De heiligste plek van Georgië
Georgië | Anno 2017
Woensdag 26 juli | Tbilisi
Donderdag 27 juli | Mtscheta – Shiomgvime
Woensdag 26 juli | Tbilisi
Een dagje door Tbilisi struinen, dat is wat we vandaag voor de boeg hebben. Het weer zit alvast mee. De zon werpt gul haar stralen over de hoofdstad.
Chauffeur Jimmy dropt ons voor het standbeeld van Shota Roestaveli, de grote dichter uit 12e eeuw. Aan de overkant van de straat strekt zich het plein van de Rozenrevolutie uit. In de Sovjettijd stond daar een reeks grote stenen bogen – de oren van Andropov, zo klonk het schamper. Amper vijftien maanden was die Joeri Andropov secretaris-generaal van de communistische partij van de USSR. Een overgangsfiguur dus. En ja, hij had vrij grote oren.
Via de Roestavelilaan zakken we naar het Vrijheidsplein af. Toen de Sovjets het hier nog voor het zeggen hadden, was dit het Leninplein, beheerst door een imposant standbeeld van Lenin.
Tbilisi – Narikalaburcht
Daar hebben de Georgiërs in augustus 1991 snel komaf mee gemaakt. Het beeld ging tegen de vlakte en het plein werd tot Vrijheidsplein omgedoopt. In 2006 verrees hier dan een imposante pilaar, met helemaal bovenaan het vergulde standbeeld van Sint-Joris die de draak doodt. Een intrigerende gedachte flitst door ons hoofd. Zou de kunstenaar aan de verleiding hebben kunnen weerstaan om de gevelde draak de trekken van Lenin te geven?
Op de brede stoep is het aangenaam kuieren. Fonteintjes besproeien de goed onderhouden bloemenperkjes. Mensen flaneren onder de hoge, lommerrijke bomen, terwijl auto’s op een veilige afstand over het brede asfalt razen.
The Biltmore Tbilisi Hotel |
|
Nationaal opera‑ en ballettheater |
|
Nationale vlag van Georgië |
Het zijn de Russen die de stad een meer Europees karakter gegeven hebben, geeft Rati ruiterlijk toe. Een voorbeeld daarvan is het Nationaal Opera‑ en Ballettheater. Ooit was dat het optrekje van Zacharia Paliashvili, de grondlegger van de Georgische klassieke muziek. Tegenwoordig is het nog altijd een belangrijk centrum van het cultureel leven.
Shota Roestaveli-laan - Roestavelitheater
Nog zo’n historische plek is een cafétje op de hoek van de straat. Want dat is de plek waar Rati’s vader zijn moeder ten huwelijk gevraagd heeft. Of ze ja gezegd heeft, willen we weten. Niet onmiddellijk, grijnst Rati.
Boven ons hoofd wappert een Georgische vlag – rood kruis op witte achtergrond, met in elk van de vier kwadranten een kleiner rood kruis. Dat grote kruis stelt Jezus Christus voor, de vier kleinere kruisen verwijzen naar de apostelen die de vier evangeliën geschreven hebben. Scheiding tussen kerk en staat, daar moeten ze hier niet van weten.
Hier en daar ontdekken we kleine metalen beeldjes op de stoep. Lokale kunstenaars hebben die gemaakt. Ze doen wat aan de kabouters van Wroclaw denken.
Het Marriotthotel zou het vermelden niet waard zijn, ware het niet dat dit gebouw tijdens de bloedige burgeroorlog rond de jaarwisseling 1991-1992 door een brand volledig verwoest werd. Als jonge snaak heeft Rati de zwartgeblakerde muren nog zien staan. Pas in 2002 werd het huidige gebouw opgetrokken.
Pijnlijke herinneringen, daar lijkt deze stad in te grossieren. Een plakkaat tegen de muur herinnert aan het bloedbad van 9 maart 1956. Tientallen doden vielen er toen het Russische Rode Leger het vuur opende op vreedzame demonstranten in de straten van Tbilisi. Ronde gaten in het plakkaat verwijzen naar de kogelsalvo’s waarmee dat gebeurde.
Parlementsgebouw
Waar ooit een kopie stond van de Hagia Sophia, hebben de Russen het parlementsgebouw laten optrekken. Een pseudoparlement was het aanvankelijk, want de Sovjets hadden het in Georgië voor het zeggen. Dat bleek ten overvloede toen het Rode Leger in de vroege ochtend van 9 april 1989 een hongerstaking brak, met 19 doden tot gevolg. Een monument herinnert ons er nog steeds aan.
Tegenwoordig is het weer een soort pseudoparlement geworden, want sedert 2012 houden de parlementsleden zitting in het fonkelnieuwe parlementsgebouw in het verre Koetaisi. Toch wapperen hier de vlaggen van Georgië en van de Europese Unie nog steeds broederlijk naast elkaar.
Pijnlijke herinneringen, daar lijkt deze stad in te grossieren
Shota Roestaveli |
|
Saxofonist |
|
Gedenkplaat slachtpartij (1956) |
Goede herinneringen heeft Rati dan weer aan het Jeugdpaleis. Gratis naschoolse opleidingen worden daar gegeven, over de meest uiteenlopende onderwerpen zoals literatuur, schaken, basketbal, … Het was nota bene Beria, de gevreesde baas van de geheime diensten, die daar in 1938 het startschot voor gaf toen hij van dit paleis het Huis van de Pioniers maakte. Met weemoed denkt Rati aan de vele uren terug die hij in het labyrint van dit gebouw spendeerde.
Aan de overkant wacht ons het Nationaal Museum van Georgië. Archeological Treasure, zo heet de speciale tentoonstelling die er in de kelders ondergebracht is. Marina zal er ons een uurtje tussen pronkstukken van antieke goudsmeden rondleiden. Dat doet ze op fluistertoon, want ze wil de andere bezoekers niet storen. Ons lijkt ze evenmin te willen storen, want soms horen we haar amper. Maar de kunstschatten die ze ons te tonen heeft, zijn ronduit verbluffend.
Het Gulden Vlies bemachtigen, dat was indertijd de opdracht die Jason volgens de Griekse mythologie van koning Pelias meekreeg. Een levensgevaarlijke klus, want het kleinood bevond zich in een heilig bos in het verre Colchis. Wie dat bos betrad, kreeg het onvermijdelijk aan de stok met een draak die nooit sliep.
