English version

De eerste ontmoeting, maar ook de laatste

Groenland  |  Anno 2022

 

Donderdag 1 september | Ice Edge

Vrijdag 2 september | Hochstetterbugten – Karl Pynt

Zaterdag 3 september | Gael Hamke Bugt – Dødemandsbugten

Zondag 4 september | Myggbukta – Kap Franklin

 

D:\DataReizen\Pacomaja\Ontwikkeling\64 Noordoost-Groenland\Bronversies\6402 (png) IceEdge.png

 

Donderdag 1 september | Ice Edge

Luchttemperatuur 4 °C, watertemperatuur 6 °C, meldt assistent-expeditieleider Marcel ons via de intercom bij het ontwaken. Dat is al wat kouder dan gisteren, de invloed van de Oost-Groenlandstroom doet zich kennelijk gelden. Een blik op de kaart leert ons dat we nog altijd ruim honderd kilometer van de Groenlandse kust verwijderd zijn. De wind is grotendeels gaan liggen, het gevolg daarvan is dat boven het water een vrij dichte mist blijft hangen. De zee wordt rustig genoemd, maar ons ontgaat het niet dat het schip behoorlijk schommelt. De basisregel “één hand voor de boot” is meer dan ooit van toepassing.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0332y.jpg

Een titanicske doen is voor de kapitein geen optie. Voor ons ook niet

Eens het ontbijt achter de kiezen haasten we ons vol verwachting naar de voorplecht. Want omstreeks tien uur zullen we ice edge bereiken, de zuidelijke rand van het zee-ijs. De Hondius vordert traag, erg traag, maar kapitein Tony heeft twee verdomd goede redenen om voorzichtig te zijn – de dichte mist en het naderende zee-ijs. Want een titanicske doen is voor hem geen optie. Voor ons ook niet.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0355y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0359y.jpg

 

Om tien na tien is het zover. De eerste ijsschots botst vooraan tegen de boeg van het schip. Dat gebeurt met een zware, doffe plof op de metalen romp, maar de Hondius kan dat aan. Hij is immers ijsversterkt. Gaandeweg doemen steeds meer ijsschotsen uit de mist op. Kleine en grote ijsschotsen, grotendeels wit, soms deels lichtblauw. Zachtjes deinen ze op het water op en neer en dempen de golven een beetje. Grote ijsschotsen worden door de boeg kordaat aan de kant geduwd. Met een lichte draaiing drijven ze van het schip weg en dragen hun rotatie op andere ijsschotsen over, zodat op het wateroppervlak een raderwerkje van witte tandwielen ontstaat. Wind is er niet, maar het regent lichtjes. Of moeten we dat mist noemen, die minuscule waterdruppeltjes in de lucht?

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0356y.jpg

Gaandeweg doemen steeds meer ijsschotsen uit de mist op. Kleine en grote ijsschotsen, grotendeels wit, soms deels lichtblauw

Een klein dozijn noordse sterns vliegt op van een ijsschots. Noordse stormvogels zweven statig boven de ijsschotsen. Kleine alken laten zich hier en daar tussen het ijs opmerken vooraleer ze kopje onder gaan, in het koude water naar voedsel zoekend. Stilaan beginnen ze hun wintervacht te krijgen. De grijze veren in hun nek zijn de voorbode van het witte kopje dat hen door de winter zal brengen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0387y.jpg

Noordse stormvogel

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0391y.jpg

Kleine alken

Maar het zou een vergissing zijn te denken dat deze vogels het enige, of zelfs maar het belangrijkste teken van leven zijn aan de rand van het pakijs. Daar laat bioloog Louis niet de minste twijfel over bestaan. De ecosystemen van de polen bestuderen – in het bijzonder de eencelligen – is zijn specialiteit. Niet vanuit zijn comfortabele bureaustoel, maar wel als veldonderzoeker ter plaatse. Met zijn slede over de Groenlandse ijskap trekken of de hoogste bergen in Spitsbergen beklimmen, dat hoort bij zijn job. Geschaalde amoeben en andere eencelligen zijn best op hun hoede als Louis voorbijkomt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0352y.jpg

Meer dan tweeduizend jaar geleden zeilde Pytheas naar een land dat hij Ultima Thule noemde

Maar eerst staat hij even stil bij de exploten van een zekere Pytheas, helaas een nobele onbekende voor ons. Net zoals wij is deze Griekse koopman, astronoom en geograaf ooit tot aan de rand van het pakijs gevaren. Maar dat gebeurde dan wel meer dan tweeduizend jaar geleden. Omstreeks 325 v.Chr. voer hij tussen de Zuilen van Hercules door – de Straat van Gibraltar dus – en verliet zo zijn vertrouwde omgeving van de Middellandse Zee. Vervolgens ging het noordwaarts, via Bretagne en de beroemde tinmijnen van Cornwall zeilde hij naar een land dat hij Ultima Thule noemde. Wat hij daar precies mee bedoelde, weten we niet – IJsland, Groenland of gewoonweg Noorwegen?

Alleszins deed Pytheas onderweg een aantal opmerkelijke vaststellingen. Zo leerde hij de getijden kennen – in de Middellandse Zee een onbekend verschijnsel – en legde hij zelf het verband met de maanstanden. Voorts stelde hij vast dat de zon lager stond naarmate hij verder noordwaarts vorderde, maar ook dat de dagen dan langer werden. Hij had het zelfs over plaatsen waar de zon nooit onderging, stel je voor. En ten slotte beschreef hij zijn confrontatie met een oceaan die bevroren was – de rand van het pakijs dus. Dat leverde hem bij zijn terugkeer in Griekenland flink wat hoongelach en spot op. Want een oceaan die bevriest, dat kan natuurlijk niet. Dat weet iedereen.

Een oceaan die bevriest, dat kan natuurlijk niet. Dat weet iedereen

Het ligt inderdaad niet voor de hand dat zout water bevriest. Het verschil met ijsvorming op zoet water is dan ook groot. Neem een zoetwatervijver in de winter. Door contact met de koude lucht koelt het water aan de oppervlakte af. Koud water is echter een beetje ‘zwaarder’ dan warm water. Nauwkeuriger gezegd, koud water heeft een grotere dichtheid dan warm water. Het koude water zakt dus naar beneden, het warme water drijft naar boven en wordt op zijn beurt afgekoeld. En zo gaat dat zoetjesaan verder, al het water in de vijver koelt in gelijke mate af.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0390y.jpg

 

Maar dan, bij een temperatuur van 4 °C, gebeurt er iets vreemds. Het koude water zakt niet langer naar de diepte, maar blijft op het warmere water drijven. Water bereikt immers zijn grootste dichtheid bij 4 °C. Water van 2 °C is ‘lichter’ dan water van 4 °C. Het gevolg is dat het water aan de oppervlakte verder afkoelt zonder zich nog langer met de onderliggende waterlagen te vermengen. Uiteindelijk bereikt het een temperatuur van 0 °C en bevriest het. Een bevroren vijver is dus meestal een watermassa met een temperatuur van 4 °C, met daar bovenop een ijslaag – hopelijk dik genoeg om er lekker op te kunnen schaatsen.

Zout zeewater moet tot een diepte van enkele tientallen meters voldoende afgekoeld zijn, vooraleer zich aan de oppervlakte ijskristallen vormen

Zout zeewater daarentegen bevriest niet bij 0 °C, maar bij –1,8 °C. Bovendien kent het de anomalie bij 4 °C niet. De cyclus van water dat aan de oppervlakte afkoelt, naar beneden zakt en ‘afgelost’ wordt door warmer water dat naar boven komt, blijft er doorgaan tot bijna al het water de vriestemperatuur van –1,8 °C bereikt heeft. In de praktijk moet zeewater tot een diepte van enkele tientallen meters voldoende afgekoeld zijn, vooraleer zich aan de oppervlakte ijskristallen vormen. Maar dan gaat het snel. De ijskristallen klitten samen tot ijsplaten die aan de onderkant verder aangroeien. Tot een mooie ijslaag waarop je kan schaatsen leidt dit proces echter niet. Daar zorgen de woelige zee, de immer aanwezige stromingen en de gure winden wel voor. Het resultaat is een grillig ijslandschap, met ijsschotsen die uiteengereten worden en terug tegen elkaar gesmeten, en met pakijs vol grachten en richels – de fameuze sastrugi.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0340y.jpg

Een blok zee-ijs moet je als een soort gruyèrekaas zien waar de holtes met pekel gevuld zijn in plaats van met lucht

In dat bevroren water is er voor zout eigenlijk geen plaats. Terwijl ze zich aan elkaar hechten, persen de ijskristallen het zout weg. Uiteindelijk hoopt het zout zich in holtes, barsten en spleten op. Een blok zee-ijs moet je dus niet als een massief voorwerp zien, beklemtoont Louis, maar wel als een soort gruyèrekaas waar de holtes met pekel gevuld zijn in plaats van met lucht.

Zo ontstaan er pekelkanaaltjes in het ijs. Door hun hoog zoutgehalte vriezen die niet dicht. Hoe onaantrekkelijk dat milieu ook is – te koud en te zout – toch zijn sommige algen er zich gaan thuis voelen. Deze eencellige ijsalgen worden diatomeeën genoemd. Groot zijn ze niet, amper 0,05 mm. Met het blote oog kan je ze dus niet zien. Toch zijn ze niet helemaal onzichtbaar. Want met een beetje geluk kan je ze als een slijmachtige, bruine laag op de onderkant van ijsschotsen waarnemen.

Wat deze diatomeeën bijzonder maakt is het feit dat ze zelf voor hun voedselvoorziening instaan. Ze voeden zich dus niet door andere beestjes op te eten, maar wel door zelf hun voedsel uit anorganische stoffen zoals stikstof en fosfaten te halen. Daar gebruiken ze fotosynthese voor. En dat doet bij ons meteen een belletje rinkelen. Inderdaad, wat eetbare planten zijn voor mens en dier, zijn deze piepkleine diatomeeën voor het ecosysteem van het zee-ijs.

Met een beetje geluk kan je de diatomeeën als een slijmachtige, bruine laag op de ijsschotsen waarnemen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0527y.jpg

IJsalgen

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0518y.jpg

Kleine alk

Een hele menagerie van diertjes die op, in en onder het pakijs leven, voedt zich uitsluitend met deze diatomeeën – platwormen, raderdiertjes, rondwormen, noem maar op. We zouden dit de graseters van de ijswereld kunnen noemen. Vervolgens komen de vleeseters aan de beurt, de diertjes die de graseters opeten. Dat zijn dan vooral de roeipootkreeftjes, minuscule kreeftachtige wezentjes die ongeveer één tot drie millimeter groot zijn. Onderschat ze niet, deze piepkleine diertjes. In kilogram uitgedrukt wordt de massa van alle roeipootkreeftjes ter wereld samen ongeveer vierhonderd keer zo groot geschat als de totale massa van de acht miljard mensen die op aarde rondlopen. De ijsschotsen waar wij daarstraks naar stonden te kijken, bruisen dus van het leven.

Maar daar stopt het niet. Roeipootkreeftjes worden door poolkabeljauwen opgegeten, poolkabeljauwen door drieteenmeeuwen, drieteenmeeuwen door zeehonden, zeehonden door ijsberen. Kortom, diatomeeën staan aan de basis van de hele Arctische voedselketen, van klein naar groot. Gaat het slecht in dit ecosysteem, dan zullen we dat eerder uit het wedervaren van de diatomeeën kunnen afleiden dan uit dat van de ijsberen. Toch zijn het niet de diatomeeën die tot symbool van de strijd tegen de klimaatopwarming uitgegroeid zijn, stelt Louis met een zweem van spijt vast, het zijn de ijsberen. Maar tegen het knuffelgehalte van een ijsbeer kunnen diatomeeën nu eenmaal niet op, dat beseft Louis ook.

