English version

Tegenslag bestaat niet

Anno 2023

 

Vrijdag 25 augustus | Dundas Harbour – Croker Bay

Zaterdag 26 augustus | Radstock Bay – Beechey Island

Zondag 27 augustus | Port Leopold – Prince Regent Inlet

D:\DataReizen\Pacomaja\Ontwikkeling\67 Noordwestelijke Doorvaart\Bronversies\6705 (png) Qikiqtaalut.png

 

Vrijdag 25 augustus | Dundas Harbour – Croker Bay

Zes uur twintig. Een enthousiast alarm weerklinkt door het PA-systeem. We aarzelen geen seconde en wippen meteen het bed uit. De Fram is de brede Lancaster Sound binnengevaren, dicht onder de kust van Devon Island, en ligt nu roerloos, met de steven noordwaarts naar de Cunningham Mountains gericht. Daar, op de kale hellingen van dit steile kustgebergte, zou een ijsbeer te zien zijn. Nauwelijks een kwartier later is de voorplecht volgelopen met een honderdtal kijklustigen met de verrekijker, de smartphone of het fototoestel in de aanslag.

Daar, op de kale hellingen van dit steile kustgebergte, zou een ijsbeer te zien zijn

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\22 Lancaster Sund\Best Of\NWD_2487y.jpg

Lancaster Sound – Cunninghamgletsjer

Een pixelbeer, zo noemt men het natuurverschijnsel dat we zoeken. Gezien de grote afstand is de ijsbeer immers tot een onooglijk wit vlekje op de donkere helling herleid. Op een foto neemt hij bij wijze van spreken niet meer dan een pixel in. Makkelijk te vinden is hij niet, eenmaal je hem gevonden hebt ben je hem zo weer kwijt. Toch vermeien we ons in onze observatie en volgen het dier in al zijn bewegingen terwijl het voedsel zoekt op een helling waar ogenschijnlijk niets eetbaars te vinden is. Alleszins lijkt de ijsbeer voldoende doorvoed te zijn om straks de winter te kunnen doorstaan.

Alleszins lijkt de ijsbeer voldoende doorvoed te zijn om straks de winter te kunnen doorstaan

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\23 Lancaster Sund - IJsberen Rechtop\Best Of\NWD_2421s.jpg

Pixelbeer

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\23 Lancaster Sund - IJsberen Rechtop\Best Of\NWD_2477s.jpg

Dan roept iemand dat er een tweede ijsbeer is. En een derde. En zelfs een vierde. Twee van de vier loebassen liggen roerloos te slapen en zijn heel moeilijk te herkennen. De andere twee struinen over de helling. Omdat ze voortdurend in beweging zijn, kunnen we ze beter in het oog houden. Heel even lijkt het alsof ze elkaar tegen het lijf zullen lopen, maar dan gaan ze toch elk hun eigen weg.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\25 Dundas Harbour\Best Of\NWD_2675y.jpg

Morin Point

Even na zeven zet de Fram zijn weg door Lancaster Sound verder. Onze Duitse geoloog Steffen had het dus bij het rechte eind toen hij gisteravond dit gebied als ijsberenland omschreef. Dat hier ijsberen zitten is goed nieuws, want iedereen wil de Koning van de Arctis van nabij zien. Maar het kan ook slecht nieuws zijn, als dit iconische dier zich te dicht bij een geplande landingsplaats bevindt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\26 Dundas Harbour - IJsbeer\Best Of\NWD_2665y.jpg

Dundas Harbour met ijsbeer

Behendig laveert de Fram rond enkele ijsbergen en positioneert zich even voor acht voor de stranden van Dundas Harbour. De temperatuur bedraagt 2 °C, de windsnelheid 3 m/s, zo vernemen we via het PA-systeem. Dat het buiten miezert, kunnen we met eigen ogen vaststellen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\25 Dundas Harbour\Best Of\NWD_2570y.jpg

Dundas Harbour

Ondertussen zijn de scouts op verkenning gegaan. Lang duurt het niet voor ze terug aan boord zijn. Ze waren naar een cairn geklommen vanwaar ze een overzicht hadden over het hele schiereiland. Tot hun verrassing bleek zich aan de andere kant van de heuvel een ijsbeer op te houden. Zo snel ze konden maakten ze zich uit de voeten en lieten de landing afgelasten. Onze gevoelens golven heen en weer tussen Hoera, een ijsbeer! en Shit, een ijsbeer!

Onze gevoelens golven heen en weer tussen Hoera, een ijsbeer! en Shit, een ijsbeer!

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\25 Dundas Harbour\Best Of\NWD_2575y.jpg

Dundas Harbour

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\25 Dundas Harbour\Best Of\NWD_2567y.jpg

Even na negen wordt Plan B uitgerold. De voorgenomen landing wordt vervangen door een zodiaccruise. Kwart voor tien gaan we aan boord van de zodiac. Een dichte bewolking hangt over de baai, het regent en het is vrij koud. Kennelijk is daar op geanticipeerd. Want het is ons niet ontgaan dat ze in de tenderpit, de plek waar we straks terug aan boord van de Fram zullen klimmen, enkele flessen Baileys Irish Cream en dito kopjes hebben klaarstaan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\25 Dundas Harbour\Best Of\NWD_2583y.jpg

Dundas Harbour

In deze relatief beschermde baai is het zeewater alvast zeer rustig. Feeërieke ijsbergen dobberen op het water bij de ingang van de baai. We hebben er al veel gezien, zeer veel, maar toch blijven ze ons boeien door de statige schoonheid die van hun grillige vormen en hun fascinerende kleurenspel van wit en azuurblauw uitgaat.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\26 Dundas Harbour - IJsbeer\Best Of\NWD_2540y.jpg

 

Dan zetten we koers naar het strand waar we volgens planning zouden landen. Want intussen is de ijsbeer daar opgedoken. Heeft hij ons geroken? Hebben al die vreemde geluiden hem nieuwsgierig gemaakt? Feit is dat hij nu over de helling struint op zoek naar voedsel. En dat heeft hij broodnodig, want hij is graatmager. Zo te zien zal deze ijsbeer de winter niet overleven, tenzij hij in extremis nog een paar zeehonden met een dikke laag blubber weet te verschalken. Maar die zal hij op deze kale helling niet vinden. Deze ijsbeer is de wanhoop nabij, zoveel is duidelijk. En dat maakt hem des te gevaarlijker voor ons.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\26 Dundas Harbour - IJsbeer\Best Of\NWD_2590y.jpg

Zo te zien zal deze graatmagere ijsbeer de winter niet overleven, tenzij hij in extremis nog een paar zeehonden met een dikke laag blubber weet te verschalken

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\26 Dundas Harbour - IJsbeer\Best Of\NWD_2602y.jpg

 

Vooraan in onze zodiac ligt een geweer. Of dat nodig is, willen we van onze zodiacdriver Benjamin weten. Ja en neen, is zijn antwoord. Het geweer zit nog in zijn verpakking, het zal dus even duren vooraleer het uitgepakt en gebruiksklaar is. Maar het geweer is er niet om op een beer te schieten die ons al zwemmend zou bedreigen. De Yamaha 60 pk-motor van onze zodiac is heus krachtig genoeg om een zwemmende beer af te schudden. Maar mochten we motorpech krijgen en tegen onze wil naar een strand gedreven worden waar een hongerige ijsbeer ons likkebaardend staat op te wachten, dan ben je blij als je een geweer bij de hand hebt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\26 Dundas Harbour - IJsbeer\Best Of\NWD_2650y.jpg

Morin Point

We varen om de hoek van Morin Point Thule Site waar zich overblijfselen bevinden van een nederzetting die tussen 1200 en 1600 door Thule bewoond werd. In 1924 werd hier een post gesticht van de RCMP, de Canadese bereden politie. De bedoeling was de illegale walvisvaarten van andere naties op Canadees grondgebied tegen te gaan. Maar de aanwezigheid van de RCMP moest ook de Canadese claim op Devon Island hard te maken. Twee vliegen in een klap dus.

Dat het er soms heftig toeging, moge blijken uit de graven van twee RCMP-agenten die in afzonderlijke incidenten neergeschoten werden

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\26 Dundas Harbour - IJsbeer\Best Of\NWD_2637y.jpg

 

Dat het er soms heftig toeging, moge blijken uit de graven van twee RCMP-agenten die in afzonderlijke incidenten neergeschoten werden. De post werd dan maar aan de Hudson’s Bay Company verkocht. Dat was ook al geen succes. Als niemand hier kan of wil overleven, dan moeten de Inuit er maar voor opdraaien, moet de Canadese overheid gedacht hebben. Dus werden 52 Inuit tegen hun wil naar Morin Point gereloceerd. Maar zelfs zij konden hier niet aarden. In die tijd was het klimaat immers niet zo mild als vandaag. Al bij al een triestige episode in de geschiedenis van Canada, besluit Benjamin.

Als niemand hier kan of wil overleven, dan moeten de Inuit er maar voor opdraaien, moet de Canadese overheid gedacht hebben

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\25 Dundas Harbour\Best Of\NWD_2605y.jpg

Terug aan boord via de tender pit

Terwijl we terug aan boord van de Fram gaan, blijkt de ijsbeer op het verste punt van het schiereiland beland te zijn. Daar staat hij wat te grazen, in het tragische besef dat zulk voedsel lang niet voldoende calorieën bevat om hem in staat te stellen de winter door te komen. Dan zijn wij er veel beter aan toe, mijmeren we, terwijl we aan onze warme choco met een scheut Baileys nippen. Even voor twaalf zet de Fram zijn koers verder door Lancaster Sound.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\27 Croker Bay - Gewone zeehonden\Best Of\NWD_2743y.jpg

Gewone zeehonden

Harbour seals! klinkt het op de voorplecht. Het is Ellie, onze Britse marien bioloog die de groep gewone zeehonden als eerste opmerkt. En daar blijft het niet bij. Voortdurend duiken er nieuwe groepen van tien, twintig en zelfs zestig individuen op. Kennelijk hebben ze het naar hun zin, hier bij de ingang van Croker Bay. Als een dartele bende duikelen en buitelen ze in het water, een fontein van leven in een strakke grijze zee.