De Zwarte Zee oversteken op weg naar Colchis, voor de Grieken stond dat gelijk met een tocht naar het einde van de bewoonde wereld. Onderweg lagen overal gevaren op de loer. Een schare van de dappersten aller Grieken, de Argonauten, zou Jason daarom op die queeste vergezellen – een beetje zoals de Magnificent Seven, maar dan met vijftig.
Dat er zoiets als een Gulden Vlies zou bestaan, was niet eens vergezocht
Nationaal Museum van Georgië – Archeological Treasure |
|
Halsketting – Goud en halfedelsteen |
Tegenwoordig weten we dat Colchis het westelijk deel is van Georgië. De mythe van de Argonauten is dus eigenlijk een stukje gratis propaganda van de Grieken voor het toerisme in Georgië, voegt Marina er met een monkellachje aan toe.
Dat er zoiets als een Gulden Vlies zou bestaan, was niet eens vergezocht. Want veel bergrivieren in de Kaukasus voeren kleine gouddeeltjes met zich mee die met het blote oog nauwelijks waarneembaar zijn. Om die toch te pakken te krijgen, legt de lokale bevolking schaapshuiden in het stromende water. Het goud blijft dan gemakkelijk aan de vettige wol kleven waardoor die gaat fonkelen als goud.
|
Al meer dan vijfduizend jaar staat de lokale goudsmeedkunst op een torenhoog niveau
Wat er ook van zij, goud was in Colchis in ruime mate beschikbaar. De lokale goudsmeedkunst voer er wel bij. Al meer dan vijfduizend jaar staat ze op een torenhoog niveau. En dat is precies de reden waarom we hier zijn – we vallen van de ene verbazing in de andere.
Een sierlijk gouden leeuwtje is enkele honderden jaren ouder dan de piramides van Gizeh
Gouden leeuw (29e eeuw v.Chr)
Prachtig geëtaleerd zijn ze, de fabelachtige stukken in de vitrines. Al vanaf het derde millennium v.Chr. treedt het meesterschap van de goudsmeden naar voren. Spelden en halskettingen zien we, maar ook een sierlijk gouden leeuwtje, nota bene uit de 29e eeuw v.Chr. – enkele honderden jaren ouder dus dan de piramides van Gizeh. Of een gouden halsketting met een sikkelvormige schijf belegd met halfedelstenen – meer dan 3 500 jaar oud.
Vooral de grafheuvels van Vani bleken een niet te overtreffen schat aan grafgiften te bevatten
Gouden hoofdtooi
Vooral de grafheuvels van Vani, zo’n 40 km ten zuidwesten van Koetaisi, bleken een niet te overtreffen schat aan grafgiften te bevatten. Meer dan 1 500 gouden voorwerpen werden er aangetroffen – armbanden, halskettingen, oorhangers, diademen, ringen. Twee armbanden zijn met ramskoppen versierd. Elk afzonderlijk wegen ze meer dan een halve kilogram, weet Marina.
Op elk schildje is een geraffineerd patroon aangebracht, met telkens 365 minuscule gouden bolletjes
Halsketting met gouden schildpadjes met granulatie
Ronduit verbluffend is een halsketting met een dertigtal gouden schildpadjes. Op elk schildje is een geraffineerd patroon aangebracht, met telkens 365 minuscule gouden bolletjes. Granulatie noemt men deze techniek, die overgewaaid kwam uit Syrië. Dat goud zo adembenemend kon zijn, wisten we niet. We hadden beter moeten weten.
Halsketting met cilinderdoos
In de Soviet Occupation Hall op de vierde verdieping van het museum winden ze er geen doekjes om – van 1921 tot 1991 gedroeg de Sovjet-Unie zich in dit land als een gewetenloze bezetter. De onverbloemde tegenhanger van het Stalinmuseum is dit, zoals Rati ons in Gori al voorhield.
Vrolijk word je er niet van, van de kogelgaten in de houten treinwagon waarin verzetslui gedood werden, van de foto’s van de repressie, van het cijfermateriaal over deportaties en executies, van de vele persoonlijke drama’s.
Van 1921 tot 1991 gedroeg de Sovjet-Unie zich in dit land als een gewetenloze bezetter
Maar de scope van de tentoonstelling reikt verder dan 1991. Abchazië en Zuid-Ossetië ontbreken niet, de vijfdaagse oorlog van 2008 evenmin. Filmbeelden tonen ons hoe de Russische tanks op 8 augustus uit de Rokitunnel tevoorschijn kwamen.
Die dag bevond de zestienjarige Rati zich toevallig met zijn moeder in het westen van Georgië, terwijl zijn vader in Tbilisi aan het werk was. Pas in september konden ze naar de hoofdstad terugkeren.
Ondertussen is de dag al een eind gevorderd. Jimmy dropt ons op het Meidanplein voor de lunch. Hartje Tbilisi is dit. Aan de overkant van de Mktvari imponeert de Metechikerk op een steile klip boven de rivier. Boven onze hoofden zweven de cabines van de kabelbaan geluidloos naar de Narikalaburcht die we nog net boven de huisgevels kunnen ontwaren.
De naam van deze stad is van het woord tbili afgeleid, wat warm betekent. En dat heeft niets te maken met de thermometer die momenteel 35 °C aanwijst. Wel met de aanwezigheid van zwavelzuurrijke warmwaterbronnen.
Het was koning Vachtang I Gorgasali die Tbilisi stichtte, zo leert ons de legende. Dat zou omstreeks 485 gebeurd zijn. Vachtang was toen in deze bosrijke omgeving op jacht. Zijn valk kreeg een fazant te pakken, maar die moet flink tegengesparteld hebben, want de vogels belandden samen in de warmwaterbronnen. Daar was Vachtang zo verrukt over – de ontdekking van de warmwaterbronnen, niet het geklungel van zijn valk – dat hij het bos liet omhakken en er een stad stichtte.
Tbilisi – Metechikerk aan de Mktvari met ruiterstandbeeld van koning Vachtang I Gorgasali
Ook de Metechikerk aan de overkant van de rivier is oorspronkelijk door Vachtang opgericht. Voor de kerk staat zijn ruiterstandbeeld daarom vanaf de klip over de oude stad uit te kijken.