Vetzuren maken van roeipootkreeftjes de ideale voedselbron voor hogere organismen

Wil je als warmbloedig dier in de Arctis overleven, dan zijn vetzuren essentieel. Door vet te verbranden hou je immers je lichaamstemperatuur op peil. Bij zeezoogdieren dient vet zelfs als isolatie. Maar zoogdieren kunnen zelf geen vet aanmaken. Diatomeeën daarentegen, hoe klein ook, kunnen dat wel. Roeipootkreeftjes lusten daar wel pap van, zij weten dit kostbare vet te verteren en in hun lichaam op te slaan. Tot zeventig procent van hun drooggewicht bestaat uit vet. Dat maakt van roeipootkreeftjes de ideale voedselbron voor hogere organismen. Zo doorlopen de vetzuren van de diatomeeën de hele voedselketen en belanden ze via enkele tussenstadia in de hoogste regionen ervan – de zeehonden en de ijsberen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0442y.jpg

 

Maar vaak klopt dat mooie plaatje niet meer. Neem bijvoorbeeld de kleine alken die we daarstraks op het ijs zagen. Roeipootkreeftjes staan helemaal bovenaan op hun menu. Een kleine alk met een lichaamsmassa van 150 g eet normaal 60 000 roeipootkreeftjes per dag. Maar door de klimaatopwarming rukken andere roeipootkreeftjes geleidelijk uit het zuiden op en verdringen de Arctische soorten. So what, zal je zeggen, verandering van spijs doet eten. Maar die zuiderse soorten bevatten veel minder vetzuren. In het warmere water hebben ze dat immers niet nodig. Om dezelfde hoeveelheid vetzuren te vergaren moeten de kleine alken daarom veel meer roeipootkreeftjes vangen. Lukt dat niet, dan komen de overlevingskansen van de kuikens in het gedrag.

Diatomeeën staan aan de basis van de hele Arctische voedselketen

Analoog voor drieteenmeeuwen. Poolkabeljauw is de nummer een op hun spijskaart, maar door de klimaatopwarming rukt de vetarme Atlantische kabeljauw op naar het noorden en verdringt er de Arctische kabeljauw. Om dezelfde hoeveelheid vetzuren binnen te krijgen moeten drieteenmeeuwen nu meer vissen vangen. Voor het oprukken van soorten uit het zuiden hebben wetenschappers zelfs al een naam bedacht – de Atlantificatie van de Arctis.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0488y.jpg

 

Roeipootkreeftjes ervaren dan weer andere problemen met hun voedselvoorziening. Bij het begin van de lente, wanneer het ogenblik nadert waarop ze eitjes zullen leggen, komt de jaarlijkse bloei van de eencellige ijsalgen – de diatomeeën – als geroepen. Gretig doen de roeipootkreeftjes zich aan het energierijke voedsel vol vetzuren te goed. Hoe meer hoogkwalitatief voedsel, hoe meer eitjes ze zullen kunnen aanmaken. Later in het jaar komen de larven uit die eitjes, precies op het ogenblik waarop weer een andere algensoort haar jaarlijkse bloei doormaakt, zodat de larven voedsel in overschot hebben. Beide cycli zijn mooi op elkaar afgestemd.

De larven van de roeipootkreeftjes komen te laat aan tafel, het voedsel is grotendeels verdwenen

Althans, zo ging het vroeger. Maar tegenwoordig smelt het ijs vroeger. Dunner ijs laat meer zonnestraling door, dus kunnen de algen hun fotosynthese vroeger in gang zetten. De bloei van de algen treedt vroeger op, soms zelfs enkele weken. De larven van de roeipootkreeftjes komen daardoor te laat aan tafel, het voedsel is grotendeels verdwenen. Zo komt de optimale groei van de larven in het gedrang. Een tekort aan roeipootkreeftjes plant zich als een schokgolf door heel de voedselketen voort, besluit Louis.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0484y.jpg

 

Buiten zijn er ondertussen weer volop ijsschotsen in het water verschenen. Maar we kijken er met een andere blik naar. We weten nu dat het in die koude, ogenschijnlijk doodse wereld krioelt van het leven. Althans in de lente en de zomer. Want op dit ogenblik bereiden de roeipootkreeftjes zich op de winter voor. Die brengen ze op een grotere diepte door, in een toestand vergelijkbaar met een winterslaap, waarbij ze zo weinig mogelijk van de energie verbruiken die in hun vetzuren opgeslagen is.

Een blik op het tv-scherm met de realtime scheepsroute leert ons dat de Hondius ongeveer een uur geleden een hoek van ongeveer 90° gemaakt heeft. Voorheen voeren we westzuidwest in de richting van Shannon Island, nu varen we pal zuidwaarts, evenwijdig met de Groenlandse kust. Betekent dit dat de landing op Shannon geschrapt is? Daar lijkt het alleszins op.

De bedoeling van Dixie Dansercoer en Sébastien Audy was om te voet, met een slede achter zich aan, de Groenlandse ijskap over te steken

Langzaam naderen we nu 75° 04’ 53” NB. Wat aan die breedtegraad zo bijzonder is, weet Stefan ons te vertellen. Jarenlang was hij communicatieverantwoordelijke bij de vele expedities van Dixie Dansercoer aan noord‑ en zuidpool. Maar op 7 juni 2021 kwam daar tijdens een expeditie in Groenland abrupt een dramatisch einde aan. De bedoeling van Dixie Dansercoer en Sébastien Audy was om te voet, met een slede achter zich aan, de Groenlandse ijskap over te steken. Voortgestuwd door snowkites zou die tocht hen van Narsarsuaq helemaal in het zuiden naar Qaanaaq, het vroegere Thule, helemaal in het noorden brengen, een afstand van meer dan 2 200 km. Al 31 dagen waren ze onderweg toen het ter hoogte van Kullorsuaq fout liep. Een verraderlijke ijsbrug over een diepe crevasse werd de 58‑jarige poolreiziger fataal.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0536y.jpg

 

Dixie liep vlak voor me. Tot hij plots voor mijn ogen door de grond zakte en in de sneeuw verdween. In een fractie van een seconde was het gebeurd. Zijn slee werd achter hem aan gezogen, vertelde Sébastien achteraf. Dat ze in een zone terechtgekomen waren waar zich veel ondergrondse kloven bevonden, bedekt met verraderlijke ijsbruggen, hadden ze al gemerkt aan de kleine niveauverschillen in de sneeuw. Zodra ze dat in de gaten kregen, waren ze onmiddellijk gestopt en hadden ze hun kites opgeborgen met de bedoeling te voet terug te keren. Tot Dixie voor mijn ogen verzwolgen werd, herinnert Sébastien zich.

Tot hij plots voor mijn ogen door de grond zakte en in de sneeuw verdween. In een fractie van een seconde was het gebeurd

Vijf uur duurde het vooraleer de hulpdiensten er waren – erg snel voor zo’n afgelegen gebied. Maar hulp kon niet meer baten. Vijfentwintig meter diep in de kloof vonden de hulpverleners Dixie’s slede, maar meer dan veertig meter konden ze niet afdalen in de negentig meter diepe kloof. Dixie’s lichaam zal wellicht eeuwig rusten in een omgeving die hem lief was.

Dat alles gebeurde op ongeveer 75° 04’ 53” NB, dezelfde breedtegraad als waar wij ons nu bevinden, maar dan aan de westkant in plaats van de oostkant van Groenland. Voldoende reden voor Stefan om uitgebreid stil te staan bij Dixie’s inspirerende leven, en dan in het bijzonder bij de zeven langeafstandsexpedities die hij ondernam.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0538y.jpg

 

Meest in het oog springend is ongetwijfeld de South through the Pole-expeditie. Samen met Alain Hubert slaagde Dixie er in de zomer van 1997–1998 in Antarctica over te steken. Slechts 99 dagen hadden ze nodig om met snowkites een traject van bijna 4 000 km af te leggen, wat tegelijkertijd een technologische innovatie en een nieuw record was. Het doel zien en niet het obstakel was Dixie’s devies. Amper twee dagen na hun vertrek aan de voormalige Koning Boudewijnbasis brak Dixie twee ribben toen hij tussen verraderlijke sastrugi zijn slede over zich heen kreeg. Dat belette hem niet om 97 dagen later het Amerikaanse McMurdo Station te bereiken. Over doorzettingsvermogen gesproken…

Amper twee dagen na hun vertrek aan de voormalige Koning Boudewijnbasis brak Dixie twee ribben

Buiten dient zich ondertussen weerom spektakel aan. Wat we vanmorgen te zien kregen, verbleekt bij wat zich nu rond de Hondius afspeelt. We zijn een indrukwekkende zone van zee-ijs binnengevaren. Wellicht verklaart dat ook de bocht die de Hondius daarstraks nam. Het ijs belet ons verder westwaarts te varen, we moeten meer zuidelijk een doorgang zien te vinden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0497y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0506y.jpg

De boeg van het schip klieft het ijs

Honderden ijsschotsen verdringen zich rond het schip, vaak tien tot twintig meter in doormeter. Meestal zijn ze wit, soms zijn ze azuurblauw als het ijs zich onder de waterlijn bevindt. Zachtjes deinen ze mee op het zwarte zeewater. Voortdurend klotsen ze tegen de boeg, maar de ijsversterkte Hondius laat zich daardoor niet afschrikken en zet stug zijn weg voort. Soms voelen we zelfs de schok en davert de Hondius heel eventjes wanneer een enorme ijsschots tegen de romp botst en vervolgens met veel geraas over het metaal schuurt.

Soms davert de Hondius heel eventjes wanneer een enorme ijsschots tegen de romp botst en vervolgens met veel geraas over het metaal schuurt

Dichte mist beperkt het zicht tot enkele tientallen meter. Toch laat zich af en toe een stormvogel opmerken die boven de ijsschotsen zweeft. Elders zitten twee kortbekzeekoeten op het ijs, herkenbaar aan de witte streep op hun snavel. Een kleine alk zoekt zich moeizaam een weg over de grillige ijsschotsen. Bruinrode vlekken ‘ontsieren’ het maagdelijke ijs. Dat zijn natuurlijk de ijsalgen waar Louis het daarstraks over had.

Rond Île de France is het ijs de afgelopen uren nog compacter geworden, weet expeditieleider Adam tijdens de avondlijke recap te melden. Dat leren ons de ijskaarten. Maar het goede nieuws is dat we morgen voet aan land zullen zetten. In de voormiddag zullen we op Bass Rock landen, een piepklein, rotsachtig eiland een tiental kilometer bezuiden Shannon.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\03 Ice edge\Best Of\GROE0539y.jpg

 

Toeval is dat niet, want de zone tussen beide eilanden staat bekend als een polynja, een groot gebied met open water dat heel de winter door niet dichtvriest. De Sirius Water Polynja, zo noemen ze deze zone. Jaar na jaar, telkens als de ijsvorming inzet, komt deze polynja opnieuw tevoorschijn in de overgangszone tussen het zee-ijs en het ijs dat aan het land vastzit. Het zijn stormwinden uit het noorden die dit verschijnsel veroorzaken. Zodra in de herfst ijskristallen op het wateroppervlak verschijnen, worden ze door die winden zuidwaarts gedreven nog voor ze tot ijsplaten kunnen samenklitten. IJsvorming wordt in die omstandigheden quasi onmogelijk gemaakt. Archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat deze polynja zich al minstens 4 500 jaar manifesteert.

De polynja is een van de weinige biologische hotspots op het Oost-Groenlandse plat

Eeuwen geleden waren de eerste Europese ontdekkingsreizigers dan ook al vertrouwd met deze plek. Ook de fauna weet de voordelen van een polynja te appreciëren. Het is een van de weinige biologische hotspots op het Oost-Groenlandse plat. Vanzelfsprekend was dat dan weer de Groenlandse Inuit niet ontgaan. Vandaar dat je op de kusten belangrijke concentraties van hun lente‑ en zomernederzettingen kan aantreffen.

In de namiddag staat er zelfs al een tweede landing op het programma, met name Kap Philippe Broke, de zuidelijkste kaap van Shannon.

Morgen zetten we voet aan land. Eindelijk.

Top

Vrijdag 2 september | Hochstetterbugten – Karl Pynt

De luchttemperatuur bedraagt 0 °C, de watertemperatuur 2,5 °C, zo vernemen we om zeven uur bij de wake-upcall. Vaag herinneren we ons bij het ontwaken dat vannacht omstreeks twee uur enkele zware dreunen ons even gewekt hebben. Waren dat ijsschotsen waarop de Hondius stootte?

Alleszins is de zee nog altijd woelig, maar de horizon is zichtbaar. Rechts in de verte zien we het donkere silhouet van Shannon, links dat van de Pendulumeilanden met vooraan het kleinere Bass Rock. Mist is er niet, wolken zijn er des te meer. Het grijze wolkendek hangt laag boven de Hochstetterbugten, de baai die toegang geeft tot de Ardencaplefjord. De meeste bergtoppen zitten achter de wolken verscholen, enkel hun flanken zijn zichtbaar.

