From Kamtchatka with love
Rusland | Anno 2019
Donderdag 1 augustus | Petropavlovsk – Avatsjabaai
Zaterdag 3 augustus | Petropavlovsk
Donderdag 1 augustus | Petropavlovsk – Avatsjabaai
De vuilste stad van heel Rusland. Eerste minister Vladimir Poetin stak zijn mening niet onder stoelen of banken toen hij in augustus 2010 het verre Petropavlovsk bezocht. Voor de lokale overheid was het haar beste dagje niet, want de korzelige premier legde meteen de vinger op de wonde. Wat er dan wel gebeurd was, wilde hij weten, met de 3,5 miljard roebel die de centrale overheid ter beschikking gesteld had om de bouw van nieuwe, aardbevingsbestendige woningen te financieren?
Wat was er gebeurd met de 3,5 miljard roebel die de centrale overheid ter beschikking gesteld had?
Voor zover wij daarover kunnen oordelen heeft de reprimande haar doel niet gemist. Al zullen we Petropavlovsk niet meteen voor een citytrip aanbevelen, aperte voorbeelden van schromelijke verwaarlozing zijn er niet meer te bespeuren.
Reisgids Christina gaat ons voor in onze korte kennismaking met de oude stad, het stadsdeel waar indertijd de eerste ontdekkingsreizigers voet aan wal zetten. Het weer ziet er veelbelovend uit, met witte wolkjes aan een blauw firmament en een zonnetje dat straalt over de stad.
Petropavlovsk heeft zijn ontstaan volledig aan de aanwezigheid van de Avatsjabaai te danken, de enige natuurlijke haven van betekenis op de oostkust van Kamtsjatka. Hier was het dat schepen veilig voor anker konden gaan, verse voorraden drinkwater konden inslaan en noodzakelijke reparaties konden uitvoeren. Vanaf 1740 verschenen er de eerste houten hutten. Gaandeweg werd de nederzetting een overwinteringsplaats voor robben‑ en walvisjagers, en een belangrijk steunpunt voor ontdekkingsreizigers die de noordelijke uithoeken van de Stille Oceaan en de Noord-Amerikaanse kust verkenden. Want het hedendaagse kustgebied van Alaska en Inside Passage is het eerst door de Russen gekoloniseerd, niet door de Amerikanen. In het begin van de 19e eeuw telde Petropavlovsk ’s zomers 180 inwoners, ’s winters 300 tot 400.
Buitenlanders werden uit Petropavlovsk geweerd, zelfs de meeste Russen mochten er niet meer binnen
Na de tweede wereldoorlog werd Petropavlovsk een gesloten militair gebied. Buitenlanders werden er geweerd, zelfs de meeste Russen mochten er niet meer binnen. Dat had alles te maken met het feit dat de Sovjets vanaf 1938 in het nabijgelegen Viljoetsjinsk een basis voor dieselduikboten waren gaan uitbouwen. Hoge lonen en andere voordelen moesten de broodnodige arbeiders aantrekken om deze infrastructuur draaiend te houden.
Dat lukte vrij goed. Tot in 1989 de Berlijnse muur viel en een jaar later ook de Sovjet-Unie van haar voetstuk tuimelde. Aan de genereuze geldstroom naar Petropavlovsk kwam een einde, de werkloosheid nam hand over hand toe, de levensstandaard daalde zienderogen, een massale migratie kwam op gang. Waar Petropavlovsk in 1990 nog 300 000 inwoners telde, waren er dat in 2018 slechts 181 216.
Vleesmarkt
Dat Petropavlovsk op dezelfde noorderbreedte als het Duitse Bremen ligt neemt niet weg dat de regio net zoals de rest van Siberië tot het subarctische klimaat gerekend wordt. Al oefent de nabije oceaan een milderende invloed uit. ’s Zomers mag je een gemiddelde temperatuur van 15 °C verwachten, ’s winters –10 °C.
Net zoals de rest van Siberië wordt Kamtsjatka tot het subarctische klimaat gerekend wordt
Niet meteen aanlokkelijke temperaturen voor toeristen, zou je zeggen. Toch is ecotoerisme precies de sector waar Petropavlovsk sedert de jaren negentig zwaar op inzet. De ongerepte natuur van Kamtsjatka met zijn beren en vulkanen is de unieke troef die ze graag uitspelen. Volkomen terecht, als je het ons vraagt.
Maar voorlopig is de visindustrie nog steeds de primaire economische activiteit van de hoofdstad. Dat zullen we gauw merken wanneer Christina ons omstreeks half elf in de buurt van de Centrale Markt dropt, een hedendaags shopping center gespreid over verscheidene genummerde winkelhallen. Opvallend is de zin voor hygiëne waarmee de enorme versmarkten uitgebaat worden. Je kan er bij wijze van spreken van de vloer eten. Kilo’s vlees liggen kant en klaar in gekoelde toonbanken achter glas in plasticfolie verpakt op klanten te wachten. Geslachte dieren worden ter plaatse versneden.
Vleesmarkt
Maar het is natuurlijk de vismarkt die ons fascineert. Een volledige hal is eraan gewijd. Tientallen kraampjes etaleren er hun koopwaar. Toch kan je de verscheidenheid niet groot noemen. Schaaldieren zijn er nauwelijks, zalm is er des te meer. Bestel je hier zalm, dan zal je dat wel even moeten uitleggen. Wens je de dure chinookzalm of de goedkope bultrugzalm? Of iets daartussenin, bijvoorbeeld de chumzalm, de cohozalm of de rode zalm? Verkies je gedroogd of gerookt? Gezouten of zoutarm? Vers, ingeblikt of hermetisch verpakt?
Voorlopig is de visindustrie nog steeds de primaire economische activiteit van de hoofdstad
Zalmkuit hebben ze in soorten, getuige de vele witte bakken waarin de rode kaviaar gepresenteerd wordt
Zalmkuit van rode zalm, chumzalm (achteraan), chinookzalm (vooraan) |
|
Poten van koningskrab |
Iets gelijkaardigs geldt voor de zalmkuit. Ook die hebben ze in soorten, getuige de vele witte bakken waarin de rode kaviaar – zoals zalmkuit hier graag genoemd wordt – gepresenteerd wordt. Spontaan krijgen we enkele proevertjes aangereikt om het verschil te smaken. Want kwaliteitsverschillen zijn er, dus ook prijsverschillen. Zo leg je voor een kilogram kuit van de chinookzalm 3 600 roebel of omgerekend ongeveer 51 euro neer. Een kilogram kuit van de bultrugzalm heb je daarentegen al voor 2 600 roebel of ongeveer 37 euro.