Vreemde heersers zijn de stad in de loop der tijden geregeld binnengevallen – Arabieren, Mongolen, Perzen, Turken. Vaak moest de Metechikerk er dan aan geloven. Fijngevoelig als steeds maakten de Russen er zelfs een gevangenis van. Telkens opnieuw togen de Georgiërs aan de slag om hun kerk in ere te herstellen.
‘Koning’ Tamar |
|
Koning Vachtang I Gorgasali |
In 1280 was het de jonge koning Demetrius II die zich van die opdracht kweet, nadat de Mongolen de vorige versie in 1235 verwoest hadden. Wat Rati even bij deze vorst doet stilstaan. Eén van de grootste koningen van Georgië, noemt hij hem. Want een van de Mongoolse kans, Arghun Khan, was Demetrius ervan gaan verdenken bij een samenzwering betrokken te zijn. Nadat hij alle samenzweerders ter dood gebracht had, ontbood hij Demetrius naar zijn hof. Zo niet zou hij Georgië nogmaals binnenvallen. Mongolen op bezoek, daar kon Demetrius zich ondertussen iets bij voorstellen. Dus trok de dertigjarige vorst tegen alle adviezen in naar het Mongoolse hof in de hoop zo zijn volk te sparen. Dat lukte, maar zelf werd hij niet gespaard. Op 12 maart 1289 werd hij er onthoofd.
Tegen alle adviezen in trok de dertigjarige vorst naar het Mongoolse hof in de hoop zo zijn volk te sparen
Mktvari, Metechikerk
Ze is een beetje onorthodox, deze orthodoxe Metechikerk. Sommige stijlelementen zijn immers niet typisch 13e-eeuws. De kruisen in bas-reliëf bijvoorbeeld, boven sommige ramen. Dat doet vermoeden dat Demetrius zich door een vroegere kerk heeft laten inspireren. Binnen treffen we onder meer een icoon van de Heilige Vitus aan. Heel vreemd, want dat onderschrift staat er in het Nederlands. Waarom, weet niemand.
Tbilisi – Mktvari
Hoogtevrees of niet, met de kabelbaan gaat het nu naar de Narikalaburcht die zo’n honderd meter boven de stad uit rijst. Een vrij nieuwe kabelbaan is het, pas in 2012 in gebruik genomen. Bijna een kwarteeuw nadat de kabel van de vorige het begaf, met twintig doden tot gevolg.
Brug van de Vrede, Rhikepark
Volkomen gerustgesteld zweven we hoog boven de rivier en genieten van het weidse uitzicht – de klippen van de Mktvari, de enorme Drievuldigheidskathedraal met haar gouden koepel, het witte presidentieel paleis met zijn blauwe koepel, de elegante Vredesbrug en de twee… konijnenpijpen. Een betere naam weet Rati niet zo meteen te verzinnen voor de reusachtige metalen constructies die als omgevallen kegels in het groene Rhikepark liggen. Waarvoor ze dienen en wat men ermee moet aanvangen, geen hond die het weet, luidt het schamper. Een schandvlek voor de oude stad, foeteren velen over dit modernistische project van Saakasjvili. Toch worden de architecturale kwaliteiten van deze combinatie van muziektheater en tentoonstellingshal internationaal geprezen.
Brug van de Vrede, Rikepark, ‘konijnenpijpen’ en presidentieel paleis
In de 4e eeuw reeds stond op deze heuvel een Perzische citadel. De Narikalaburcht domineert dan ook de wijde omgeving. Aan de ene zijde ligt de drukke stad aan onze voeten, met vooraan de moskee en de beroemde badhuizen. Aan de andere zijde is er het weelderige groen van de botanische tuin. Zodra we het hoofd over de reling steken, welt het tjilpen van krekels ons vanuit de diepte tegemoet.
Vermoedelijk verwijst de naam van de vesting naar het feit dat ze met stenen van op de oever van de rivier gebouwd is. Liefst twee geheime uitgangen had ze, eentje naar de Mktvari en eentje naar de tuin aan de achterkant.
De Narikalaburcht domineert de wijde omgeving
Narikalaburcht, botanische tuin
Narikalaburcht |
|
Waterval van Legvtachevi |
In 1827 ging een groot deel van de burcht tegen de vlakte. En dat is nu eens niet aan een invasie of een aardbeving te wijten. Wel aan de nonchalance van de Russen. De munitie die ze hier gestockeerd hadden, kwam toen per ongeluk tot ontploffing.
Pas twintig jaar geleden is de restauratie van de kleine Sint-Nicolaaskerk voltooid. Maar een juweeltje is het nog altijd niet. De fresco’s zijn in ere hersteld, maar kunnen ons nauwelijks bekoren.
Langs de steile Botanikuristraat dalen we naar de stad af. Het oudste stadsdistrict is dit, hier was het dat koning Vachtang de warmwaterbronnen ontdekte. Een monumentje met een valk en een fazant herinnert ons daaraan.
Meer nog dan een plek waar je aan je lichaamshygiëne werkt, zijn de badhuizen een plek waar je aan je sociale relaties werkt
Metechikerk, badhuizen
Tegenwoordig zijn er badhuizen rond de warmwaterbronnen gebouwd. Een soort van Turkse hamams noemt Rati dat. Meer nog dan een plek waar je aan je lichaamshygiëne werkt, is dit een plek waar je aan je sociale relaties werkt. Vaak kom je hier vooral om mensen te ontmoeten. Moeders zullen hier bijvoorbeeld graag met hun aanstaande schoondochter afspreken om, welja, haar fysische conditie wat grondiger te checken.
Wat Manneke Pis voor Brussel is, is de waterval van Legvtachevi voor Tbilisi – het stelt niets voor, maar iedereen wil het gezien hebben. Dus kuieren we de vijgenkloof in, Rati achterna. Aan het einde van die kloof – wis en waarachtig – valt water naar beneden.