Reeds bij de eerstvolgende vloed – slechts enkele uren na de geboorte dus – zwemmen de piepjonge zeehondjes met hun moeder mee de zee in

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\27 Croker Bay - Gewone zeehonden\Best Of\NWD_2710y.jpg

Gewone zeehonden

Nochtans zijn het honkvaste dieren, die steevast naar dezelfde rustplaats terugkeren. Vaak is dat een haven, vandaar hun Engelse naam harbour seals. Daar vertoeven ze meestal bij eb, terwijl ze bij vloed op jacht gaan. Want het zijn zeeroofdieren, deze speelse zwemmers. Vooral haringen en kabeljauwachtigen lusten ze. Maar ze gaan ook op de zeebodem naar voedsel op zoek. Dat zijn dan vooral kreeftachtigen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\28 Croker Bay\Best Of\NWD_2785y.jpg

Croker Bay

Al van bij de geboorte kunnen de jongen hun mannetje staan. Want reeds bij de eerstvolgende vloed – slechts enkele uren na de geboorte dus – zwemmen de piepjonge zeehondjes met hun moeder mee de zee in. De watervervuiling en de contaminatie van hun voedsel met zware metalen en andere schadelijke stoffen heeft de soort geen goed gedaan. En dan zijn er nog de virussen. In 1988 werd liefst zestig procent van de totale populatie van Noordwest-Europa uitgeroeid.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\28 Croker Bay\Best Of\NWD_2782y.jpg

Croker Bay – Gletsjerfront

Ondertussen is de Fram het indrukwekkend mooie gletsjerfront van Croker Bay genaderd. Zodiacs worden te water gelaten, een korte cruise is in voorbereiding. De luchttemperatuur bedraagt 2,4 °C, de windsnelheid is niet meer dan 1 m/s en, jawel hoor, het regent. Sommigen passen daarom voor de trip. Maar ons ontmoedigt dat geenszins. Vanaf vier uur rukken de zodiacs uit, de gletsjer tegemoet.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\28 Croker Bay\Best Of\NWD_2731y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\28 Croker Bay\Best Of\NWD_2798y.jpg

Tel je de enorme ijskappen van Antarctica en Groenland even niet mee, dan mag je die van Devon Island wereldwijd tot de allergrootste rekenen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\28 Croker Bay\Best Of\NWD_2726y.jpg

Noordse jager

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\28 Croker Bay\Best Of\NWD_2830y1.jpg

Drieteenmeeuwen

De gletsjer van Croker Bay is een van de vele gletsjers die aan de ijskap van Devon Island ontspruiten. Een koepelvormige ijskap is dat, haar hoogste punt bevindt zich 1 921 m boven de zeespiegel. Van daaruit wordt het ijs in alle richtingen naar de rand van het eiland gestuwd, waar het via openingen in het kustgebergte als gletsjers tevoorschijn komt. Dat heeft Linda, onze Franse milieuwetenschapper gespecialiseerd in de Arctis, ons vanmorgen nog uitgelegd.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\28 Croker Bay\Best Of\NWD_2792y.jpg

Croker Bay

Met haar oppervlakte van 12 050 km² is deze ijskap net iets kleiner dan het Vlaams Gewest. Tel je de enorme ijskappen van Antarctica en Groenland even niet mee, dan mag je die van Devon Island wereldwijd tot de allergrootste rekenen. Haar dikte varieert van 500 tot 880 m. Driewerf helaas, sedert 1985 is deze ijskap alleen maar kleiner geworden. Zou ze helemaal wegsmelten, dan zou ze ongeveer een centimeter bijdragen aan de stijging van de mondiale zeespiegel.

Radarwaarnemingen hebben in 2018 aangetoond dat zich onder die ijskap twee zoutmeren bevinden

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\28 Croker Bay\Best Of\NWD_2807y.jpg

Croker Bay

Wat deze ijskap bijzonder intrigerend maakt, is het feit dat radarwaarnemingen in 2018 aangetoond hebben dat zich onder die ijskap twee zoutmeren bevinden. Hypersaline subglaciale meren in gesteentetroggen, zo noemen wetenschappers dat. De vraag is dan, aldus Linda, of zich daar levende organismen kunnen handhaven. Vergezocht is dat niet, sommige organismen weten in de meest extreme omstandigheden te overleven, zelfs zonder zonlicht of zuurstof.

Ondertussen stuurt Benjamin onze zodiac parallel met het gletsjerfront van west naar oost – een tocht van ongeveer een kilometer

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\28 Croker Bay\Best Of\NWD_2855y.jpg

 

Maar dat opent dan weer andere perspectieven. Want op Europa, een van de manen van de planeet Jupiter, heersen omstandigheden die vergelijkbaar zijn met deze zoutmeren. Daar zou zich dan ook leven ontwikkeld kunnen hebben. En dat is precies de belangrijkste wetenschappelijke opdracht van de Clipper die de NASA in oktober 2024 zal lanceren – speuren naar leven op Europa. Maar op de resultaten is het nog even wachten, want de Clipper zal pas in april 2030 in een baan rond Jupiter komen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\28 Croker Bay\Best Of\NWD_2775y.jpg

 

Ondertussen stuurt Benjamin onze zodiac parallel met het gletsjerfront over het rustige, fluweelzachte wateroppervlak – een tocht van ongeveer een kilometer. Het groene smeltwater van de gletsjer kleurt grijzig onder het dichte wolkendek. Links en rechts rijzen de sterk gestratificeerde rotsmassa’s van het kustgebergte tot vijfhonderd meter boven de inham uit. Het water is hier 180 m diep, weet Benjamin, en veiligheidshalve handhaaft hij een afstand van vierhonderd meter tot het gletsjerfront. Maar ze blijven imponeren, de woeste vormen van die huizenhoge ijsmassa’s, met hun brokkelige structuur en hun fascinerende gradaties van blauw en wit, hier en daar doorregen met bruin sediment. Pas helemaal aan het oostelijke uiteinde zien we hoe de gletsjer als een hagelwitte rivier met een brede bocht van achter het kustgebergte tevoorschijn komt. Vreemd genoeg is intussen ook de Shinkai opgedaagd, het ijsversterkte jacht dat we in Pond Inlet reeds opmerkten. Gelukkig maakt het zich snel uit de voeten.

Pas helemaal aan het oostelijke uiteinde zien we hoe de gletsjer als een hagelwitte rivier met een brede bocht van achter het kustgebergte tevoorschijn komt

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\28 Croker Bay\Best Of\NWD_2841y.jpg

Croker Bay

Kwart voor vijf zijn we terug aan boord van de Fram. Mist komt nu geleidelijk opzetten en beperkt de zichtbaarheid. Terwijl we zuidwaarts varen om Croker Bay te verlaten is het voor de navigatieofficieren opletten geblazen, want dicht bij de oevers drijven relatief veel ijsbergen.

Toen ze bij een vorige expeditie voet aan wal zette op Beechey Island, was dat het begin van de koudste dag uit haar leven

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\28 Croker Bay\Best Of\NWD_2811y.jpg

 

Morgen zullen we, netjes in het spoor van de Franklinexpeditie, onze weg westwaarts door Lancaster Sound voortzetten, zo vernemen we tijdens de avondlijke briefing. Radstock Bay zullen we verkennen, met zijn imposante Caswall Tower, maar het hoogtepunt van de dag zal zonder enige twijfel de landing op Beechey Island worden. Want dat is de iconische plek waar de Franklinexpeditie in 1845-1846 voor het eerst overwinterde.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\28 Croker Bay\Best Of\NWD_2865y.jpg

 

Wat de weersomstandigheden betreft, verwacht onze Noorse expeditieleider Maria een niet zo onbehaaglijke temperatuur van 4 à 5 °C. Maar met snelheden van 6 tot 10 m/s zal het de wind zijn die roet in het eten zal gooien. Koud zal het op het open terrein van Beechey Island beslist zijn, daar hoef je niet aan te twijfelen. Want toen ze bij een vorige expeditie voet aan wal zette, was dat het begin van de koudste dag uit haar leven, voegt ze er met een grijns aan toe. Dat belooft.

Top

Zaterdag 26 augustus | Radstock Bay – Beechey Island

Zeven uur. Met acht knopen varen we Radstock Bay tegemoet. De lucht is bewolkt maar helder en de zichtbaarheid is uitstekend. Dat komt goed uit, want deze voormiddag staat een scheepscruise op het programma. Ditmaal gaat het eens niet over ijsberen of andere zeezoogdieren die deze afgelegen oorden bevolken, maar wel over rotsformaties en indrukwekkende sedimentlagen. Want Radstock Bay is een schoolvoorbeeld van wat een variabel zeeniveau in een landschap kan teweegbrengen, heeft aardwetenschapper Maria ons gisteravond nog uitgelegd.

Radstock Bay is een schoolvoorbeeld van wat een variabel zeeniveau in een landschap kan teweegbrengen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\29 Radstock Bay\Best Of\NWD_2885y.jpg

Radstock Bay – IJsbeer op fossiele strandwallen

Dat het niveau van het zeewater niet altijd was wat het nu is, daar zijn we ons van bewust. Zo stond ongeveer twaalfduizend jaar geleden het zeeniveau zo laag dat de Beringstraat helemaal droog was komen te liggen en mens en dier zonder natte voeten van Azië naar Amerika konden stappen. De ijstijd was daar de oorzaak van – heel veel water zat vast in de ijskappen op het vasteland. Het omgekeerde, een stijging van het zeeniveau, deed zich ook voor, bijvoorbeeld omdat door de platentektoniek het volume van sommige oceanen steeds kleiner werd.

Voeg daarbij dat zeewater in ondiepe kustgebieden steeds sedimenten zal afzetten, maar niet allemaal op dezelfde plek. Lichtere zandkorrels dwarrelen bij voorkeur dicht bij de kustlijn naar beneden, zwaardere modderdeeltjes doen dat liever wat dieper in zee en kalksteendeeltjes bezinken graag nog verder uit de kust. Stijgt nu het zeeniveau, dan dringt zeewater dieper in het land door. De plekken waar de sedimenten afgezet worden, schuiven dan mee landinwaarts. De nieuwe modderlaag zet zich over de oude zandlaag, de nieuwe kalksteenlaag zet zich over de oude modderlaag.

De nieuwe modderlaag zet zich over de oude zandlaag, de nieuwe kalksteenlaag zet zich over de oude modderlaag

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\29 Radstock Bay\Best Of\NWD_2899y.jpg

Radstock Bay

Zo kan dat een tijdje doorgaan, maar ook de omgekeerde beweging kan zich inzetten. Het zeeniveau daalt, de kustlijn trekt zich terug, de sedimentafzettingen schuiven mee. Modder zet zich af over de oude kalklaag, zand zet zich af over de oude modderlaag. Zulke processen hebben zich miljoenen jaren lang in Radstock Bay afgespeeld, meer bepaald van het Cambrium tot het Devoon, aldus Maria, dit wil zeggen van 500 tot 300 miljoen jaar geleden.

In de loop der tijden zijn die sedimentlagen onder druk tot gesteentelagen verhard. Maar die zitten allemaal onder de grond. Om dat alles bloot te leggen, heb je een flinke gletsjer nodig die zich dwars door deze gesteentelagen heen geduldig een vallei uitschuurt. Is de gletsjer klaar met zijn werk en is het gletsjerijs ten gevolge van opwarming weggesmolten, dan kijk je tegen een verticale doorsnede van het gebergte aan, een lasagne van gesteentelagen netjes in een bepaalde cyclische volgorde.

Een lasagne van gesteentelagen netjes in een bepaalde cyclische volgorde

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\29 Radstock Bay\Best Of\NWD_2894y.jpg

Radstock Bay

Zodra we Radstock Bay naderen, openbaart de inham zich als een monumentaal thea­ter van kustbergen. Echt hoog zijn ze niet – twee‑ tot driehonderd meter – maar het zijn de horizontale banden die imponeren. Een van die formaties springt er letterlijk en figuurlijk tussenuit. Dat is Caswall Tower, een enorme, vrijstaande rotsmassa van ongeveer tweehonderd meter hoog.