Vismarkt |
|
Gerookte rode zalm, gerookte heilbot |
Koningskrab mag op een markt als deze uiteraard niet ontbreken. Je kan ze in haar geheel in grote plastic zakken kopen, of enkel de poten, netjes versneden en zonder schalen in plastic dozen. In dat laatste geval betaal je ongeveer 1 600 roebel of 23 euro voor vierhonderd gram. In diepgevroren toestand kan je een koningskrab twee jaar en een half bewaren.
Chinookzalm, rode zalm, cohozalm, chumzalm
Onwillekeurig rijst bij ons de vraag welke klanten zich dergelijke producten kunnen veroorloven, de penibele economische situatie van Petropavlovsk indachtig. Heden ten dage bedraagt het gemiddelde maandloon ongeveer 35 000 à 40 000 roebel, raamt Christina. Vijfhonderd tot vijfhonderdzeventig euro dus. Het komt ons voor dat weinigen geneigd zullen zijn het loon van een volledige werkdag aan een portie koningskrab te spenderen.
Stuk voor stuk komen deze producten uit China, want Kamtsjatka zelf kan dat niet voortbrengen
Groente‑ en fruitmarkt |
|
|
Ook de groente‑ en fruitmarkt ademt een welhaast klinische netheid uit. Het aanbod is er overrompelend in zijn verscheidenheid, van winterse groenten tot tropisch fruit. Stuk voor stuk komen deze producten uit China, want Kamtsjatka zelf kan dat niet voortbrengen. Voor zover er vruchtbare grond is, wordt die meestal door kleine moestuintjes ingenomen, waar mensen zelf hun groenten voor eigen gebruik telen. Druk is het hier allerminst. Als we onszelf niet meerekenen, tellen we meer verkopers dan klanten in de hal.
Groente‑ en fruitmarkt |
|
|
Om half twaalf zakken we per bus naar de oude stad af, de plek waar het eertijds allemaal begon. Petropavlovsk helemaal te voet verkennen is niet doenbaar. Van noord naar zuid meet de langgerekte stad met haar brede lanen, open bebouwing en overheersende laagbouw al gauw vijftien kilometer. Maar een wandeling langs de hoofdstraat is een must.
Als vertrekpunt heeft Christina het Leninstandbeeld op het Leninplein aan het begin van de Leninboulevard gekozen. Je kan er inderdaad niet naast kijken, de nomenclatuur van de Sovjets is nog steeds prominent in het stadsbeeld aanwezig. Daar getuigen straatnamen zoals Leninskaja, Sovjetskaja, Karla Marksa, Oktjabrja, Partizanskaja… ten overvloede van.
Naar schatting kan je her en der verspreid over Rusland nog steeds ongeveer 1 800 standbeelden van Lenin aantreffen
Leninstandbeeld |
|
Stele ‘Stad van Militaire Glorie’ |
Een indrukwekkend standbeeld is het, wellicht een twaalftal meter hoog als je de enorme sokkel meerekent. Lenin is er in een kordate houding voorgesteld, strijdbaar in de verte kijkend, met zijn jas lichtjes wapperend in de wind. Naar schatting kan je her en der verspreid over Rusland nog steeds ongeveer 1 800 standbeelden van Lenin aantreffen, al gaat er geregeld hier of daar eentje voor de bijl.
Het trotse Petropavlovsk mag de titel ‘Stad van Militaire Glorie’ voeren
Iets verderop staat een enorme stele. Ook al een overblijfsel uit de sovjettijd, zo lijkt het. Toch was de Sovjet-Unie al een kwarteeuw ter ziele gegaan toen dit monument hier in 2015 verrees. Het drukt ons met de neus op het feit dat het trotse Petropavlovsk de titel ‘Stad van Militaire Glorie’ mag voeren. De officiële reden daarvoor is ‘het heroïsme, de standvastigheid en de massale heldenmoed die de verdedigers van de stad getoond hebben in de strijd voor de vrijheid en de onafhankelijkheid van het vaderland’.
Slechts 45 steden van de Russische federatie is tot op heden die eer te beurt gevallen. Wat Petropavlovsk betreft, zou het gaan om de wijze waarop de stad zich in de tweede wereldoorlog tegen de Japanners heeft verweerd. Het moet zijn dat de verstandhouding met Japan er sedertdien op vooruitgegaan is, getuige de vele auto’s met het stuur aan de rechterkant. Want dat wijst erop dat ze uit Japan geïmporteerd zijn.
Het was Vitus Bering die in 1740 de grondslag legde voor de stichting van de stad. In 1729 had hij de Avatsjabaai tijdens zijn eerste Kamtsjatkaexpeditie reeds uitvoerig bezocht en in kaart gebracht. Nu wilde hij er een steunpunt voor zijn expeditie stichten. Want hij was er weer maar eens door de tsaar op uitgestuurd om uitsluitsel te brengen over de vraag of Siberië en Alaska nu wel of niet via een landbrug met elkaar verbonden waren, in weerwil van het feit dat de Rus Semjon Dezjnjov in 1648 al de doorgang ontdekt had die wij tegenwoordig de Beringstraat noemen.
Het was Vitus Bering die in 1740 de grondslag legde voor de stichting van de stad
Sint-Petrus en Sint-Paulus |
|
|
De schepen waarmee Bering de baai binnenvoer, heetten Sint-Petrus en Sint-Paulus. Vandaar de naam Petropavlovsk voor de nieuwe nederzetting, aldus Christina. Een standbeeld voor beide patroonheiligen, daar hadden de sovjets geen oren naar. Het was wachten tot 2005 vooraleer daar werk van gemaakt werd. Nu staan ze daar, met het achtarmige Russisch-Orthodoxe kruis tussen hen in, nota bene op een boogscheut van de strijdbare Lenin. Nu pas valt het ons op dat hij de andere kant uit kijkt.
Voor Bering zelf liep deze tweede Kamtsjatkaexpeditie uiteindelijk fataal af. Op het eiland Avatsja, slechts een paar honderd kilometer van Kamtsjatka vandaan, leed hij schipbreuk en stierf er aan scheurbuik, samen met een groot deel van zijn bemanning. Pas in 1991 heeft men de stoffelijke overschotten van Bering en enkele van zijn expeditieleden weten te lokaliseren. Het eiland heeft er zijn huidige naam Beringeiland aan overgehouden.