Een unicum mag je de Dzjoemamoskee wel noemen – soennieten en sjiieten belijden hier hun geloof naast elkaar
Dzjoemamoskee
Een unicum mag je de Dzjoemamoskee wel noemen, zelfs om meer dan één reden. In de jaren dertig wist ze de zuiveringen van Beria te overleven. Geen enkele moskee in Tbilisi deed haar dat na. Van die nood hebben ze ondertussen een deugd gemaakt, en dat maakt haar nog unieker – soennieten en sjiieten belijden hier hun geloof naast elkaar, zonder elkaar de schedel te klieven.
Of bezoekers toegelaten worden, is eerst niet duidelijk, maar Rati’s verzoek wordt op een hartelijk gebaar onthaald. We zijn welkom – als we onze schoenen uittrekken.
Het vast tapijt strekt zich kamerbreed uit, zonder zich naar theologische barrières te schikken
Soennitische gebedshal (links) en sjiitische gebedshal (rechts)
Een eenvoudige, vierkante hal doet als gebedsruimte dienst. Die wordt door een bescheiden arcade in twee gelijke delen opgedeeld, links voor de soennieten, rechts voor de sjiieten. Aan weerskanten wijst een identieke mihrab de richting van Mekka aan. Ook twee minbars of preekstoelen zijn aanwezig – een simpel opstapje bij de sjiieten, een fraai gedecoreerd torentje met toegangspoortje bij de soennieten. Het vast tapijt strekt zich kamerbreed uit, zonder zich naar theologische barrières te schikken.
Oude koran |
|
Gebedssteentjes (sjiitisch) |
Een bakje met een voorraad platte steentjes aan de zijde van de sjiieten, dat is het enige onderscheid. Tijdens het gebed plegen sjiieten zo’n steentje voor zich op de grond te leggen en het met het voorhoofd aan te raken als ze vooroverbuigen.
In een vitrine hebben ze een enorme koran openliggen. Driehonderd jaar oud is dat boek, aldus Rati. Niks van, zegt een vriendelijke oude man die zichzelf sjeik noemt. Deze kopie is in 1905 in Sint-Petersburg vervaardigd en achteraf in een medresse teruggevonden.
Opmerkelijk is het Koefisch schrift dat ze in deze koran hanteren. Een kalligrafische versie van het Arabisch is dat, maar dan zonder punten boven de letters zoals dat tegenwoordig het geval is. Dat maakt het lezen er niet gemakkelijker op. Met afwijkende interpretaties tot gevolg.
We zakken verder naar de stad af en passeren de kathedraal van Sint-Joris, een van de twee Armeens-Apostolische kerken die nog actief zijn in Tbilisi. Hier is het dat Sayat-Nova begraven is, de componist en zingende bard waar onze Armeense gids Sira zo enthousiast over was.
Een lokale versie van de Korte Beenhouwersstraat lijkt het wel, de smalle Jan Sjardenistraat. Terrasjes schurken er tegen elkaar aan, soms belemmeren ze bijna de doortocht. Als je even niet oplet, struikel je pardoes in een comfortabele zetel en staat er, voor je er erg in hebt, een frisse pint voor je neus. Ons zal dat niet overkomen. Toch niet op een terrasje met het logo van Heineken.
Maar als Jazz-café Aroma met de logo’s van Leffe én van Hoegaarden uitpakt, dan kunnen wij daar niet aan weerstaan. Toch niet na een hele dag achter een onvermoeibare Rati aansjokken door een zinderend hete stad. Meteen kunnen we de rollen even omkeren en duiding geven bij Belgische abdijen en hun bezigheden, terwijl Rati voorzichtig aan zijn blonde Leffe nipt. Dat smaakt naar meer, luidt zijn verdict. We zitten met een kenner aan tafel, zoveel is duidelijk.
Sophiko Chiaureli |
|
Tamada |
Het noordelijke uiteinde van deze straat markeren, dat hebben ze aan Tamada toevertrouwd, de vrolijke toostmeester. Het strakke beeldje van de zittende man met een drinkhoorn in de aanslag is naar een antiek Colchisch beeld gemodelleerd. Toch heeft het nog steeds iets ontwapenends.
Pogroms heeft Georgië nooit gekend, stipt Rati aan terwijl we door een parkje naar de Grote Synagoge klimmen. Wrijvingen tussen joden en Georgiërs zijn er immers nooit geweest. Het waren welvarende joden uit het tolerante Achaltsiche – de stad waar we vorige zaterdag verbleven – die de bouw van deze synagoge voor hun rekening genomen hebben.
Voor het gebouw herkennen we een gestileerde voorstelling van een chanoekia, de negenarmige kandelaar. Tijdens het chanoekafeest wordt acht nachten lang telkens één bijkomend kaarsje op de kandelaar ontstoken, gebruikmakend van het negende kaarsje.
Welvarende joden uit het tolerante Achaltsiche hebben de bouw van de Grote Synagoge voor hun rekening genomen
Grote Synagoge |
|
|
Met een keppeltje op het hoofd – althans voor de mannen – verkennen we de gebedsruimte. Centraal bevindt zich de bima, een klein podium met een hek er omheen, waar de rabbijn teksten voorleest en rituele handelingen verricht. Achteraan tegen de zuidelijke wand – min of meer in de richting van Jeruzalem dus – bevindt zich de heilige ark. Achter een zwartfluwelen gordijn met goudborduursel wordt daar de Thora bewaard.
Twee verdiepingen zijn er, voor als het druk is – eens te meer uitsluitend voor mannen. Want vrouwen moeten het met een vrij kleine, houten chambrette links achteraan in de gebedsruimte stellen.
Sioni-kathedraal van de Ontslapenis |
|
Verering van het iconische kruis van de heilige Nino |
Eeuwenlang was de Sioni-kathedraal van de Ontslapenis de belangrijkste kathedraal van Georgië. De katholikos-patriarch van de Georgisch-Orthodoxe Kerk had er zijn zetel. Daar kwam pas in 2004 een einde aan, toen aan de overzijde van de rivier de imposante Heilige Drievuldigheidskerk ingewijd werd.
Sioni-kathedraal van de Ontslapenis
Het laat zich raden dat zulk belangrijk bouwwerk erg populair was bij vreemde heersers als het erop aankwam verwoest te worden. Arabieren, Mongolen, Timoeriden, Perzen, allemaal hebben ze er werk van gemaakt. En telkens opnieuw gingen de Georgiërs met frisse moed aan de slag om hun kathedraal te herstellen.
