Leven op een magmabubbel
Nieuw-Zeeland | Anno 2019
Zaterdag 9 maart | Auckland
Zaterdag 9 maart | Auckland
Geleidelijk komt van onder het dichte wolkendek de Tasmanzee in beeld. Die enorme watermassa scheidt Nieuw-Zeeland van grote broer Australië. Onze bestemming Auckland is zo maar even 2 150 km van het Australische Sydney verwijderd – net zo ver als Brussel van Istanbul dus. Niet voor niets noemt men Nieuw-Zeeland weleens de meest afgelegen bestemming ter wereld.
Haere mai fluistert een vriendelijke vrouwenstem ons zachtjes door de luidsprekers toe. Welkom betekent dat in het Māori
Verse etenswaar, fruit of andere organische stoffen in onze bagage meevoeren, dat doe je beter niet. Dat leren we uit het filmpje dat kort voor de landing vertoond wordt. Kennelijk hangen er ons dan boetes van vierhonderd tot honderdduizend dollar boven het hoofd, of zelfs gevangenisstraf. En we maken ons best geen illusies, want de beagles die ingezet worden om onze bagage te besnuffelen, hebben het best ontwikkelde reukorgaan van alle hondenrassen. Mochten we toch nog zulke verboden spullen in ons bezit hebben, dan kunnen we die straks in afvaldozen kwijt die met een vleugje ironie amnesty boxes genoemd worden. Eens daar gepasseerd, zijn er geen uitvluchten meer voor overtreders.
Ook gereedschap dat bestemd is om met planten of dieren te werken, mag geen organische restjes bevatten. Zelfs materiaal voor openluchtactiviteiten zoals tenten en wandelschoenen wekt de argwaan van de douane op. En het maakt niet uit of je die schoenen in je bagage of aan je voeten hebt.
Langzaam schuift beneden te midden van de watermassa het groene Noordereiland tevoorschijn. Als een grijze tong steekt de enige landingsbaan van Auckland Airport in zee. Even na twaalf plaatselijke tijd is de touchdown een feit. Groter kan het tijdsverschil met België niet meer worden, want daar is het nu middernacht. Dag is voortaan nacht en nacht is dag.
Er hangt een dichte grijze bewolking boven de luchthaven en het tarmac is nat, maar het regent niet. De thermometer wijst naar verluidt 16 °C aan. Terwijl we naar onze bagage op zoek gaan, fluistert een vriendelijke vrouwenstem ons zachtjes Haere mai door de luidsprekers toe. Welkom betekent dat in het Māori.
Een vrolijk ontvangstcomité staat in de aankomsthal vol ongeduld te wachten. Niet op ons, zo blijkt, maar op hun Champions 2019 NCA. Want het is dat Nieuw-Zeelands cheerleading team dat in het Amerikaanse Dallas bij de junioren zopas een wereldtitel behaald heeft.
Verderop is zich een groepje van een zestigtal jonge mannen aan het vormen. Hun uiterlijk verraadt hun Polynesische herkomst. Ze komen van Vanuatu, zo blijkt, een eilandengroep hier zo’n 2 200 km vandaan, om in Nieuw-Zeeland kiwi’s te plukken. Normaal zijn die vruchten pas in april rijp, maar de warme zomer heeft de oogst enkele weken naar voren geduwd. Hetzelfde geldt overigens voor de druivenoogst.
Met een chocoladekoek achter de kiezen en een jetlag van twaalf uur in het lijf zetten we er even na half twee de beuk in. Onze tocht per bus zal ons in achttien dagen van Auckland op het Noordereiland tot Christchurch op het Zuidereiland voeren. Wekenlang heeft het hier niet geregend, maar gisteren en vannacht viel het water met bakken uit de hemel. Boffen wij even met deze zonnige dag.
Op het noordelijk halfrond zou Nieuw-Zeeland zich in de zone tussen het Italiaanse Turijn en het Libische Tripoli bevinden
Hoe nietig Nieuw-Zeeland ook mag lijken aan de rand van die enorme Stille Oceaan, met zijn oppervlakte van 275 000 km² is het zeker geen klein duimpje – negen keer zo groot als België, iets kleiner dan Italië. Met dat laatste land heeft Nieuw-Zeeland overigens nog meer gemeen. Geografisch gesproken dan toch. Want het bevindt zich tussen 33° en 45° zuiderbreedte. Op het noordelijk halfrond komt dat overeen met het gebied tussen Turijn en het Libische Tripoli. Bovendien lijkt de vorm van Nieuw-Zeeland wel wat op die van Italië. Tenminste als je de kaart ondersteboven houdt.