Bovenaan is ze helemaal afgevlakt, waardoor ze ons aan een tafelberg doet denken. We kunnen nog net de hut onderscheiden die daar staat. Eertijds was dat een observatiehut van waaruit men de bewegingen van ijsberen opvolgde. Op die hoogte zal je inderdaad een perfect overzicht hebben over de omgeving. En het is een bekend feit dat ijsberen zich graag in deze omgeving ophouden. Dat wisten de Inuit natuurlijk ook, want in het laagland achter Caswall Tower zijn een dertigtal archeologische vindplaatsen geïdentificeerd, waaronder drie winterwoningen en tien tot vijftien tentringen.

Caswall Tower is een enorme, vrijstaande rotsmassa van ongeveer tweehonderd meter hoog

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\29 Radstock Bay\Best Of\NWD_2943y.jpg

Caswall Tower met observatiehut

Alsof hij ons diets wil maken dat dit inderdaad het territorium van de ijsberen is, daagt op de kust rechtover Caswall Tower een ijsbeer op. Een mannetje waarschijnlijk. Rustig struint hij over het strand, de neus dicht bij de grond, op zoek naar iets eetbaars. Heel af en toe richt hij zijn kop met enige argwaan in onze richting, in een poging die vreemde geuren en geluiden thuis te brengen. Dat lukt hem waarschijnlijk niet, maar hij is er nogal gerust in – van ons gaat geen gevaar uit.

In feite is het geen gewoon strand waar deze ijsbeer kuiert, maar een reeks fossiele strandwallen. Die manifesteren zich als een aantal licht hellende, monumentale trappen die zich als terrassen over de volledige breedte van de kustlijn uitstrekken. Niet het stijgen of het dalen van het zeewater heeft dit fenomeen veroorzaakt, maar wel, vreemd genoeg, het stijgen van het land.

Niet het stijgen of het dalen van het zeewater heeft dit fenomeen veroorzaakt, maar wel, vreemd genoeg, het stijgen van het land

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\29 Radstock Bay\Best Of\NWD_3167y.jpg

Radstock Bay

Want de landmassa’s die wij kennen zijn in feite tektonische platen die ‘drijven’ op een plastische ondergrond, de zogenaamde aardmantel. Vormen zich gletsjers en ijskappen op deze landmassa’s, dan worden ze door dat enorme gewicht naar beneden gedrukt. Smelt dat ijs, dan veren deze landmassa’s terug op. Net zoals een vrachtschip waarvan de lading gelost wordt, hoger op het water komt te liggen. In Arctisch Canada gaat het om een hoogteverschil van ongeveer twintig meter.

Op ondiepe kusten creëert de branding van de zee net voorbij de vloedlijn een richel van afgezet sediment. Stijgt het land zoals daarnet beschreven, dan trekt het zeewater zich een eind terug en begint het proces daar van voren af aan. Zo ontstaat een nieuwe richel. Uiteindelijk leiden al die richels tot een terrassenstructuur zoals we die nu waarnemen.

Met honderden zijn ze, de drieteenmeeuwen, ze zweven door de lucht of dobberen mee met de deining op het water

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\29 Radstock Bay\Best Of\NWD_2936y.jpg

Drieteenmeeuwen

Ook vogels hebben het hier naar hun zin. Voor de loodrechte rotswand van Waldegrade Bluff zit het vol met drieteenmeeuwen. Met honderden zijn ze, ze zweven door de lucht of dobberen mee met de deining op het water. Ook enkele zwarte zeekoeten en noordse stormvogels laten zich opmerken, evenals een drietal zeehonden die naar de rotskust zwemmen. Of neen, wacht, dat zijn niet de zwarte kopjes van zeehonden, dat zijn… de witte kopjes van ijsberen. Een golf van opwinding overspoelt de Fram. Het is half negen, de dag moet bij wijze van spreken nog beginnen en het is al meteen bingo.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\30 Radstock Bay - Drie ijsberen\Best Of\NWD_2972y.jpg

Nieuwsgierigheid, dat is het wat hen drijft – vreemde kleuren, vreemde geluiden, vreemde geuren

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\30 Radstock Bay - Drie ijsberen\Best Of\NWD_2981y.jpg

Radstock Bay – IJsbeerwijfje met welpen

Zodra ze aan land klimmen, wordt duidelijk waar we mee te maken hebben – een moeder met twee jongen van twee, misschien drie jaar. Alsof ze over de catwalk lopen en zich op hun best willen tonen voor onze camera’s, zo paraderen ze nu over de smalle strook aan de voet van de rotsen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\30 Radstock Bay - Drie ijsberen\Best Of\NWD_3008y.jpg

 

Dan gaan ze plots weer het water in. Waarom, dat is niet direct duidelijk. Onze verbazing wordt alleen maar groter wanneer blijkt dat ze pal in onze richting zwemmen. Met alleen de snuit boven water en de blik constant op ons gericht naderen ze gestaag. Daar gaat geen dreiging van uit, de Fram is een paar maatjes te groot voor hen. Nieuwsgierigheid, dat is het wat hen drijft – vreemde kleuren, vreemde geluiden, vreemde geuren. De twee jongen bijten de spits af, de moeder zwemt er bedachtzaam achteraan. Dan richten ze zich op, hoofd en nek boven water, aandachtig naar het schip turend, alsof ze op een tribune plaatsgenomen hebben en het spektakel rustig willen observeren. Een waterballet van drie ijsberen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\30 Radstock Bay - Drie ijsberen\Best Of\NWD_3021y.jpg

Kom, het is genoeg geweest, we keren terug, lijkt moeder ijsbeer na een minuut of zo te zeggen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\30 Radstock Bay - Drie ijsberen\Best Of\NWD_3024y.jpg

Radstock Bay – IJsberen zwemmen terug naar de oever

Kom, het is genoeg geweest, we keren terug, lijkt moeder ijsbeer na een minuut of zo te zeggen. Gedwee maken de jongen rechtsomkeer, samen zwemt het trio terug naar de kust en zet zijn weg aan de voet van de rotsen voort. We worden er stil van.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\30 Radstock Bay - Drie ijsberen\Best Of\NWD_3037y.jpg

 

Twintig minuten later is het weer prijs. Hoog tegen de helling ligt een ijsbeer te soezen. Een vormloze witte massa op het donkere gesteente, een pixelijsbeer die je met het blote oog amper ziet. Tot hij zijn hoofd even optilt om poolshoogte te nemen. Dan krijgen we een beter beeld van hem.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\31 Radstock Bay - IJsbeer liggend\Best Of\NWD_3062y.jpg

IJsbeer (wellicht mannetje)

Een donkere vlek vol rimpels op het water, ondertussen weten we wat dat betekent – daar houdt zich net onder het wateroppervlak een groep gewone zeehonden op. Neen hoor, lacht marien bioloog Ellie, dit zijn zadelrobben. Die zijn iets groter dan gewone zeehonden. IJs is hun favoriete biotoop. Waar gewone zeehonden hun jongen aan land te wereld brengen, doen zadelrobben dit op het ijs. Dat is niet zonder gevaar, want ook ijsberen voelen zich daar thuis.

Waar gewone zeehonden hun jongen aan land te wereld brengen, doen zadelrobben dit op het ijs

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\29 Radstock Bay\Best Of\Zeker\NWD_3141y.jpg

Zadelrobben

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\29 Radstock Bay\Best Of\Zeker\NWD_3152y2.jpg

Dan wordt er weer alarm geslagen op de voorplecht. Een solitaire ijsbeer is gespot. Een mannetje wellicht, maar zeker is dat niet. Vanuit het midden van de baai komt hij ons tegemoet gezwommen. Weer is het nieuwsgierigheid die de beer drijft. Met krachtige slagen zwemt hij dichterbij, de blik strak op de boot gefixeerd. Van op een veilige afstand monstert hij ons een halve minuut aandachtig en houdt het dan voor bekeken. Hij maakt rechtsomkeer en zwemt in de richting van Caswall Tower aan de overkant van de baai, hier zo’n vier à vijf kilometer vandaan.

Bang hoeven deze zadelrobben niet te zijn voor ijsberen. In het water zijn ze ijsberen steevast te vlug af

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\29 Radstock Bay\Best Of\Zeker\NWD_3152y1.jpg

Zadelrobben

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\29 Radstock Bay\Best Of\Zeker\NWD_3143y.jpg

De aanwezigheid van ijsberen ten spijt, blijven her en der groepen zadelrobben opduiken. Makkelijk zijn ze niet te spotten, want ze komen maar heel even met hun kop boven water en verdwijnen dan weer. Toch weet Ellie het aantal individuen in een van die groepen op veertig tot zestig te ramen. Bang hoeven deze zadelrobben niet te zijn voor ijsberen. In het water zijn ze ijsberen steevast te vlug af.

Plots volgt een aanschouwelijke demonstratie van kleptoparasitisme

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\29 Radstock Bay\Best Of\NWD_2901q.jpg

Noordse stormvogel

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\29 Radstock Bay\Best Of\NWD_3072q.jpg

Middelste jagers

Plots volgt een aanschouwelijke demonstratie van kleptoparasitisme. Vier jagers zitten een vogel met een smakelijke brok voedsel in zijn bek achterna. Die krijgt het daar zodanig van op zijn heupen dat hij uit pure angst zijn lunch laat vallen. Moeiteloos onderschept een van de vier pestkoppen de smakelijke brok voor die in het water valt en gaat ermee aan de haal. Dat speelt zich allemaal zo snel af dat we pas achteraf beseffen wat we gezien hebben.

Het waren middelste jagers die we hier aan het werk zagen, legt Ellie uit. Ze maken deel uit van de jagersfamilie en zijn kleiner dan de grote jagers, maar groter dan de kleine jagers en de kleinste jagers – vandaar hun curieuze naam. Lemmingen, vogels en vissen staan op hun menu. Maar als ze de kans schoon zien om een andere vogel zijn maaltijd te ontfutselen, dan zullen ze die niet laten liggen.

Vanuit het midden van de baai komt hij ons tegemoet gezwommen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\32 Radstock Bay - IJsbeer zwemmend\Best Of\NWD_3094y.jpg

Radstock Bay – IJsbeer in aantocht…

Wat je ook plant in de Arctis, de kans is groot dat het op iets anders uitdraait. Naar Radstock Bay kwamen we om sedimentlagen te bewonderen – ijsberen en andere zeezoogdieren staan niet op het programma, had Maria ons gisteravond voorgehouden – en toch vermeien we ons nu al twee uur en een half met de wezens die deze baai bevolken. Hoog tijd om daar wat meer over te vernemen.

Die taak neemt onze Duitse marien bioloog Katrin ter harte. King and queen of the arctic, zo omschrijft ze in genderneutrale bewoordingen het dier dat wetenschappers Ursus maritimus noemen en dat wij als ijsbeer kennen.

Je zou het niet meteen verwachten, maar ijsberen zijn zeezoogdieren. Dat lijkt vreemd, want je ziet ijsberen vaak aan land rondstruinen en daar zelfs dutten. Toch is het zo, want dieren die hun voedsel hoofdzakelijk voorbij de laagwaterlijn zoeken worden tot de zeezoogdieren gerekend. En dat is nu eenmaal het favoriete jachtterrein van een ijsbeer – bevroren zeewater van waarop hij zeehonden en beloega’s te pakken kan krijgen.

