden. Dat daarbij de verlorenwasmethode toegepast werd, blijkt uit de gestolde druppeltjes van vloeibaar goud die men in de resten van het atelier opgegraven heeft.

De grafkamer zelf werd met nauwkeurig begrensde lagen van gekleurde aarde gevuld, in de kleuren zwart, geel en rood

De grafheuvels doen een beetje aan onze hunebedden denken. Rechthoekige kamers zijn het, waarvan het dak en de wanden uit grote platte stenen bestaan. In die kamers bevond zich dan een sarcofaag met het lichaam van een zeer belangrijke persoon. Het geheel werd met aarde afgedekt, zodat een kunstmatige terp ontstond. Naar verluidt werd de grafkamer zelf met nauwkeurig begrensde lagen van gekleurde aarde gevuld, in de kleuren zwart, geel en rood.

Heel bijzonder zijn de drie figuren die de ingang van dit graf lijken te beschermen. Telkens gaat het om een relatief groot beeld dat aan weerszijden door een kleinere figuur vergezeld wordt. Het centrale personage valt op door zijn woest voorkomen – een gelaat als dat van een jaguar, grote amandelvormige ogen, schrikwekkende hoektanden. In zijn handen houdt hij een overwonnen vijand als trofee.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\19 Mesita B\Best Of\COL_1496y.jpg

De twee soldaten hebben hun ‘dubbele ik’ mee, hun alter ego, telkens voorgesteld als een dierlijke figuur die op hun schouders rust

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\19 Mesita B\Best Of\COL_1500s1.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\19 Mesita B\Best Of\COL_1500s2.jpg

 

De twee kleinere figuren links en rechts zijn soldaten. Dat kunnen we afleiden uit het wapen dat ze in hun hand dragen. Hun gelaatsuitdrukking is vrij natuurlijk te noemen, zeker als je ze vergelijkt met die van hun heer. Maar er is meer aan de hand. Deze soldaten hebben hun dubbele ik mee, hun alter ego, telkens voorgesteld als een dierlijke figuur die op hun schouders rust. Zo wordt tegelijkertijd de persoon en zijn geest weergegeven, een voorstellingswijze die we nog vaker zullen ontmoeten.

Met zijn stralende ogen en de brede glimlach op zijn lippen lijkt dit beeld hier op het eerste gezicht niet thuis te horen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\19 Mesita B\Best Of\COL_1492y.jpg

 

Verderop staat een schalks gelaat ons toe te lachen. Met zijn stralende ogen en de brede glimlach op zijn lippen lijkt dit beeld hier op het eerste gezicht niet thuis te horen. Of toch wel, want bij nader toezien blijken de schrikwekkende hoektanden niet te ontbreken. Een van de meest iconische beelden van San Agustín is dit, zijn foto siert talloze brochures en websites. Dat heeft vooral met de bijzondere vormgeving te maken. Het is geen eivormig of bolrond gelaat waar we tegenaan kijken, het is een enorme gelijkzijdige driehoek van wel twee meter hoog die op een van zijn hoekpunten rust. Sommige onderzoekers menen dat het gezicht de vorm heeft van een maïskorrel, maar ons lijkt dat nogal vergezocht.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\19 Mesita B\Best Of\COL_1503q.jpg

Arend (of uil?) met slang

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\19 Mesita B\Best Of\COL_1513q.jpg

Nog zo’n iconische figuur is de arend die ons met een slang in zijn bek zit aan te kijken. Of is het een uil die hier voorgesteld is? Zeker weten we dat niet, want zowel de roofvogel als zijn prooi zijn uiterst minimalistisch weergegeven. Wat eens te meer bijdraagt tot het mysterie dat over deze site hangt. Het gestileerde beeldhouwwerk zou niet eens misstaan in een collectie van hedendaagse kunst.

Het gestileerde beeldhouwwerk zou niet eens misstaan in een collectie van hedendaagse kunst

Horacio gaat ons voor naar Mesita C. Een kleine tegenvaller is dat, na al het moois van Mesita B. Want toen de archeologen hier aan de slag gingen, bleek de site al zwaar beschadigd te zijn. De grafheuvel was verwoest, de stenen platen die de wanden en het dak van de grafkamer vormden waren verdwenen, het gros van de beelden ontbrak.

Ook deze site dateert uit de Klassieke Periode, maar ze is ongeveer vijfhonderd jaar jonger, wat haar bijna een tijdgenote van Karel de Grote maakt. Er is duidelijk sprake van continuïteit met het verleden – alweer die hoektanden en die figuren die ‘iets’ vasthouden – maar ook van evolutie. In negatieve zin, helaas. Want de stenen die gebruikt werden, zijn dunner zodat de kunstenaars zich beperkten tot eenvoudige, ondiepe reliëfvormen, in tegenstelling tot het driedimensionale snijwerk dat we op Mesita B zagen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\20 Mesita C\Best Of\COL_1534y.jpg

Mesita C – Figuur zonder rechterarm

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\20 Mesita C\Best Of\COL_1538y.jpg

Figuur met ogen als arendskoppen

Een van de figuren is zijn rechterarm kwijt. Vandalisme is dat niet, het beeld blijkt zo geconcipieerd te zijn. Aan zijn linkerhand draagt het personage bovendien een handschoen. In 1756 meende Juan de Santa Gertrudis, een Spaanse monnik, het concept te moeten accapareren door dit het beeld te noemen van “een priester wiens rechterarm werd afgehakt om hem de rijkdommen te ontnemen die hem sierden”.

Horacio vestigt onze aandacht op de ogen van een andere figuur. Het zijn niet de klassieke amandelvormige ogen die hier weergegeven zijn, het zijn de hoofden van twee arenden.

Het dier heeft zelfs menselijke kenmerken, te oordelen naar de vingers op zijn voorpoten

Aan de rand van het open terrein zien we La Rana, een enorme kikker. Of is het een pad? Het dier heeft zelfs menselijke kenmerken, te oordelen naar de vingers op zijn voorpoten. Alleszins staat het hier niet toevallig. Met zijn neus wijst het ons de weg naar beneden, waar we in het water van de Lavapatas een heel bijzonder kunstwerk zullen ontdekken. En welk dier kan beter symbool staan voor de overgang van land naar water dan een amfibie?

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\21 Fuente de Lavapatas\Best Of\COL_1557y.jpg

Fuente de Lavapatas

Fuente de Lavapatas, de Fontein van Lavapatas, zo noemen ze dit kunstwerk in het water. Het bevindt zich op een plek waar de Lavapatas in een zacht watervalletje over de bruine rotsen klatert. Indertijd moet dit een heel bijzondere plek geweest zijn. Men kwam hier kleren wassen, men kwam hier rituele baden nemen, hier werden religieuze ceremonies gehouden, vrouwen kwamen hier zelfs hun kinderen baren.