Via de licht hellende Leninskaja kuieren we door de oude stad zuidwaarts. Van de oorspronkelijke houten huizen valt niets meer te bespeuren. De koude, functionele architectuur waarop sovjetarchitecten het patent leken te hebben, is ervoor in de plaats gekomen. Zelden waan je je in een bezige hoofdstad. Al herinneren imposante overheidsgebouwen ons af en toe aan die bestuurlijke functie.
Van de oorspronkelijke houten huizen valt niets meer te bespeuren. Koude, functionele architectuur is ervoor in de plaats gekomen
Regeringsgebouw van de Regio Kamtsjatka
Zo is er het grote gebouw van de regering van de regio Kamtsjatka. Bovenaan de gevel wijst Christina ons het wapen van de regio aan. Drie rokende vulkanen van ongelijke grootte prijken er tegen een achtergrond van een vuurrode, ondergaande zon boven een golvende blauwe oceaan. Sprekender kan het niet. Al missen we de snoet van Kamtsjatka’s beroemdste bewoner.
Vlag van de Regio Kamtsjatka |
|
Wapen van de Regio Kamtsjatka |
|
Vlag van de Stad Petropavlovsk |
Ook de vlag van de regio pakt met dat thema uit – twee horizontale banden, wit en blauw, drie rokende vulkanen voor een rode zon. De stadsvlag van Petropavlovsk herleidt de boodschap dan weer tot haar essentie – drie rokende vulkanen.
Een bezoek aan een souvenirwinkel kan natuurlijk niet ontbreken. Prompt vallen ons de kunstzinnig bewerkte beenderen op waarmee ze in het uitstalraam pronken. Ivoor, denk je dan, gezien de kleur. Maar dat klopt niet, want de kunstwerken zijn enkele tientallen centimeters lang zonder de gebruikelijke kromming te vertonen. Walruspenissen zijn het, als we het bijschrift mogen geloven.
Bewerkte walruspenisbotten |
|
Alexander Nevskykerkje |
Maar ook dat is niet helemaal juist. In feite gaat het om een penisbot, een been dat in de penis van veel zoogdieren aangetroffen wordt. Het zou de voortplanting bevorderen door tijdens de penetratie voldoende stijfheid te behouden. Kennelijk is homo sapiens een van de zoogdieren die op dat vlak geen hulp nodig heeft. Alleszins staan walrussen ervoor bekend letterlijk de grootste te hebben, met een lengte van vijftig centimeter en meer. De Korjaken en de Tsjoektsjen, twee inheemse volkeren, zouden deze stokken als wapens gebruikt hebben, luidens datzelfde bijschrift. Hopelijk uitsluitend in een ceremoniële functie, want om in bruut geweld ten onder te gaan zijn ze veel te mooi.
Stalin liet het oorspronkelijke kerkje in 1937 met de grond gelijk maken
Alexander Nevskykerkje
Een klein kerkje naast een park, een eind van de Leninskaja vandaan, trekt onze aandacht. Dat het volledig in hout opgetrokken is, doet vermoeden dat het een van de oorspronkelijke gebouwen van de oude stad is. Maar schijn bedriegt, het kerkje verscheen hier pas in 2007. Zijn voorganger daarentegen dateerde van 1854. In het kader van de Krimoorlog hadden de Russen toen een overwinning op de Frans-Britse troepen in de Stille Oceaan geboekt. Zulk wapenfeit hoorde uiteraard met de bouw van een kerk bekroond te worden. Maar Stalin zag dat anders. Religie was verderfelijk, ze belemmerde de ontwikkeling van een echte socialistische maatschappij. Dus liet hij het kerkje in 1937 met de grond gelijk maken.
Alexander Nevsky werd tot grootste Rus aller tijden verkozen – de Russische versie van pater Damiaan dus
Alexander Nevskykerkje – Iconostase
Tegenwoordig is het kerkje aan Alexander Nevsky gewijd, de alom geliefde heilige prins die het in 2008 tot grootste Rus aller tijden schopte – de Russische versie van pater Damiaan dus. Wellicht dankt het daar zijn populariteit aan, want in het piepkleine kerkje is het vrij druk. Het zijn vooral vrouwen, steevast met een sjaaltje om het hoofd, die hier staan te bidden en zich over de pupiter buigen om het icoon te kussen.
M/V Kathleen
Per bus gaat het nu verder naar het haventje van de Bogorodskoye Ozero-baai, want we hebben nog een boeiende boottocht in de Avatsjabaai in het verschiet. Kwart na een is het als we er gedropt worden en tussen roestige boten onze weg zoeken op de kade. Kapitein Oleg verwelkomt ons op de M/V Kathleen. Een vreemde naam is dat, in Latijns schrift nog wel, voor een oude blauwe schuit met Petropavlovsk als thuisbasis. Ooit behoorde deze boot aan een Britse dame, legt Christina uit, maar die was zo enthousiast na een bezoek aan Kamtsjatka dat ze de boot aan Lost World Tours schonk, de reisorganisatie waarmee wij momenteel rondtrekken.
Het concept duurzaamheid is voor de modale Rus allicht even exotisch als het concept vegetariër voor een Argentijn
Haven van Bogorodskoye Ozero
Flatgebouwen |
|
Haven van Bogorodskoye Ozero |
Aan boord blijkt onze lunch klaar te staan – vissoep met brood. Dan komt de Palmyra tegen de Kathleen aanliggen, met Andrei als kapitein. Een groter contrast dan dat tussen de blauwe schuit en het witte jacht is moeilijk denkbaar. Kennelijk dient ons gezelschap zich over beide vaartuigen te spreiden, acht personen per boot. Wie aan boord gaat van de Palmyra dient zijn schoenen uit te doen en schreeuwlelijke crocs aan te trekken.
Eeuwenlang was de Avatsjabaai de belangrijkste, zo niet de enige toegangspoort tot Kamtsjatka
Even voor twee varen we uit, de weidse Avatsjabaai tegemoet. Een van de grootste baaien ter wereld wordt ze genoemd, met haar oppervlakte van 215 km² is ze viermaal zo groot als de fameuze Sydney Harbour in Australië. Eeuwenlang was dit de belangrijkste, zo niet de enige toegangspoort tot Kamtsjatka. Pas toen de luchtvaart opgang maakte, verloor de baai haar monopolie. Personenvervoer gebeurt tegenwoordig vooral per vliegtuig, maar vissers‑ en vrachtschepen varen nog steeds af en aan. En natuurlijk ook de vaartuigen van de Russische Pacifische vloot die hun basis in Viljoetsjinsk hebben. Atoomduikboten hebben zelfs absolute voorrang. Telkens een onderzeeër de baai binnenvaart of verlaat, is oppervlakteverkeer in de baai strikt verboden. Dat kan weleens roet in het eten gooien als je eropuit wil trekken. Maar vandaag is dat gelukkig niet het geval.