IJsberen stammen niet van bruine beren af, maar beide soorten hebben wel een gemeenschappelijke voorouder

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\32 Radstock Bay - IJsbeer zwemmend\Best Of\NWD_3100y.jpg

 

IJsberen stammen niet van bruine beren af, maar beide soorten hebben wel een gemeenschappelijke voorouder. Zo’n vier‑ tot zeshonderdduizend jaar geleden gingen hun wegen uiteen. De voorouders van de bruine beren trokken telkens zuidwaarts als er weer eens een koude periode ingetreden was, de voorouders van de ijsberen deden dat niet meer en leerden zich aan het polaire klimaat aan te passen. Hun langere, gekromde klauwen gaven hun een betere grip op het ijs, hun grote platvoeten zakten niet te diep in de sneeuw weg en hielpen – samen met de vliezen tussen hun tenen – bij het zwemmen, hun spijsverteringsstelsel leerde om te gaan met de dikke vetlagen van hun prooidieren, aan winterslaap hadden ze minder behoefte omdat zeehonden heel het jaar door beschikbaar waren.

Onderschat ze niet, deze loebassen met hun slome tred. Het zijn de grootste beren die bestaan. Een mannetje kan achthonderd kilogram wegen. Gaat hij rechtop staan, dan kijk je tegen een reus van drie meter aan. Maar het spectaculairst is wellicht zijn nekomtrek – zo maar even een meter zestig. De lintmeter in moeders naaidoos is niet eens lang genoeg om dat te meten.

Het spijsverteringsstelsel van ijsberen leerde om te gaan met de dikke vetlagen van hun prooidieren

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\32 Radstock Bay - IJsbeer zwemmend\Best Of\NWD_3101y.jpg

 

Bij het rennen halen ze veertig kilometer per uur, bij het zwemmen negen kilometer per uur. Daartegen zijn wij kansloos. De snelste zwemmer ter wereld scoort 7,7 km/u op de honderd meter vrije slag. Ook de afstanden die ze afleggen, zijn fenomenaal. IJsberen die van een oormerk voorzien waren, bleken tot vijfduizend kilometer per jaar af te leggen. Dat is ongeveer de afstand van Lissabon naar Boston. Dwars over de Atlantische Oceaan dus.

Neem je een infraroodfoto van een ijsbeer, dan zie je alleen zijn ogen en zijn snuit. De rest van zijn lichaam geeft geen spoortje lichaamswarmte af, zo goed is zijn thermische isolatie. Dat heeft hij in de eerste plaats aan zijn onderhuidse vetlaag te danken. Zijn dikke vacht zorgt er samen met de ultrafijne ondervacht voor dat lucht vastgehouden wordt en als een isolerende laag fungeert. Bovendien zijn die haren hol, zodat zoveel mogelijk zonnewarmte opgevangen en binnenin weerkaatst wordt. Hij dankt er zijn witte kleur aan. Al oogt hij doorgaans eerder gelig, grinnikt Katrin. Dat is dan weer aan microscopische algen te wijten die hij bij het zwemmen opneemt. In de dichte pels voelen die zich thuis.

Oververhitting vormt ’s zomers een reëel risico voor ijsberen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\32 Radstock Bay - IJsbeer zwemmend\Best Of\NWD_3103y.jpg

 

Maar die goede isolatie komt met een keerzijde. Oververhitting vormt ’s zomers een reëel risico. Blijft een ijsbeer te lang aan hoge snelheid rennen, dan kan hij de warmte die zijn metabolisme genereert niet snel genoeg afvoeren. In het ijskoude water springen kan dan soelaas brengen. Poolonderzoekers en documentairemakers moeten er zich daarom van bewust zijn dat wanneer ze een ijsbeer met een helikopter volgen, het dier zich opgejaagd kan voelen en langdurig begint te rennen – een gewisse dood tegemoet.

Met 2 500 tot 3 000 ijsberen behoort Lancaster Sound tot het dichtstbevolkte ijsberenland ter wereld. Mannetjes zijn echte solotrippers, ze dolen altijd in hun eentje rond. Wijfjes ook, maar die hebben dan meestal enkele jongen mee. Nooit zal je volwassen dieren elkaars gezelschap zien opzoeken.

Behalve in de paringstijd. Dat gebeurt doorgaans in de maand mei op het zee-ijs. Mannetje en wijfje blijven dan ongeveer een week samen en paren verscheidene keren. Voor het mannetje volstaat dat. Hij heeft zijn persoonlijke bijdrage tot de overleving van de soort geleverd en keert zijn prille gezinnetje voorgoed de rug toe.

Zodra het embryo in de baarmoeder aangekomen is, wordt de pauzeknop opnieuw ingedrukt

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\32 Radstock Bay - IJsbeer zwemmend\Best Of\NWD_3104y.jpg

 

Is het wijfje bevrucht, dan begint haar biologische klok te tikken. Ze moet haar jongen precies op het juiste moment ter wereld brengen zodat hun overlevingskansen in hun eerste levensjaar maximaal zijn. De bevruchte eicel ondergaat enkele celdelingen, maar daar stopt het. Het innestelen in de baarmoeder wordt tot juni uitgesteld. Zodra het embryo in de baarmoeder aangekomen is, wordt de pauzeknop opnieuw ingedrukt. Pas in september zal de zwangerschap haar normale verloop verkrijgen.

Van vijfhonderd naar zevenhonderd kilogram in enkele maanden tijd dus. Slaagt ze daar niet in, dan zal ze niet aarzelen de embryo’s zelf te aborteren

Ondertussen blijft de moeder in haar eentje jagen teneinde zoveel mogelijk aan te sterken. Om de winter te overleven – inclusief het baren en het voeden van de jongen – moet ze minstens tweehonderd kilogram in gewicht toenemen. Van vijfhonderd naar zevenhonderd kilogram in enkele maanden tijd dus. Slaagt ze daar niet in, dan zal ze niet aarzelen de embryo’s zelf te aborteren.

Oktober is de maand wanneer de moeder aan land gaat en een kraamhol zoekt. Daar gaat ze in een lichte winterslaap, tot op het einde van december het moment gekomen is waarop ze twee of drie jongen kan werpen. In tegenstelling tot bij de bruine beer zijn die altijd van dezelfde vader. Pas in het begin van april mogen de jongen hun eerste stappen buiten het hol zetten. Ze hebben nu een hele zomer lang om aan te sterken en zich voor te bereiden op hun eerste winterseizoen.

 

 

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\32 Radstock Bay - IJsbeer zwemmend\Best Of\NWD_3111y.jpg

IJsbeer op weg naar Caswall Tower

 

 

Van de vaardigheid van de moeder zal het nu afhangen of de jongen voldoende leren jagen om te overleven. IJsberen zijn vleeseters, ze eten vooral ringelrobben, maar ook zadelrobben en gewone zeehonden. Een walrus, daar lopen ze liever met een boogje omheen. Want die kunnen met hun slagtanden vervaarlijk uithalen.

Prooien opsporen, dat doen ze in de eerste plaats met hun neus. In open lucht kunnen ze tot dertig kilometer ver ruiken, maar ook door een meter ijs snuiven ze geuren op. Dat helpt hen de holen van robben te vinden, enerzijds omdat ze de dieren ruiken, maar anderzijds ook omdat ze de speelse jongen horen.

Heeft een ijsbeer een rob eenmaal te pakken, dan eet hij alleen diens vetlaag op

Bovendien zijn robben zoogdieren die geregeld aan het wateroppervlak moeten verschijnen om te ademhalen. IJsberen zullen daarom geduldig bij een luchtgat postvatten om de onfortuinlijke rob met een krachtige uithaal uit het water te slaan zodra hij zich laat zien. Hebben ze een rob eenmaal te pakken, dan eten ze alleen diens vetlaag op. De rest is niet voedzaam genoeg en laten ze op het ijs achter. Voor aaseters zoals poolvossen en meeuwen is dat een gratis feestmaal. Maar door de klimaatopwarming is er steeds minder zee-ijs en krijgen ijsberen het steeds moeilijker om hun prooien te verschalken.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3193y.jpg

Beechey Island (zuidelijke oever)

Intussen zet de Fram zijn tocht door Lancaster Sound verder. Al snel komt Beechey Island in beeld, de iconische plek waar de 129 bemanningsleden van de Franklinexpeditie in 1845-1846 een eerste keer overwinterden. Het is zonnig, de wind waait niet al te sterk, de zichtbaarheid is quasi onbeperkt. Ideaal dus voor een barbecue in open lucht, zo vernemen we even na twaalf via het PA-systeem. Een kwartiertje later staan we met een warme hamburger in de ene hand en een glas rode wijn in de andere op dek 7 te mijmeren over heden en verleden. Wat zouden John Franklin en zijn metgezellen denken als ze ons hier bezig zagen?

Wat zouden John Franklin en zijn metgezellen denken als ze ons hier bezig zagen?

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3197y.jpg

Beechey Island

Beechey Island is toch wel een heel bijzondere plek, een van de beroemdste sites van Arctisch Canada, wist archeologe Emma ons gisteravond nog te vertellen. Want je vindt er nog steeds overblijfselen van de onfortuinlijke expeditie. Het meest in het oog springend zijn natuurlijk de drie graven – John Torrington, 20 jaar, gestorven op nieuwjaarsdag 1846, John Hartnell, 25 jaar, drie dagen later gestorven, en William Braine, 32 jaar, gestorven op 1 april van dat jaar.

En er is nog een vierde graf, dat van Thomas Morgan. Een man die – oh ironie – deel uitmaakte van een van de expedities die eropuit gestuurd waren om de mannen van de Franklinexpeditie te redden, maar die in 1854 zelf aan scheurbuik overleed.

Verder zuidwaarts op het eiland bevindt zich de cenotaaf van Franklin, de symbolische graftombe van de expeditieleider wiens lichaam nooit is teruggevonden

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_2868q.jpg

John Franklin

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3200y.jpg

Beechey Island – Cenotaaf van Franklin, ruïnes van Northumberland House

Verder zuidwaarts op het eiland bevindt zich de cenotaaf van Franklin, de symbolische graftombe van de expeditieleider wiens lichaam nooit is teruggevonden. Ook de ruïnes van Northumberland House zijn er te vinden, een huis dat uit het hout en de masten van een vergane walvisvaarder opgetrokken was. Het waren de mannen van een van de zoekexpedities die dit huis in 1852-1853 bouwden, in de ijdele hoop dat de verdwenen bemanningsleden van Franklin ooit om een of andere reden nog eens naar Beechey Island zouden terugkeren. Zelfs al was het al zeven jaar geleden dat de Frank­lin­ex­peditie nog een teken van leven gegeven had.

Ondertussen hebben onze scouts zich klaargemaakt om het eiland te verkennen. Maar het is open terrein, het is zo klaar als een klontje dat er nergens gevaar dreigt. Vanaf twee uur begint de ontscheping. Vlotjes zetten de zodiacs hun groepen een voor een af op het keienstrand.

Wij daarentegen hebben andere plannen. We mogen met Betty en Vivi mee in hun Science Boat – een eufemisme voor een zodiac met een aantal meetinstrumenten aan boord. Het nemen van watermonsters, daar hebben we hen al vaak over horen vertellen, nu mogen we van dichtbij zien hoe dat in zijn werk gaat.