Toch mogen we de afstand niet onderschatten. Die bergen bevinden zich maar liefst negentig kilometer van ons vandaan

Maar dat is niet overal zo. Recht voor ons uit liggen de met sneeuw bedekte bergketens van het vasteland in de ochtendzon te schitteren. Toch mogen we de afstand niet onderschatten. Die bergen bevinden zich maar liefst negentig kilometer van ons vandaan. De heldere, zuivere poollucht laat ons veel verder kijken dan we gewend zijn.

Terwijl we over het dek kuieren, realiseren we ons dat het ook voor ons oppassen geblazen is. De vele plasjes water kunnen bevroren en dus glad zijn. Diep in zee laat een eenzame ijsberg zich opmerken. Ook voor de kust drijven er een paar.

Half acht. Het is drummen voor het ontbijt, want iedereen wil tijdig klaarstaan wanneer straks om half negen het signaal weerklinkt dat de zodiacs vertrekken. Twee zodiacs met scouts zijn er ondertussen al op uit getrokken om de landing op Bass Rock voor te bereiden.

Uit je zodiac stappen terwijl deze op de golven anderhalve meter op en neer deint is een levensgevaarlijke onderneming

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\04 Bass Rock - Shannon\Best Of\GROE0627y.jpg

Bass Rock

Tien voor acht. Via de intercom valt het bericht binnen dat de landing op Bass Rock niet zal doorgaan. Zo zwaar is de golfslag dat de scouts niet eens aan land konden gaan. Uit je zodiac stappen terwijl deze op de golven anderhalve meter op en neer deint is een levensgevaarlijke onderneming.

Kwart voor negen. Weerom slecht nieuws via de intercom. Gezien de hevige deining op de rotskust komt, zoals te verwachten was, ook Shannon niet in aanmerking voor een landing. Dezelfde winden die al eeuwenlang de polynja ijsvrij houden, beletten ons vandaag op de kusten van Hochstetterbugten aan wal te gaan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0655y.jpg

Kuhn Ø

Op zoek gaan naar een plek die niet alleen ijsvrij is maar ook windarm, dat blijkt onze enige optie te zijn. Daartoe zullen we dieper in de Hochstetterbugten moeten doordringen. Peters Bugt, meer bepaald de omgeving van Karl Pynt, lijkt een geschikte kandidaat te zijn. Dat wordt dan Plan C. Het zal een uur of vijf duren vooraleer we er zijn. Want kapitein Toni gaat voorzichtig te werk. Niet alles is hier in kaart gebracht, veel beschutte plaatsen zijn niet toegankelijk omdat niet bekend is hoe diep het er is – de diepgang van de Hondius bedraagt 5,3 m. Heel anders dus dan Adrien de Gerlache die indertijd in het kader van zijn ontdekkingsreis systematisch alle hoeken en kanten van de baai opzocht.

Meer dan 70 % van de aarde is met water bedekt. Toch kan je niet meer dan 2,5 % van alle vogelsoorten tot de zeevogels rekenen

Ondertussen verzamelen we in de lounge voor een lezing over zeevogels. Want daar weet gedragsecoloog Cas bijna alles van. Wereldwijd blijken er slechts een vierhonderdtal soorten zeevogels te bestaan. Een hoogst merkwaardige vaststelling is dat. Want meer dan 70 % van de aarde is met water bedekt. Toch kan je niet meer dan 2,5 % van alle vogelsoorten tot de zeevogels rekenen. Een zeevogel zijn is dan ook niet evident. Begin er maar eens aan, dag in, dag uit boven het water zweven, soms op het water drijven, slechts enkele maanden per jaar aan land mogen gaan om te broeden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0744y.jpg

Hochstetterbugten

Allemaal foerageren ze op zee, toch sta je te kijken van de grote verscheidenheid aan technieken die ze hanteren. Noordse stormvogels plukken hun voedsel drijvend uit het water, jan-van-genten duiken pijlsnel als torpedo’s het water in, sterns hangen ‘biddend’ boven het water tot ze een prooi in de gaten krijgen, aalscholvers zwemmen onder water achter hun prooi aan. En de kleine jager is de vermetelste van allemaal. Deze kleptoparasiet jaagt andere vogels de stuipen op het lijf tot ze hun prooi laten vallen.

Je ziet papegaaiduikers soms met tien tot vijftien gladde visjes in hun bek voorbij vliegen zonder dat ze er ook maar eentje verliezen, zelfs niet als ze er nog eentje vangen

Tijdens het broedseizoen staan beide ouders in voor het bevoorraden van de kuikens. Dat betekent altijd maar heen en weer vliegen tussen open zee en rotskust met het voedsel in een krop in hun keel. Of in hun bek, als het niet te ver is. Vooral papegaaiduikers zijn daar echte meesters in. Je ziet ze soms met tien tot vijftien gladde visjes in hun bek voorbij vliegen zonder dat ze er ook maar eentje verliezen, zelfs niet als ze er nog eentje vangen. Het geheim van hun succes zit in de haakjes op de rand van hun bek. Die zijn naar achter gericht. Zo kan de papegaaiduiker met zijn sterke tong de visjes makkelijk op hun plaats houden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0781y.jpg

 

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0703y.jpg

Jager

Dat we al bij al weinig zeevogels te zien krijgen, is normaal voor deze tijd van het jaar, weet Cas. Ze zijn immers naar het zuiden gemigreerd, op zoek naar warmere oorden. Bij hun verre tocht laten ze zich onder meer door het aardmagnetisch veld leiden, want dat kunnen ze ‘zien’. Alleen de Noordse stormvogels lijken dat nog niet goed begrepen te hebben, want die blijven maar rond onze boot zweven.

Alleen de Noordse stormvogels lijken dat nog niet goed begrepen te hebben, want die blijven maar rond onze boot zweven

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0730y.jpg

Drieteenmeeuwen

Een nest maken in de Arctis, eenvoudig is dat niet, want bomen en struiken zijn er niet. Kortbekzeekoeten leggen hun ei daarom gewoon op een richel tegen een rotswand. De evolutie heeft ervoor gezorgd dat de eieren peervormig zijn. Dan rollen ze niet weg van de richel. Kleine alken daarentegen zoeken plekjes uit die breder en vlakker zijn. Drieteenmeeuwen slagen er dan weer in om toch nesten te maken op de richels. Jan-van-genten broeden in grote kolonies op de grond en installeren hun nesten op dubbele ‘pikafstand’ van elkaar. Roofdieren die zich tussen de nesten wagen, krijgen dan een salvo van pikkende snavels over zich heen. Zelfs ijsberen weten ze met succes af te schrikken. Gewoon eventjes keihard in die zachte, zwarte neus prikken. Zelfs de stoerste ijsbeer heeft daar niet van terug.

Zelfs ijsberen weten ze met succes af te schrikken. Gewoon eventjes keihard in die zachte, zwarte neus prikken

Van vogels in het algemeen weten we dat ze zogezegd monogaam zijn, maar dat er toch vaderschappen ontstaan die we ‘buitenechtelijk’ kunnen noemen – minstens 5 tot 10 %. Bij zeevogels daarentegen komt dat nauwelijks voor. In deze harde omgeving zijn beide ouders nodig voor de opvoeding van de kuikens. Geen avontuurtjes dus. Zeevogels zijn niet alleen genetisch, maar ook sociaal monogaam, besluit Cas. In mensentaal gezegd, mijnheer laat mevrouw van hiernaast met rust, niet alleen in theorie, maar ook in de praktijk.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0682y.jpg

Jager

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0739y.jpg

Noordse stormvogel

Ondertussen is de zon door de wolken gebroken. In de verte althans, want zelf genieten we er nog niet van, boven onze hoofden handhaaft zich een dicht wolkendek. Maar dat geeft niet. Want geleidelijk openbaart zich nu het Groenland waarvoor we gekomen zijn.

Zeevogels zijn niet alleen genetisch, maar ook sociaal monogaam. Geen avontuurtjes dus

Op de voorplecht is het puur genieten van het immense decor. Vooral Kuhn Ø, het bergachtige eiland aan bakboord, steelt de show. Puinkegels of vlakke kuststroken zijn er nauwelijks, de bleekgrijze hellingen dalen meestal steil naar zee af. Er ligt een dun laagje sneeuw over, alsof iemand er poedersuiker over gestrooid heeft. Diepe erosiegeulen trekken daar evenwijdige donkere lijnen door. Soms daagt er een dieper V-dalletje op waarin smeltwater zich waarschijnlijk verzamelt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\04 Bass Rock - Shannon\Best Of\GROE0631y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\04 Bass Rock - Shannon\Best Of\GROE0641y.jpg

 

Achter ons, in de verte, drijven enkele ijsbergen de open zee tegemoet. Enorme formaties zijn het, wellicht enkele tientallen meter hoog, met grillige silhouetten in de vorm van een puntige piramide en stompe torens.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0670y.jpg

 

Van een woelige zee is geen sprake meer. We kunnen zelfs de reflecties van het kustgebergte in het zacht golvende water waarnemen. Ook de noordse stormvogels hebben we achter ons gelaten. Hier zijn het drieteenmeeuwen en jagers die de dienst uitmaken. Enkele drieteenmeeuwen hebben een ijsschots ingepalmd.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0747y.jpg

Hochstetterbugten

Elders dobbert een drieteenmeeuw op het water. Maar rust is hem niet gegund. Twee jagers maken hem het leven zuur, alsof ze in de praktijk willen brengen wat Cas ons daarstraks vertelde. De meeuw weet dat als hij een prooi te pakken krijgt, de twee pestkoppen hem die afhandig zullen maken. Hij maakt zich dan ook uit de voeten in de hoop verderop meer succes te boeken.

Alsof een reus een enorme ijskap aan gruzelementen geslagen heeft

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0754y.jpg

Hochstetterbugten

Dan gebeurt het ongelooflijke. Het zat er natuurlijk al enige tijd aan te komen dat de Hondius het wolkendek achter zich zou laten, maar toch verrast de stralend blauwe hemelkoepel ons met zijn intensiteit. Het quasi rimpelloze zeeoppervlak heeft die kleur overgenomen, het is alsof we over een blauwe spiegel varen. Zo ver we kijken kunnen is het water bovendien met ijsschotsen bedekt. Het moeten er duizenden zijn, deze grillig gevormde witte tegels. Alsof een reus een enorme ijskap aan gruzelementen geslagen heeft.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0813y.jpg

Hochstetterbugten

De breedste ijsstroken weet de kapitein te ontwijken, maar uiteindelijk moet hij de confrontatie aangaan. Gelukkig maar, want dan kunnen we van dichtbij van het schouwspel genieten. Voorzichtig baant de Hondius zich een weg door het witte tapijt. IJsschotsen botsen tegen de romp en schuren kreunend langs de metalen wand.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0766y.jpg

Hochstetterbugten

Een vlucht kleine rietganzen schrikt op en vliegt weg in zuidelijke richting. Het zijn er enkele honderden. Zijn ze op weg naar hun traditionele overwinteringsplek in Groot-Brittannië? Half april tot begin mei volgend jaar zullen ze naar hier terugkeren om te broeden.

Zijn de kleine rietganzen op weg naar hun traditionele overwinteringsplek in Groot-Brittannië?

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0791y.jpg

Vlucht kleine rietganzen

De platte ijsschotsen lijken frêle, maar dat is niet zo. Ze kunnen makkelijk het gewicht van een ijsbeer dragen. Want dit is bij uitstek diens biotoop. Hier voelen ijsberen zich thuis. Dat blijkt ten overvloede uit de sporen die we op het ijs kunnen waarnemen. De pootafdrukken zijn zo scherp dat je zelfs de contouren van de nagels herkent.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0817y.jpg

De pootafdrukken van de ijsbeer zijn zo scherp dat je zelfs de contouren van de nagels herkent

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0818y.jpg

Pootafdrukken van ijsbeer

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0824y.jpg

In de verte ligt een baardrob op het ijs te rusten. Met een ijsbeer in de buurt hoort hij op zijn hoede te zijn. Normaal zijn het de kleinere ringelrobben van 50 tot 70 kg die bij de ijsbeer op het menu staan. Jaarlijks moet hij er ongeveer vijfenveertig te pakken krijgen om zijn gewicht op peil te houden. Een volwassen baardrob daarentegen is met zijn 250 tot 350 kg vijf tot zes keer zo zwaar als een ringelrob. Geen makkelijke prooi voor een ijsbeer dus. Het moet al een volwassen mannetje met veel ervaring zijn, vooraleer een ijsbeer een bedreiging vormt voor een baardrob. Toch zal een baardrob zich altijd dicht bij de rand van het pakijs of op een ijsschots ophouden, zodat hij in noodgevallen snel als de bliksem in het water kan verdwijnen.