En er staat hier nog wel wat meer op zijn kop. De seizoenen bijvoorbeeld. Terwijl wij in Vlaanderen vrolijk naar de lente uitkijken, zien ze hier wat weemoedig de herfst tegemoet. Van de zuiderse zon hebben ze hier nog nooit gehoord, want dat hemellichaam zoekt hier steevast het noorden op. En om de maanstanden correct te interpreteren moet je op je hoofd gaan staan, want als de maan zich als laatste kwartier presenteert, is het in feite eerste kwartier. En omgekeerd.
Hoe uitgestrekt dit land ook mag zijn, je treft er nauwelijks vijf miljoen Nieuw-Zeelanders aan – minder dan er Vlamingen zijn dus. Vaak worden ze Kiwi’s genoemd en dat is niet eens een scheldwoord. Ze gaan er prat op en gebruiken het zelf te pas en te onpas.
Auckland – Skyline met Sky Tower
Gemiddeld kan je dus op een vierkante kilometer achttien Kiwi’s ontmoeten. Maar dat is louter theoretisch, want het Zuidereiland is minder dicht bevolkt dan het Noordereiland. Bovendien troept een derde van de Kiwi’s in Auckland samen, wat er meteen de grootste stad van het land van maakt. Maar niet de hoofdstad, want dat is het meer centraal gelegen Wellington.
Zijn etnische diversiteit voert Nieuw-Zeeland hoog in het vaandel. Sedert de jaren zestig van de vorige eeuw is die hand over hand toegenomen. Nergens merk je dat beter dan in Auckland. Drie kwart van de Nieuw-Zeelanders zijn nog steeds van Europese origine, maar het aandeel van Aziaten en volkeren uit de Stille Oceaan groeit gestaag. Māori maken tegenwoordig ongeveer 15 % van de bevolking uit. Hun taal is één van de drie officiële talen, naast het Engels en… de gebarentaal.
Auckland is niet op een vulkaan gebouwd, maar op een heus vulkaanveld
Mount Eden
Waarom uitgerekend dit gebied bij de Kiwi’s zo’n populaire stek is, mag een raadsel lijken als je weet dat Auckland niet op een vulkaan gebouwd is, maar op een heus vulkaanveld. Meer dan 50 vulkanen – ja hoor, vijftig vulkanen – maken hier de dienst uit. Aan explosiekraters, tufsteenringen, sintelkegels en lavastromen is er dan ook geen gebrek. Een magmabubbel die ongezellig dicht tegen de aardkorst aanschurkt, is daar de oorzaak van. Een hotspot dus, vergelijkbaar met Yellowstone.
Maar al die vulkanen slapen nu, klinkt het geruststellend. De afgelopen twintigduizend jaar zijn er slechts 19 uitbarstingen geweest, de laatste dateert alweer van zeshonderd jaar geleden. Een kleine berekening leert ons dat we nog ruim 400 jaar respijt hebben voor de volgende uitbarsting. Statistisch gezien dan toch.
Auckland
Gaandeweg maakt rechts in de verte de Sky Tower zijn opwachting, hét icoon van het moderne Auckland. Dan duiken we de Victoria Park Tunnel in, want we zijn naar dat andere icoon onderweg – Auckland Harbour Bridge, in de vijftiger jaren gebouwd om Waitematā Harbour te overspannen. Met haar lengte van 1 020 m moet ze nauwelijks voor Sydney Harbour Bridge onderdoen. Rivaliteit tussen Australië en Nieuw-Zeeland is hier nooit ver weg.
Van op de brug heb je de perfecte kijk op de skyline van Auckland. Onder het donkergrijze wolkendek presenteert de stad zich als een vrij indrukwekkende verzameling torengebouwen met in de voorgrond de kleurrijke marina met honderden zeilboten. Boven dat alles lijkt de Sky Tower als een frêle naald een gat in de wolken te prikken. Zelfs op deze afstand valt op hoe groen de stad is. En rechts in de achtergrond domineert het deels beboste profiel van Mount Eden, de hoogste van die vijftig slapende vulkanen.
Auckland – Harbour, Sky Tower
Half drie is het als we in het hotel arriveren. Tijd zat dus om nog even te voet de nabijgelegen haven te verkennen. In de cafeetjes rond het havendok is het vrij druk op deze zaterdagnamiddag. Imposante zeilboten liggen er aangemeerd. Vuurrode catamarans van Sealink liggen klaar om de vele eilanden in de Golf van Hauraki te bedienen.
Ergens in deze haven lag in 1985 de Rainbow Warrior aangemeerd, voor hij op 10 juli door de Franse geheime dienst tot zinken gebracht werd. Met dat schip wilde Greenpeace immers de Franse atoomproeven op de atol Moruroa tegenhouden en daar konden de Fransen niet mee lachen.