Telkens een atoomduikboot de baai binnenvaart of verlaat, is oppervlakteverkeer in de baai strikt verboden
Afsluiting van de Avatsjabaai |
|
Avatsjabaai, M/V Kathleen |
Achter ons verdwijnt het haventje geleidelijk uit het zicht. Een vreemd amalgaam is het van zeewaardige boten, roestige rompen en vervaarlijke kranen. Sommige boten hangen dermate scheef dat ze maar een duwtje nodig lijken te hebben om te kapseizen. Is het een haven waar we naar kijken, of is het een kerkhof? Of is het beide? Russen en afvalverwerking, het blijft een moeilijk samengaan. Het concept duurzaamheid is voor de modale Rus allicht even exotisch als het concept vegetariër voor een Argentijn.
Kapitein Oleg houdt een koers vrij dicht bij de oostkust van de baai aan. De heuvels zijn er grotendeels bebost en eindigen vaak in hoge kliffen die steil naar het water afdalen. Toch zijn er hier en daar nog sporen van menselijke aanwezigheid. Ergens is een visser druk in de weer met de kooien waarmee hij koningskrabben vangt. Een vreemde verschijning zijn de rode boeien en de metalen netten die op een strandje gedropt zijn. Een restant van de Koude Oorlog is dat, toen de Russen het nodig vonden de baai af te sluiten om te beletten dat Amerikaanse duikboten een kijkje zouden komen nemen.
Duifzeekoet |
|
Drieteenmeeuw |
Kuifpapegaaiduiker |
|
Zeekoet |
Gaandeweg vermindert de impact van de mens op de onherbergzame kust en naderen we het rijk van de zeevogels. Sommige rotspunten zijn door kleine kolonies meeuwen ingenomen. Er vliegt ook al eens een papegaaiduiker voorbij. Of een eenzame duifzeekoet, goed herkenbaar aan de witte vlek op zijn bruine vleugel en zijn knalrode poten. Duifzeekoeten nesten bij voorkeur in holen langs rotsachtige kusten. Hun prooien krijgen ze te pakken door ze diep onder water achterna te zitten. Zelf zijn ze nogal honkvast en opteren jaar na jaar voor hetzelfde hol en dezelfde partner.
Boven de Stanitskybaai zien we vaag in de nevelen de schim van de Viljoetsjinski
Viljoetsjinski, Stanitskybaai
Aan de overkant van de baai maakt Kaap Stanitsky haar opwachting, vijftig meter hoog, met helemaal bovenaan een witte vuurtoren. Voor schepen die de baai in‑ of uitvaren is dat een belangrijk baken. Boven de gelijknamige baai zien we vaag in de nevelen de schim van de Viljoetsjinski. Wonderlijk toch, want die vulkaan bevindt zich ongeveer 35 km hiervandaan. Het weer is dan ook prachtig, met slechts weinig wolken aan een grotendeels blauwe lucht.
Aan de voet van die enorme landtong staan twee hoge rotsmassa’s vrij in zee. Dat zie je wel vaker op de kusten van Oost-Siberië, zulke losstaande, natuurlijke gesteenten in de vorm van een kegel of een zuil. De Russen hebben er zelfs een naam voor bedacht – kekoeri. Voor zeevogels zijn zulke brandingspilaren geliefde plekken om er te rusten, te broeden en hun kuikens groot te brengen. Want ze zitten er veilig, vossen en andere roofdieren hoeven ze er niet te duchten.
Sommigen menen in de rotsmassa een sjaal te herkennen die om het hoofd van een oude vrouw gebonden is
Baboesjkin Kamen (links)
Verderop daagt in het westen een enorme vrijstaande rotsmassa op. Het sterk hellende plateau lijkt helemaal door vogels ingepalmd te zijn. Meeuwen waarschijnlijk, al kunnen we dat van op deze afstand niet goed zien. Sommigen menen in de rotsmassa een sjaal te herkennen die om het hoofd van een oude vrouw gebonden is. Baboesjkin Kamen heet het eiland daarom, Oma’s Steen. Maar de echte troeven van dit eiland blijven verborgen voor ons. Want het zijn de vele onderwatergrotten met hun specifieke fauna en flora – anemonen, zeesterren, zee-egels, zeekomkommers, sponzen, poliepen – die van deze omgeving een duikersparadijs maken.
Kuifpapegaaiduiker |
|
Larghazeehond |
Geleidelijk naderen we de ingang van de baai. Heel even komt een larghazeehond boven water. Nieuwsgierig neemt het schuchtere dier de omgeving in zich op en verdwijnt dan weer. Van zijn mooie gevlekte lichaam krijgen we dan ook niets te zien. Larghazeehonden en gewone zeehonden zijn nauwe verwanten van elkaar, alleen over hun favoriete biotoop verschillen ze van mening. Larghazeehonden vertoeven graag op ijsschotsen in het arctisch gebied of in de koude wateren van het Siberische continentaal plat.
De legende wil dat drie broers ooit een tsunami wisten af te weren en zo de plaatselijke bevolking redden
Tri Brata |
|
|
|
|
Allengs naderen we de populairste trekpleister van de Avatsjabaai, drie enorme kekoeri bij de ingang van de baai. Ze hebben de naam Tri Brata of Drie Broers gekregen. Tsunami’s teisteren de kusten van Kamtsjatka weleens. We bevinden ons hier immers aan de rand van de Stille Oceaan, pal op de Ring van Vuur waar aardbevingen en vulkaanuitbarstingen dagelijkse kost zijn. De legende wil dat drie broers ooit een tsunami wisten af te weren en zo de plaatselijke bevolking redden. Dat beviel hen zo goed dat ze die job sedertdien in versteende vorm zijn blijven uitoefenen.
|
Ware acrobaten zijn het, zelfs de kleinste uitsteeksels volstaan voor drieteenmeeuwen om er een nest op te bouwen
Eigenlijk zijn dit geen massieve rotsen, maar eerder conglomeraten van kleinere stenen die nog steeds aan erosie ten prooi zijn. Het resultaat is een ruw, oneffen oppervlak. Dat is net waar drieteenmeeuwen tuk op zijn. Ware acrobaten zijn het, zelfs de kleinste uitsteeksels volstaan voor hen om er een nest op te bouwen. Vader en moeder werken daarbij samen – eerst een laagje modder om een platformpje te creëren, vervolgens een opstaande wand rond het nest om te beletten dat de eieren eruit rollen en dan een laagje van zacht en droog materiaal zoals mos, gras of zeewier erover voor de warmte. Dat alles goed aanstampen en klaar is kees. Al die ouderlijke zorg ten spijt schromen kuikens zich soms niet om hun jongere broertje of zusje uit het nest te kieperen in de vaste overtuiging dat ze dan zelf meer voedsel zullen krijgen.