Een volwassen baardrob is geen makkelijke prooi voor een ijsbeer

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\05 Hochstetterbugten\Best Of\GROE0809y.jpg

Baardrob

Kort na de lunch bereiken we onze bestemming. In Peters Bugt gaat de Hondius voor anker, een paar kilometer bezuiden Karl Pynt. In de verte lonkt het keienstrand van Hochstetter Forland, het schiereiland ten noorden van de baai.

Terwijl op de achterplecht de davit enkele zodiacs te water laat, gaan wij in onze kajuit voor het eerst met onze vestimentaire uitrusting aan de slag. Een regenbroek en een parka over onze gewone kledij, een tweede paar sokken, waterdichte hoge laarzen, een nekwarmer, een muts, waterdichte handschoenen, een reddingsvest, een zonnebril op de neus en de kap van de parka over het hoofd. Bloedheet dus, gauw naar buiten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0848y.jpg

Ontscheping bij Karl Pynt

Het instappen gebeurt op dek 3. Een Milpro Heavy Duty-rubberboot met een Yamaha-buitenboordmotor van 60 pk dobbert er op het water, stevig aan de Hondius vastgesnoerd. Bootslui en zodiacmeester staan klaar om met een zeemansgreep onze pols te vatten en ons veilig aan boord te loodsen.

Zonder recht te staan schuiven we door naar de voorkant van de zodiac en installeren ons op de volumineuze zwarte romp. Die is in afzonderlijke luchtkamers gecompartimenteerd. Een fataal lek hebben we dus niet zo gauw te duchten. De aluminium bodem biedt een stevige ondersteuning terwijl je rechtstaat, maar tijdens de rit mogen we dat niet.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0866y.jpg

Peters Bugt

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0872y.jpg

Peters Bugt, Hochstetter Forland

Dat mag de zodiacmeester dan weer wel. Dat moet ie zelfs. Rechtstaand bij het roer stuurt hij zijn vaartuig met tien passagiers aan boord in een brede boog van het schip weg. Mocht het ondenkbare gebeuren – zodiacmeester overboord – dan zal de dodemanskoord de motor meteen uitschakelen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0898y.jpg

Peters Bugt, Hochstetter Forland

Tien minuten later staan we op het keienstrand en ontdoen ons van onze loodzware reddingsvesten. Een beetje verder staat een vrij grote hut. Kulhus, zo noemen ze het houten gebouw, wat zoveel betekent als Kolenhuis. De reden daarvoor is op de grond te vinden. Her en der ligt hier de ruwe steenkool zomaar vrij aan de oppervlakte. In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw werd de hut door trappers gebruikt. Vanwege het zee-ijs was dit het meest noordelijke punt dat de trappers konden bereiken, een verhaal dat ons bekend voorkomt. Tegenwoordig wordt de hut onder meer door de befaamde Sirius Sledepatrouilles gebruikt.

Of de beren nog in de buurt zijn, weten we niet. Dat ze gevaarlijk zijn, weten we wel

Expeditiegids Koen zal ons voor onze eerste Groenlandse hike onder zijn hoede nemen. Zijn instructies klinken ons vertrouwd in de oren – steeds bij de groep blijven, goed aansluiten, er nooit alleen op uit trekken. Want daarstraks hebben de scouts sporen van een berin en haar jong gezien. Of ze nog in de buurt zijn, weten we niet. Dat ze gevaarlijk zijn, weten we wel. Drie gewapende gidsen zullen ons daarom vergezellen – Koen vooraan, Cas achteraan, Ben in het midden van de groep.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0880y.jpg

Hochstetter Forland

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0896y.jpg

Door de bedding van een beekje klimmen we omhoog. Naarmate we vorderen wordt het uitzicht steeds weidser. De hemelsblauwe, zonovergoten Peters Bugt en Hochstetterbugten liggen aan onze voeten, aan de overkant reiken de kale bergen van Ostenfeld Land bijna duizend meter hoog, op het water deint de Hondius als een speelgoedbootje in deze immense omgeving.

Planten zijn er wel degelijk, verrassend veel zelfs. Daarvoor hoeven we maar naar beneden te kijken

In deze zuivere atmosfeer reikt het zicht adembenemend ver. Bomen of struiken om ons gezichtsveld te belemmeren zijn er niet. Maar planten zijn er wel degelijk, verrassend veel zelfs. Daarvoor hoeven we maar naar beneden te kijken. In dit gure klimaat zoeken de planten het immers niet in de hoogte. Liever blijven ze dicht bij de grond, in elkaars beschutting, waar ze zo weinig mogelijk aan de elementen blootgesteld zijn. Vaak ontwikkelen ze zich in de beschutting van stenen, zodat de koude wind hen minder deert. ’s Winters laten ze zich graag door sneeuw bedekken, want zo ontstaat een isolerende laag die hen van de koude lucht afschermt. Momenteel zijn de meeste planten uitgebloeid, wat ze vaak minder makkelijk te herkennen maakt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0929y.jpg

Muskusos – Pootafdrukken

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0971y.jpg

Muskusos – Kaakbeen

Recente pootafdrukken in de zachte aarde wijzen erop dat hier muskusossen geweest zijn. Elders liggen de kaak en enkele gebleekte beenderen van een muskusos.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0907y.jpg

Arctische wilg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0932y.jpg

Arctische wilg

Een opvallende verschijning is de Arctische wilg. Het lijkt een vreemde naam voor een plantje dat nooit hoger dan tien centimeter reikt, maar toch behoort het tot het geslacht der wilgen. Zodra je erop begint te letten, zie je het houtige plantje overal, met zijn takken van enkele millimeters dik die grillig over de grond kronkelen te midden van een weelde aan groene ovalen blaadjes.

De oranje vlekken op de rotsblokken zijn korstmossen, een symbiose van een alg en een schimmel

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0935y.jpg

Scheuchers wollegras

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0943y.jpg

Levendbarende knolduizendknoop

Opvallend zijn ook de oranje vlekken op enkele rotsblokken. In feite zijn dat korstmossen, een symbiose van een alg en een schimmel. Beide organismen hebben baat bij deze samenlevingsvorm, meer nog, ze kunnen elkaar niet meer missen. De schimmel wikkelt zich helemaal rond de alg en beschermt hem aldus tegen omgevingsfactoren. Bovendien houdt hij water vast. Dat heeft de alg voor zijn fotosynthese nodig. Daar komen onder meer suikeralcoholen uit voort waarmee de schimmel zich op zijn beurt voedt. Kortom, een win-winsituatie voor beide. Het verbond is zo sterk dat zelfs temperaturen tot –15 à –20 °C of een jarenlange bedekking door sneeuw het niet kapot krijgen.

Trentepohlia staat als een typisch pioniersplantje bekend

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0884y.jpg

Trentepohlia

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0924y.jpg

Dat het korstmos precies hier voorkomt, is geen toeval. De rotsblokken vormen immers een uitstekende uitkijkpost, van hieruit kan je heel de vlakte en de baai overzien. Roofvogels strijken hier dan ook geregeld neer en laten weleens uitwerpselen vallen. Dat levert stikstof op, een belangrijke voedselbron voor de alg. En ja, weerom schiet de schimmel te hulp door zuren af te scheiden met behulp waarvan de alg de stikstof kan opnemen.

Deze alg, trentepohlia genoemd, staat als een typisch pioniersplantje bekend. Nieuw, onbegroeid terrein zal het als een van de eerste koloniseren. Want trentepohlia is een trage groeier. Waar zaadplanten heersen, maakt het daarom geen schijn van kans. Maar waar zaadplanten nog geen voet aan de grond gekregen hebben, gedijt trentepohlia uitstekend.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0960y.jpg

Oude vossenval

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0963y.jpg

Dagzomende steenkoollaag

In de buurt van het Kulhus stoten we op enkele grote stenen met planken eronder. De restanten van een oude vossenval zijn dat, een constructie waarmee trappers in de jaren twintig en dertig poolvossen wisten te verschalken. De werking was doodsimpel – poolvos grijpt lokaas, stokje valt om, val klapt dicht, poolvos is dood. Maar achter dat eenvoudige principe ging veel meer vernuft schuil dan je op het eerste gezicht zou denken. Vooreerst kwam het er natuurlijk op aan de poolvos te doden zonder zijn mooie witte pels te beschadigen, want daar was het de trappers in de eerste plaats om te doen. Maar de vos moest wel morsdood zijn wanneer de val dichtklapte, want anders kon hij zich misschien bevrijden. De stenen moesten dus voldoende zwaar zijn, ook al om te vermijden dat een ijsbeer met het kadaver aan de haal zou gaan. Als lokaas werd een stukje vlees van een sneeuwhoen gebruikt. Maar dat mocht de trapper in geen geval aanraken, want dat zou de vos ruiken. Daarom gebruikte hij een handschoen die met het vet van een sneeuwhoen ingesmeerd was. Meestal werd naast de vossenval ook een kleine cairn gebouwd om de vossenval in de sneeuw terug te vinden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0968y.jpg

In alle hutten zijn de voorzieningen op dezelfde manier uitgestald, zodat zelfs een sneeuwblinde bezoeker gemakkelijk zijn weg vindt

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0967y.jpg

Kulhus

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0965y.jpg

Even werpen we nog een blik in het Kulhus. De klassieke elementaire voorzieningen zijn aanwezig – een stapelbed, een kachel, een petroleumlamp, lucifers, een tafel, stoelen, wc-papier. Allemaal heel netjes en ordelijk. Dat is doelbewust zo. In alle hutten zijn de voorzieningen op dezelfde manier uitgestald, zodat zelfs een sneeuwblinde bezoeker gemakkelijk zijn weg vindt. En de lucifers steken deels uit het doosje, zodat ze ook met half bevroren vingers nog hanteerbaar zijn.

Het nieuwe plan is zelfs een beetje gewaagd. Maar de weerkaarten laten uitschijnen dat dat mogelijk zal zijn

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0988y.jpg

Hochstetterbugten

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE0994y.jpg

Mistbank

Morgen laten we Hochstetterbugten achter ons en keren terug naar de open zee. Maar Adam heeft een nieuw plan uit zijn mouw geschud, een beetje gewaagd zelfs, zo blijkt tijdens de dagelijkse recap. Opgeven doen we niet, eens voorbij Shannon zullen we onze tocht niet zuidwaarts langs de Groenlandse kust voortzetten, maar de boeg noordwaarts wenden, in een nieuwe poging om ice edge te benaderen. De weerkaarten laten uitschijnen dat dat mogelijk zal zijn. Het wordt een volledige dag in het ijs dus, wie weet zullen we zelfs ijsberen kunnen betrappen. Hopelijk is ook de zon dan nog van de partij.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\06 Kulhus\Best Of\GROE1000y.jpg

Woelige zee

Top

Zaterdag 3 september | Gael Hamke Bugt – Dødemandsbugten

Heen en weer rollend in bed worden we wakker. Kennelijk is de open zee erg woelig. Nieuwsgierig veren we overeind, schakelen het tv-scherm in en gaan op zoek naar onze vessel position. Vannacht zijn we inderdaad een heel eind noordwaarts gevaren, zo blijkt, maar op een gegeven moment hebben we plots rechtsomkeer gemaakt. We varen nu al enkele uren zuidwaarts, we bevinden ons zelfs zuidelijker dan Shannon. Wat is er gebeurd?

We varen nu al enkele uren zuidwaarts. Wat is er vannacht gebeurd?

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1205y.jpg

IJsbergen in Gael Hamke Bugt

Vrij spoedig brengt Marcel meer duidelijkheid via de intercom. Even voor drie vannacht heeft de Hondius ice edge bereikt. Maar het stormweer was er niet te harden, met een windkracht van ruim 9 Beaufort en windsnelheden tot 50 knopen of 90 km per uur. IJsschotsen beukten zonder ophouden op de romp van het schip als speelkaarten die voortdurend geshuffeld worden. Rustig tussen ijsschotsen varen en deze netjes aan de kant duwen is één zaak, doorlopend gebombardeerd worden door ijsschotsen van een paar ton is van een heel andere orde. Zelfs voor een ijsversterkt schip zoals de Hondius.

Dat alle Inuit van Alaska tot Groenland dezelfde taal spreken, zij het in verschillende dialecten, is een blijvend gevolg van deze migratie

Voor kapitein Toni was er maar een optie – rechtsomkeer maken, weg van deze gevaarlijke plek. Dat betekent dat we nu naar de beschutte wateren van Gael Hamke Bugt op weg zijn. Die zullen we over een uur of drie bereiken. Gezien de gure weersomstandigheden, met nog steeds een straffe tegenwind van 8 Beaufort en golven van drie tot vier meter hoog, is de boeg om veiligheidsredenen gesloten. De luchttemperatuur bedraagt 1 °C, besluit Marcel laconiek, de watertemperatuur 2 °C.