Een heilige plek dus, waar de innige band tussen mensen, dieren en water tot uiting gebracht werd

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\21 Fuente de Lavapatas\Best Of\COL_1556y.jpg

Fuente de Lavapatas – Pad

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\21 Fuente de Lavapatas\Best Of\COL_1562y.jpg

Gelaat van een krijger

Een heilige plek dus, waar de innige band tussen mensen, dieren en water tot uiting gebracht werd. Dat gebeurde via allerhande afbeeldingen die in het stromende water op de vulkanische tufsteen uitgesneden werden. Al die jaren heeft de erosie flink haar werk gedaan, soms is het moeilijk de figuren te herkennen. Maar gaandeweg lukt het ons. We herkennen een enorme pad die roerloos in het water zit, een slang die met haar lichaam een cirkel vormt, een krijger die uit de rotswand naar voren lijkt te komen, een hoofd dat ons van tussen twee watergeulen aanstaart.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\22 Alto del Lavapatas\Best Of\COL_1580y.jpg

Naar Alto de Lavapatas

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\23 Mesita A\Best Of\COL_1627y.jpg

Orchidee

Aan de overkant van de rivier leidt een pad naar de Alto de Lavapatas. Het wordt een beetje hijgen en zweten, want we klimmen naar het hoogste punt van het park, 1 750 m boven de zeespiegel. Maar daar wacht ons een spectaculair panoramisch uitzicht over het weidse landschap met zijn dicht beboste, groene bergen. Dat een volk zich in dit landschap met zijn steile hellingen en zijn brede, diepe rivieren wist te handhaven, dwingt respect af. Ze moeten terrassen aangelegd hebben voor hun akkers en hun woningen, wegen om zich makkelijk te kunnen verplaatsen, dijken om de stortregens onder controle te houden.

Op deze hoogte, dicht bij het Licht van de Zon, placht men sjamanen te begraven

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\22 Alto del Lavapatas\Best Of\COL_1608y.jpg

Alto de Lavapatas

Een heilige plaats was dit, aldus Horacio, want op deze hoogte, dicht bij het Licht van de Zon, placht men sjamanen te begraven. Er stond hier dan ook een monumentale grafheuvel uit de Klassieke Periode, samen met een zevental beelden en een aantal eenvoudige stenen graftombes – inclusief tien piepkleine graven, toegeschreven aan baby’s. Rondom bevonden zich kleine nederzettingen. Daar is het dat men bewijs gevonden heeft van de oudste menselijke aanwezigheid in de bovenloop van de Río Magdalena. Koolstofdatering wees uit dat de restanten van een vuurhaard van omstreeks 3 300 v.Chr. dateerden.

Op zijn rug draagt hij een alter ego, een dierlijke figuur die helemaal met hem vergroeid is en nog het meest op een krokodil lijkt

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\22 Alto del Lavapatas\Best Of\COL_1589y.jpg

Fallische godheid

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\22 Alto del Lavapatas\Best Of\COL_1587y.jpg

God van de landbouw?

Het meest opvallende beeld is dat van een mannelijke figuur, met zijn lid in een rechtopstaande positie, wat suggereert dat we met een fallische godheid te doen hebben. Anderzijds blijkt hij op zijn rug een alter ego te dragen, een dierlijke figuur die helemaal met hem vergroeid is en nog het meest op een krokodil lijkt. Zou dit een rituele transformatie voorstellen? Dan hebben we allicht met een sjamaan te maken.

Achteraan staat nog zo’n vreemde figuur, halfnaakt, met een katachtig masker en een flinke knots in zijn rechterhand. Op zijn schouders draagt hij een dierlijk wezen dat niet te identificeren is. Archeologen sluiten niet uit dat het om een god van de landbouw gaat.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\24 Rio Magdalena\Best Of\COL_1632y.jpg

Chiva

Een intrigerende kennismaking met een volslagen onbekende cultuur was dit. Maar het is nog niet gedaan, de regio heeft nog veel meer voor ons in petto. Onze verkenning zetten we na de lunch in een chiva voort, een kleurrijke bus met open, getraliede ramen, typisch voor Colombia. Aan boord klimmen vergt enige lenigheid, de houten banken bieden weinig comfort op de pokdalige wegen. Maar er zijn ook voordelen aan verbonden. Want met een chiva mag je in de verkeerde richting door een eenrichtingsstraat rijden, zo blijkt al snel.

Met een chiva mag je in de verkeerde richting door een eenrichtingsstraat rijden, zo blijkt al snel

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\24 Rio Magdalena\Best Of\COL_1633y.jpg

San Agustín

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\27 Onderweg\Best Of\COL_1851y.jpg

Een boeiende rit door de vallei van de Río Magdalena wordt het. Steeds hoger klimmen we, steeds weidser wordt het uitzicht over de bruine rivier met haar vele stroomversnellingen. Hoe steil de hellingen van de diepe vallei ook mogen zijn, toch weten lokale boeren er her en der hun gewassen te verbouwen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\24 Rio Magdalena\Best Of\COL_1667y.jpg

Vallei van de Río Magdalena

Even na drie bereiken we het Parque Arqueológico van Obando, 1 800 m hoog aan de overkant van de rivier. De graven die hier blootgelegd zijn, zijn pas in 1992 ontdekt. Dat we ze nu kunnen bezoeken, is helemaal aan het privé-initiatief van de plaatselijke gemeenschap te danken. Van de overheid wisten ze de toestemming te krijgen om met dit stukje erfgoed in het hart van hun gemeente aan de slag te gaan. Om het wetenschappelijke karakter van de opgravingen te garanderen, namen ze een archeoloog onder de arm.

Het is Pachamama, Moeder Aarde, die ons leven en kennis geeft. Dus geef je achteraf je lichaam terug aan Pachamama

Het resultaat mag gezien worden. Vier grafkamers zijn blootgelegd en de artefacten die men daarbij gevonden heeft – keramische vaten, werktuigen, molenstenen… – werden in een fraai museum ondergebracht. Voorwaar een knappe prestatie van deze kleine gemeenschap met slechts 800 inwoners. Dat de heer Obando, de eigenaar van dit perceel, zijn grond gratis ter beschikking stelde en de werkzaamheden sponsorde, was mooi meegenomen.

Interessant voor ons is het feit dat het nu eens niet uitsluitend over de Klassieke Periode gaat, maar ook over de periode die daaraan voorafgaat. Over het eerste millennium vόόr Christus dus. Van grafheuvels of hunebedden was toen geen sprake, vernemen we van Jerôme, onze gids voor de rest van de dag. Jerôme heeft nog steeds een Frans paspoort, maar zijn hart heeft hij 26 jaar geleden aan Colombia verloren toen hij vier maanden lang als toerist door dit land zwierf. Amper vier jaar later keerde hij naar Colombia terug om er te blijven.

De ondergrondse grafkamers zijn in de rotsachtige bodem uitgehouwen. Via een trap met vrij hoge treden kon je erin afdalen. Dat de lichamen van overledenen begraven werden, was voor deze mensen niet meer dan logisch. Want het is Pachamama, Moeder Aarde, die ons leven en kennis geeft. Dus geef je achteraf je lichaam terug aan Pachamama.

De gevleugelde vis in goud is zo uniek dat het nu een van de topstukken van het goudmuseum in Bogotá is

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\25 Obando Parque Museo\Best Of\COL_1693y.jpg

Obando – Grafkame

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\25 Obando Parque Museo\Best Of\COL_2791n.jpg

Gevleugelde vis in goud (Bogotá, Museo del Oro)

Vanaf de Klassieke Periode ging men de methode van de secundaire begraving toepassen. Kwam iemand te overlijden, dan werd zijn lichaam in doeken gewikkeld en een jaar of vier in een van deze kuilen te ruste gelegd tot het helemaal ontvleesd was. Wat overbleef werd in een urne verzameld en in een andere graftombe ondergebracht.