Kaarsen ontsteken |
|
Iconostase |
Veruit de zwaarste klap kwam van Jalal ad-Din van Chorasmië in het huidige Oezbekistan. Op de vlucht voor de Mongolen presteerde deze nobele onbekende het Tbilisi te vuur en te zwaard te verwoesten. Alsof dat niet volstond, liet hij elkeen vermoorden die zich niet bereid verklaarde het christendom af te zweren. Boven op de toren nam hij plaats, foetert Rati, om van de massamoord op de Metechibrug te genieten. De brug van de Honderdduizend Heilige Georgische Martelaren noemen ze die brug sedertdien.
Fresco’s in de apsis
Van die macabere voorgeschiedenis is binnen niets te merken. Alles oogt vrij recent, de fresco’s zijn niet onaardig. Maar de trekpleister bij uitstek is het bronzen rooster links van de stenen iconostase. Want daarachter wordt het iconische kruis van de heilige Nino bewaard. Een kopie, wel te verstaan, het origineel is elders veilig opgeborgen. Gebeden prevelend laten gelovigen hun hand over het rooster glijden.
Fresco van de Moeder Gods met het kind Jezus
KGB still watching you. We geloven onze ogen niet, maar Rati knikt bevestigend – dit cafétje heet echt zo. Ze hebben er een cynische gimmick van gemaakt om met relicten uit de Sovjetperiode de goede oude tijd van het communisme te evoceren.
KGB still watching you
Even verkennen we de Vredesbrug, de eigentijdse voetgangersbrug die sedert 2010 de oude stad met het nieuwe district verbindt. Een sierlijke constructie van glas en staal is het, in Italië gebouwd en met tweehonderd vrachtwagens naar Tbilisi gevoerd. Rondom ons ontvouwt zich de magnifieke skyline van Tbilisi.
De Vredesbrug is in Italië gebouwd en met tweehonderd vrachtwagens naar Tbilisi gevoerd
Wat verder passeren we de zetel van het Patriarchaat van Georgië. Eén van de spijkers waarmee Jezus aan het kruis genageld werd, zou hier bewaard worden.
Zodra je tegen de verweerde gevel van de basiliek van Antsjischati aankijkt, weet je het meteen. Dit moet een zeer oude kerk zijn. Rati beaamt. Oorspronkelijk dateert ze uit de zesde eeuw, sedertdien is de kerk vele malen verwoest en hersteld. Dat lijkt ons overigens het handelsmerk te zijn van letterlijk elke kerk in deze stad.
Basiliek van Antsjischati |
|
Icoon van Antsji |
Niets nieuws onder de zon dus? Toch wel. Want aanvankelijk was deze kerk aan de maagd Maria gewijd. Pas in 1675 kreeg ze haar huidige naam. Een ingewikkeld verhaal is dat, waar mythologie, hagiografie en geschiedkunde elkaar zoals steeds voor de voeten lopen.
Het moet begonnen zijn met een kleed in Edessa. Tegenwoordig is dat Şanlıurfa in Turkije. Toen koning Abgar van Edessa ziek was, schreef hij een brief naar zijn tijdgenoot Jezus met de vraag hem te genezen. Die zag de verre reis niet zitten en stuurde Judas Taddeus in zijn plaats. Bij aankomst bleek Taddeus een kleed te dragen waar het gelaat van Jezus op afgebeeld was. En dat werkte. Abgar hoefde maar naar het beeld te kijken om genezen te zijn. En zich tot het christendom te bekeren, dat spreekt.
Zo ontstond een waarlijk uniek icoon, want het was niet door mensenhanden vervaardigd
Ergens in de 6e of de 7e eeuw vatte een kunstenaar het idee op om op basis van dat gelaat een icoon te schilderen. Maar dat lukte hem niet, want het portret straalde veel te veel licht uit. Hij heeft het houten paneel dan maar tegen het kleed gehouden en zie, Jezus’ gelaat stond erin gebrand als een goddelijke zeefdruk. Zo ontstond een waarlijk uniek icoon, want het was niet door mensenhanden vervaardigd.
Iconostase
En we moeten daar niet meewarig over doen, voegt Rati er aan toe. Misschien is dit helemaal geen metaforisch verhaal, legt hij uit, misschien genereerde het goddelijke beeld echt zoveel straling. We nemen ons voor Rati geen Leffe meer aan te bieden.
Na vele omzwervingen belandde het icoon in het klooster van Antsji. Vandaar werd het in 1666 overgebracht naar deze basiliek – Antsjichati betekent icoon van Antsji. Tegenwoordig is het uiteraard de trekpleister van de basiliek, al is het slechts een kopie. Het origineel hebben de Russen in de jaren twintig in het Museum voor Schone Kunsten gehangen.
Poppentheater Gabriadze |
|
Engel met hamer |
Netjes op tijd arriveren we bij poppentheater Gabriadze. Hier is het om de klokkentoren te doen, een schots-en-scheve bricolage van stijlen en materialen. Het ziet er zwart van het volk. Want klokslag zeven uur komt daar een engel uit een deurtje tevoorschijn om met zijn hamertje zeven keer een klok aan te tikken.
We zien een koppeltje in vier fasen door het leven racen – verliefdheid, huwelijk, eerste kind, bejaard stel
Huwelijk |
|
Eerste kind |
Dat de tijd onverbiddelijk voortschrijdt, dat willen ze ons hier goed inpeperen. Want zodra de engel klaargekomen is, gaat beneden een carrouselletje draaien. We zien een koppeltje in vier fasen door het leven racen – verliefdheid, huwelijk, eerste kind, bejaard stel. In een wip is het voorbij, dat lange leven. Dus neem je best het ironische devies ter harte dat in gouden letters op de toren gespeld staat: Extra cepam nihil cogito nos lacrimare – Op uien na denk ik dat niets ons aan het huilen kan brengen.
Donderdag 27 juli | Mtscheta – Shiomgvime
Onze laatste dag is dit, en meteen ook onze heiligste. Want vandaag is het alles religie wat de klok slaat, zo vat Rati ons dagprogramma samen. Op de lunch na, voegt hij er grijnzend aan toe.