Mensen zullen we op de noordoostelijke kusten van Groenland niet ontmoeten. Voor permanente bewoning is het klimaat hier gewoonweg veel te guur. Maar dat is niet altijd zo geweest, legt archeoloog en gewezen museumdirecteur Claus uit. Tussen 1400 en 1850 hebben mensen zich hier wel degelijk weten te handhaven. Van oorsprong waren ze uit de regio van de Beringzee afkomstig, het gebied tussen Alaska en Siberië. Omstreeks 1000 zijn ze via de Canadese noordkust naar het oosten beginnen te migreren. Nauwelijks twee generaties later verschenen ze al in het noorden van Groenland. Van daaruit verspreidden ze zich geleidelijk langs de oostkust naar het zuiden. Thule, zo noemen wij deze cultuur tegenwoordig.

Bij gebrek aan hout hebben de Thule het pottenbakken helemaal verleerd

Waarom deze Thule hun traditionele jachtgronden verlieten, weet men niet precies. Alleszins gebeurde het in een periode waarin het warmer was dan voorheen. Vermits er toen minder zee-ijs was, valt het niet uit te sluiten dat walvissen verder naar het oosten konden doordringen en dat de jagers gewoon hun prooi volgden. Alleszins zijn deze Thule de rechtstreekse voorouders van de huidige Inuit. Dat alle Inuit van Alaska tot Groenland heden ten dage dezelfde taal spreken, zij het in verschillende dialecten, is een blijvend gevolg van deze migratie.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1031y.jpg

Gael Hamke Bugt

Hun winterhuizen bouwden de Thule steeds vlak aan de zee, zodat ze vlot toegang hadden tot hun jachtgebieden op het land, op het ijs en op zee. Als bouwmateriaal gebruikten ze stenen, veenplaggen, vellen en walvisbeenderen. ’s Zomers verbleven ze in tenten van dierenvellen. Keramieken vaatwerk hadden ze niet, ze gebruikten kommen van speksteen. Op het eerste gezicht lijkt dat vreemd, want hun voorouders aan de Beringzee beheersten wel degelijk de techniek van het pottenbakken. Maar om keramiek te maken heb je vuur nodig, dus ook brandhout. Op de kusten van Alaska lukt dat wel, daar vind je voldoende drijfhout. Maar hier in Noordoost-Groenland is hout een zeer schaars goed. Zo hebben de Thule het pottenbakken helemaal verleerd.

Tot zijn verbazing daagden er twaalf Inuit op – mannen, vrouwen en kinderen

Ondertussen zijn we met de Hondius ter hoogte van Wollaston Forland gekomen. Wat de kusten van dit schiereiland voor de Inuit zo interessant maakte, was het feit dat er zich elk jaar, net zoals bij Shannon, een grote polynja vormde. Een buitenkans was dat voor de Thule. Want zo hadden ze toegang tot een unieke combinatie van landwild en zeezoogdieren. Ringelrob bleef nog altijd het hoofdbestanddeel van hun dieet, maar ook narwal en kariboe stonden op het menu. In de lente kwam daar het vlees en de blubber van walrussen bij. Even buiten de kust, op het eilandje Hvalros Ø, zijn zoveel tijdelijke opslagplaatsen voor walrusvlees ontdekt, dat het er zijn naam aan dankt – Hvalros Ø betekent Walruseiland.

Zodra de Hondius de afslag naar de Gael Hamke Bugt maakt, daagt aan stuurboord het eiland Clavering Ø op. Ook hier zijn een twintigtal winterhuizen van Inuit ontdekt. Maar daar dankt het eiland zijn faam niet aan. Eind augustus 1823 zette de Schotse kapitein Douglas Clavering voet aan wal op het eiland dat achteraf zijn naam zou krijgen. Tot zijn verbazing daagden er twaalf Inuit op – mannen, vrouwen en kinderen. Ze hadden een getaande, koperkleurige huid, schrijft hij in zijn dagboek, ronde gezichten, lang zwart haar, vlezige, vaak gezwollen handen en voeten, en kleding gemaakt van zeehondenleer. Als wapens droegen ze harpoenen en speren met zich mee, met punten van been en meteoorijzer. Daarnaast beschikten ze over stenen werktuigen. Toen de bemanning het gebruik van een musket demonstreerde, moeten de Inuit daar behoorlijk van geschrokken zijn, want nog diezelfde nacht maakten ze zich stiekem uit de voeten. Zo kwam voortijdig een einde aan de eerste, maar ook de laatste en dus de enige ontmoeting ooit tussen Europeanen en de Thule van Noordoost-Groenland.

Zo kwam voortijdig een einde aan de eerste, maar ook de laatste en dus de enige ontmoeting ooit tussen Europeanen en de Thule van Noordoost-Groenland

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1032y.jpg

Gael Hamke Bugt

Een lang leven was deze cultuur toen al niet meer beschoren. Algemeen wordt aangenomen dat de Thule omstreeks 1850 helemaal uit de regio verdwenen waren. Hoe dat komt, is niet met zekerheid bekend, maar weerom lijkt het klimaat de boosdoener. Want van de 16e tot de 19e eeuw zat ook Groenland in de greep van de Kleine IJstijd zoals we die van de schilderijen van Pieter Brueghel de Jonge kennen.

Koppig hielden de Vikingen het bij landbouw en veeteelt, ook al was het klimaat daar eigenlijk niet geschikt voor

Veel beter verging het de Thule op de westkust van Groenland, zo vernemen we van groenlandofiel Renno. Maar eerst zoomt hij in op de Vikingen. Want zij waren het die onder leiding van Erik de Rode Groenland ontdekten en koloniseerden – tenminste als je de zaken louter vanuit het Europese perspectief bekijkt. Op de uiterste zuidpunt van het eiland stichtten zij in 985 de Oostelijke Nederzetting, zeshonderd kilometer verder naar het noorden de Westelijke Nederzetting waaruit de huidige hoofdstad Nuuk zou voortkomen.

Contacten met de Thule hadden de Vikingen wel degelijk, maar hun manier van leven, jagen, zich voeden en zich kleden overnemen, dat deden ze niet. Koppig hielden ze het bij landbouw en veeteelt zoals ze dat in Noorwegen al eeuwenlang gewoon waren, ook al was het klimaat daar eigenlijk niet geschikt voor. Zich hullen in dierenvellen, hoe warm ook, zagen ze niet zitten, efficiënte jachttechnieken overnemen om op ringelrobben en andere zeezoogdieren te jagen evenmin. Voor zover ze op walrussen en narwallen joegen, was dat voor het ivoor.

In 1722 trok Hans Egede naar Groenland om de Vikingen opnieuw te bekeren. Maar nergens was er nog een Viking te bespeuren

Het verbaast dan ook niet dat het steeds kouder wordende klimaat hen uiteindelijk fataal werd. Op het einde van de 15e eeuw waren er in Groenland geen Vikingen meer te vinden. Maar dat wisten ze niet in Scandinavië. Daar begonnen ze zich zorgen te maken over het welzijn van hun verre landgenoten in Groenland. Want die waren nog altijd katholiek, de weldaden van de Deense Reformatie waren compleet aan hen voorbijgegaan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1010y.jpg

Clavering Ø

Dus trok priester Hans Egede in 1722 naar Groenland om er zijn landgenoten opnieuw te bekeren. Maar dat viel flink tegen. Nergens was er nog een Viking te bespeuren. Dan begon hij maar de plaatselijke Inuit te bekeren. Met groot succes overigens. Aan Egede is het te danken dat de Inuit leerden lezen en schrijven. Hij stichtte de stad Godthåb, wat Goede Hoop betekent, maar ondertussen is dat Nuuk geworden, de hoofdstad van het eiland, met iets meer dan 18 000 inwoners.

In het kielzog van Egede kwamen andere Denen handelsstations oprichten. Die groeiden uit tot de huidige nederzettingen. Tegenwoordig zijn er dat welgeteld 78. Maar de ruige oostkust bleef onbewoond, of toch bijna. Zo ontdekte Gustav Holm er in 1884 eerder per toeval 431 Inuit. Niemand wist van hun bestaan af. Holms interventie redde hen op het nippertje van een gewisse hongerdood.

De weerstations in Groenland waren van kapitaal belang voor de oorlogsvoering in Europa

Dan kwam de Tweede wereldoorlog. Prompt palmden de Amerikanen het eiland in, of toch die locaties die ze nodig hadden voor hun vliegvelden, hun radiostations en hun weerstations. De Deense regering in ballingschap gaf hun daar geen toestemming voor, de Deense gouverneur van Groenland wel. Overigens waren die weerstations van kapitaal belang voor de oorlogsvoering, aangezien de lagedrukgebieden die in Europa het weer bepalen, boven Groenland ontstaan. Na de oorlog deden de Verenigde Staten zelfs een overnamebod ter waarde van 100 miljoen dollar. Net zoals ze Alaska van de Russen gekocht hadden, dachten ze Groenland van Denemarken te kunnen kopen. Het aanbod van vastgoedmakelaar Trump in 2019 kwam dus niet uit de lucht vallen, voegt Renno er met een grijns aan toe.

Na de oorlog deden de Verenigde Staten zelfs een overnamebod ter waarde van 100 miljoen dollar

Maar de Denen hielden het been stijf. Meer nog, ze werkten een masterplan uit voor de ontwikkeling van het eiland. Want tot pakweg 1950 leefde de lokale bevolking nog altijd in hutten van stenen, plaggen en turf, terwijl de Denen zelf in houten huizen woonden. Om het bouwen van woningen een beetje te laten opschieten, werd een soort van IKEA-pakket voor huizen samengesteld – we proberen ons voor te stellen hoe de handleiding van zo’n pakket er moet uitgezien hebben. Ook werden kleinere dorpen gesloten. Moeilijk was dat niet. Gewoon de enige winkel opdoeken of de elektriciteit afsluiten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1022y.jpg

Clavering Ø

Ondertussen nam het streven naar autonomie hand over hand toe. In 1979 verwierven de Groenlanders gedeeltelijk zelfbestuur. Meer dan dertig jaar vόόr de Brexit deden ze in 1985 een Grexit – Groenland verliet de Europese Unie na een referendum in 1982. Voortaan konden ze zelf weer over hun eigen visgronden beschikken.

Voor het bouwen van woningen werd een soort van IKEA-pakket voor huizen samengesteld

2009 bracht volledig zelfbestuur voor Groenland. Alleen defensie, justitie, immigratie, monetair beleid en – vreemd genoeg – voedselveiligheid bleven in Deense handen. Voorts zou Denemarken verantwoordelijk blijven voor het onherbergzame Noordoost-Groenland. Nog steeds pompen de Denen elk jaar 500 miljoen euro in Groenland. Maar er zijn kapers op de kust. Zo investeert China ijverig in mijnen, vliegvelden en dergelijke. Dat wordt met de nodige argwaan bekeken.

Met zijn oppervlakte van ruim 2 166 000 km², gespreid over vijf tijdzones, is Groenland meer dan driemaal zo groot als Frankrijk. Een enorm gebied dus, maar ook de bron van enorme problemen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1057y.jpg

Clavering Ø

Sedert de jaren vijftig van de vorige eeuw is de bevolking sterk toegenomen. Met iets meer dan 56 000 zijn ze tegenwoordig – met dank aan de verzorgingsstaat. Een laag geboortecijfer en een laag sterftecijfer leiden samen tot vergrijzing. Dat jonge mensen voor hun opleiding naar Denemarken trekken en achteraf niet meer terugkeren, helpt ook al niet.

Meer dan dertig jaar vόόr de Brexit deden de Groenlanders in 1985 een Grexit

En dat is verreweg niet het enige probleem waar de bevolking mee geconfronteerd wordt. Armoede, werkloosheid, woningcrisis, laag opleidingsniveau, braindrain, tuberculose, soa, genetische obesitas, geweld, alcoholisme, suïcide, … Het lijstje is akelig lang. En recent is daar de klimaatverandering bovenop gekomen.