Science Boat is een eufemisme voor een zodiac met een aantal meetinstrumenten aan boord

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\34 Beechey Island - Science Boat\Best Of\NWD_3212y.jpg

Erebus and Terror Bay – Science Boat

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\34 Beechey Island - Science Boat\Best Of\NWD_3217y.jpg

Niskinfles

De zodiacdriver stuurt onze Science Boat naar het midden van de baai die heel toepasselijk Erebus and Terror Bay genoemd is naar de twee schepen van de Franklinexpeditie. Het water is hier ongeveer achttien meter diep, terwijl het verderop in Lancaster Sound ongeveer honderd meter diep is, legt gastwetenschapper Betty van British Antarctic Survey uit.

Haar favoriete meetinstrument is de niskinfles – betrouwbaar, handig in gebruik, doet precies wat ze moet doen, aldus Betty. In feite is het apparaat oorspronkelijk in 1894 door Fridtjof Nansen ontworpen, maar in 1966 heeft een zekere Shale Niskin de fles verbeterd en zijn verbeteringen gepatenteerd. Je kan er op elke gewenste diepte watermonsters mee verzamelen. Vervolgens bepaal je het DNA van de organismen die je in dat watermonster aantreft. De meeste invasieve soorten die als verstekeling met boten zoals de onze meereizen, slagen er niet in om hier te overleven aangezien het hier veel te koud is. Maar met de klimaatopwarming komt daar verandering in en slagen sommige organismen daar allengs wel in. Daarom is het belangrijk deze voorhoede zo vroeg mogelijk op te sporen teneinde de organismen te bestrijden vooraleer ze zich in deze biotoop kunnen verspreiden.

Met de klimaatopwarming slagen sommige invasieve soorten er allengs wel in om in deze koude biotoop te overleven

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\34 Beechey Island - Science Boat\Best Of\NWD_3219y.jpg

Niskinfles

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\34 Beechey Island - Science Boat\Best Of\NWD_3224y.jpg

Watermonster overhevelen

Tot zover de theorie, nu de praktijk. De niskinfles blijkt een ondoorzichtige buis te zijn die bovenaan en onderaan open is. Ze wordt met een ballast verzwaard en vervolgens te water gelaten. Via merktekens op het touw weet Betty precies wanneer de gewenste diepte van tien meter bereikt is. Vervolgens lanceert ze de messenger, een massief blok van koper dat pijlsnel langs het touw naar beneden suist en daar een hendel overhaalt waardoor de fles zowel aan de bovenkant als aan de onderkant dichtklapt. De fles wordt nu bovengehaald en de inhoud ervan – 1,7 liter water van op een diepte van tien meter – wordt in een ondoorzichtige aluminium zak overgegoten. Deze sampling wordt nog twee keer herhaald, zodat Betty over drie watermonsters beschikt.

Vervolgens haalt Vivi, onze Finse conservatiebioloog, een CTD boven. Dat blijkt een meer gesofisticeerde buis te zijn die, zoals de naam het zegt, conductiviteit, temperatuur en diepte meet. Conductiviteit wordt in deze context als een maat voor het zoutgehalte van het water gehanteerd. Daarnaast is er ook nog een sensor die de chlorofylfluorescentie meet. Dat is dan weer een maat voor de fotosynthese die in de algen plaatsvindt. Zo krijg je een beeld van de concentratie van fytoplankton in het water.

Nauwelijks is de CTD weer boven water, of we kunnen op het schermpje de resultaten in grafiek aflezen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\34 Beechey Island - Science Boat\Best Of\NWD_3236y.jpg

CTD

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\34 Beechey Island - Science Boat\Best Of\NWD_3242y.jpg

CTD

Voorzichtig laat Vivi de CTD te water. De meetresultaten worden in realtime naar haar tablet doorgestuurd. Nauwelijks is de CTD weer boven water, of we kunnen op het schermpje de resultaten in grafiek aflezen. Terwijl de meetsonde veertien meter diep zakte, nam de watertemperatuur af van 2,7 °C naar 2,2 °C. Het zoutgehalte blijkt 30 ‰ te bedragen. Ter vergelijking, het gemiddelde zoutgehalte van oceanen bedraagt 35 ‰, dat van de Dode Zee 250 ‰. Dat het water in deze baai iets minder zout is dan gemiddeld, is ongetwijfeld te wijten aan het zoete water dat door smeltende gletsjers afgezet wordt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\34 Beechey Island - Science Boat\Best Of\NWD_3248y.jpg

Fytoplankton verzamelen

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\34 Beechey Island - Science Boat\Best Of\NWD_3249y.jpg

Ten slotte wordt een trechtervormige fuik te water gelaten. Niet te diep, want het is de bedoeling plankton van net onder het wateroppervlak te verzamelen. Van de organismen die zo opgevist worden, zal Betty het DNA bepalen. Zo komt ze te weten welke soorten aanwezig zijn en kan ze nagaan of daar exoten tussen zitten. Ze nodigt ons uit eens aan de vangst te ruiken – de geur van garnalen is doordringend.

Halfvier is het wanneer we op het strand van Beechey Island gedropt worden. Met 74° 43' 15" is dit het meest noordelijke punt waar we aan land gaan. Ter vergelijking – Longyearbyen, de hoofdstad van Spitsbergen, ligt op 78° 13’.

Hallucinant is het besef dat 129 bemanningsleden hier maandenlang de polaire winter trotseerden

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3258y.jpg

Beechey Island – Graven van de Franklinexpeditie

Terwijl we naar de vier graven klimmen, realiseren we ons hoe bevreemdend, hoe onwezenlijk, hoe vijandig zelfs, deze plek is. Keien en schalie­ste­nen, dat is het enige wat je ziet zover het oog reikt. De vele ondiepe kuilen en geulen zijn het gevolg van permafrost, de eeuwige cyclus van bevriezen en ontdooien die keien in beweging zet. Hier en daar steekt een moedig plantje de kop op, maar dat is de uitzondering die de regel bevestigt. Dit land is kaal, hier groeit niets. Vergeet niet naar de grond te kijken, heeft onze Canadese bioloog Christian ons gisteravond nog in een vlaag van optimisme gezegd, je zal er ongetwijfeld mooie gefossiliseerde koralen zien.

Hallucinant is het besef dat 129 bemanningsleden hier maandenlang de polaire winter trotseerden. We kunnen het ons onmogelijk voorstellen hoe het geweest moet zijn om in deze ijskoude en pikdonkere omgeving bang de lente af te wachten en te hopen dat sluipmoordenaars zoals pneumonie, tbc of scheurbuik je intussen niet te pakken kregen. Dat ook loodvergiftiging een reëel risico vormde, wisten deze mannen niet eens.

Deze drie mannen, besluit Emma, zijn vrijwel zeker een zeer trage, zeer hongerige en zeer koude dood gestorven

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3260b.jpg

John Torrington

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3262b.jpg

William Braine

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3263b.jpg

John Hartnell

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3266b.jpg

Thomas Morgan

Dit zijn niet de vier originele grafstenen, merkt archeologe Emma op. Want die zijn naar het Prince of Wales Northern Heritage Centre in Yellowknife overgebracht en door exemplaren van fiberglas vervangen. Maar die bleken dan weer niet tegen het meedogenloze klimaat bestand te zijn. In 1993 zijn ze daarom vervangen door de huidige exemplaren in eikenhout met een bronzen plakkaat.

Hier was het dat Owen Beattie, een forensisch antropoloog van de universiteit van Alberta, in 1984 de drie lichamen uit de permafrost opgroef en ter plaatse onderzocht, onder meer met mobiele X-apparatuur. Dat onderzoek wees uit dat pneumonie en tbc de belangrijkste doodsoorzaken waren, maar dat loodvergiftiging en een tekort aan vitamine C kunnen dat effect versterkt hebben. Bovendien bleek de wijze waarop het beendergestel aangetast was, enkel voor te komen bij een langdurige ziekte of een langdurig voedseltekort. Deze drie mannen, besluit Emma, zijn vrijwel zeker een zeer trage, zeer hongerige en zeer koude dood gestorven.

Nergens is de omgeving zo doordrenkt van de heroïsche geschiedenis van de eerste avonturiers die op zoek waren naar de Noordwestelijke Doorvaart

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3268y.jpg

Beechey Island – Cairn van Joseph René Bellot

Verderop bevindt zich een eenvoudige, wat rommelige cairn die aan het lot van Joseph René Bellot herinnert, een Franse marineofficier die in 1853 aan een van de zoekexpedities deelnam, maar zelf daarbij het leven liet toen hij in het Wellingtonkanaal plots in een opening tussen ijsmassa’s verdween. Onwillekeurig moeten we nu aan Dixie Dansercoer denken, die in 2021 in Groenland een gelijkaardig lot beschoren was.

Waar de graven ons aan de dood herinneren, zo vormen de tentringen een symbool van het leven, besluit ze filosofisch

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3273y.jpg

Tentringen

Ook Inuit hebben op dit eiland verbleven. Dat vertellen ons de vrij goed bewaarde tentringen. ’s Zomers overnachtten Inuitjagers in dergelijke tijdelijke kampen met tenten van huiden die onderaan met stenen werden gefixeerd. Nog steeds liggen deze stenen in een perfecte cirkelvorm de eeuwen te trotseren, met de ingang van de tent mooi naar zee gericht. Alleszins dateren deze tentringen uit de periode na de expeditie van Franklin en de zoekexpedities. Want tussen de artefacten ligt bewerkt hout. Dat kan uitsluitend van Europese expedities afkomstig zijn. Emma grijpt de kans aan om op een optimistische noot te eindigen. Waar de graven ons aan de dood herinneren, zo vormen de tentringen een symbool van het leven, besluit ze filosofisch.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3283y.jpg

Kuilen en geulen veroorzaakt door permafrost

We klimmen hogerop over een terrein dat uit niets anders dan losse schalie en keien bestaat. Overal herkennen we de sporen van de werking van permafrost – ronde kuilen, lange geulen. Een grote, rechthoekige kuil van minstens tien meter op tien lijkt door mensenhanden gemaakt te zijn. Emma vermoedt dat daar de voorraden van de Franklinexpeditie opgeslagen werden.

Gefossiliseerde koralen met minuscule ringvormige structuren aan de buitenkant, zoals kratertjes op een maanoppervlak

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3333y.jpg

Gefossiliseerd koraal

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3342y.jpg

Heel af en toe ontdekken we gefossiliseerde ‘koralen’ tussen de keien – stenen met minuscule ringvormige structuren aan de buitenkant, zoals kratertjes op een maanoppervlak. Welbeschouwd zijn het niet de koralen zelf die gefossiliseerd zijn, maar de kalkstenen appartementjes die deze piepkleine zeediertjes – ook poliepen genoemd – voor zichzelf gebouwd hadden.

Boven op de heuvel hebben we een mooi uitzicht over de omgeving. Mooi, maar niet spectaculair. In feite is op dit kale, winderige eiland weinig of niets te zien. Althans niet als je op zoek bent naar imposante gletsjers, indrukwekkende rotsformaties of uitbundige toendravegetatie. Toch is dit een hoogtepunt van de reis. Want nergens is de omgeving zo doordrenkt van de heroïsche geschiedenis van de eerste avonturiers die op zoek waren naar de Noordwestelijke Doorvaart. En voor wie goed kijkt, is er wel degelijk veel te zien – de mysterieuze kuilen van de permafrost, de minuscule fragmenten van een koraalrif, de historische graven, de cenotafen, …

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3289y.jpg

Toendravegetatie

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3324y.jpg

En de beloega’s. Tot onze verbazing draaien een drietal beloega’s hun rondjes in Union Bay, de baai benoorden Beechey Island. Af en toe verschijnen ze in een sierlijke beweging met hun witte rug boven water, maar van op deze afstand zijn ze moeilijk waar te nemen.