Auckland – Harbour, Sky Tower
Wat ze in Antwerpen het Eilandje noemen, noemen ze hier het Wynyard Quarter. Stap voor stap wordt deze locatie geüpgraded van een verwaarloosde industriële site naar een wijk waar je leeft en werkt, waar je zaken doet en waar je je ontspant. Vanaf de kade aanschouwen we Harbour Bridge in de verte.
Een Memorial Beacon herinnert ons aan de vele Nieuw-Zeelandse soldaten die tijdens de eerste wereldoorlog in het verre Europa gesneuveld en begraven zijn. Overal in Nieuw-Zeeland tref je zulke monumenten aan, maar dit is wellicht het oudste. Het werd al op 17 december 1915 opgericht.
Met meer dan honderdduizend waren ze indertijd om de strijd aan te vatten – zo maar even tien procent van de toenmalige bevolking. Daarvan zouden er 16 697 sneuvelen en nog eens een duizendtal achteraf aan hun verwondingen overlijden.
Een gelijkaardig scenario ontwikkelde zich tijdens de tweede wereldoorlog. Nog eens 11 700 Nieuw-Zeelanders bekochten hun inzet met hun leven. Zelfs de Māori lieten zich in beide wereldoorlogen opmerken door hun moed in die verre, koude landen.
En nu kwam uitgerekend dat land hier even een schip kelderen?
Het was dan ook vreemd opkijken voor de Kiwi’s toen de ware toedracht rond de aanslag op de Rainbow Warrior duidelijk werd. Tot tweemaal toe waren ze de halve wereld rond gereisd om Frankrijk te helpen bevrijden. Tienduizenden waren daar nooit van teruggekeerd. En nu kwam uitgerekend dat land hier even een schip kelderen? Terwijl de bondgenoten deden alsof hun neus bloedde?
Memorial Beacon (1914) |
|
Ferry Building |
Een keerpunt in de buitenlandse politiek werd dat. Nieuw-Zeeland verklaarde zichzelf kernwapenvrij en ging ontwapening hoog in het vaandel voeren. In tegenstelling tot de Aussies lieten de Kiwi’s verstek gaan toen Bush in 2003 bondgenoten zocht voor zijn invasie in Irak.
Ooit vormde Ferry Building de spil van het veerbotennetwerk naar de eilanden. In het begin van de twintigste eeuw was Auckland immers een van de toonaangevende havens op het zuidelijk halfrond. Zulke status, daar moet je mee uitpakken. Dit statige gebouw van vier verdiepingen in imperiale barokstijl laat daar geen misverstand over bestaan.
Boven op het torentje was zelfs een tijdbal geïnstalleerd. Elke dag liet men deze houten bal klokslag 13 u. langs een verticale stang neerploffen. Zeelieden in de haven konden er dan hun chronometers op gelijkstellen.
Een rustige wandeling, maar dan wel zonder reling of balustrade op een hoogte van 192 m
Sky Tower |
|
|
Even na zes trekken we er een laatste keer op uit, ditmaal naar die Sky Tower die hier het decor domineert, waar je ook bent. Op het zuidelijk halfrond vind je geen gebouw dat hoger is dan deze naald van 328 m.
Nieuw-Zeeland zou Nieuw-Zeeland niet zijn als ze daar niet iets spannends van gemaakt hadden. Zo kan je er een SkyWalk doen – een rustige wandeling rond de toren, maar dan wel zonder reling of balustrade op een hoogte van 192 m. Wie dat niet opwindend genoeg vindt, kan voor een SkyJump opteren – een sprong van 192 m diep met topsnelheid 85 km/u en een gecontroleerde zachte landing.
Auckland – Harbour
Wij doen het wat kalmer aan. Eerst vergapen we ons van op het observatiedek aan de weidse omgeving – Harbour Bridge, de marina, de commerciële haven met haar terminals, kranen, opslagplaatsen en reservoirs, de vele groene parken, Auckland Museum op de resten van nog maar eens een vulkaan, en uiteraard de imposante Mount Eden. En niet te vergeten, de fietssnelweg die zich nog niet zo lang als een opvallend roze lint door de stad slingert.
Auckland – Wynyard Quarter, Harbour Bridge
Dat alles schuift eenmaal per uur aan ons raam voorbij, terwijl we in het Orbit 360° Dining-restaurant met genoegen kennismaken met de Nieuw-Zeelandse keuken.
Jaak Palmans
© 2019 | Versie 2022-02-20 14:28
Lees het vervolg in (2/11)