De veerkracht en het aanpassingsvermogen van Groenlanders zijn legendarisch, besluit Renno zijn verhaal. Daarzonder zouden ze zich in deze meedogenloze natuur nooit hebben kunnen handhaven. Willen ze hun samenleving redden, dan zullen ze die kwaliteiten meer dan ooit nodig hebben

Nog steeds varen we westwaarts door de Gael Hamke Bugt. De weersomstandigheden zijn alvast veelbelovend. Er hangt een lichte bewolking, maar de zon domineert het firmament en schildert lucht en water stralend blauw. In de verte drijft een tafelijsberg de open zee tegemoet. Een enorm gevaarte is het, de afmetingen zijn gezien de grote afstand moeilijk te schatten. Maar dat je op het plateau tientallen voetbalvelden zou kunnen inrichten, daar twijfelen we niet aan. En dan te bedenken dat slechts een vijfde tot een zevende van deze ijsberg boven het water uitsteekt. IJs drijft immers op water omdat zijn dichtheid slechts negen tiende is van die van water. Maar in dat ijs zit ook een onbekende hoeveelheid lucht ingesloten, waardoor het moeilijk te schatten is welke fractie van de ijsberg zich boven water bevindt.

Dødemandsbugten op Clavering Ø is de plek waar die historische ontmoeting plaatsvond

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1034y.jpg

Scouts op weg naar Dødemandsbugten

Al bijna een uur volgen we de zuidkust van Clavering Ø. Het is een enorm eiland, ongeveer half zo groot als de provincie West-Vlaanderen. Dat kapitein Clavering hier indertijd de Inuit ontmoette, lijkt dus op een buitengewoon toeval te berusten. Maar de toevalsfactor speelde een minder grote rol dan je zou denken. Clavering Ø is een bergachtig eiland, zijn hoogste punt bevindt zich 1 650 m boven de zeespiegel. Aan de kust dalen de bergflanken steil naar het water af. Vlakke kuststroken zijn er bijna niet. Alleen waar een rivier zich een bedding door de bergen gewroet heeft, is het terrein vlak genoeg om mensen aan te trekken. Zoals bijvoorbeeld in Dødemandsbugten. Dat is de plek waar die historische ontmoeting plaatsvond. Dat is ook de plek waar wij nu naar op weg zijn.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1043y.jpg

Landing in Dødemandsbugten

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1188y.jpg

Amper zijn we in Dødemandsbugten voor anker gegaan, of de scouts trekken met twee zodiacs op verkenning uit. Negenhonderd meter hoge bergen domineren het kustgebied, enkel onderbroken door een brede, U-vormige vallei. Wellicht is hier ooit een gletsjer aan het werk geweest. Net voor de kust is een ijsberg gestrand. Die moet elders vandaan komen, want in de gletsjervallei is er geen spoor van sneeuw of ijs te bekennen. Wel stroomt er een riviertje, de Furka, maar dat lijkt grotendeels droog te staan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1067y.jpg

Landing in Dødemandsbugten

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1083y.jpg

Gael Hamke Bugt

Even later zetten ook wij voet aan wal op het keienstrand. Een eindje verder stort het heldere water van de Furka zich in zee. Wat een onbeduidend riviertje leek, blijkt breed en diep genoeg te zijn om ons de doorgang te belemmeren.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1066y.jpg

Verkenning van Clavering Ø

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1095y.jpg

Over de dikke keien van de eeuwenoude morene klimmen we niet zonder moeite hoger het dal in. Wellicht vinden we een doorwaadbare plaats om de Furka over te steken en zo via de linkeroever terug te keren. Dat is althans het plan. Naarmate we vorderen, ontplooit zich achter ons een betoverend zicht op de baai. Zonnestralen fonkelen zilverwit in het zacht golvende water. Wolken hebben zich als een laagje dons over de bergen aan de overkant gelegd. IJsbergen groter dan de Hondius dobberen in de verte roerloos op het water.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1082y.jpg

Clavering Ø

Ook hier is een weelde aan planten tot bloei gekomen, niet alleen op het sediment rond de rivier, maar zelfs hier en daar tussen de keien van de morene. Kenners herkennen rendiermos, poolhoornbloem, knolduizendknoop, bosbes, bergzuring, Arctische dophei, Scheuchers wollegras, Arctische wilg, … noem maar op.

Sommige daarvan, zoals de bergzuring, zijn vrij makkelijk te herkennen. Voor Inuit was het een belangrijk plantje, want zijn bladeren bevatten veel vitamine C. Een uitstekend hulpmiddel dus om scheurbuik te voorkomen of te genezen. Ontdekkingsreizigers wisten dat ook.

Heel merkwaardig is de knolduizendknoop, ook wel levendbarend genoemd, een eigenschap die wij niet meteen met planten associëren

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1121y.jpg

Bergzuring

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1132y.jpg

Knolduizendknoop

Heel merkwaardig is de knolduizendknoop, ook wel levendbarend genoemd, een eigenschap die wij niet meteen met planten associëren. Dat heeft met de broedbolletjes te maken die we in de oksels van de bladschubben kunnen waarnemen. Uit elk van die bolletjes kan een volledig nieuwe plant groeien. Een vorm van ongeslachtelijke voortplanting dus, want geslachtelijke voortplanting is in de toendra niet altijd succesvol. Alpensneeuwhoenders zijn tuk op die broedbolletjes en zorgen zo onbewust voor de verspreiding.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1108y.jpg

Arctische dophei (cassiope tetragona)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1090y.jpg

Arctische wilg

Maar al gauw gaat onze aandacht uitsluitend naar de Arctische dophei. Of liever, naar de cassiope tetragona, zoals marien bioloog Ben het plantje graag noemt. Want dit was zijn onderzoeksobject voor zijn promotie. Jarenlang geraakte hij er niet op uitgekeken, nu nog geraakt hij er niet over uitgepraat.

Een van zijn experimenten bestond erin hexagonale broeikassen over de plantjes te plaatsen zodat binnenin de temperatuur met 1 à 1,5 °C zou stijgen. Zo kon hij het te verwachten klimaat van 2050 simuleren. Verrassenderwijs begon een ander plantje dat zich toevallig ook onder de broeikas bevond, besjes te produceren.

De spectaculairste ontdekking was dat een van de onderzochte plantjes tweehonderdvijftig jaar oud bleek te zijn

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1163l.jpg

Arctische hoornbloem

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1088y.jpg

Arctische wilg

Maar de spectaculairste ontdekking was dat een van de onderzochte plantjes tweehonderdvijftig jaar oud bleek te zijn. Niet het plantje in zijn geheel, maar wel een van zijn vertakkingen. Want cassiope tetragona groeit onder meer via ondergrondse vertakkingen. Wat jaarringen zijn voor bomen, zijn deze vertakkingen voor cassiope tetragona. Wat meer is, de lengte van zo’n vertakking is rechtstreeks evenredig met de temperatuur – hoe warmer het tijdens die zomer was, des te langer is de vertakking die daarmee overeenstemt. Dank zij het bejaarde plantje konden ze over een periode van 250 jaar de jaarlijkse zomertemperaturen aflezen, glundert Ben.

Dankzij het bejaarde plantje konden ze over een periode van 250 jaar de jaarlijkse zomertemperaturen aflezen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1168y.jpg

Satijnzwam

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1190y.jpg

Arctische wilg

Voor ons blijven het in dit ruige klimaat alleszins opvallende verschijningen, deze frêle plantjes met hun bloemetjes die als witte klokjes aan de steeltjes hangen. Normaal bloeien ze in juli en augustus. Dat we ze nu nog kunnen waarnemen, is een buitenkans voor ons. Of gewoon het gevolg van de klimaatopwarming.

Rendieren zijn in deze regio allang uitgestorven. Het gewei moet dus eeuwenoud zijn

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1085y.jpg

Rendiermos

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1106y.jpg

Rendiergewei

Verderop stoten we op een helwit gebleekt rendiergewei. Aan de afmetingen te zien moet het van een mannetje geweest zijn. Die werpen hun gewei al na de zomer af, wijfjes daarentegen pas na de winter. Zo kunnen ze hun jongen tegen balorige mannetjes beschermen. Zo’n gewei weegt 4 à 5 kg en bevat veel voedingsstoffen. Door verval komen die in de bodem terecht. Het is dan ook geen toeval dat je rond zo’n afgeworpen gewei vaak veel plantengroei aantreft.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1172y.jpg

Toendravegetatie

Maar dat neemt niet weg dat dit gewei hier eigenlijk niet thuishoort. Want rendieren zijn in deze regio allang uitgestorven. Het gewei moet dus eeuwenoud zijn. Vreemd dat het na al die tijd nog altijd open en bloot op de grond ligt. Maar daar is een logische verklaring voor. Want wind of water voeren geen losse bodem of sedimenten aan die alles bedekken, en de schaarse vegetatie kan het gewei onmogelijk overwoekeren. Voeg daar nog de permafrost aan toe die belet dat het gewei in de bodem wegzakt, en het plaatje is compleet.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1155y.jpg

Wildwissel

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1127y.jpg

Alpensneeuwhoen

Een half dozijn alpensneeuwhoenders scharrelt tussen de vegetatie. Ze lijken niet bang te zijn voor ons, maar op hun hoede zijn ze wel. Voorlopig dragen ze hun zomerkleed nog. Zodra de winter nadert, zullen ze dat voor een mooie, sneeuwwitte vacht inruilen. Want ze zullen hier overwinteren, dat staat vast. Naar het zuiden migreren doen ze niet.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1116y.jpg

Alpensneeuwhoenders

Hoe hoger we het dal in klimmen, hoe dieper het valleitje wordt dat de Furka in de rotsen uitgeschuurd heeft. Uiteindelijk kijken we op een heuse kloof neer waar het kolkende rivierwater zich met veel schuim doorheen wurmt vooraleer zich klaterend in een watergat te werpen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1139y.jpg

Furka

De rivier oversteken is nu geen optie meer, over de rotsige rivieroever dalen we af naar de kust. Zo ver we kijken kunnen, baadt het landschap in het warme zonlicht. Rotsblokken in vele vormen en kleuren liggen over het terrein verspreid, maar scherpe kantjes hebben ze niet. Daar heeft het schurende gletsjerijs voor gezorgd. Fraaie stenen zijn het geworden, met mooie, gladde vormen en afgeronde hoeken. Dat ze een avontuurlijk leven achter de rug hebben, blijkt uit de veelkleurige, geplooide lagen die aan het oppervlak tevoorschijn komen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1147y.jpg

Scherpe kantjes hebben de rotsblokken niet. Daar heeft het schurende gletsjerijs voor gezorgd

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1145y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1152y.jpg

 

Niet alleen Inuit en pooltoeristen weten deze omgeving te waarderen, ook dieren vinden er kennelijk hun gading. Ze laten zich niet zien vandaag, maar soms kan het hier een drukke bedoening zijn. Al eeuwenlang, zoals blijkt uit de veelsoortige gebleekte beenderen die op het pad liggen. Maar ook vrij recent, getuige de vele uitwerpselen, onder meer van muskusossen. Dat lijken wel geitenkeutels, wat je niet meteen zou verwachten van zulke imposante dieren.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1110y.jpg

 

In het hemelsblauwe water voor de kust ligt een grillig gevormde ijsberg fotogeniek te sterven. Het smeltende ijs fonkelt blauwwit in het licht van de lage zon. De ijsmassa is in het ondiepe kustwater gestrand en zal beetje bij beetje haar hardheid moeten prijsgeven. Maar haar doodsstrijd zal nog enige tijd duren. Deze winter zal ze alleszins nog overleven.

Even voor zes is iedereen terug aan boord van de Hondius. De dagelijkse recap is het moment waarop we terugkijken op de dag, maar ook plannen maken voor de volgende dag – hoe riskant dat ook moge zijn. En voor morgen zet Marcel Myggbukta en Tvaerdal op de agenda.

De naam Myggbukta wekt meteen enige argwaan, want de vertaling daarvan is Muggenbaai. Het zegt iets over de wijze waarop de eerste ontdekkingsreizigers de plek ervaren hebben. Gelukkig hoeven we de beruchte steekmuggen niet te duchten, weet bioloog Louis, want hun favoriete seizoen is voorbij. Hun eieren hebben ze net boven de waterlijn op het vochtige land gelegd. Pas tijdens de lente van volgend jaar zullen daaruit de larven tevoorschijn komen.