Witte walvissen, zo worden deze prachtige dieren ook weleens genoemd. In feite zijn het tandwalvissen, net zoals de orka’s en de dolfijnen, maar vormen ze samen met de narwallen het selecte clubje der grondeldolfijnen waar zij de enige twee leden van zijn. Mannetjes kunnen tot 5,5 meter lang worden, wat hen groter maakt dan dolfijnen, maar kleiner dan ‘echte’ walvissen.

Samen met de narwallen vormen de beloega’s het selecte clubje der grondeldolfijnen waar zij de enige twee leden van zijn

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\33 Beechey Island\Best Of\NWD_3303y.jpg

Union Bay – Beloega’s

Een rugvin hebben ze niet meer, want dat zou alleen maar tot problemen leiden wanneer ze onder ijs zwemmen. Dank zij echolocatie weten ze vlotjes ademgaten in het zee-ijs te vinden. Het blijven immers zoogdieren, ze moeten kunnen ademhalen. Maar daar schuilt ook het gevaar. Want bij zo’n gat zit weleens een ijsbeer op de loer en die is tuk op beloegavlees, meer bepaald op hun dikke onderhuidse vetlaag. Met zijn krachtige voorpoten slaat een volwassen ijsbeermannetje makkelijk een beloega uit het water. En dan zijn er nog de orka’s die ook graag een beloega op het menu zetten.

En dan zijn er ook nog de orka’s die graag een beloega op het menu zetten

Natuurlijk ontbreekt de mens niet in dit rijtje van vijanden van de beloega – onrechtstreeks door de vervuiling van het zeewater en de klimaatopwarming, rechtstreeks door beloega’s te bejagen en te doden. En door ze in gevangenschap te houden. Met die eeuwige glimlach rond hun muil zijn beloega’s graag geziene gasten in aquaria en dolfinaria, ook al omdat ze makkelijk af te richten zijn en het publiek met hun soepele, sierlijke bewegingen weten te charmeren.

Half vijf zijn we terug aan boord van de Fram. Aan onze koers westwaarts door Lancaster Sound is nu een einde gekomen, vernemen we tijdens de avondlijke briefing. De komende drie dagen zullen we hoofdzakelijk zuidwaarts varen in de richting van King William Island – nog zo’n iconische plek uit de bewogen geschiedenis van de exploratie van de Noordwestelijke Doorvaart. Aan het eeuwige licht van de pooldag zal gaandeweg een einde komen, we zullen onze nachten geleidelijk aan weer in de duisternis doorbrengen.

Maar zover zijn we nog niet. Eerst zullen we Prince Regent Inlet binnenvaren, een brede waterweg die ons pal zuidwaarts zal voeren tussen Baffin Island en Somerset Island door. Voor de eerste ontdekkingsreizigers leek dit aanvankelijk de Heilige Graal. Deze zeestraat is immers zestig tot honderd kilometer breed en vrij diep, terwijl nergens eilandjes de doorvaart hinderen. Kortom, ideaal voor de scheepvaart.

Toen John Ross in 1829 zijn kans waagde, kwam hij er zelfs vier jaar na elkaar in het ijs vast te zitten en werd hij telkens gedwongen er te overwinteren

Maar hoe ze ook zochten, een uitweg naar het westen vonden ze niet. Toen John Ross in 1829 zijn kans waagde, kwam hij er zelfs vier jaar na elkaar in het ijs vast te zitten en werd hij telkens gedwongen er te overwinteren. Leuk moet dat geweest zijn voor die bemanningen. Wat zij niet wisten – en wij wel – is dat de smalle Straat Bellot wel een uitweg biedt. Pas in 1852 werd die doorgang ontdekt, maar ook dat bracht geen soelaas, want hij bleek door ijsophoping onbevaarbaar te zijn. Maar tegenwoordig is dat nauwelijks nog een probleem.

Onze eerste bestemming morgen zal Port Leopold zijn, een kleine inham op Somerset Island, helemaal aan het noordelijke uiteinde van Prince Regent Inlet. We zullen er een verlaten handelspost van Hudson’s Bay Company aantreffen, winterhuizen en tentringen van de Thule, overblijfselen van de James Ross-expeditie die hier in 1848 overwinterde op zoek naar Franklin, … En niet te vergeten, we bevinden ons nog steeds in ijsberenland.

Klinkt veelbelovend.

Top

Zondag 27 augustus | Port Leopold – Prince Regent Inlet

Zes uur veertig. Met een brede bocht rond Whaler Point varen we de baai van Port Leopold in. Aan de oostkant rijst Cape Clarence als een mislukte tafelberg beschermend boven de baai uit. Aan de westkant is het de gelaagde structuur van het kustgebergte van Somerset Island die domineert. Maar tussen beide gebergtes door heeft de wind vanuit het noorden vrij spel en dat zullen we merken. De lucht is helder, er is geen mist, maar het regent lichtjes. De temperatuur bedraagt 3 °C, zo vernemen we, en de wind waait met een niet onaardige snelheid van 10 m/s.

Aan de oostkant rijst Cape Clarence als een mislukte tafelberg beschermend boven de baai uit

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3599y.jpg

Port Leopold – Cape Clarence, Whaler Point

De voorbereidingen voor de landing verlopen vlot, even na negen zijn de eerste zodiacs naar het keienstrand op weg. De richtlijnen van AECO indachtig zal de tweede shift pas om half elf vertrekken, wanneer de eerste shift terug aan boord is, want in de Arctis mogen niet meer dan honderd personen gelijktijdig aan land gaan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3366y.jpg

Somerset Island

Het is een bumpy ride met de zodiac naar het strand, dat hebben we aan de strakke wind te danken die ongehinderd over het water giert. Onze zodiacdriver heeft zich veiligheidshalve ingeduffeld als een Toeareg die een woestijnstorm verwacht. Maar de zon lijkt goed op weg klaarheid te scheppen en het regent niet meer.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3397y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3378y.jpg

Port Leopold – Handelspost van Hudson’s Bay Company

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3436y.jpg

Port Leopold – Handelspost van Hudson’s Bay Company

Nabij de voormalige handelspost van Hudson’s Bay Company gaan we aan wal. Het is een bouwvallige houten constructie, na al die jaren houdt ze zich met moeite overeind. De hut betreden is dus uitgesloten. Overigens is de handelspost amper een jaar in gebruik geweest, want intussen hadden de Inuit de rechten op de jacht verworven. Zij maakten prompt een einde aan de activiteiten van de Company.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3427y.jpg

Port Leopold- Somerset Island

Net zoals op Beechey Island is het een strand van hoofdzakelijk schaliestenen. Knersend schuiven ze over elkaar bij elke stap die we zetten en laten een minuscuul putje achter. Soms liggen de brokstukken van een rots netjes op een rij met smalle spleten ertussen, precies zoals ze als gevolg van het eeuwige proces van bevriezen en ontdooien gebarsten zijn. Alsof het sneden zijn van een vers brood dat net door de broodsnijmachine gepasseerd is.

Alsof het sneden zijn van een vers brood dat net door de broodsnijmachine gepasseerd is

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3466y.jpg

Resultaat van herhaald bevriezen en ontdooien

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3441y.jpg

Toch oogt het land niet zo onherbergzaam als Beechey Island. De toendravegetatie weelderig noemen zou een stap te ver zijn, maar het is duidelijk dat de minuscule plantjes hier makkelijker voet aan de grond krijgen. Ook de wit gebleekte fragmenten van een stevig dijbeen of een wervelkolom doen vermoeden dat de plaatselijke fauna deze plek eveneens frequenteert.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3447y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3472y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3504y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3487y.jpg

 

Her en der liggen attributen die we in normale omstandigheden rommel zouden noemen, maar in deze historische context het statuut van artefacten gekregen hebben. Het meest opvallend zijn de roestige gietijzeren kachelringen die op een bizarre manier elk hun eigen leven zijn gaan leiden. Een rommelige cairn uit 1974 brengt dan weer de expeditie van Franklin en de vele zoekacties naar mogelijke overlevenden in herinnering. Een rij benzinevaten staat klaar op het strand om helikopters in nood voort te helpen.

Her en der liggen attributen die we in normale omstandigheden rommel zouden noemen, maar in deze historische context het statuut van artefacten gekregen hebben

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3435y.jpg

‘Cultureel artefact’

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3460y.jpg

Wat verder bevinden zich drie Inuitgraven. Ze zijn moeilijk als dusdanig te herkennen omdat er weinig stenen liggen en er nauwelijks sprake is van enige ophoging van de aarde. Bij elk graf ligt een kruis, gemaakt van bewerkt hout. Dat lijkt erop te wijzen dat de graven dateren van na de Frank­lin­ex­peditie en de zoekexpedities. Wellicht waren het Inuit die hier hun producten kwamen verhandelen, aldus Emma.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3477y.jpg

Drie Inuitgraven

Even na twaalf zijn we terug aan boord van de Fram en zetten we onze reis door Prince Regent Inlet verder. In feite breekt nu de laatste fase van onze expeditie door de Noordwestelijke Doorvaart aan – het deel waarop Franklin destijds zijn tanden stuk gebeten heeft, het deel dat pas door Roald Amundsen ontsloten werd.

We naderen het deel waarop Franklin destijds zijn tanden stuk gebeten heeft, het deel dat pas door Roald Amundsen ontsloten werd

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3577y.jpg

Kleine jager

Maar het traject dat deze ontdekkingsreizigers indertijd volgden, daar zullen we een beetje van afwijken. Want zij voeren ten westen van Somerset Island door Peel Sound zuidwaarts, terwijl wij opteren voor het traject via Prince Regent Inlet ten oosten van het eiland. En daar hebben we een goede reden voor. Want Peel Sound is een vrij ondiepe waterweg die ’s zomers soms nog deels dichtgevroren is. Liever zuidwaarts via Prince Regent Inlet dus. Vervolgens zullen we via Straat Bellot ten zuiden van Somerset Island de doorsteek maken om opnieuw netjes in het spoor van Amundsen onze reis voort te zetten.

Indertijd voeren de ontdekkingsreizigers ten westen van Somerset Island door Peel Sound zuidwaarts, wij niet. En daar hebben we een goede reden voor

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\35 Port Leopold\Best Of\NWD_3579y.jpg

Somerset Island

Ondertussen vaart de Fram met iets meer dan elf knopen rustig zuidwaarts, netjes parallel met de kaarsrechte kust van Somerset Island. Indrukwekkend hoe daar de sedimentlagen twee‑, driehonderd meter hoog op elkaar liggen in een perfect regelmatige structuur, verticaal doorsneden door erosiegeulen. Bovenaan dekt een laag eeuwige sneeuw de bruine rotsen af. Hier en daar zoekt een sneeuwtong zich langs een van die geulen een weg naar beneden. Tot een gletsjer zullen ze nooit uitgroeien, deze witte ijsformaties, maar ze brengen wel kleur in het landschap.