Tri Brata
Drie tenen aan de voorkant van de poot, maar geen teen langs achter zoals alle andere meeuwen – dat is het handelsmerk van de drieteenmeeuw. Van op enige afstand heb je daar echter niets aan als je ze van andere meeuwen wil onderscheiden. Ze herkennen doe je daarom vooral aan de zwarte, driehoekige uiteinden van hun vleugels. Ook met hun donkere poten onderscheiden ze zich van kamtsjatkameeuwen wier poten eerder rozig zijn.
Drieteenmeeuwen zijn geen landrotten. Liefst van al zwerven ze boven open zee
Dat we deze meeuwen hier aantreffen heeft met het broedseizoen te maken. Want drieteenmeeuwen zijn geen landrotten. Liefst van al zwerven ze boven open zee. Maar broeden moet nu eenmaal aan land gebeuren. Dus strijken ze elk jaar in mei tegen heug en meug op deze rotsen neer om te broeden en hun kuikens groot te brengen. Eens die klus geklaard, zijn ze in september acht maanden lang de hort op.
Het luide gekrijs van deze levendige kolonie mag ons niet doen vergeten dat het met de drieteenmeeuw als soort niet goed gaat. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw is de wereldpopulatie met 40 % gedaald. Zich snel aanpassen aan schommelingen in de voedselvoorraad, dat lukt drieteenmeeuwen niet zo goed. Overbevissing door de mens is een van de grote boosdoeners. Je mag niet vergeten dat een kolonie van pakweg tienduizend individuen elke dag minstens een ton vis nodig heeft. Toch zit ook de klimaatverandering er voor iets tussen. Want hoe warmer het zeewater is, des te minder voedsel beschikbaar is.
Met de drieteenmeeuw als soort gaat het niet goed
Drieteenmeeuwen |
|
Roodmaskeraalscholvers |
Maar ze hebben het rijk hier niet voor zich alleen, deze drieteenmeeuwen. Een kleine kolonie roodmaskeraalscholvers heeft haar plaats op de steile wanden opgeëist. De blote gezichtshuid rond de ogen van deze aalscholvers is fel oranje of rood gekleurd, vandaar hun naam. Overal op de lange eilandenboog van het Japanse Hokkaido via de Koerilen en de Aleoeten tot in Alaska voelen ze zich in hun sas. Dat er hier zoveel meeuwen in de buurt zijn, is mooi meegenomen, want roodmaskeraalscholvers gebruiken graag veren van een meeuw om er een warm nest mee te maken.
Binnen in de geheimzinnige witte bollen zitten radarinstallaties van een luchtafweersysteem verscholen
Radarinstallaties op Bezymjanajja
Kaap Stanitsky
Kapitein Oleg heeft ondertussen het roer van de Kathleen zuidwestwaarts gewend. De Avatsjabaai hebben we immers achter ons gelaten, we varen nu dicht onder de kust op open zee. Rechts rijst de Bezymjannaja, de Naamloze, meer dan driehonderd meter boven ons uit. Erosie heeft de heuvel aan de zeezijde zwaar aangetast, het immer beukende zoute water heeft een enorm litteken van oranje en witgrijs gesteente in de groene helling blootgelegd.
Drieteenmeeuw |
|
Kuifpapegaaiduiker |
Maar het zijn vooral de geheimzinnige witte bollen, helemaal boven op de kam, die onze aandacht trekken. Binnenin zitten radarinstallaties van een luchtafweersysteem verscholen. Dag en nacht spieden ze de omgeving af op zoek naar mogelijke vijanden. Ooit was daar ook een Russische legereenheid met SAM S‑125-luchtafweerraketten gestationeerd.
Viljoetsjinski, Bezymjanajjabaai
Het herinnert ons nog maar eens aan het grote geostrategische belang van Kamtsjatka. In vogelvlucht bevinden we ons hier dichter bij San Francisco dan bij Moskou. Alaska, dat lange tijd in handen van de Russen was, werd in 1867 door tsaar Alexander II voor een habbekrats aan de Verenigde Staten verkocht. Een blunder van formaat, want tegenwoordig is Alaska qua grondstoffen de rijkste staat van de USA. Naar verluidt zou ook Kamtsjatka toen een tijdlang in het winkelmandje gelegen hebben. Stel je voor dat die verkoop doorgegaan zou zijn en dat niet de USSR, maar wel de USA in Petropavlovsk een marinebasis uitgebouwd zouden hebben. Wat zou er dan tijdens de Tweede Wereldoorlog van de expansionistische politiek van Japan terechtgekomen zijn?
Stel je voor dat de verkoop van Kamtsjatka aan de USA doorgegaan zou zijn
Kaap Stanitsky
Allengs kunnen we er niet meer naast kijken – papegaaiduikers vliegen af en aan. Pijlsnel zijn ze, hun vleugels wapperen tot vierhonderd keer per minuut op en neer, de snelheid die ze ontwikkelen kan tot tachtig kilometer per uur oplopen. Hier en daar dobbert er eentje rustig op het water. Het geeft ons de gelegenheid ze wat beter te observeren.
Ongetwijfeld zijn zeekoeten stikjaloers op papegaaiduikers, want ze kunnen in hun bek niet meer dan één visje vasthouden
Vlucht kuifpapegaaiduikers met zeekoet
Zeekoeten, kuifpapegaaiduikers
Wat de koala’s zijn voor de buideldieren en de reuzenpanda’s voor de zoogdieren, zijn de papegaaiduikers voor de vogels – knuffelbeestjes die meteen ieders sympathie opwekken. Waarschijnlijk hebben ze dat grotendeels aan die leuke snoet te danken, met die enorme, oranjerode snavel, de witte gezichtsvlek en de gele kuif over hun oren. Die kuif dragen ze enkel tijdens het broedseizoen. Ze ontlenen er hun naam kuifpapegaaiduikers aan.