Dat er zich überhaupt muggen in deze regio weten te handhaven, is een klein mirakel op zich

Dat er zich überhaupt muggen in deze regio weten te handhaven, is een klein mirakel op zich. Mannetjes voeden zich met plantensappen en nectar, maar wijfjes hebben bloed nodig voor de ontwikkeling van hun eitjes. Dat vinden ze bij de muskusossen – vooral rond de ogen – en bij nestelende vogels. En bij toeristen, als die zich op hun terrein wagen. Toch zijn er Arctische muggensoorten waarvan de wijfjes geen bloed meer nodig hebben. Ze klaren de klus louter op basis van plantensappen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1175y.jpg

De ijsmassa is in het ondiepe kustwater gestrand en zal beetje bij beetje haar hardheid moeten prijsgeven

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1181y.jpg

 

In de verte ligt mist als een dik tapijt op het water, een fenomeen dat we in de toekomst vaker te zien zullen krijgen. Want het komt voort uit het temperatuurverschil tussen het zeewater en de lucht. Vermits het zeewater iets warmer is dan de lucht, verdampt het aan de oppervlakte. Maar de koude lucht is al verzadigd, er kan gewoonweg geen waterdamp meer bij. Dus condenseert de waterdamp in de vorm van minuscule druppeltjes. Geef je de zon voldoende tijd, dan zal die de lucht boven de mistlaag voldoende verwarmen om verdamping weer mogelijk te maken en zal de mist geleidelijk verdwijnen.

Enkel in die nevelige laag van enkele tientallen meter dik op het water zie je geen hand voor ogen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\07 Dødemanndsbugten\Best Of\GROE1186y.jpg

Gael Hamke Bugt

Toch blijft het een merkwaardig verschijnsel. Want overal elders is de lucht helder. We kunnen heel de omgeving zien, de horizon in de verte, de toppen van de bergen, de golven op het water. Enkel in die nevelige laag van enkele tientallen meter dik op het water zie je geen hand voor ogen. Niet leuk als je met je schip daarin terechtkomt.

Top

Zondag 4 september | Myggbukta – Kap Franklin

Luchttemperatuur 3 °C, watertemperatuur 6 °C. De dagelijkse mantra weerklinkt door de intercom, ditmaal verwoord door assistent-expeditieleider Hans. Voor het overige heeft hij slecht nieuws. We zijn in de buurt van onze bestemming gearriveerd, maar over de Mackenzie Bugt, de baai die toegang verschaft tot Myggbukta, hangt een dichte mist. We hoeven maar door het raam te kijken om die mededeling bevestigd te zien. Aan land gaan is in deze context geen optie. We zullen onze planning weer maar eens moeten wijzigen en onverrichterzake dieper het binnenland in trekken.

Maar dat is buiten expeditieleider Adam gerekend. Hij gokt erop dat we in een mistbalk zitten zoals we er gisteravond eentje in de verte zagen, en dat de mist langzaam maar zeker zal optrekken. Na het ontbijt laat hij omroepen dat we hier tot elf uur voor anker zullen blijven, in de hoop dat we dan toch aan wal zullen kunnen gaan. Gelukkig maar. Over enkele uren zal blijken dat dit de juiste beslissing was.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1235y.jpg

Scouts op weg naar Myggbukta

Want Myggbukta links laten liggen zou erg jammer zijn. De plek staat bol van de historiek. In 1922 stichtte de Noor Johan Olsen er een radio‑ en weerstation dat tevens als uitvalsbasis diende voor Noorse trappers die op poolvossen, zeehonden en walrussen kwamen jagen. Olsen was ook de man die met de onheilspellende naam Myggbukta op de proppen kwam. Volkomen terecht overigens. Het bleek een van de ergst door muggen geteisterde gebieden van Oost-Groenland te zijn.

In 1931 hesen de Noren hun vlag boven Myggbukta en riepen de plek uit tot hoofdstad van Eirik Raudes Land

Gaandeweg breidden de Noren hun actiegebied verder uit langs de noordoostelijke kust van Groenland. Dat zagen de Denen met lede ogen aan, want zij beschouwden Groenland als Deens territorium. Maar ze lieten begaan. Tot het hun op 27 juni 1931 te gortig werd. Die dag hesen de Noren hun vlag boven Myggbukta en riepen de plek uit tot hoofdstad van wat ze Eirik Raudes Land noemden, het Land van Erik de Rode, een gebied dat zich over heel Noordoost-Groenland uitstrekte. Per slot van rekening was dit terra nullius, land dat aan niemand toebehoorde omdat er niemand woonde. Bovendien waren het Noorse Vikingen die indertijd als allereersten voet aan land zetten op Groenlandse bodem. Kortom, de aanspraak die Noorwegen maakte op Noordoost-Groenland was volkomen terecht, vonden ze in Oslo.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1228y.jpg

Ontscheping

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1245y.jpg

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1260y.jpg

 

Het dispuut werd op een beschaafde wijze opgelost. Denemarken en Noorwegen legden de zaak voor aan het toen nog vrij jonge Permanent Hof van Internationale Justitie van de Volkenbond in Den Haag. Dat was van oordeel dat de argumenten van Noorwegen geen steek hielden en wees het gebied aan Denemarken toe. Noorwegen aanvaardde het vonnis en trok zich terug.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog landden Duitsers op de oostkust van Groenland om er geheime weerstations op te richten

Maar Denemarken had zijn lesje geleerd. Het volstond niet om de soevereiniteit over Noordoost-Groenland te claimen, je moest ze ook afdwingen. Zo zag de beroemde Slædepatruljen Sirius het licht, een elite-eenheid van de Deense marine. Permanente verkenningspatrouilles uitvoeren in Noord- en Oost-Groenland was hun opdracht. Een taak die nauwelijks te bevatten is, want hun werkterrein is een Arctische wildernis van zomaar even 160 000 km². Meer dan vijfmaal België dus. Patrouilleren doen ze normaal per twee met behulp van sleden die door een dozijn honden getrokken worden. Soms zijn ze vier maanden aan een stuk onderweg zonder enig menselijk contact. Normaal zouden we rond deze tijd hun hoofdkwartier in Daneborg bezoeken, maar de weersomstandigheden hebben dat onmogelijk gemaakt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1275y.jpg

Op weg naar Myggbukta

Holzauge in Hansa Bugt op het eiland Sabine was het eerste Duitse weerstation dat ontdekt werd. Prompt stuurde de Amerikaanse luchtmacht er vanuit IJsland bommenwerpers op af. Eind 1943 waren alle Duitse weerstations in Groenland gelokaliseerd en uitgeschakeld. Een van die weerstations was Myggbukta.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1360y.jpg

 

Vrij spoedig bewezen de hondensledepatrouilles van Sirius hun nut. Want weer waren er kapers op de kust. Ditmaal waren het Duitsers die tijdens de Tweede Wereldoorlog op de oostkust van Groenland landden om er geheime weerstations op te richten. Want ook voor Duitsland was meteorologische informatie uit Groenland van onschatbare waarde, niet alleen voor de strijd op het Europese vasteland, maar ook voor de U-boten die in het noorden van de Atlantische Oceaan de maritieme aanvoerlijnen van de geallieerden onder vuur namen.

Myggbukta staat bol van de historiek

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1305y.jpg

Myggbukta

Buiten lijkt de mist ondertussen zijn greep op de Hondius te lossen. Af en toe breekt de bleke zon door de nevels, in het zenit zijn vage flarden blauwe lucht zichtbaar. Even na tien trekken de scouts er met twee zodiacs op uit. Voor ons is dat het officieuze signaal dat we ons mogen klaarmaken. Nauwelijks tien minuten later komt via de intercom het formele bericht dat de eerste groepen over een half uur zullen vertrekken.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1287y.jpg

Myggbukta

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1288y.jpg

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1316y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1322y.jpg

Schedel van muskusos (v)

Er staat een lichte deining, verwittigt zodiacdriver Arjen ons terwijl we op weg zijn naar het strand. En het kustwater is ondiep, wat de golven nog versterkt. Zijn woorden zijn nog niet koud of vooraan gutst zeewater onze zodiac in. Niets om ons druk over te maken, het plasje water golft heen en weer over de aluminium bodem. Even later gaan we veilig aan wal op het keienstrand. In de verte is het vage silhouet van de Hondius in de nevels nauwelijks te herkennen. Hopelijk weten we straks het schip terug te vinden in die erwtensoep.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1312y.jpg

Myggbukta

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1291y.jpg

We kijken uit over de enorme sedimentvlakte waar de Mackenzierivier in de gelijknamige baai uitmondt. Meteen is duidelijk waarom deze plek zo populair was bij muggen en bij trappers. Voor trappers was het vrij vlakke terrein zeer toegankelijk, voor muggen waren de vele poeltjes een paradijs op aarde. Dat trekt dan weer vogels aan. Natuurdocumentalist Meike herkent er enkele – ijseenden, steenlopers, paarse strandlopers. Verderop zien we de gebleekte schedel van een muskusos. De hoorns zitten er nog aan. Het moet een wijfje geweest zijn, aldus Meike, want de spleet tussen de hoornen kopstukken op de schedel is vrij breed. Bij mannetjes zijn die aaneengesloten en groter, want daarmee bekampen ze hun rivalen tijdens de bronstijd. Met 40 km per uur stormen ze dan op elkaar af en stoten de koppen met enorme kracht tegen elkaar. Hun kopstoten zijn tot twee kilometer in het rond te horen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1292s.jpg

Myggbukta

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1301y.jpg

Maar het is het radiostation waar nu onze belangstelling naar uitgaat. Tegenwoordig is het veeleer een trappershut dan een weerstation. Tot ongeveer 1970 maakten jagers er geregeld gebruik van. Ook de leden van de Sirius Sledepatrouilles kan je er soms aantreffen.

De oorspronkelijke hut is er niet meer, het huis dat we nu zien is verscheidene malen herbouwd en gerenoveerd. Een vrij groot gebouw is het, veel ruimer dan het Kulhus bij Karl Pynt, veel comfortabeler ook. Kennelijk wordt het goed onderhouden. Binnen treffen we de klassieke huisraad en benodigdheden aan, alles netjes opgeruimd en op z’n plaats zodat je het blindelings op de tast kan terugvinden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1354y.jpg

Myggbukta

Op enige afstand staan twee bijgebouwen, niet omdat in het hoofdgebouw onvoldoende ruimte zou zijn, wel om zo nodig onderdak te vinden mocht het hoofdgebouw door een brand verwoest worden.

Meteen is duidelijk waarom Myggbukta zo populair was bij muggen en bij trappers

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1345y.jpg

Sedimentvlakte rond Myggbukta

Met onze focus op Denen, Noren en Duitsers zouden we bijna vergeten dat dit oorspronkelijk het land van de Inuit was. Maar dat is buiten archeoloog Claus gerekend. Hij troont ons mee een eind de helling op om te tonen wat hij daar aangetroffen heeft. Op het eerste gezicht zouden wij dat gewone kuilen in de grond noemen, met hier en daar wat rotsblokken, maar Claus’ vurig enthousiasme laat er geen twijfel over bestaan – dit zijn de restanten van winterwoningen van de Inuit.

Op het eerste gezicht zouden wij dat gewone kuilen in de grond noemen, maar het zijn de restanten van winterwoningen van de Inuit

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1339y.jpg

Restanten van twee Inuitwoningen

Zijn rijke ervaring met soortgelijke sites her en der op de Groenlandse kusten stelt Claus in staat onze verbeelding te stofferen met een levendige beschrijving van hoe zulke woningen eruit moeten gezien hebben. De muren waren gebouwd met stenen en turf, aan de binnenzijde bekleed met zeehondenvel. Drijfhout dat ze langs de kust vonden, gebruikten ze als dak. Ook de ribben van een walvis werden daar weleens voor gebruikt. Soms hadden ze zelfs een venster met het vlies van de huid van een ijsbeer of een zeehond.

De ingang van de woning bestond uit een tunneltje. Zo ontstond een soort sifon die de koude deels buitenhield

De ingang bestond uit een tunneltje, zodat je onder de stenen door naar binnen kon kruipen. Zo ontstond een soort sifon die de koude deels buitenhield. Een deur hadden deze woningen niet, wel een zeehondenvel waarmee de ingang afgesloten kon worden. Binnen lagen er pelzen van muskusos en ijsbeer op de zitplaatsen en op het bed. Dierenolie werd op een steen verbrand. Niet alleen bracht dat licht in de duisternis, maar bovendien werd erboven een steen verhit waarop vlees gegaard kon worden. Nog wat hoger konden de kleren dan te drogen gehangen worden. Kortom, drie functies in één, glundert Claus.