Wat moet dat indertijd voor een spektakel geweest zijn in het Paleozoïcum, honderden miljoenen jaren geleden, toen deze sedimentlagen zich over een dergelijke oppervlakte uitsmeerden?

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\36 Prince Regent Inlet\Best Of\NWD_3647y.jpg

Prince Regent Inlet – Somerset Island – Kliffenkust van vijfentwintig kilometer

En dat blijft maar voortduren, vijfentwintig kilometer ver strekken zich aan stuurboord steeds weer diezelfde geologische formaties uit. Wat moet dat indertijd voor een spektakel geweest zijn in het Paleozoïcum, honderden miljoenen jaren geleden, toen deze sedimentlagen zich over een dergelijke oppervlakte uitsmeerden?

Na de lunch zakken we naar het Science Centre op dek 4 af. Want we willen weleens weten hoe het met de watermonsters zit die we gisteren uit de Erebus and Terror Bay opgevist hebben. Daarvoor kunnen we bij onze Duitse marien bioloog Katrin terecht. Ze is al met de Zeiss Stereo Discovery V8 aan de slag, een indrukwekkende optische microscoop. Zodra ze een petrischaaltje met een staaltje van de watermonsters voor het objectief schuift zien we het resultaat op een scherm op de wand verschijnen. Kijk je door de twee oculairs van het toestel, dan krijg je datzelfde wonderlijke beeld, maar nu in drie dimensies. Vreemdsoortige witte stippen, slierten, strengen en objecten lijken boven een zwarte achtergrond te zweven.

Vreemdsoortige witte stippen, slierten, strengen en objecten lijken boven een zwarte achtergrond te zweven

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\34 Beechey Island - Science Boat\Best Of\NWD_3674y.jpg

Watermonsters

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\34 Beechey Island - Science Boat\Best Of\NWD_3673y.jpg

Het zijn vooral diatomeeën die we zien. Dat zijn de eencellige wezens die je overal ter wereld zowel in zout als in zoet water aantreft. Ze passen fotosynthese toe en produceren met z’n allen samen 20 tot 50 % van de zuurstof op aarde. De kans is dus groot dat de zuurstof die wij nu inademen, van diatomeeën afkomstig is.

Maar het is vooral het feit dat ze een specimen van de dinoflagellaten in beeld kan brengen, dat Katrin enthousiast maakt. Ook dit zijn eencelligen, maar ze worden niet eens tot de dieren, de planten of de schimmels gerekend. Taxonomisch vormen ze hun eigen superstam. Rare beestjes zijn dat, weet Katrin uit ervaring. Sommige ondersoorten schromen zich niet elkaar op te eten of zich als vampiers te gedragen. Sommige hebben zelfs een soort harpoen aan boord om andere organismen te doden.

Mooi is dan weer het beeld van een calanus hyperboreus, een transparant blauwachtig roeipootkreeftje van 4 à 5 mm

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\34 Beechey Island - Science Boat\Best Of\NWD_3678y.jpg

Zeiss Stereo Discovery V8

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\34 Beechey Island - Science Boat\Best Of\NWD_3680y.jpg

Calanus hyperboreus (staart links niet zichtbaar)

Mooi is dan weer het beeld van een calanus hyperboreus, een transparant blauwachtig roeipootkreeftje van 4 à 5 mm. Zulke diertjes tref je dicht bij het wateroppervlak aan, maar ze komen net zo goed op een diepte van 5 000 m voor. Om zich voort te planten lanceren wijfjes tussen oktober en maart – tijdens de polaire winter dus – een legsel van 50 tot 150 onbevruchte eitjes op een diepte van 200 tot 500 m. De mannetjes weten wat hen dan te doen staat.

Ook fibers zijn duidelijk op de beelden aan te wijzen. Wat gebeurt daarmee? Voor gastwetenschapper Betty is het niet de bedoeling al deze microplastics te identificeren. Wel zal ze een kwantitatieve analyse maken en de evolutie proberen op te volgen. Overigens is dit het eerste jaar dat dit gebeurt.

Kunnen wij zelf iets doen om microplastics in zee te vermijden als ze zo wijdverspreid zitten, zelfs in het zuiverste drinkwater?

Kunnen wij zelf iets doen om microplastics in zee te vermijden als ze zo wijdverspreid zitten, zelfs in het zuiverste drinkwater? Welja, stelt Betty, we kunnen allerhande voorzorgsmaatregelen nemen – kleding van natuurlijke stoffen dragen, kleding minder vaak wassen, kleding in een waszak wassen waarin de fibers blijven ‘plakken’, geen plastic zakken gebruiken wanneer we gaan winkelen…

In het westen kleurt de quasi wolkeloze horizon oranjerood. Langzaam zakt de zon achter het kustgebergte van Somerset Island weg. Straks zal ze weer helemaal verdwenen zijn en zal de nacht zich over deze wateren leggen. Het herinnert ons eraan dat we al een heel eind zuidwaarts gevaren zijn en het gewone ritme van dag en nacht teruggekeerd is.

Morgenvroeg zullen we bij de oostelijke ingang van Straat Bellot arriveren, legt expeditieleider Maria tijdens de avondlijke briefing uit. Dat is de zeestraat waar Franklin niet eens het bestaan van kende en waar Amundsen geen gebruik van kon maken omdat ze dichtgevroren was. Wij zullen die waterweg dus wel bevaren, zij het met de nodige voorzichtigheid. Want door de Straat Bellot varen, dat is een nogal delicaat manoeuvre. Ze is immers erg smal, niet breder dan zevenhonderd meter. De getijdestromingen die door deze smalle doorgang geperst worden, bereiken erg hoge snelheden – tot 8 knopen of 15 km/u. Heeft je schip een kruissnelheid van 12 knopen, dan is dat iets waar je beslist rekening mee moet houden.

Door de Straat Bellot varen, dat is een nogal delicaat manoeuvre

Maar ervaren navigatieofficieren weten daar wel raad mee. Je moet de natuur gewoon even naar je hand zetten. Want bij hoogtij stroomt het zeewater in een bepaalde richting naar binnen. Bij laagtij komt het er in de tegenovergestelde richting weer uit. Er is dus een keerpunt, een ogenblik waarop de getijdestroming van richting verandert. Op dat moment is de netto snelheid van het water nul.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\36 Prince Regent Inlet\Best Of\NWD_3626y.jpg

Prince Regent Inlet – Somerset Island

Daar zal de Fram morgenvroeg gebruik van maken. De getijdentabel leert ons dat hoogtij ter plaatse om 7.51 u. zal intreden. De Fram zal dan al op vinkenslag liggen en omstreeks kwart voor acht Straat Bellot binnenvaren. Zowat anderhalf uur later zullen we de Straat Franklin bereiken aan het westelijke uiteinde van het kanaal. Vandaar is het meer dan tweehonderd zeemijl of driehonderdzeventig kilometer zuidwaarts tot Gjøa Havn, onze volgende bestemming. De meteorologen verwachten een luchttemperatuur van 5 °C en een windsnelheid 5 m/s. En, voegt Maria er met een glimlachje aan toe, wie weet, misschien krijgen we beloega’s of narwallen te zien.

Roald Amundsen was simpelweg van een ander kaliber, aldus Benjamin, hij stak met kop en schouders boven de andere ontdekkingsreizigers uit

Zo komen we terug op het spoor van Roald Amundsen, de man die er in 1906 eindelijk in zou slagen als eerste de volledige Noordwestelijke Doorvaart te bevaren. Na John Cabot, Henry Hudson en John Franklin is dit de vierde en laatste explorator wiens exploten onze historicus Benjamin in zijn meeslepende stijl met ons wil delen.

Vier eeuwen had het geduurd, vier eeuwen lang waren ontdekkingsreizigers op zoek geweest naar een doorgang van de Atlantische Oceaan naar de Beringstraat. Dat het uiteindelijk Roald Amundsen was die deze pluim op zijn hoed kon steken, was geen toeval. Roald Amundsen was simpelweg van een ander kaliber, aldus Benjamin, hij stak met kop en schouders boven de andere ontdekkingsreizigers uit.

In 1872 werd hij als vierde zoon van een welstellend gezin in Noorwegen geboren, een land dat in feite niet bestond. Noorwegen maakte toen immers deel uit van het Verenigd Koninkrijk van Zweden en Noorwegen, een unie waarin Zweden de lakens uitdeelde en Noorwegen niets in de pap te brokken had. Veel Noren streefden actief naar onafhankelijkheid.

De exploten van John Franklin, dat was zijn ding. Hij schreef zelfs een brief naar de wereldberoemde ontdekkingsreiziger

Vader Jens Amundsen was een scheepstycoon en eigenaar van een hele rist schepen. Geld was geen probleem, Roald kreeg het beste onderwijs, maar een uitblinker op school was hij niet. De exploten van John Franklin, dat was zijn ding. Hij verslond diens reisverslagen en schreef zelfs een brief naar de wereldberoemde ontdekkingsreiziger. En ’s nachts sliep hij steevast met open raam, hoe koud het buiten ook was.

Een keerpunt was de dood van zijn vader toen hij veertien was. Die gebeurtenis tekende de jonge Roald, hij begon zich sterker en onafhankelijker op te stellen. Toch schreef hij zich in op de medische faculteit van een universiteit. Dat was niet wat hij zelf wou, maar wel wat zijn moeder wou. Zijn vader was immers aan boord van een schip gestorven. Dat lot wou zijn moeder haar jongste zoon tot elke prijs besparen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\36 Prince Regent Inlet\Best Of\NWD_3627y.jpg

Prince Regent Inlet – Somerset Island

Maar zijn fascinatie voor de Noordwestelijke Doorvaart werd er niet minder door. Na twintig jaar zoeken naar overblijfselen van de Franklinexpeditie wist men ondertussen vrij goed waar de doorgang te vinden was, maar voorlopig was niemand erin geslaagd om dat effectief te bewijzen. Voor de jonge Amundsen bleef dat een uitdaging.

Cook was het die de bemanning van scheurbuik redde door ze te verplichten rauw vlees van zeehonden en pinguïns te eten

Toen in 1893 zijn moeder stierf, aarzelde Roald niet. Hij hing zijn stethoscoop aan de haak, deed zijn legerdienst en ging in de zomer van 1894 als matroos aan boord van het zeilschip Magdalena. In 1897 scheepte hij in op de Belgica. Als First Mate – tweede in bevel na de kapitein – zou hij deel uitmaken van de Belgische expeditie van Adrien de Gerlache naar het Antarctisch Schiereiland. Een unieke en onovertroffen leerschool werd dat, want het schip kwam meer dan een jaar vast te zitten in het ijs.

Tijdens de maandenlange, donkere poolnacht deed Amundsen onschatbare informatie op. In het bijzonder de kennis van Frederik Cook, een Amerikaanse ontdekkingsreiziger met een opleiding als arts, was goud waard. Hij was het die de bemanning van scheurbuik redde door ze te verplichten rauw vlees van zeehonden en pinguïns te eten, in het bijzonder de lever omdat die veel vitamine C bevat. Ook paste hij een vorm van lichttherapie avant la lettre toe om winterdepressie te bestrijden – hij liet de mannen met naakt bovenlichaam voor een open, gloeiende kachel zitten.