Karaoelny
Hun broedkolonie bevindt zich op Staritsjkov, het eiland waarnaar we nu op weg zijn. Daar voelen ze zich veilig voor poolvossen en andere roofdieren. Ze nestelen er in diepe holen die ze meestal zelf met hun poten en met… hun snavel uitgraven. Handig toch, zo’n grote bek. Soms stellen ze zich tevreden met een spleet tussen de rotsen. Zolang hun eieren maar buiten het bereik van roofzuchtige meeuwen blijven, en hun kuikens buiten de spiedende blik van zeearenden.
|
Kortom, de natuur heeft hier een perfect compromis gevonden tussen vliegen en zwemmen
Kuifpapegaaiduikers met buit
Net zoals drieteenmeeuwen vertoeven kuifpapegaaiduikers liefst van al boven open zee. Maar tijdens het broedseizoen is dat niet aan de orde. Het enige kuiken grootbrengen, daar komt het nu op aan. En dat vergt heel veel energie. Want vaak moet het voedsel van ver aangevoerd worden. Duiken kunnen ze overigens als de beste. Met hun korte vleugels zwemmen ze vlot tien, vijftien meter diep. Anderzijds zijn die vleugels nog altijd lang genoeg om gezwind naar het nest terug te keren. Kortom, de natuur heeft hier een perfect compromis gevonden tussen vliegen en zwemmen.
Staritsjkov, Karaoelny, Viljoetsjinski |
|
Basaltzuilen op Staritsjkov |
Voortdurend zoeven papegaaiduikers ons voorbij, de bek vol visjes, meestal drie tot zes stuks in één keer. Hoe ze dat klaarspelen, mag Joost weten. Hun bek is gekarteld, moeilijk is het dus niet om verscheidene visjes in een stevige greep te nemen. Maar een nieuw visje te pakken krijgen als je er al een paar in je bek hebt, dat lijkt toch een ander paar mouwen. Alleszins levert het kunstje hen een enorme energiebesparing op.
Kolonie van drieteenmeeuwen op Karaoelny
Karaoelny |
|
Drieteenmeeuwen met kuikens |
Vaak vliegen ze samen in groepjes van tien of twaalf. Bij nader toezien zijn dat dan niet altijd papegaaiduikers. Soms zitten er ook enkele zeekoeten tussen. Ongetwijfeld zijn die stikjaloers op de papegaaiduikers, want zeekoeten kunnen in hun bek niet meer dan één visje vasthouden.
Kuifpapegaaiduiker
Drieteenmeeuw |
|
Zeekoeten, kuifpapegaaiduikers |
Zeekoet met buit
Gaandeweg bereiken we de omgeving van het eiland Staritsjkov. Een ecologisch pareltje is dat, met liefst vierenveertig broedkolonies van elf soorten zeevogels – vooral kuifpapegaaiduikers en zilveralken. Die laatste hebben het eiland overigens zijn naam gegeven. Met zijn oppervlakte van een halve vierkante kilometer is het een vrij klein eiland. Toch rijst het ruim 147 m boven het zeewater uit. Zulke steile hellingen met een zachte bodem en veel gras vormen een ideale habitat voor de papegaaiduiker. Daar kan hij immers makkelijk zijn hol graven. Een helling met gelige basaltzuilen herinnert ons aan de vulkanische voorgeschiedenis van het gebied.
Een kekoer wijst als een lange, smalle vinger naar de hemel en houdt daar zijn naam Palets of Vinger aan over
Kolonie van drieteenmeeuwen op Palets |
|
|
In het ondiepe water rond het eiland telt de rotsachtige zeebodem veel kustriffen. Twee van die rotspunten steken ook bij vloed ver boven het water uit. Eentje wijst als een lange, smalle vinger naar de hemel en houdt daar zijn naam Palets of Vinger aan over. De andere hebben ze Karaoelny of Wachtpost gedoopt. Beide kekoeri hebben met elkaar gemeen dat het er krioelt van de drieteenmeeuwen.
Even na vier ronden we het eiland en zetten de terugkeer naar Petropavlovsk in. Zo lijkt het althans. Maar Oleg heeft andere plannen. In de kalme wateren van de Boechta Tichaja, de Stille Baai, aan drie zijden door hoge rotsen omgeven, worden de Kathleen en de Palmyra rustig dobberend aan elkaar geklonken.
In feite zijn het eierstokken en teelballen die we aan het eten zijn
Zee-egels |
|
M/V Kathleen |
|
|
Zee-egelkaviaar |
Meteen komen enkele delicatessen boven water – letterlijk en figuurlijk. Te beginnen met een stapel gekookte krabbenpoten. We laten ons niet pramen. Leunend op de reling dissecteren we de poten, savoureren het heerlijke vlees en droppen de schalen in het water. Maar hoe lekker ook, dit zijn geen koningskrabben. Want daarvan kan je de schaal niet met je blote handen breken. Poten van sneeuwkrabben zijn dit, een iets kleinere krabbensoort die veel talrijker voorkomt dan koningskrabben en daarom een pak goedkoper is. Kook je de poten van een sneeuwkrab, dan kleurt het rode vlees geleidelijk sneeuwwit. Vandaar haar naam.
Bezymjanajjabaai |
|
|
Het ontgaat ons ondertussen niet dat deze Stille Baai nog voor andere dingen gebruikt wordt. Want verderop dirigeert een politieboot een andere boot de baai in voor een of andere inspectie.
Zeekoeten |
|
Roodmaskeraalscholver |
Nog zo’n delicatesse ligt op de plankenvloer in een visnet op ons te wachten. Kakelvers zijn ze, deze zee-egels, levend en wel. Het zijn niet meteen de zeevruchten die bij ons geregeld de feesttafel opluisteren, maar hier zijn deze stekelhuidigen wel degelijk zeer gegeerd. Zo zouden Japanners jaarlijks ongeveer 800 ton verslinden.
Rotswand met trentepohlia
Snij je een zee-egel open, dan komen vijf oranjerode segmenten tevoorschijn, netjes in een cirkel rond de centrale mond geschikt. Dat zijn de gonaden of geslachtsklieren, de enige eetbare delen van de zee-egel. Met een lepeltje maken we de partjes een voor een los en smullen ze naar binnen. Zee-egelkaviaar, zo noemen de locals deze proteïnerijke lekkernij, maar in feite zijn het eierstokken en teelballen die we aan het eten zijn. Al is er nauwelijks verschil tussen mannelijke en vrouwelijke zee-egels, noch in smaak, noch in vorm, textuur of kleur.
Rustig stilzitten is aan deze juveniele Stellers zeearend niet besteed
|
|
Stellers zeearend (juveniel) |
Zee-egels worden alom geprezen, niet alleen voor hun delicate smaak, maar ook voor hun medicinale aspecten. Lever en schildklier, hart en bloedvaten, botten en maagdarmkanaal – ze varen er allemaal wel bij als we geregeld een zee-egeltje verorberen. Zelfs toxines en radionucliden zouden erdoor uit ons lichaam verdreven worden.