Na zeventig jaar communistisch bewind was men het gewoonweg verleerd hoe dat ging, een grote kerk bouwen
Dat belet niet dat hij volledig in de ban is van het nieuws van de dag. Saakasjvili, de gewezen president van Georgië, is staatloos. Terwijl hij in de Verenigde Staten verbleef, hebben ze hem zijn Oekraïens staatsburgerschap ontnomen. Kennelijk had Porosjenko, de president van Oekraïne, het ondertussen wel gehad met zijn aanhoudende beschuldigingen van corruptie. Vermits de Georgiërs hem eerder al het staatsburgerschap van Georgië ontnomen hadden, is hij nu dus staatloos. Hoe het verder moet met een Saakasjvili zonder paspoort, is Rati een raadsel.
Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar in 2004 was de klus dan toch geklaard. De Heilige Drievuldigheidskerk van Tbilisi kon ingewijd worden. Dat het zo lang duurde – de plannen dateren reeds van 1989 – had een zeer banale verklaring, meent Rati. Na zeventig jaar communistisch bewind was men het gewoonweg verleerd hoe dat ging, een grote kerk bouwen, fondsen vergaren, een architectuurwedstrijd uitschrijven en dies meer. Men bestond het zelfs die wedstrijd uit te schrijven zonder te specificeren waar de kerk gebouwd moest worden en hoe ze er uit moest zien. Maar ook de burgeroorlog van 1991-1992 gooide roet in ’t eten.
|
Tsminda Sameba is de derde grootste kathedraal ter wereld. Waar je ook staat in Tbilisi, je kan er gewoonweg niet naast kijken
Tbilisi – Tsminda Sameba
Een imposant gebouw is het geworden, Tsminda Sameba, de derde grootste kathedraal ter wereld. Waar je ook staat in Tbilisi, je kan gewoonweg niet naast de reusachtige steenmassa op de Eliaheuvel kijken – zowel overdag als ’s nachts.
Tsminda Sameba - Iconostase
De fundamenten zitten 14 m diep in de heuvel, de koepel reikt 86 m boven de begane grond. Bakstenen, beton, tufsteen en graniet hebben ze aangewend, maar ook marmer uit Italië en Rajasthan. Buiten wappert de vlag van Georgië en een vlag met het kruis van de heilige Nino.
Tsminda Sameba – Eredienst
Binnen is net een dienst bezig. De deurtjes van de iconostase staan open, we kunnen een glimp opvangen van het koor. Gelovigen lijken er niet te zijn, alleen toeristen – bijna uitsluitend Georgische toeristen, zonet is er nog een buslading gearriveerd.
|
|
Twaalf koningen van Georgië |
Vijf beuken telt de brede kerk. Toch overheerst de verticale dimensie veruit op de horizontale. Voorlopig zijn de wanden en de koepel nog smetteloos wit, maar het gewelf van de hoofdabscis is men al aan het schilderen. Een steiger van dertien verdiepingen hebben ze daarvoor nodig.
Afgezien van de hoofdkerk huizen er in dit gebouw liefst vier ondergrondse kerken
Maar dat is niet alles. Afgezien van de reusachtige hoofdkerk huizen er in dit gebouw liefst vier ondergrondse kerken. En buiten staan er nog eens een twaalftal kerken verspreid over het terrein.
Rati troont ons mee naar één van die ondergrondse kerken. Een vage brandgeur komt ons in de traphal tegemoet. Hoe recent dit gebouw ook mag zijn, zijn eerste brand heeft het kennelijk reeds doorstaan.
Een volwaardige kerkruimte is het, die we in de kelder aantreffen, compleet met drie ruime beuken, een gewelfd koor en een stenen iconostase. Zelfs een imitatie van een koepel is in het plafond aangebracht. Het enige wat je mist, is wat zonlicht door de ramen.
Aan onze voeten ligt Mtscheta. Daar, aan de samenloop van de Mktvari en de Aragvi, is het allemaal begonnen
Een half uurtje rijden langs de E60 is het tot het klooster van Dzjvari op een kale heuveltop. Er staat een licht windje, maar het uitzicht is onvergelijkelijk. Aan onze voeten ligt Mtscheta. Daar, aan de samenloop van de Mktvari en de Aragvi, is het allemaal begonnen. Daar heeft de heilige Nino in 326 eerst koningin Nana bekeerd, en vervolgens ook koning Mirian. Daar hebben duizenden gelovigen zich in de Aragvi laten dopen. Nog steeds heeft Mtscheta een mythische betekenis voor de Georgiërs, als bakermat van hun religie.
Prompt verschenen er indertijd drie sterren aan de hemel om het heuglijke feit van de bekering in de verf te zetten. Nummer drie stopte precies boven de plek waar we nu staan. Een duidelijk signaal was dat. Koning Mirian liet hier meteen een houten kruis oprichten. Kort daarna volgde een houten kerk. In de 6e eeuw werd die door een stenen kerk vervangen.
Klooster van Dzjvari, heiligste plaats van Georgië
Sedertdien is dit kloostertje van Dzjvari de heiligste plaats van Georgië. Met de strengste dresscode voor bezoekers. Bezoekers zijn er overigens ten overvloede, bijna uitsluitend Georgiërs, maar die gedragen zich eerder als toeristen dan als bedevaarders. Een fraai kerkje is het, met mooie basreliëfs boven de ramen, waar zelfs Hellenistische en Perzische invloeden uit blijken.
Zou je het gebouw vanuit de lucht bekijken, dan zou je de vorm van een klavertjevier herkennen. Een tetraconchkerk noemen ze dat, een kerk met vier gelijke abscissen in kruisvorm. Toch is het nog iets complexer, want tussen de abscissen zijn kleine hoekkamertjes gebouwd, die enkel vanuit de centrale ruimte toegankelijk zijn.
Interieur van de tetraconchkerk |
|
Kruis van de heilige Nino |
Centraal in die ruimte staat een groot houten kruis. Hier en daar hangt een icoon tegen de naakte, eeuwenoude stenen wanden. We herkennen onder meer een beeltenis van Sint-Joris te paard. Het is echter geen draak die hij aan zijn lans rijgt, maar wel de Romeinse keizer Diocletianus. Diens bloedige christenvervolging in 303 lag immers nog vers in het geheugen toen deze kerk gebouwd werd.