Wat men in deze graven gevonden heeft, is in het aanpalende museum ondergebracht. Een grote, ronde hut met een conisch toelopend dak is dat, helemaal in de traditionele stijl. De tentoongestelde vondsten zijn eerder bescheiden – keramische voorwerpen, gouden munten. Eén vondst stak er evenwel met kop en schouders bovenuit en is sindsdien een van de beroemdste kunstwerken van Colombia geworden. Het gaat om een gevleugelde vis in goud, een gracieus beeldje uit de Klassieke Periode dat zo uniek is dat het nu een van de topstukken van het goudmuseum in Bogotá is.

Wat het beeldje bijzonder maakt, is het feit dat dit soort vis wel aan de Pacifische kust voorkomt, maar niet in de Andes. Het wijst erop dat er contacten tussen beide regio’s moeten geweest zijn. Ook markant is de verfijnde gratie van het ornament, een enorm contrast met de eerder hoekige en plompe vormen van de sculpturen waarmee we tot hiertoe kennisgemaakt hebben.

De machtige Río Magdalena wurmt zich door een kloof die nauwelijks twee meter twintig breed is

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\26 Estrecho del Rio Magdalena\Best Of\COL_1724y.jpg

Estrecho del Río Magdalena

Niet alleen met de kustbewoners, ook met het binnenland waren er contacten. Dat was vooral aan de Magdalena te danken, een belangrijke verkeersader die over een afstand van meer dan duizend kilometer bevaarbaar was. Maar hier, op de bovenloop van de rivier, is dat nog niet het geval. Dat kunnen we ter hoogte van de Estrecho del Río Magdalena met eigen ogen vaststellen. Daar wurmt de machtige rivier zich door een kloof die nauwelijks twee meter twintig breed is.

Dat is een flinke prestatie, want het is zuiver basalt waardoorheen de rivier zich een weg heeft moeten banen. Die basaltlagen zijn het resultaat van vulkanen die in een ver verleden de omgeving steeds opnieuw met lava overspoelden. Vandaag kan je nog altijd de verschillende lagen onderscheiden. Sommige lagen zijn eerder roodachtig, een gevolg van de aanwezigheid van ijzeroxide. Elders zien we hoe water dat van de bergen af stroomde, parallelle geulen in het gesteente uitgeschuurd heeft.

Fossielen, nota bene van zeedieren, bevinden zich duidelijk zichtbaar aan de oppervlakte van het gesteente

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\26 Estrecho del Rio Magdalena\Best Of\COL_1727y.jpg

Gesteentelagen met ijzeroxide

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\26 Estrecho del Rio Magdalena\Best Of\COL_1731y.jpg

Fossielen van zeedieren

Maar Jerôme pakt langs zijn neus weg met een verrassing van een heel andere aard uit. De dichtstbijzijnde oceaan bevindt zich tweehonderd kilometer hiervandaan, zelf bevinden we ons op een hoogte van ongeveer 1 300 m boven het zeeniveau. En toch wijst hij fossielen aan, nota bene van zeedieren, duidelijk zichtbaar aan de oppervlakte van het gesteente. Waar komen die dan wel vandaan?

De verklaring is niet ver te zoeken. We weten dat de platentektoniek tot gevolg had dat Zuid-Amerika zich van Antarctica losscheurde en zoetjesaan in de richting van Noord-Amerika dreef. Dat leidde ertoe dat beide continenten ter hoogte van Panama aan elkaar geklonken werden, maar ook dat het vasteland van Colombia langzaam maar zeker omhooggeduwd werd – gemiddeld 2,7 à 2,8 mm per jaar.

Tussen het Andesgebergte en het gebied dat we tegenwoordig het Amazoneregenwoud noemen, vormde zich een langgerekte binnenzee

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\26 Estrecho del Rio Magdalena\Best Of\COL_3765q.png

Het noordwesten van Zuid-Amerika,
110 à 120 miljoen jaar geleden

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\23 Mesita A\Best Of\COL_1618q.jpg

Orchidee groeit als epifyt op een bromelia,
bromelia groeit als epifyt op een boom

Van de drie parallelle bergketens die Colombia vandaag domineren, was het de Centrale Cordillera die het eerst boven water verscheen. Ongeveer 50 miljoen jaar geleden vormde dit deel van de Andes daarom een smal schiereiland, ongeveer drieduizend kilometer lang, aan weerszijden door water omgeven. Met andere woorden, tussen het Andesgebergte en het gebied dat we tegenwoordig het Amazoneregenwoud noemen, vormde zich een langgerekte binnenzee.

Naarmate het land hoger en hoger kwam te liggen, liep die binnenzee geleidelijk leeg. Hier en daar ontstonden poelen van zeewater, waarin zeedieren zich duizenden jaren konden handhaven. Maar ook daar kwam een einde aan. De poelen droogden helemaal op en van de zeedieren resten nu enkel hun kalkstenen fossielen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\26 Estrecho del Rio Magdalena\Best Of\COL_1759y.jpg

Vallei van de Río Magdalena

Morgen zullen we de overkant van de rivier verkennen. Want daar bloeide een soortgelijke beschaving die zich toch op een aantal punten wist te onderscheiden.

Top

Donderdag 7 maart | San Agustín – San José de Isnos – Magdalenavallei

Vogels kwetteren vanaf zes uur, hanen kraaien vanaf vier uur, honden blaffen heel de nacht door. Hier, aan de rand van San Agustín, bevinden we ons dicht bij de vrije natuur. We kijken uit over een open, groen terrein met relatief weinig bomen. Toch horen we ze van alle kanten, de vogels die zo vrolijk kwelen. Al vergt het wat geduld en doorzettingsvermogen om ze te zien te krijgen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\16 San Agustin Yuma\Best Of\COL_1320y.jpg

Koereigers

Enkele koereigers hebben in de weide het gezelschap van een paard opgezocht. Waar je reigers normaal in de buurt van water verwacht, geven koereigers er de voorkeur aan grazende viervoeters te vergezellen. Want door het grazen jagen de paarden voortdurend insecten op, en die vormen dan een dankbare prooi voor de reigers. Zit het wat tegen met de jacht, dan kunnen ze zich nog altijd op de rug van het paard posteren om wat teken als ontbijt te nemen.