Ook paste hij een vorm van lichttherapie avant la lettre toe om winterdepressie te bestrijden

Zijn eigen expeditie leiden, daar was Amundsen stilaan klaar voor. En het was de Noordwestelijke Doorvaart waar hij zijn zinnen op gezet had. In samenwerking met Fridtjof Nansen ging hij naar een schip op zoek. Het moest sterk zijn, maar ook goedkoop, want hij zou het zelf financieren van zijn bescheiden erfenis. Het schip werd de Gjøa, een oude haringkotter van slechts 46 ton, gebouwd in het jaar waarin Amundsen geboren was. Hij liet er onder meer een dieselmotor van 13 pk op installeren – onze bescheiden zodiacs zijn uitgerust met een motor van 60 pk.

Kleinschaligheid was sowieso een belangrijk uitgangspunt voor Amundsen. Met een kleine boot zou hij immers makkelijk de kust kunnen naderen op zoek naar voedsel. Uiteindelijk zou hij slechts zes zeer ervaren bemanningsleden rekruteren. Het verschil met de Franklinexpeditie – twee boten, 134 grotendeels onervaren bemanningsleden – kon nauwelijks groter zijn.

Twee jaar lang werkte hij aan de voorbereiding van de expeditie, aan het zoeken van bemanning en voedsel. In zijn voorbereiding was hij een extreem perfectionist. Later zou hij zeggen dat tegenslag niet bestaat, slechte voorbereiding daarentegen wel.

Als een dief in de nacht verliet Amundsen op 17 juni 1903 kort na middernacht de haven van Kristiania

Om dat alles te financieren volstond Amundsens eigen kapitaal niet meer. Hij ontkwam er niet aan sponsors te moeten zoeken, al had hij daar een gloeiende hekel aan. Want publiciteit schuwde hij als de pest en op voorhand veel informatie over zijn project geven was zijn stijl niet. Het kwam zover dat zijn schuldeisers beslag wilden laten leggen op zijn schip. Zijn diep gekoesterd project op die manier in duigen zien vallen, daar was Amundsen de man niet naar. Als een dief in de nacht verliet hij op 17 juni 1903 kort na middernacht de haven van Kristiania, zoals Oslo toen nog heette.

In Godthåb, zoals de Groenlandse hoofdstad Nuuk toen nog genoemd werd, kocht hij twintig sledehonden en bijbehorend materiaal – sleden, zwepen, koperen tuigen. In plaats van de Baffinbaai op haar breedste punt over te steken zoals Franklin gedaan had, volgde hij trouw de Groenlandse kust noordwaarts. Hij voer door Melville Bay, een van de woeligste wateren ter wereld, en bereikte de Groenlandse Cape York. Op het piepkleine rotseilandje Dalrymple Rock nam hij 105 kisten proviand aan boord die Schotse walvisvaarders daar voor hem klaargezet hadden. We kunnen het ons nauwelijks voorstellen – zeven mannen, twintig honden en honderdvijf kisten op een schip dat 21,3 m lang is en niet breder dan zes meter.

Niet alleen viel de geomagnetische pool niet netjes met de geografische noordpool samen, ze bleek nog te verschuiven ook

D:\DataReizen\Pacomaja\Ontwikkeling\67 Noordwestelijke Doorvaart\Bronversies\6705 (png) Route Franklin Amundsen.png

De expedities van John Franklin (1845 – ?) en Roald Amundsen (1903 – 1905)

De zwaar beladen Gjøa stak nu de Baffinbaai over en volgde Lancaster Sound westwaarts. Op 22 augustus zetten ze voet aan wal op Beechey Island, het eiland waar Franklin bijna zestig jaar eerder een eerste keer overwinterd had – een emotioneel moment voor Roald Amundsen. In zijn dagboek noemde hij dit een heiligdom voor het poolonderzoek. Hij zou er een avond lang mediteren.

Amundsen had meer op het oog dan alleen maar de allereerste persoon te worden die de Noordwestelijke Doorvaart bedwongen had

Door Peel Sound ging het nu verder zuidwaarts. Vandaar had hij meteen door het ijsvrije water naar het westen kunnen varen, aldus Benjamin. Maar dat deed hij niet. Want hij had meer op het oog dan alleen maar de allereerste persoon te worden die de Noordwestelijke Doorvaart bedwongen had.

Een probleem dat de wetenschappers van die tijd bezighield, was de positie van de geomagnetische noordpool. Niet alleen viel die niet netjes met de geografische noordpool samen, ze bleek nog te verschuiven ook. In 1904 bevond de geomagnetische pool zich ter hoogte van de westkust van het schiereiland Boothia. Wilde hij het gedrag van deze wispelturige pool bestuderen, dan zat Amundsen nu op de eerste rij. En dat was van meet af aan ook het plan. Want vooraleer hij met de Gjøa uit Kristiania vertrok, had hij in het Duitse Hamburg professor Georg von Neumayer opgezocht, een wereldexpert inzake aardmagnetisme. Die gaf hem een snelcursus in zijn vak.

Het kwam er dus op aan een geschikte plek te vinden om te overwinteren. Op 9 september arriveerden ze in een baai op de zuidelijke oever van King William Island. Er waren rivieren met zoet water in de buurt, evenals fazanten, ganzen en rendieren. Aan proviand zou het hun dus niet ontbreken. Bovendien waren er overblijfselen van een Inuitkamp. Als Inuit deze plek veilig achten, dan was Amundsen gerustgesteld. Tegenwoordig kennen we deze plek als Gjøa Havn, een nederzetting met ongeveer 1 300 inwoners.

Gaandeweg leerde Amundsen in slechts twee uur een vierpersoonsiglo te bouwen

Niet een, maar twee volle winters lang bleef Amundsen in Gjøa Havn om de beweging van de geomagnetische noordpool in kaart te brengen. Tussendoor probeerde hij van de lokale Inuit alles te leren wat er te leren viel. Want deze stam, de Netsilik, was een van de meest geïsoleerde groepen van Arctisch Canada. Heel hun leven waren zij volledig op zichzelf aangewezen. Als hij ergens kon leren hoe te overleven in het barre poolklimaat, dan was het hier wel.

Zo was er de kleding. Europese kleding was waardeloos eens ze nat geworden was. Gebruikte je kariboehuiden of zeehondenhuiden om je te kleden, dan was dat geen probleem. Bont was comfortabeler en warmer, hield zichzelf schoon en woog de helft minder. Wilde je warme voeten, dan stopte je ze in sokken van rendierhuid gevoerd met gras.

Tentjes, daar had je bij – 40 °C niets aan. De wind waaide er dwars doorheen. Iglo’s deden het stukken beter. Gaandeweg leerde Amundsen in slechts twee uur een vierpersoonsiglo te bouwen. Een knappe prestatie, al hadden de Netsilik daar maar een half uur voor nodig.

Honden moest je niet twee per twee voor je slede spannen zoals in Scandinavië gebruikelijk was

Hondensleden waren het ideale transportmiddel aan de polen. Dat wist Amundsen al. Maar dan moest je de honden niet twee per twee voor je slede spannen zoals in Scandinavië gebruikelijk was, maar ze in een waaier voor je uit laten rennen. Niet alleen is dat veiliger als er plots een gat in het ijs opduikt, je kan de honden ook in één beweging losmaken als ze een prooi zien. Strijk je voor het vertrek dunne laagjes water over de ijzers van de slede, dan bevriest dat onmiddellijk en glijdt je slede veel beter.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\36 Prince Regent Inlet\Best Of\NWD_3649y.jpg

Prince Regent Inlet – Somerset Island

Dat Amundsen besliste om een tweede winter in Gjøa Havn door te brengen was niet in goede aarde gevallen bij de zes andere bemanningsleden. Dat hij van meet af aan seksueel contact met Inuitvrouwen verboden had, evenmin. Maar ze hielden vol. Uiteindelijk trokken ze op 13 augustus 1905 verder westwaarts, bijna twee jaar na hun aankomst.

De 33-jarige Amundsen vroeg hoe oud ze hem schatten. De antwoorden varieerden tussen 59 en 77 jaar

Straat Simpson werd hun eerste beproeving. Een ondiepe waterweg was dat, 64 km lang, met talloze kleine eilanden. Overal dreef ijs op het water, de dichte mist reduceerde de zichtbaarheid aanzienlijk. Constante waakzaamheid was noodzakelijk, vier dagen lang durfde Amundsen niet eens te slapen. Op 17 augustus bereikten ze Cambridge Bay, de nederzetting op Victoria Island die de eindbestemming van onze Fram vormt.

De mentale doorbraak kwam er op 26 augustus. De Gjøa bevond zich nu in open water in wat tegenwoordig de Golf van Amundsen heet. Toen ze in de verte de walvisjager Charles Hansson uit San Francisco in het oog kregen, wisten ze het – ze hadden de doorvaart gerealiseerd. Bij de kennismaking met de bemanning van de walvisjager vroeg de 33-jarige Amundsen hoe oud ze hem schatten. De antwoorden varieerden tussen 59 en 77 jaar.

Verder varen naar hun eindbestemming Nome op de kust van de Straat Bering leek nu een koud kunstje voor de Gjøa. Maar dat was het niet. Het oprukkende zee-ijs stak er een stokje voor. Noodgedwongen gingen ze op 1 september aan land bij King Point en overwinterden er een derde keer, samen met de bemanning van twaalf andere schepen.

Maar Amundsen zat op hete kolen. Dat hij als eerste de Noordwestelijke Doorvaart gerealiseerd had, moest onmiddellijk wereldkundig gemaakt worden. Het dichtstbijzijnde telegraafstation bevond zich echter in Fort Yukon, ongeveer vijfhonderd kilometer zuidwaarts, dwars door de sneeuwwildernis. Dat schrikte hem geenszins af. Een maand later stond hij in Fort Yukon, om er te vernemen dat er geen telegraafstation was. Daarvoor moest hij naar Eagle City, ruim tweehonderdvijftig kilometer stroomopwaarts langs de Yukon. Weer liet hij zich niet ontmoedigen. Het tekent de man ten volle – zijn eerzucht, zijn ambitie, zijn doorzettingsvermogen, zijn onverschrokkenheid.

Amundsen had geen rooie cent op zak, hij kon het telegram simpelweg niet betalen

Op 5 december kon hij eindelijk zijn bericht versturen. Al was ook dat kantje boord. Amundsen had geen rooie cent op zak, hij kon het telegram simpelweg niet betalen. Maar de telegrafist zag het belang van de zaak in en was bereid het telegram gratis te versturen. Noorwegen was in alle staten. Het land was nog maar net onafhankelijk geworden en kon nu al op een prestatie van wereldformaat bogen. De nieuwbakken koning kon fier zijn op zijn land. En de schuldeisers veegden in een mild gebaar Amundsens schulden van tafel.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2023-08-13 Noordwestelijke Doorvaart\36 Prince Regent Inlet\Best Of\NWD_3715y.jpg

Prince Regent Inlet – Zonsondergang boven Somerset Island (72° 35’ NB)

Voor de zesde en laatste keer moeten we de klok een uur achteruit zetten – drie uur wordt twee uur. Dat betekent dat we al acht uur achterlopen op België.

Top

Jaak Palmans
© 2023 | Versie 2024-01-08 14:00

Lees het vervolg in (6/6)
Wat is het probleem eigenlijk?