Heilige Nino |
|
Sint-Joris rijgt de Romeinse keizer Diocletianus aan zijn lans |
We zakken af naar Mtscheta, beneden in de vallei, waar altijd al veel joden hebben gewoond. Het toeval wil dat een van hen, Elioz, in Jeruzalem verbleef toen Jezus daar terechtgesteld werd. Op een of andere wijze kwam hij in het bezit van het kleed van Jezus. Afgekocht wellicht van een van de Romeinse soldaten die er volgens het evangelie van Matteus op Golgota om gedobbeld hadden.
Terug thuis toonde de fiere Elioz het kleed aan zijn zus Sidonia. Verrukt trok ze het kleed aan. En stierf ter plaatse, in een extatische mix van emotie en godsvrucht. Het lichaam ontkleden lukte niet meer, dus zat er niets anders op dan het kleed samen met Sidonia te begraven. Mettertijd wist niemand nog waar haar graf zich bevond.
Klooster van Dzjvari |
|
Engel wijst plaats aan waar Sidonia begraven ligt |
Drie eeuwen later vatte koning Mirian het plan op om in de vallei een houten kerk op te richten. Zo wou hij zijn bekering tot het christendom eren. De kerk zou door een centrale houten pilaar geschraagd worden. Maar het wilde maar niet lukken om die pilaar overeind te krijgen. Ten einde raad zette de heilige Nino zich aan het bidden, de hele nacht door. En zie, ’s anderendaags begaf de pilaar zich zowaar op eigen houtje naar de plek waar Sidonia begraven lag. Luidens de legende heeft een engel daar de hand in gehad. Sedertdien worden aan die pilaar verscheidene miraculeuze genezingen toegeschreven.
Een kerk van die omvang, dat was ongezien in 1030
Kathedraal van Svetitschoveli
Al in de 5e eeuw verving koning Vachtang dat houten gebouw door een stenen versie. Maar het was wachten tot het begin van de Gouden Eeuw, omstreeks 1030, dat de huidige kathedraal tot stand kwam. Een enorme kerk was het, ongezien in die tijd. Ze kreeg de naam Svetitschoveli, wat Leven gevende boom betekent. Samen met het Dzjvariklooster maakt ze sinds 1994 deel uit van het werelderfgoed.
Architect van al dat fraais is een zekere Arsakidze. Om zo’n meesterwerk neer te zetten, moet je een flinke dosis ervaring hebben, meent Rati terecht. Toch heeft men deze architect met geen enkele andere kerk in verband kunnen brengen.
Monumentaal interieur van de kerk |
|
Plek waar Sidonia begraven zou zijn |
Anderzijds gaf de Svetitschovelikerk aanleiding tot nogal wat jaloezie, in het bijzonder bij Arsakidzes leermeester. Die kreeg het van de koning zelfs gedaan dat hij de rechterarm van de onfortuinlijke architect liet afhakken. Dat zou dan weer een mysterieuze sculptuur hoog op de noordelijke gevel verklaren – een onderarm met een hand die een winkelhaak omklemt.
Rond het complex heeft koning Erekle II een muur laten bouwen, waarschijnlijk op de fundamenten van een oude muur.
Centrale iconostase
Binnen toont Rati ons een bescheiden overblijfsel van de vijfde-eeuwse kerk. Zelfs de decoraties op de muur zijn nog zichtbaar. Minder goed is het de middeleeuwse fresco’s vergaan. Die hebben de Russen omstreeks 1830 grotendeels verwijderd met het oog op een gepland bezoek van de tsaar – wat overigens nooit doorgegaan is.
Fragment van de centrale iconostase
Een vierkant torentje met verweerde fresco’s markeert de plek waar Sidonia begraven zou zijn. Dat ook het kleed van Jezus zich daar bevindt, maakt van de Svetitschovelikerk de tweede belangrijkste kerk ter wereld. Want alleen de Heilig Grafkerk in Jeruzalem doet het nog beter als het op de nabijheid van Jezus aankomt. Althans, zo dachten de Georgiërs er omstreeks 1400 over. Om die aanspraak kracht bij te zetten, lieten ze tegen de zijwand een verkleinde, symbolische kopie aanbrengen van de Heilig Grafkerk in Jeruzalem.
Houten iconostase van zijkapel
Enkele stijlvolle zerken herinneren ons eraan dat hier nogal wat vorsten begraven liggen. Zo is er het graf van koning Erekle II, waar een schild en een zwaard ons aan zijn vele veldtochten doen denken. Zeer sober is het graf van zijn zoon George XII, de laatste koning van Georgië. Kort na diens overlijden in 1800 annexeerde het tsaristische Rusland met één pennenstreek het verzwakte Georgië. Verrassend eigentijds oogt dan weer de witgrijze grafsteen van koning Vachtang, de bouwer van de eerste stenen kerk in Mtscheta.
Gebeden voor de Moeder Gods met het kind Jezus
Het object dat in een zijkapel vereerd wordt, lijkt ons verdacht veel op een kunstvoet. En dat is het ook. Maar het gaat om de inhoud. Want binnenin bevindt zich eens te meer een kostbare relikwie – een voetbeentje van Sint-Andreas de Eerstgeroepene.
Te voet trekken we naar het Samtavroklooster. Dat is de plek waar de heilige Nino verbleef voor ze definitief naar het klooster van Bodbe trok. Nog steeds is hier een nonnenklooster gevestigd. Nonnetjes in zwart habijt zijn druk in de weer om de Transfiguratiekerk proper te houden.
Samtavroklooster |
|
Transfiguratiekerk |
Wat de transfiguratie van Jezus ook alweer precies inhield, ontgaat ons even, maar Rati weet raad. Het gaat om Zijn gedaanteverandering op de berg Tabor, waar hij in het gezelschap van Mozes en Elia aan de apostelen Petrus, Jacobus en Johannes even iets van zijn goddelijke natuur liet zien.
Op een steen is het tafereel aanschouwelijk voorgesteld, mocht het concept ons nog niet duidelijk zijn. Merkwaardig is dat, een schildering niet op hout of op canvas, maar op natuursteen. Dit is dan ook niet het eerste het beste stukje steen – deze steen is van de berg Tabor afkomstig.