Met het donkere masker over zijn ogen en zijn fraaie gele buik is de tropische koningstiran makkelijk herkenbaar

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\16 San Agustin Yuma\Best Of\COL_1816y.jpg

Tropische koningstiran

Mensenschuw is hij niet, de tropische koningstiran die daar zo rustig door het lage gras tippelt met een kevertje in zijn bek. Met het donkere masker over zijn ogen en zijn fraaie gele buik is hij makkelijk herkenbaar. Prooien krijgt hij zonder veel moeite te pakken, daar heeft hij geen paard voor nodig. Zo nodig weet hij insecten zelfs in de vlucht te onderscheppen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\16 San Agustin Yuma\Best Of\COL_1258y.jpg

Colombiaanse chachalaca

Een plompe, mollige verschijning hoog in de bomen, dat moet een Colombiaanse chachalaca zijn, want alleen daar voelt deze bosvogel zich thuis. Ver vliegen doet hij niet, zijn voedsel zijn de vruchten die hij in de bomen vindt. Voor de bomen is dat goed nieuws, want via zijn ontlasting verspreidt de chachalaca hun onverteerbare zaden. Het is een endemische vogel, je vindt hem enkel in de valleien van de Cauca en de Magdalena. Zijn omvang en zijn mooie gevederte doen een beetje aan een fazant denken. En dat is niet het enige wat deze vogels met elkaar gemeen hebben. Want voor de mens zijn ze een graag geziene prooi die vaak in de kookpot belandt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\16 San Agustin Yuma\Best Of\COL_1837y.jpg

Bruinkeelstekelstaart

Over kookpotten gesproken, de bruinkeelstekelstaart is maar een van de tientallen soorten uit de familie der ovenvogels. Toch zullen ze zelden of nooit in een kookpot belanden. Hun naam danken ze aan het feit dat hun nesten lijken op een knusse oven.

Zijn lelijke naam ten spijt is de okerkaptangare een van de mooiste vogels die we al gezien hebben

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\16 San Agustin Yuma\Best Of\COL_1302y.jpg

Okerkaptangare

Fruit, dat is ook de favoriete kost van de kleurrijke okerkaptangare. Zijn lelijke naam ten spijt is het een van de mooiste vogels die we al gezien hebben, met zijn roodbruine kop, zijn groene rug en zijn turquoise buik. Het gele streepje tussen zijn kop en zijn rug verraadt dat het een mannetje is. Tangare is de naam die de Tupi-indianen uit het Amazonegebied aan kleurrijke vogels gaven. Letterlijk betekent die naam danser.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\16 San Agustin Yuma\Best Of\COL_2288y.jpg

Zwarte ibis

Makkelijk heeft hij het niet, de zwarte ibis. Want zijn voorkeur gaat uit naar waterige omgevingen zoals ondiepe meren, lagunes, vloedlanden, geïrrigeerde landbouwgrond, rijstvelden en dies meer. Met de toenemende droogte neemt zijn areaal af. Voorlopig komt hij in deze omgeving toch nog voldoende aan zijn trekken.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\16 San Agustin Yuma\Best Of\COL_1253y.jpg

Tropische spotlijster

Er hangt een dichte, bleke bewolking boven de vallei, maar het regent niet wanneer we kwart voor negen vertrekken. Vandaag steken we de Magdalena over, op zoek naar sporen van de San Agustín-cultuur aan de overkant van de rivier. Want het spreidingsgebied van deze cultuur is vrij groot. Over een oppervlakte van ongeveer 5 000 km² zijn hun beelden gevonden, dat is ongeveer zo groot als de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant samen. En wellicht liggen vele sites nog op hun ontdekking te wachten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\16 San Agustin Yuma\Best Of\COL_1338y.jpg

 

Een blauwe kolibrie vliegt even mee met de bus. We passeren San José de Isnos, het belangrijkste centrum op de linkeroever van de Magdalena. Waar mogelijk zijn bananen‑ en koffieplantages op de steile hellingen aangelegd. Op een van die hellingen is een eenzame man met een schop graszoden aan het afgraven om zijn bescheiden koffieplantage uit te breiden. Een loodzware karwei is het, maar het is de enige manier van werken. En dan nog is het vele jaren wachten op de eerste opbrengsten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\28 Alto de las Piedras\Best Of\COL_1936y.jpg

Alto de las Piedras

Even voor tien bereiken we Alto de las Piedras. Horacio staat er ons al op te wachten. Via een stenen pad leidt hij ons naar de top van de heuvel. Oorspronkelijk was dit een woonkern, maar tijdens de Klassieke Periode hebben ze er een monumentale begrafenisplaats van gemaakt. De lagere delen werden opgevuld en terrassen werden aangelegd zodat een vlak, open terrein in de vorm van een halve maan ontstond. Vier grafheuvels staan er, naar verluidt kunnen we er de meest intacte en zelfs deels beschilderde graftunnels bewonderen.

Op zijn rug draagt hij een tweede wezen, deels mens, deels dier, met een staart die duidelijk op die van een reptiel lijkt

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\28 Alto de las Piedras\Best Of\COL_1870y.jpg

El Doble Yo (vooraanzicht)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\28 Alto de las Piedras\Best Of\COL_1878y.jpg

El Doble Yo (zijaanzicht)

Toch is dat het niet wat meteen onze aandacht trekt. Het is de mysterieuze figuur bij de eerste grafheuvel waar al onze interesse naar uitgaat. El Doble Yo, de Dubbele Ik, zo noemde Konrad Preuss indertijd dit intrigerende beeldhouwwerk. Een meer dan levensgroot beeld is het van een menselijke figuur met dierentanden. Op zijn rug draagt hij een tweede wezen, deels mens, deels dier, met een staart die duidelijk op die van een reptiel lijkt. Zijn gezicht daarentegen straalt blijdschap uit. Volgens Horacio neemt het vreemde wezen op die manier de slechte elementen van de persoon over, zodat bij hem alleen het goede achterblijft. Opvallend is hoe diep onder de grond de graftunnel zich bevindt, naar schatting vier tot vijf meter.

Het is vergeefs zoeken naar vervaarlijke hoektanden. Kleine, antropomorfe figuren zijn dit, met louter menselijke kenmerken

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\28 Alto de las Piedras\Best Of\COL_1925y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\28 Alto de las Piedras\Best Of\COL_1914y.jpg

 

Bij de ingang van de grafheuvels staat telkens een beeld opgesteld. Maar in tegenstelling tot voorheen ontbreken nu de dierlijke elementen. Het is vergeefs zoeken naar vervaarlijke hoektanden. Kleine, antropomorfe figuren zijn dit, met louter menselijke kenmerken, zij het dat ze een vrij hoekig en gedrongen voorkomen hebben. Ze dragen halskettingen, armbanden en een hoofddeksel. Horacio sluit niet uit dat ze oorspronkelijk met goud bedekt waren.

Aan deze zijde van de rivier waren het vrouwelijke sjamanen die de scepter zwaaiden, terwijl het aan de overkant louter mannelijke sjamanen waren

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\28 Alto de las Piedras\Best Of\COL_1902y.jpg

Vrouwelijke sjamaan

De graven waarover ze waken dragen soms nog sporen van de oorspronkelijke kleuren op de wanden. Meestal was dat zwart, geel of rood. We zien vreemde cirkels en iets wat bijna een kindertekening lijkt van een aap die ondersteboven hangt. Horacio vermoedt dat sommige inscripties pas zeer recent aangebracht werden, vermoedelijk in de 19e eeuw.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\28 Alto de las Piedras\Best Of\COL_1904l.jpg

Recente inscripties

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\28 Alto de las Piedras\Best Of\COL_1908y.jpg

Alto de las Piedras

Een van de stenen figuren heeft duidelijk vrouwelijke kenmerken. Het ontlokt Horacio de bedenking dat het aan deze zijde van de rivier vrouwelijke sjamanen waren die de scepter zwaaiden, terwijl het aan de overkant louter mannelijke sjamanen waren. Overigens mocht een vrouw pas sjamaan worden als ze niet meer menstrueerde, want dat werd als onrein gezien in deze beschaving.