Vijfennegentig procent van de zeebodemdieren heeft de ecologische ramp niet overleefd
En dat laatste zou weleens goed van pas kunnen komen. Want over iets meer dan een jaar, in oktober 2020, zal de regio opgeschrikt worden door een massale zeedierensterfte in de omgeving van het strand van Chalaktyrsky. Kadavers van zeehonden, zee-egels en octopussen zullen op het strand aanspoelen. Surfers zullen over misselijkheid, keelpijn en brandende ogen klagen. Uiteindelijk zal blijken dat vijfennegentig procent van de zeebodemdieren de ecologische ramp niet overleefd heeft.
Stellers zeearend
Wat de precieze oorzaak was, weten we niet. Het probleem is niet dat er geen bron van vervuiling aan te wijzen is, het probleem is dat er zoveel potentiële bronnen zijn. Hier liggen 20 ton arseen opgeslagen, daar bevindt zich een stock van 30 ton raketbrandstof, elders zijn afgedankte atoomduikboten geparkeerd… Maar de overheid houdt het voorlopig bij een natuurlijke oorzaak – de plotse groei van algen in het kustwater.
Inmiddels heeft Oleg – naamgenoot van de kapitein – zijn zodiac te water gelaten. Want hij wil met ons deze unieke omgeving van dichtbij verkennen. Hoog op de rotsen ontwaren we het enorme nest van een koppel Stellers zeearenden. Het bevindt zich vervaarlijk dicht op de rand van de klif. Gelukkig maar, want anders konden we het van hieruit niet eens zien. De ouders zijn niet thuis, het jong wel. Vermoedelijk pas een half jaar oud heeft hij nog niet de typische zwarte veren en de witte vlek op de schouders. Hij zal het nog enige tijd met zijn juveniele bruine veren moeten stellen. Rustig stilzitten is aan hem niet besteed. Hij kromt de rug, rekt zich uit, spreidt zijn vleugels uiteen en wappert er wat mee, maar vliegen, neen hoor, daar is hij nog niet aan toe.
Basaltzuilen ontstaan als gloeiend hete basalt snel afkoelt, zodat er krimpscheuren in de massa ontstaan
Basaltzuilen
Als een burcht met steile wanden rijzen de vrijwel kale rotsen bijna loodrecht uit het water omhoog. Hier en daar weten kleine groene planten zich in spleten te handhaven. Hogerop zien we grote vlekken trentepohlia, de bruinrode groenwieren die zich goed thuis voelen op vochtige rotsen. Dat ze niet groen kleuren zoals planten horen te doen is aan een overdaad aan carotenoïden te wijten.
Palets
Sommige spleten monden onderaan in heuse watergrotten uit. Eentje daarvan is zelfs ruim genoeg om onze zodiac een doorgang dwars door de klip te verschaffen. Zo belanden we in de Avatsjabaai waar de wind vrij spel heeft en de golfslag wat ruwer is. Een massief gekanteld blok met indrukwekkende basaltzuilen trekt snel de aandacht. Zulke zuilen ontstaan als gloeiend hete basalt snel afkoelt, zodat er krimpscheuren in de massa ontstaan. Vanwege de kristallografische structuur van basalt hebben de zuilen steeds een mooie geometrische doorsnede, bijvoorbeeld een vierkant of een zeshoek.
Hogerop tegen de rotswand zien we een volwassen Stellers zeearend. Vrijwel zeker is dat een van de ouders van het jong dat we daarstraks gezien hebben. De zeearend blijft ons aandachtig observeren, ook al moet hij ondertussen tot de bevinding gekomen zijn dat we hem niets in de weg zullen leggen. Verderop staat weer zo’n kekoer als een lange vinger in open zee naar de hemel te wijzen.
Even na zeven zetten we de terugkeer naar Petropavlovsk in. Het is al half negen wanneer we in hotel Petropavlovsk arriveren. De smartphone die vorige week woensdag achtergebleven was, blijkt zijn weg naar het hotel gevonden te hebben.
Zaterdag 3 augustus | Petropavlovsk
Dichte mist heeft de stad ingepalmd. De zichtbaarheid bedraagt hooguit honderd meter. Dat bij dit weer helikoptervluchten zouden doorgaan lijkt zo goed als uitgesloten. We mogen ons dus gelukkig prijzen. Geen enkele van onze vluchten is door weersomstandigheden in het gedrang gekomen, al was het kantje boord toen we op de helling van de Moetnovski landden.
In 1911 rees het inzicht dat die memorabilia een beter onderkomen verdienden
Wat op onze laatste dag nog op het programma staat is een kort bezoek aan het Regionaal Museum van Kamtsjatka. Dat museum is ondertussen meer dan een eeuw oud. Wetenschappers en ontdekkingsreizigers hadden tijdens hun verkenning van het schiereiland en de omringende zeeën heel wat interessante objecten achtergelaten. In 1911 rees het inzicht dat die memorabilia een beter onderkomen verdienden. Dus werd in het gebouw van de gouverneur wat plaats ingeruimd. Daar bevindt de collectie zich nog steeds, zij het dat ze nu het volledige gebouw inneemt.
Het resultaat is een sympathiek amalgaam van objecten, foto’s en teksten met Kamtsjatka als gemene deler, variërend van oubollige diorama’s en opgezette dieren tot slagtanden van mammoets en de bovenkaak van een orka, of historische artefacten zoals een herbariumblad van de botanicus Komarov en kanonnen afkomstig van het eiland waar Vitus Bering stierf. Alle teksten zijn in het Russisch, maar dat geeft niet, want Nathalia zal ons vakkundig door de collectie begeleiden.
Historische foto’s tonen ons hoe Petropavlovsk er rond de vorige eeuwwisseling uitzag, toen de nederzetting ongeveer duizend inwoners telde
Bij wijze van situering herinnert ze ons eraan dat Kamtsjatka slechts driehonderdduizend inwoners telt, waarvan zestig procent zich in Petropavlovsk ophoudt. Wat mensen betreft is dit schiereiland dus een grote leegte. Historische foto’s tonen ons hoe Petropavlovsk er rond de vorige eeuwwisseling uitzag, toen de nederzetting ongeveer duizend inwoners telde.