In haar huidige vorm dateert deze kerk uit de gouden elfde eeuw. Een eenvoudige basiliek lijkt het, niet meer dan een rechthoekige hal dus. Maar dat is gezichtsbedrog. Wend je de blik even naar boven, dan herken je in het gewelfde plafond meteen de traditionele kruisvorm met de centrale koepel.
Sarcofagen van koning Mirian en koningin Nana
In een van de kapellen staan de stenen sarcofagen van koning Mirian en koningin Nana opgesteld. De graven van de eerste christelijke koninklijke familie noemt Rati dat. Hun portretten zijn in levensgrote mozaïeken op gouden achtergrond weergegeven. Maar op enige belangstelling vanwege bezoekers kunnen ze nauwelijks rekenen.
Heel anders gaat het er aan toe bij de sarcofaag van een zekere Gabriël Urgebadze. Vrijwel elke bezoeker komt er even langs om met tedere hand over de glazen kist te strijken. Deze vrome monnik is dan ook zeer geliefd. Zijn openbaar leven begon in 1965, toen hij op de internationale Dag van de Arbeid publiekelijk een vaandel met het portret van Lenin in brand stak. Dat maakte hem razend populair. Bij de bevolking dan toch, niet bij de overheid. Die kwam tot de conclusie dat hij aan een psychose leed en dat een verblijf van zeven maanden in een psychiatrische instelling de meest geschikte remedie was.
Zelfs aan de olie die uit de lamp boven de tombe van de vrome monnik drupt, worden miraculeuze kwaliteiten toegeschreven
Voorstelling van de Transfiguratie op een steen afkomstig van de berg Tabor |
|
Lamp boven de tombe van de vrome monnik Gabriël |
Na zijn dood in 1995 werd Gabriël op het kerkhof van Samtavro begraven. Maar zelfs vanuit zijn graf bleef hij mirakels verrichten. In 2012 werd hij heilig verklaard, in februari 2014 kreeg hij zijn eigen sarcofaag in de Transfiguratiekerk. Zelfs aan de olie die uit de lamp boven zijn tombe drupt, worden miraculeuze kwaliteiten toegeschreven. Geen druppel daarvan gaat verloren.
Kerkje van de heilige Nino
Even werpen we nog een blik op het kerkje van de heilige Nino in de tuin. Dan trekken we verder naar onze allerlaatste bestemming.
Een opvallend comfortabele weg is het die ons door een dicht beboste V-vallei omhoog voert. Want enige vorm van bewoning valt hier niet te bespeuren. Tot we, na een finale klim van 16 %, de kop van de vallei bereiken en tegen een bleekgele, kalkstenen rotswand vol kleine, zwarte spikkels aankijken. Grotten zijn dat, een favoriete stek van vroegchristelijke monniken.
Shiomgvime
Alleen krekels breken de stilte in deze canyon. Dat zich hier in de zesde eeuw tweeduizend monniken ophielden, is nauwelijks te geloven. Weer was het een monnik van Assyrische herkomst die aan de basis lag van deze kloostergemeenschap. Shio was zijn naam. In zijn laatste jaren trok hij zich als kluizenaar in een diepe grot terug, vandaar de naam Shiomgvime – de Grot van Shio. Via een aardedonkere gang bereiken we de onderaardse holte waar zich een sarcofaag bevindt van zeer recente makelij. Daar rust het lichaam van Shio.
In 580 worstelde de bouwmeester nog met de overgang tussen een vierkante ruimte en een ronde koepel. Pendentieven zouden dat probleem oplossen
De oudste kerk van dit complex, gewijd aan Johannes de Doper, werd vermoedelijk al omstreeks 580 voltooid. Een eenvoudige kruisvorm is het, zonder kapsones. Leuk om zien is hoe de bouwmeester indertijd nog worstelde met de overgang tussen een vierkante ruimte en een ronde koepel. Vrij spoedig zouden architecten dat leren oplossen met pendentieven, bolle driehoeken die een egale overgang mogelijk maken.
Maar de fresco’s zetten een domper op ons enthousiasme. In de 19e eeuw zijn ze door Russen in Europese stijl gerenoveerd. Ze ogen uitheems en kitscherig, in het bijzonder het koekendozenfresco van de Heilige Drievuldigheid in de koepel.
Shiomgvime – Hoofdkerk
Opeenvolgende invasies van Perzen en Ottomanen decimeerden de kloostergemeenschap en lieten de gebouwen telkens opnieuw in puin achter. Pas in de 19e eeuw kon de hoofdkerk in haar huidige vorm gerestaureerd worden. Veel hielp dat niet, want onder de bolsjewieken werd het klooster gesloten.
De hoofdkerk is aan Theotokos gewijd – Maria die niet alleen de moeder van Jezus van Nazareth is, maar ook de moeder van God
Shiomgvime – Iconostase van de hoofdkerk
Tegenwoordig huist hier weer een kleine kloostergemeenschap, getuige de monnik die in zijn eentje in de hoofdkerk zit te zingen. De kerk is aan Theotokos gewijd – Maria die niet alleen de moeder van Jezus van Nazareth is, maar ook de moeder van God. Op het gewelf boven het koor staat ze afgebeeld met het kind Jezus in haar armen.
Rotswand met grotten van vroegchristelijke monniken |
|
Shiomgvime – Hoofdkerk |
Oorspronkelijk was dit een koepelkerk. Bij de restauratie heeft men zich noodgedwongen tot een eenvoudige basiliekvorm moeten beperken. Een plompe kerk is het geworden, architecturale elegantie en verfijning zijn ver te zoeken.
Ook de fresco’s brengen weinig soelaas. Wanden en plafond staan er vol van, maar het zijn inspiratieloze portretten van heilige mannen, netjes volgens de regels van de hagiografie.
Fresco’s in apsis |
|
De koningen van Georgië |
Alleen de triptiek met de koningen van Georgië weet ons te boeien. Twaalf mannen en een vrouw, in rode en groene gewaden, met een gouden aureool van heiligheid rond het hoofd. In één enkel beeld vatten ze onze tocht door Georgië samen.
Jaak Palmans
© 2017, 2020 | Versie 2022-02-24 20:46