Van beide heuvels zijn de toppen genivelleerd, met de vrijgekomen grond is het dal ertussen opgevuld

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\30 Alto de los Idolos\Best Of\COL_2031y.jpg

Alto de los Ídolos

Een half uurtje rijden is het naar onze volgende bestemming, de Alto de los Ídolos. Weer maar eens een plek met grafheuvels en stenen beelden? Neen, ook deze site blijkt enkele verrassingen in petto te hebben, het is een van de grootste en belangrijkste locaties van deze cultuur.

Weer leidt een lang, stenen pad ons naar boven. Zodra de dichte begroeiing wijkt, kijken we uit over een terrein dat links en rechts op een hoogte uitloopt. Een vrij grote, open ruimte is het, gespreid over twee heuvels. Van beide heuvels zijn de toppen genivelleerd, met de vrijgekomen grond is het dal ertussen opgevuld. Een enorm werk moet dat geweest zijn. Het resultaat mag gezien worden – een zadelvormig, relatief vlak terrein waarop grafheuvels zijn gebouwd, waar allerhande ceremonies werden gehouden en waarrond zich woonkernen ontwikkelden.

Midden op het terrein valt een enorm beeld op, vijf meter dertig hoog. De figuur heeft onmiskenbaar vrouwelijke trekken, Konrad Preuss noemde haar indertijd La Gaitana. Een duidelijke verwijzing is dat naar een populaire heldin van het inheemse verzet tegen de Spanjaarden in de 16e eeuw. Elke Colombiaan kan je het verhaal vertellen van deze strijdvaardige moeder die als opperhoofd van haar stam met de Spanjaarden wilde onderhandelen. Een vrouw als gesprekspartner, dat zagen de Spanjaarden niet zitten. Maar toen haar zoon als plaatsvervanger optrad, werd hij door de Spanjaarden gevangen genomen en op de brandstapel gezet. Een wrede daad, die La Gaitana niet onbeantwoord liet. Ze wist een leger van duizenden strijders te verzamelen en de Spanjaarden zware verliezen toe te brengen. Maar uiteindelijk trok ook zij aan het kortste eind toen de Spanjaarden versterkingen lieten aanrukken.

Eentje wordt vanwege zijn vreemde hoed en zijn oren als schelpen van een koptelefoon ook wel Astronaut genoemd

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\30 Alto de los Idolos\Best Of\COL_2030y.jpg

“La Gaitana”

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\30 Alto de los Idolos\Best Of\COL_1987y.jpg

Mesita B – “De Astronaut”

Met de echte La Gaitana heeft dit imposante beeld natuurlijk niets te maken, maar het blijft wel een indrukwekkende verschijning. Dat het beeld eeuwenlang deels onder de grond gezeten heeft, in een schuine positie nog wel, kan je aan de schuine lijn zien die dwars over het beeld loopt, merkt Horacio op. Boven die lijn is het beeld bruin van kleur, eronder is het vaalwit.

Het zijn vreemde beelden die ons op Mesita B aankijken. Dat het menselijke figuren zijn, daar is geen twijfel over, maar ze zijn sterk verweerd. Eentje wordt vanwege zijn vreemde hoed en zijn oren als schelpen van een koptelefoon ook wel De Astronaut genoemd.

Archeologen hebben haar ‘Het meisje met de kalebas’ genoemd – alsof het een schilderij van Vermeer zou zijn

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\30 Alto de los Idolos\Best Of\COL_2001y.jpg

“Het meisje met de kalebas”

Prachtig is dan weer het beeld dat bij de ingang van de grafheuvel prijkt. Het is onmiskenbaar een vrouw, met een mooi hoofddeksel, een halsketting, armbanden en een kommetje in de rechterhand. Archeologen hebben haar Het meisje met de kalebas genoemd – alsof het een schilderij van Vermeer zou zijn. Op haar kleding zijn nog vage sporen van bruine en zwarte verf zichtbaar.

Languit ligt de krokodil op een graf. Alsof ze dat wil beschermen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\30 Alto de los Idolos\Best Of\COL_2012y.jpg

Krokodil beschermt graf?

Afbeeldingen van reptielen, vogels en zoogdieren waren courant bij de San Agustín-cultuur. Toch stoten we hier voor het eerst op een bijna levensgroot beeld van een krokodil. Languit ligt ze op een graf. Alsof ze dat wil beschermen. Krokodillen kan je aan de kust aantreffen, en ook in het Amazonegebied, maar hier, op een hoogte van 1 850 m boven de zeespiegel, doet haar aanwezigheid toch een beetje vreemd aan.

We keren op onze stappen terug en klimmen aan de overkant naar Mesita A. Ondertussen zijn we het een en het ander gewend, maar toch blijft het een vreemde snoeshaan, de figuur die de ingang van de eerste dolmen bewaakt. Zijn muil als die van een krokodil, inclusief kruisende hoektanden, ziet er vervaarlijk uit, al lijkt er een grijns over zijn gelaat te liggen die nog versterkt wordt door zijn grote ogen en wijde neus. Zijn opgebonden penis beklemtoont dan weer zijn mannelijkheid.

De beeldhouwer wil aantonen dat er tussen mensen en apen niet veel verschil is

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\30 Alto de los Idolos\Best Of\COL_2040y.jpg

Mesita A – Man met aapje

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\30 Alto de los Idolos\Best Of\COL_1973y.jpg

Bovendien houdt hij ‘iets’ in zijn handen, maar het is ons niet meteen duidelijk wat. Horacio weet wat het is – het is een aap. Hij geeft er zelfs een filosofisch tintje aan. De beeldhouwer wil aantonen dat er tussen mensen en apen niet veel verschil is. Wij voelen ons alvast met geen van beide figuren verwant. Hetzelfde geldt voor het dier met een spitse snuit, dat een enorme rat voorstelt. Of misschien een stinkdier, suggereert Horacio.

Vreemdsoortige okergele cirkels op de leistenen wand van de dolmen dragen bij tot het mysterie

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\30 Alto de los Idolos\Best Of\COL_2062y.jpg

Deksel van sarcofaag

Nog zo’n verrassing zijn de stenen sarcofagen die we in de volgende grafheuvels aantreffen. Een van die stenen doodkisten heeft zelfs een deksel waarop een menselijke figuur afgebeeld is – we wanen ons bijna in het Oude Egypte. Vreemdsoortige okergele cirkels op de leistenen wand van de dolmen dragen bij tot het mysterie.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\30 Alto de los Idolos\Best Of\COL_2066y.jpg

Mannelijke sjamaan met poporo (steeltje en kalebas)

Verderop duikt dan toch weer een mannelijke sjamaan op. Een voorname verschijning is het, met een fraai hoofddeksel, halskettingen, armbanden en een doekje voor zijn genitaliën. In zijn handen houdt hij een steeltje en een kalebasje, de twee componenten van de poporo. Alsof hij staat te popelen om cocabladeren te kauwen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\30 Alto de los Idolos\Best Of\COL_2080y.jpg