Ga er maar eens zitten, heel de winter door, in de ijselijke kou en de volslagen duisternis, wachtend op de lente

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1344y.jpg

Restant van een Inuitwoning

Waarschijnlijk is dit huis twee‑ tot vierhonderd jaar oud en woonde hier een gezin van twee volwassenen met twee tot vier kinderen. Wat ons betreft is hier zelfs voor één volwassene niet voldoende ruimte. Ga er maar eens zitten, heel de winter door, in de ijselijke kou en de volslagen duisternis, wachtend op de lente. Aan de westkust waren de huizen meestal groter, probeert Claus onze mix van verbazing en ongeloof te pareren.

Inuit gingen zelfs zover om spontaan hun vrouw aan te bieden wanneer een westerse man opdaagde. Louter en alleen om de genenpool te vergroten

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1324q.jpg

Poolpapaver

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1325q.jpg

Muskusos – Schedel en deel van ruggengraat

Doorgaans probeerden de Inuit in gemeenschappen van honderd tot honderdvijftig mensen te leven om inteelt te voorkomen. Peter Freuchen, de Deense antropoloog die zelf met een Inuitvrouw getrouwd was en twee kinderen met haar had, schreef in 1935 in zijn Arctic Adventure dat Inuit zelfs zover gingen om spontaan hun vrouw aan te bieden wanneer een westerse man opdaagde. Louter en alleen om de genenpool te vergroten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1362y.jpg

Myggbukta

Elders schrijft hij dat kajakkers, als ze onverwacht in een storm terechtkomen, een vrijwillige koprol moeten kunnen maken, waarbij hoofd en romp in het ijskoude water onder de kajak hangen. Zou de kajakker rechtop blijven zitten, dan loopt hij het risico er een gebroken ruggengraat aan over te houden als er een golf op hem valt. Taaie jongens, die Inuit.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1373y.jpg

Myggbukta

De nevels zijn grotendeels verdwenen wanneer we omstreeks half een naar de Hondius terugkeren. Het schip terugvinden is dus zo moeilijk niet. Maar het duurt nog een uur of twee vooraleer de Hondius het anker kan lichten. In de tussentijd is ook de tweede groep aan land gegaan. Met meer dan honderd personen op dezelfde plek neerstrijken is in de Arctis immers niet toegestaan. De regelgeving is daar nogal strikt in. Met als onvermijdelijk gevolg dat de baai oversteken voor het geplande bezoek aan Tvaerdal niet meer haalbaar is.

De ijsbergen zijn bedrieglijk mooi, maar gevaarlijk

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\08 Myggbukta\Best Of\GROE1400y.jpg

Kejser Franz Joseph Fjord

Dus wenden we de steven westwaarts voor wat het hoogtepunt van de reis moet worden. Drie dagen lang zullen we het fascinerende fjordenstelsel doorkruisen dat deel uitmaakt van het Nationaal Park van Noordoost-Groenland. Via de indrukwekkende Kejser Franz Joseph Fjord, vernoemd naar de Habsburgse keizer, zullen we diep in dit geologisch pareltje doordringen, om aanstaande woensdag via de niet minder imposante Kong Oscar Fjord naar open zee terug te keren.

Drie dagen lang zullen we het fascinerende fjordenstelsel doorkruisen dat deel uitmaakt van het Nationaal Park van Noordoost-Groenland

Toch heeft de expeditiestaf nog wat vertier voor ons op stapel staan. Even voor vijf, net voor we de Kejser Franz Joseph Fjord binnenvaren, kondigen ze een zodiaccruise aan. Daar hebben we gelukkig wel nog voldoende tijd voor. Twaalf zodiacs zullen te water gelaten worden, een uur lang zullen we ter hoogte van Kap Franklin de omgeving van dichterbij kunnen verkennen. Het zal er koud zijn, vernemen we. Warm aankleden dus. En er staat een stevige deining. Voorzichtig zijn dus. Maar aan ons enthousiasme doet dat geen afbreuk.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\09 Keizer Frans Jozeffjord\Best Of\GROE1419y.jpg

Kejser Franz Joseph Fjord

Niet met tien passagiers, zoals bij de landingen, maar met twaalf nemen we even na zes in de zodiacs plaats. Onze allereerste zodiaccruise is dit, zodiacdriver Meike vraagt meteen aandacht voor de veiligheidsinstructies. Vooreerst is er het systeem van de buddy’s. De zodiacs varen steeds in duo’s, zodat in geval van nood de ander snel hulp kan bieden. De buddy’s horen dus voldoende dicht in elkaars buurt te blijven.

Wat te doen bij een MOB, een man (m/v/x) overboord?

Wat te doen bij een MOB, een man (m/v/x) overboord? In de golven kan een drenkeling snel uit het zicht verdwijnen. Twee personen horen de drenkeling daarom constant met gestrekte arm aan te wijzen, terwijl de anderen op de bodem van de zodiac neerhurken, zodat Meikes zicht niet belemmerd wordt. Eens voldoende dichtbij zal ze de MOB aan boord trekken. Dat hoort overigens ruggelings te gebeuren.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\09 Keizer Frans Jozeffjord\Best Of\GROE1460y.jpg

 

Mocht het ondenkbare gebeuren – Meike overboord – dan zal de dodemanskoord de motor van de zodiac meteen uitschakelen. Ook dan moeten twee personen haar constant aanwijzen, maar daar eindigt onze opdracht. Want het is de driver van de tweede zodiac die haar uit het water zal moeten tillen. Of wij zoveel zelfbeheersing aan de dag zullen kunnen leggen, valt nog te bezien.

En dan zijn er nog de ijsbergen. Bedrieglijk mooi, maar gevaarlijk. Want tijdens het smelten verschuift hun zwaartepunt, waardoor ze totaal onverwacht kunnen kantelen. De zodiac zal een ijsberg daarom nooit dichter dan tweeëneenhalve keer zijn hoogte naderen. Dan nog kunnen we door een kleine tsunami getroffen worden, mocht de ijsberg afkalven en wankelen. In de zodiac voorover buigen en de gebeurtenissen afwachten is dan het parool.

Overigens is het ook voor de Hondius opletten geblazen. Want met ijsbergen in de buurt is het beslist geen goed idee om voor anker te gaan. Het schip moet immers zijn bewegingsvrijheid houden. Dus zit er voor de kapitein niets anders op dan rustig heen en weer varen terwijl wij er met de zodiacs op uit trekken.

Het lijkt wel alsof de steile rotskust zich in afwachting van de winter alvast in herfstkleuren getooid heeft

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\09 Keizer Frans Jozeffjord\Best Of\GROE1481y.jpg

Kap Franklin

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\09 Keizer Frans Jozeffjord\Best Of\GROE1421y.jpg

 

Dat alles kan de pret niet bederven. In de verte lokt ons de steile rotskust van Kap Franklin. Het lijkt wel alsof ze zich in afwachting van de winter alvast in herfstkleuren getooid heeft. Alle schakeringen van bleekgeel tot donkerbruin zijn op de kale hellingen vertegenwoordigd. Helemaal bovenaan liggen nog enkele restjes sneeuw. Ongetwijfeld zullen die niet meer verdwijnen voor de winter intreedt. Hier en daar snijden smalle kloven door het gesteente en klatert witschuimend water naar beneden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\09 Keizer Frans Jozeffjord\Best Of\GROE1430y.jpg

Kap Franklin

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\09 Keizer Frans Jozeffjord\Best Of\GROE1440y.jpg

Dan blijken halfweg de helling enkele donkere rotsblokken te bewegen. Dit zijn muskusossen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\09 Keizer Frans Jozeffjord\Best Of\GROE1469y.jpg

Muskusossen

Dan blijken halfweg de helling enkele donkere rotsblokken te bewegen. De afstand is vrij groot, maar de verrekijkers en de telelenzen laten er geen twijfel over bestaan – dit zijn muskusossen. Met vijf zijn ze, ze rennen vrij snel en zonder veel moeite over de steile helling. Kennelijk weten deze graseters zelfs op deze ogenschijnlijk kale bergflanken voedsel te vinden. Wereldwijd wordt hun aantal op 80 000 à 125 000 geschat, in het Nationaal Park van Noordoost-Groenland zouden er 5 000 tot 15 000 rondzwerven.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\09 Keizer Frans Jozeffjord\Best Of\GROE1501y.jpg

Kejser Franz Joseph Fjord

Verderop drijven een drietal ijsbergen op het water. Behoedzaam varen we ernaartoe, zonder al te dichtbij te komen. Enorme gevaartes zijn het, hoger zelfs dan de Hondius, en daarvan weten we dat het hoogste dek zich 21,86 m boven de waterlijn bevindt. Wat opvalt is hoezeer deze ijsreuzen van elkaar verschillen. Maar de verklaring ligt voor de hand. De grote platte schijf is een ijsberg die uit de ijskap vrijgekomen is. De andere twee daarentegen, met hun grillige vormen die aan sprookjesachtige kastelen met torens doen denken, zijn van een gletsjer afgebroken.

Wat hun herkomst ook weze, hier zijn de ijsbergen gelijk voor de wet

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\09 Keizer Frans Jozeffjord\Best Of\GROE1512y.jpg

 

Wat hun herkomst ook weze, hier zijn de ijsbergen gelijk voor de wet. Alle drie zitten ze vast aan de zeebodem. En dat op zich is al een flinke prestatie. Want volgens de zeekaarten is de fjord hier minstens tweehonderd meter diep. Pas als ze voldoende afgeslankt zijn, zullen de ijsbergen vrijkomen en hun weg naar zee kunnen voortzetten.

Op een van de ijsbergen staan enkele meeuwen parmantig rond te kijken. Ze behoren tot een van de grootste meeuwensoorten, de grote burgemeesters. Eentje heeft nog het lichtbruine verenkleed van de juveniel, de andere drie zijn volwassen vogels met vaalwit gevederte. Vissen, eieren en insecten staan op het menu van deze alleseters, maar ook bessen en aas. Ze kunnen erg agressief uit de hoek komen en durven het aan andere vogels te doden, zelfs in de vlucht.

Van de koude hebben deze grote burgemeesters geen last. Ze hoeven niet eens te vrezen dat hun poten aan het ijs vastvriezen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\09 Keizer Frans Jozeffjord\Best Of\GROE1519y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\09 Keizer Frans Jozeffjord\Best Of\GROE1534y.jpg

Grote burgemeesters

Van de koude hebben deze grote burgemeesters alvast geen last. Ze hoeven niet eens te vrezen dat hun poten aan het ijs vastvriezen. Dat danken ze aan de geraffineerde wijze waarop hun bloedsomloop georganiseerd is. Het warme bloed dat van het hart naar de poten stroomt, geeft onderweg een deel van zijn warmte af aan het koude bloed dat van de poten naar het hart op weg is. Beide aders liggen in de poten immers netjes tegen elkaar. Zo gaat de energie van het warme bloed niet verloren en wordt het koude bloed een beetje voorverwarmd zodat het lichaam niet teveel afkoelt. In de poten is altijd voldoende warm bloed aanwezig om bevriezing te voorkomen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2022-08-30 Noordoost-Groenland\09 Keizer Frans Jozeffjord\Best Of\GROE1539y.jpg

 

Het is al ruim voorbij zeven uur wanneer we terug aan boord klimmen van de Hondius. De dagelijkse recap leert ons dat onze verkenning van de Kejser Franz Joseph Fjord begonnen is. Morgen staan landingen op Kap Ovibos en in Blomsterbugten op het programma. IJsvorming of zware golfslag hebben we zo ver landinwaarts niet te duchten. Eindelijk een plan dat niet gewijzigd zal moeten worden.

Even na elf bereiken we Kap Ovibos en gaan er voor anker. Dat lijkt eenvoudig, maar dat is het niet. Want er komt flink wat wiskunde bij kijken om de precieze trekrichting van de ankerketting te bepalen. Je moet immers rekening houden met de diepte van het water, de stroming, de windsnelheid en de aanwezigheid van ijs. Is er veel ijs in de buurt, dan mag de ketting niet te lang zijn. In geval van nood moet je het anker immers snel kunnen binnenhalen.

Voor vannacht volstaan vijf schakels, weten ze op de brug. Dat wil zeggen dat de ankerketting over een lengte van vijfmaal 27,5 m of bijna 140 m het water in gaat. Wat niet betekent dat het water hier zo diep zou zijn. Want de ketting hangt in een lange, gebogen lijn achter het schip. Overigens is het niet zozeer het gewicht van het anker, maar wel dat van de ketting dat het schip op zijn plaats houdt. Het anker mag dan 3,3 ton wegen, zijn voornaamste functie bestaat erin zich aan de zeebodem vast te haken.

Top

Jaak Palmans
© 2023 | Versie 2023-03-24 10:59

 

Lees het vervolg in (3/4)

Oud, ouder, oudst