Ampele aandacht wordt aan al dan niet opgezette diersoorten besteed. Met beren, zalmen en vogels hebben we al ruimschoots kennisgemaakt. Elanden, lynxen, bevers, otters, hermelijnen en nertsen kan je hier ook ontmoeten. Maar van de stellerzeekoe hadden we nog nooit gehoord. Net zoals doejongs en lamantijnen leidden deze zeezoogdieren eertijds een onopvallend leven in ondiepe zeewateren. Hun tijd vulden ze daar met grazen op de zeebodem. Helaas moeten we over de stellerzeekoe in de verleden tijd spreken. Want wat de dodo is voor de vogels, is de stellerzeekoe voor de zeezoogdieren – enkele decaden na hun eerste confrontatie met de westerse mens waren ze uitgeroeid.
De lokale bevolking is een mix van al die volkeren geworden
Petropavlovsk (begin 20e eeuw) |
|
Hoofdstraat (omstreeks 1880) |
Ongeveer vijfentwintigduizend jaar geleden verscheen Homo Sapiens op het toneel. Veel weten we daar niet van. Rechtstreekse afstammelingen van deze oorspronkelijke bewoners zijn er alleszins niet meer. Dat is wel het geval voor de Itelmenen die 7 000 jaar geleden opdaagden en de Korjaken die 5 000 jaar geleden hun opwachting maakten. Voeg daar de Evenen aan toe die pas in de 19e eeuw naar het schiereiland afzakten, op zoek naar nieuwe weiden voor hun rendieren, en het plaatje van de belangrijkste inheemse volkeren is compleet.
Tegenwoordig zijn de lijnen tussen die etnische groepen vervaagd, beklemtoont Nathalia. De lokale bevolking is een mix van al die volkeren geworden. Zelf is ze daar een treffend voorbeeld van, met een Itelmeense grootmoeder en een Russische kozak als grootvader.
Toen Russische ontdekkingsreizigers in Kamtsjatka verschenen, bleken de bewoners van het schiereiland nog in de steentijd te vertoeven
Toen Russische ontdekkingsreizigers op het einde van de 17e eeuw in Kamtsjatka verschenen, bleken de bewoners van het schiereiland nog in de steentijd te vertoeven. Alle werktuigen – bijlen, messen, schoffels, pijlpunten, schrapers voor het bewerken van huiden – waren nog uit steen, been of hout vervaardigd.
Kerk van Sint-Petrus en Sint-Paulus (omstreeks 1880) |
|
Basisschool met internaat en lerarenverblijf (1921) |
Voor prachtige bonttapijten, tassen en kledingstukken moet je bij de Korjaken zijn. Hun ambachtsvrouwen zijn meesterlijk in het vervaardigen van zulke stukken. In feite vallen de Korjaken in twee groepen uiteen. Enerzijds heb je het nomadische rendierenvolk dat de welluidende naam Tsjavtsjoeven draagt. Met hun kuddes zwerven zij door het binnenland. Anderzijds heb je de Nymylanen die het zwervend bestaan achter zich gelaten hebben en zich aan de kust gevestigd hebben. Tussen beide groepen bestaat er een intensieve ruilhandel.
Tijdens het weekend zijn er zelfs tv-programma’s in het Korjaaks
Tegenwoordig zijn de Korjaken met 7 000 en weten ze hun cultuur vrij goed te handhaven. Velen spreken de taal nog en beleven diverse aspecten van hun culturele erfenis. Tijdens het weekend zijn er zelfs tv-programma’s in het Korjaaks.
Slangenvrouw |
|
Acrobate met ringen |
Itelmenen daarentegen zijn vooral vissers. Van ons bezoek aan het Koerilenmeer herinneren we ons dat ze in half verzonken joerten met een conisch toelopend dak woonden. Althans ’s winters, want ’s zomers verhuisden ze naar paalwoningen omdat het in die woonkuilen te vochtig werd. Doorgaans stonden beide types woningen gewoon naast elkaar. Verhuizen was dan ook een fluitje van een cent.
Gomuls keerden van de visvangst terug met een walvis aan elke vinger
Veelwijverij was aanvaard bij de Itelmenen. Hun lijken begroeven ze niet, maar lieten ze gewoon liggen. Als de honden ze dan opaten, was dat een goed teken, want dan was de betrokkene ondertussen in de hemel. Tegenwoordig zijn de Itelmenen nog met 2 300, maar hun taal spreken ze niet meer en hun cultuur komt nauwelijks nog aan bod, een jaarlijks feest niet te na gesproken. In weerwil van haar afkomst heeft Nathalia weinig goeds te melden over de Itelmenen.
Rendierjager
Zowel de Itelmenen als de Korjaken en de Evenen zijn animisten. Vandaar ook de Itelmeense totempalen die we vorige week tijdens onze doortocht op de Viljoetsjinskipas zagen, al zijn dat recente realisaties. Ze stellen de Gomuls voor, oppermachtige bergdemonen waarvan de Itelmenen denken dat ze op de toppen van de vulkanen huizen. Elke nacht trekken ze naar zee om er zich een voorraadje walvissen in te slaan. Dat lukt wonderwel, want er wordt gezegd dat ze steevast met een walvis aan elke vinger terugkeren. Boven op hun vulkaan bereiden ze die dan op een vuurtje. Dat verklaart waarom er altijd een gloed waar te nemen is op de top van de vulkaan. Ongetwijfeld ligt het daarboven vol walvisbeenderen, maar de Itelmenen hebben veel te veel schrik om dat eens te gaan checken.
De afscheidslunch die ze in het hotel voor ons klaar hebben staan, is heel wat bescheidener, maar des te origineler, met kelp als voorgerecht gevolgd door roomsoep met kaas en jakobsschelpen, en gepaneerde octopus. Omstreeks half twee vertrekken we naar de luchthaven van Jelizovo voor de vlucht naar Moskou. Het regent lichtjes, maar dat deert ons niet meer.
Stoute kinderen werden bij wijze van straf naar de laatste bank in de klas verwezen. Kamtsjatki’s werden ze dan genoemd
Of het verhaal van de zogenaamde kamtsjatki’s in de lagere scholen op enige grond van waarheid berust, willen we nog weten. Christina kan een glimlach niet onderdrukken, maar ze knikt instemmend. Ten westen van de Oeral, in het Europese gedeelte van Rusland, kwam het inderdaad weleens voor dat stoute kinderen bij wijze van straf naar de laatste bank in de klas verwezen werden. Kamtsjatki’s werden ze dan genoemd, wat gelijkstond met paria’s die ver buiten de bewoonde wereld verbannen waren.
Een ver land van verschoppelingen, dat is niet de herinnering die wij koesteren. We houden het liever bij de groet die we daarstraks in het museum op Nathalia’s T-shirt konden lezen: From Kamtchatka with love.
Jaak Palmans
© 2022 | Versie 2022-02-18 14:58