Man met vissen

Blij als een kind, zo lijkt het wel, omklemt de volgende figuur met een brede grijns twee vissen. Vis was een belangrijke voedselbron voor deze mensen, stelt Horacio. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat ze hier op die manier afgebeeld zijn. Zelfs de ronde uitpuilende ogen van de figuur lijken naar het leven onder water te verwijzen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\30 Alto de los Idolos\Best Of\COL_2091y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\30 Alto de los Idolos\Best Of\COL_1976y.jpg

Heliconia

Nauwelijks zitten we terug in de bus of het begint te regenen. Tussen uitgestrekte suikerrietplantages zetten we onze weg verder. Af en toe duikt een fabriekje op waar suiker verwerkt wordt. Eerst persen ze er het vocht uit de suikerrietstengels, vervolgens brengen ze dit sap aan de kook zodat de suiker tot een dikke, bruine stroop uitkristalliseert waaruit makkelijk handelbare blokken gesneden worden. Ooit golden zulke blokken zelfs als betaalmiddel.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\32 Mirador del Magdalena\Best Of\COL_2101y.jpg

Boerderijtjes vormen de stille getuigen van de vastberadenheid waarmee de boeren hun finca’s aan de weerbarstige natuur hebben weten te ontfutselen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\32 Mirador del Magdalena\Best Of\COL_2104y.jpg

Vallei van de Río Magdalena

Reeds talloze prachtige doorkijkjes heeft de vallei van de Magdalena ons gegund, maar wat de Mirador del Magdalena te bieden heeft, overtreft alles. Vanop een hoefijzervormig regenboogplatform overschouwen we het overweldigende panorama van meer dan 180°. Tussen de weelderig groene bergruggen meandert de chocoladebruine rivier van de ene stroomversnelling naar de andere.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\32 Mirador del Magdalena\Best Of\COL_2120y.jpg

Bloem en vrucht

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\32 Mirador del Magdalena\Best Of\COL_2149y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\32 Mirador del Magdalena\Best Of\COL_2154y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\32 Mirador del Magdalena\Best Of\COL_2168y.jpg

 

Wat meteen opvalt is de grootsheid, maar ook de onherbergzaamheid van het landschap. Dit gebied doorkruisen is geen sinecure, tenzij je de loop van een rivier volgt. Dat gemeenschappen in aanpalende valleien soms nauwelijks contact met elkaar hadden, valt makkelijk te begrijpen. Her en der staan witte boerderijtjes, de stille getuigen van de vastberadenheid waarmee de boeren hun bescheiden finca’s aan de weerbarstige natuur hebben weten te ontfutselen. Zwarte gieren weten dat daar vaak wat lekkers te vinden is en draaien eindeloze rondjes boven de vallei, gedragen door de onzichtbare thermiek.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\32 Mirador del Magdalena\Best Of\COL_2161y.jpg

Zwarte gier

Na de lunch trekken we er met twee camionetas op uit. Want voor de smalle, onverharde weg die naar La Chaquira leidt, is onze bus een maatje te groot. In een vlotte vaart gaat het omhoog tot de grindweg boven op de bergrug in een smaller pad overgaat. Vanaf hier gaan we te voet verder, stelt Jerôme die het weer overgenomen heeft van Horacio.

Hoe steil de berghellingen ook zijn, de plaatselijke boeren hebben er zich niet door laten afschrikken

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\34 La Chaquira\Best Of\COL_2219y.jpg

Plantages op steile hellingen

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\34 La Chaquira\Best Of\COL_2223y.jpg

Voor ons strekken zich de duizelingwekkende hellingen van de diep ingesneden vallei van de Magdalena uit. Hoe steil die hellingen ook zijn, de plaatselijke boeren hebben er zich niet door laten afschrikken. Hier en daar hebben ze plantages aangelegd. Een enorm werk moet dat geweest zijn. En nog levensgevaarlijk ook.

Jerôme gaat ons voor naar beneden. Wat we te zien zullen krijgen, daar hebben we voorlopig het raden naar. Dat wordt nog spannender wanneer het zigzaggende aarden pad in een soliede metalen trap overgaat. We dalen verder af, met aan onze linkerzijde een cascade van enorme vulkanische stenen die daar liggen alsof een reuzenhand ze van de helling heeft laten rollen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\34 La Chaquira\Best Of\COL_2207y.jpg

La Chaquira – Brilbeer

Dan wijst Jerôme plots een van die stenen aan. Het duurt even vooraleer het tot ons doordringt. Wat hij aanwijst is de gestileerde afbeelding van een beer, meer bepaald een brilbeer – de enige berensoort die van nature in Zuid-Amerika leeft. En zo vallen er nog verscheidene beelden tussen de stenen te ontdekken, vernemen we.

De metalen trap is voor ons nu een tribune geworden van waarop we naar die andere afbeeldingen op zoek kunnen gaan. Makkelijk is dat niet, want de stenen zijn eeuwenlang aan de natuurelementen blootgesteld. Zelfs vulkanisch gesteente krijgt het dan hard te verduren. Jerôme komt hier al bijna twintig jaar en herinnert zich nog afbeeldingen die ondertussen door de erosie verdwenen zijn, zoals vogels en zelfs een bergtapir.

La Chaquira is een ceremoniële plek in de vrije natuur waar menselijke en dierlijke figuren op een naturalistische wijze zijn weergegeven

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\34 La Chaquira\Best Of\COL_2212y.jpg

La Chaquira – Sjamaan

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\34 La Chaquira\Best Of\COL_2214y.jpg

Met de afbeelding van een sjamaan met bolle ogen en beide armen in de lucht geheven hebben we geen moeite. Die is duidelijk herkenbaar. Ook een tweede sjamaan, waarvan enkel het gelaat zichtbaar is, valt goed te onderscheiden. De aap en de leguaan die Jerôme aanwijst kunnen we daarentegen nauwelijks ontwaren.

Hier gaat het nu eens niet om een grafheuvel of een begraafplaats, maar om een ceremoniële plek in de vrije natuur waar menselijke en dierlijke figuren op een naturalistische wijze zijn weergegeven. Overigens net zoals bij de Fuente de Lavapatas, waar de beelden op rotsen in de rivier uitgehouwen zijn.

Zoals bij de Fuente de Lavapatas de band met het heilige water onmiskenbaar aanwezig is, zo kan La Chaquira niet los gezien worden van de magistrale omgeving waarin we ons bevinden, met de Río Magdalena die tweehonderd meter lager door de vallei stroomt. Het is die innige band met de natuur die beide plekken zo bijzonder maakt.

Voor de mensen van de San Agustín-cultuur was deze band vanzelfsprekend, aldus Jerôme. Want zij kenden drie niveaus van spiritualiteit. Je had de bovenwereld met de geesten, je had de aarde met de mensen en de meeste dieren, en je had de onderwereld met het water en de vissen. Vogels waren de boodschappers tussen de bovenwereld en de aarde, reptielen en amfibieën waren de boodschappers tussen de aarde en de onderwereld. Het ultieme doel was de wedergeboorte in de bovenwereld. Een sjamaan in trance kon deze spirituele wereld tijdelijk openen, maar moest hem meteen ook weer sluiten, want in geen geval mochten geesten van de bovenwereld zich met de mensen op aarde mengen.

We keren terug naar San Agustín, niet zonder nog even bij de beelden van El Tablόn te verwijlen. Het zijn er vijf, ze zijn onder een afdakje opgesteld. Enigszins grappig is het beeld met een hoofd net zo groot als de rest van zijn lichaam – een metafoor voor grote wijsheid. Beide voeten zijn naar buiten gericht. Weerom moeten we onwillekeurig aan de gelijkenis met figuren uit het Oude Egypte denken.

Enigszins grappig is het beeld met een hoofd net zo groot als de rest van zijn lichaam – een metafoor voor grote wijsheid

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\35 El Tablon\Best Of\COL_2240y.jpg

El Tablόn

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\35 El Tablon\Best Of\COL_2238y.jpg

Vrouwelijke figuur

Maar het is vooral het centrale beeld dat imponeert. Niet alleen door zijn afmetingen, maar ook door zijn zeer gestileerde vormgeving. Diadeem, neusring, halskettingen en armbanden lijken erop te wijzen dat het een vrouwelijke figuur is. Het is dan ook nauw verbonden met Pachamama die zowel het leven als de kennis doorgeeft. Weer herkennen we in de ogen de afbeelding van twee arenden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\36 San Agustin\Best Of\COL_2257y.jpg

San Agustín

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\36 San Agustin\Best Of\COL_2276y.jpg

Even na vijf kuieren we over het Parque Principal van San Agustín. Het is een van die lommerrijke pleintjes waar Zuid-Amerika een patent op lijkt te hebben en waar altijd een gezellige drukte heerst, in het bijzonder in de vooravond. Het geroezemoes van de vele keuvelaars op de bankjes onder de bomen vult de ruimte en wordt maar zelden door het storende geluid van een motor overstemd.

Het bakstenen gebouw van de aanpalende kerk oogt bescheiden, maar binnenin treffen we een indrukwekkend houten retabel aan. Vooraan werken enkele vrouwen met hun monotone stemmen als in een litanie de rozenkrans af.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\36 San Agustin\Best Of\COL_2271y.jpg

Iglesia de San Agustín

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\36 San Agustin\Best Of\COL_2263y.jpg

Dan keren we naar het hotel terug voor een laatste avondmaal bij de knusse open haard. Morgen zullen we San Agustín achter ons laten. Op slechts tweehonderd kilometer van de evenaar is dit het meest zuidelijke punt van onze reis. Vanaf nu zal ons roer uitsluitend noordwaarts wijzen tot we eind volgende week de historische havenstad Cartagena aan de Caribische Zee zullen bereiken.

Top

Vrijdag 8 maart | San Agustín – Villavieja – Tatacoawoestijn

Even na acht zet chauffeur Ferney er de beuk in. Een stevige rit hebben we nu voor de boeg, meer dan 260 km. Regen hebben we vandaag niet te duchten, zo lijkt het. Het is bewolkt, af en toe breekt de zon zelfs door de wolken.

Als kralen aan een snoer rijgt de Ruta Nacional 45 de typische dorpjes en stadjes aan elkaar

De Río Magdalena zal onze leidraad naar het noorden zijn. Wat niet betekent dat het een vlakke rit wordt. Vaak slingert de weg zich door heuvelachtig terrein of over de flanken van een berg. Waar de Magdalena zich door smalle kloven wurmt, klimmen we zelfs even uit de vallei weg om de Ruta Nacional 45 in de vallei van de Timaná op te zoeken. Een van de belangrijkste verkeersaders van Colombia is dit, hij verbindt de Ecuadoraanse grens in het uiterste zuiden met de Caribische kust helemaal in het noorden over een afstand van bijna zestienhonderd kilometer. Als kralen aan een snoer rijgt hij de typische dorpjes en stadjes aan elkaar, soms met een prachtig Parque Principal zoals in Gigante.

Dat regen zou uitblijven, is natuurlijk een illusie. Even voor elf krijgen we onze dagelijkse portie nattigheid. Toch is het beeld dat zo ontstaat enigszins misleidend. Want vele delen van Colombia hebben onder de droogte te lijden. Dat blijkt ten overvloede uit het stuwmeer dat gaandeweg aan onze linkerkant verschijnt. Een zielige watermassa is het. Brede, kale zandoevers getuigen van betere tijden, toen het water veel hoger stond. Algemeen wordt El Niño als voornaamste oorzaak van de ellende aangewezen.

Toen de overheid in 2011 haar plannen aankondigde om op de Río Magdalena, net voor de samenloop met de Río Páez, deze stuwdam te bouwen, viel dat bij de inheemse bevolking op een koude steen. Een gebied van 82 km² zou onder water komen te staan, traditionele landbouwgronden zouden verdwijnen, net zoals 78 archeologische vindplaatsen. Bovendien moesten 467 gezinnen elders een onderkomen zoeken. Protestacties werden in februari 2012 door de politie in brutaal geweld gesmoord. In 2015 werd de stuwdam van El Quimbo dan toch in gebruik genomen. In principe zou ze 400 MW moeten produceren, maar in de praktijk haalt ze het vooropgestelde rendement niet.

Al bij al heeft de regen maar een kwartiertje geduurd. De bergen worden wat hoger nu, de vallei smaller, de hellingen steiler. Als een speelse slang kronkelt de 45 langs de bergflanken omhoog. Wegenwerken gooien af en toe roet in het eten, maar echt hinderlijk zijn ze niet. Een steile afdaling brengt ons in een landschap met dorre struiken dat vrij snel toch weer plaatsmaakt voor het weelderige groen dat we gewend zijn.

Na de lunch steekt een nieuw fenomeen de kop op – kilometerlange kaarsrechte wegen

Lunchen doen we in de Parador El Molino de Hobo, een baanrestaurant waar ze onder meer met gefrituurde tilapia uitpakken. Na de lunch steekt een nieuw fenomeen de kop op – kilometerlange kaarsrechte wegen. Dat vind je nergens anders in Colombia, maar hier, in de uitgestrekte sedimentvlakte van de brede Magdalenavallei, is dat heel gewoon.

De Magdalena is ondertussen tot een brede rivier uitgegroeid, al heeft ook zij last van de droogte, want her en der zijn eilandjes zichtbaar door de lage waterstand. Donkere wolken doen vermoeden dat er weer regen op komst is, maar nieuwe nattigheid blijft voorlopig uit. Even na drie is het landschap zelfs uitgesproken zonnig. Uitgestrekte rijstvelden in uiteenlopende productiestadia schuiven aan het raam voorbij – pas aangeplante rijst, groene rijst, goudgele rijst.

Dan duikt Neiva op, een vrij grote stad met bijna vierhonderdduizend inwoners en een heuse luchthaven. Daar zullen we morgen in alle vroegte een vlucht naar Bogotá nemen.

Stukje bij beetje verandert het landschap nu

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2403y.jpg

 

Maar vandaag laten we Neiva links liggen. Want we hebben nog een veertigtal kilometer voor de boeg. Stukje bij beetje verandert het landschap nu. De omgeving is zo groen niet meer, het gras kleurt rossig, er zijn steeds minder bomen en struiken. Op een gegeven moment maken zelfs reuzecactussen hun opwachting. We naderen woestijnachtig gebied, zoveel is duidelijk. Zelfs de avondzon is volmondig van de partij.

Een echte woestijn kan je de Tatacoawoestijn eigenlijk niet noemen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2384y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2410y.jpg

 

In Villavieja staan een tiental mototaxi’s vertrekkensklaar om ons dieper de woestijn in te brengen. Even na vijf droppen ze ons aan de rand van de Tatacoawoestijn. Al kan je dit geen echte woestijn noemen, geeft onze plaatselijke gids Juan grif toe. Met ongeveer 1 100 mm neerslag per jaar moet je dit eerder een tropisch droog bos noemen dan een woestijn, voegt hij eraan toe. Maar door de hoge temperatuur – tot 40 °C – verdampt dat regenwater nogal snel, zo snel dat de vegetatie er nauwelijks enig profijt van heeft.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2439y.jpg

Deze plek lijkt helemaal niet thuis te horen in het tropische Colombia met zijn weelderige, groene vegetatie

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2442y.jpg

Tatacoawoestijn

Van op een hoogte kijken we uit over El Cusco, de Rode Vallei, zo genoemd omdat ijzeroxide het gesteente rood kleurt. Juan gaat zelfs zo ver het landschap met dat van Mars gelijk te stellen. Ons doet de omgeving eerder aan een miniversie van Bryce Canyon in Utah denken. Maar het blijft indrukwekkend, dit labyrint van grillige, sterk geërodeerde formaties. Verrassend ook, want deze plek lijkt helemaal niet thuis te horen in het tropische Colombia met zijn weelderige, groene vegetatie.

Talloze skeletten van vissen, dolfijnen en krokodillen zijn hier opgegraven

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2507y.jpg

 

Hoe is deze anomalie dan wel tot stand gekomen? Dertien miljoen jaar geleden moet hier een voorganger van de Río Magdalena gestroomd hebben die niet in de Caribische Zee uitmondde, maar naar het Amazonegebied afwaterde. In de Oostelijke Cordillera moet er dus een doorgang geweest zijn die dit mogelijk maakte. Het bewijs voor die stelling ligt hier letterlijk voor het rapen. Talloze skeletten van vissen, dolfijnen en krokodillen zijn hier opgegraven. In het museum van Villavieja kan je die nog steeds gaan bekijken, aldus Juan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2469y.jpg

Cardoncactussen

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2542y.jpg

Acht miljoen jaar geleden kwam daar verandering in. De Oostelijke Cordillera was zo hoog gerezen dat de doorgang naar het Amazonegebied afgeblokt werd. De rivier begon dus naar het noorden te stromen. Voor de plaatselijke flora was dat geen probleem. Het moet hier toen een weelderige Tuin van Eden geweest zijn met een overvloedige plantenrijkdom.

Honderdtwintig jaar oud kunnen deze cardoncactussen worden, en acht meter hoog

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2452y.jpg

Cardoncactus

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2466y.jpg

Maar ook daar kwam een einde aan. Zo’n drie miljoen jaar geleden lag de Oostelijke Cordillera zo hoog dat geen enkele rivier dit gebied nog kon bespoelen. Langzaam maar zeker droogde de aanwezige flora uit en vormde zich de Tatacoawoestijn in dit droge bekken aan de voet van de bergketen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2510y.jpg

Tropische spotlijster op cardoncactus

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2549y.jpg

In Juans voetspoor dalen we in de Laberintos del Cusco af en struinen tussen de vreemdsoortige structuren. Juan wijst een enorme cardoncactus aan, een van de meest typische planten van dit gebied. Honderdtwintig jaar oud kunnen ze worden, en acht meter hoog. In feite bestaat de plant uit een houtachtige structuur, zo stevig dat er muziekinstrumenten en waterleidingen van gemaakt kunnen worden. Binnenin bevindt zich een pulp van 80 % water en 20 % vezels. Geiten schromen zich niet om de buitenlaag af te krabben en van die pulp te eten.

Hun stekels moeten hen tegen vraatzuchtige dieren beschermen. Al wil dat met die vrijpostige geiten niet zo goed lukken

Welke planten je hier ook ziet, het zijn vooral stekelplanten die hier kunnen overleven. Het vocht dat ze nodig hebben halen ze in de koele ochtenduren uit de mistige lucht. Hun stekels moeten hen tegen vraatzuchtige dieren beschermen. Al wil dat met die vrijpostige geiten niet zo goed lukken.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2557y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2530y.jpg

Tweekleurig winterkoninkje

Van op een cardoncactus overschouwt een tropische spotlijster de omgeving. Het is een alleseter. Van spinnen tot sprinkhanen, van zaden tot eieren en zelfs hagedissen – hij lust alles. In deze barre omgeving komt hem dat goed van pas, want hier is niet zoveel voedsel te vinden. Een tweekleurig winterkoninkje daarentegen tippelt met snelle, korte pasjes driftig in het rond op zoek naar alles wat in het zand beweegt.

Alle gieren van de Nieuwe Wereld ontlasten zich over eigen poten zodat het vocht voor afkoeling zorgt

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2490y.jpg

Zwarte gieren (v en m)

Op een rots op de rand van de kloof zit een koppeltje zwarte gieren te wachten tot er zich iets eetbaars aandient. Ongetwijfeld is dat hun vaste stek, want de rode rots is wit van de uitwerpselen. Dat is geen toeval. Alle gieren van de Nieuwe Wereld ontlasten zich over hun eigen poten zodat het vocht tijdens het verdampen voor afkoeling zorgt.

Dat zich in deze woestijn nog iets opmerkelijks afspeelt, dat merken we pas na het avondeten, wanneer de duisternis is ingetreden. De lucht is hier kurkdroog, wolken of storende lichtbronnen zijn er niet. Kortom, dit is een paradijs voor wie naar de sterren wil kijken. Boven onze hoofden heeft zich een fantastisch mooie sterrenhemel ontplooid. Als een brede, bleke band met miljarden lichtpuntjes overspant de glorieuze Melkweg het firmament. Vooral de ster Sirius en de planeet Jupiter trekken de aandacht met hun felle straling. Pal in het zenit prijkt Orion in een voor ons zeer ongewone positie.

Naar verluidt zou dit de tweede beste plek ter wereld zijn om astronomische waarnemingen te doen

Naar verluidt zou dit de tweede beste plek ter wereld zijn om astronomische waarnemingen te doen. Alleen de Atacamawoestijn in Chili, waar de Europese Zuidelijke Sterrenwacht zijn telescopen geïnstalleerd heeft, doet nog beter.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2024-03-01 Colombia (herschikt)\38 Tatacoawoestijn\Best Of\COL_2493y.jpg

 

Een kort folkloristisch optreden sluit de avond af. Bij flakkerend kaarslicht brengt een koppel een drietal dansen. Vooreerst is er de dans van San Pedro, een soort festivaldans. Dan is er een flirterige dans die bij bergbewoners gebruikelijk is. En ten slotte een dans voor de ouderlingen. Voor ons dus.

Top

Jaak Palmans
© 2024 | Versie 2024-06-17 15:00

Lees het vervolg in (4/7)
Het offer van El Dorado