Het land van de Witte Radja’s

Maleisië | Anno 2016

 

Woensdag 30 maart | Kuching

Donderdag 31 maart | Bako National Park

Vrijdag 1 april | Kampung Mongkos

Zaterdag 2 april | Kuching

 

D:\DataReizen\Pacomaja\Ontwikkeling\53 Borneo\Bronversies\5303 (jpg) Kuching.jpg

 

Woensdag 30 maart | Kuching

Wat onzeker staat Edgar ons op Kuching International Airport op te wachten. Drie dagen lang zal hij niet al te opvallend onze gids proberen te zijn. Een grote bas persiaran, een personenbus, heeft hij mee, met Jef aan het stuur. Beiden behoren ze tot de Bidayuh, een stam die de heuvels tussen Kuching en de grens bevolkt, maar die zich ook net over de grens, in het Indonesische West-Kalimantan ophoudt.

Daar kan je nog traditionele langhuizen van de Bidayuh aantreffen, legt Edgar uit, terwijl we naar het centrum van Kuching afzakken. Overmorgen zullen we er een langhuis bezoeken. Eeuwenoude tradities worden daar nog in ere gehouden, maar ook de moderne tijd laat er zijn rechten gelden. Een Mercedes of een Ferrari naast het langhuis, dat mag ons dus niet verbazen, voegt hij er met pretoogjes aan toe. Oeps, al meteen een dijenkletser die we niet hadden zien aankomen. De vooruitgang is immers niet te stoppen, besluit Edgar enigszins teleurgesteld.

Het is dichtbewolkt en nat, maar gelukkig regent het niet meer. Met bijna 700 000 inwoners is Kuching een welvarende stad die bruist van het leven. Het contrast met de serene rust van het regenwoud van deze ochtend kan niet groter zijn. Bovendien is dit een op-en-top Chinese stad. Etnische Chinezen bepalen voor een groot deel haar uitzicht en haar dynamiek. Maar ook Indiërs en vooral Maleiers zijn in het straatbeeld op te merken.

Dat kucing in het Bahasa Malaysia kat betekent, wordt gretig aangegrepen om Kuching als Kattenstad te profileren. Standbeelden van katten zijn er ten overvloede – ze lijken met elkaar te wedijveren inzake kitsch. De stad gaat zelfs prat op een heus kattenmuseum.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\BORN1024y.jpg

Kuching – Serawakrivier, parlementsgebouw, Fort Margherita

In het centrum van de stad, pal op de oever van de brede Serawak, vinden we onze stek voor de komende drie nachten. Met de zon die in het westen de laatste uren van de dag aankondigt, is het uitzicht over de rivier en de historische gebouwen op de andere oever fabelachtig.

Het loopt al tegen vijven als we naar het Waterfront afzakken. Een tiental jaar geleden is de Promenade gerenoveerd en nu is het aangenaam wandelen langs de kade, de parkjes, een occasioneel eetkraampje. Stroomafwaarts is zelfs een kleine dam gebouwd om het water op een constante hoogte te houden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\Werkmap\BORN1029x.jpg

Kuching – Dewan Undangan Negeri Serawak (parlementsgebouw)

De hoofdstad van de provincie Serawak is dit dus. Het indrukwekkende gebouw aan de overkant van de rivier is dan ook de Dewan Undangan Negeri Serawak – zeg maar het parlementsgebouw van de provincie Serawak. Eigenzinnig en eigentijds, met een duidelijk Maleisische insteek, is het sedert zijn oprichting in 2009 hét icoon van de zelfbewuste stad.

Het witte, wat afgebladderde gebouw daarnaast is Fort Margherita. Zelfs zijn toren van vijf verdiepingen valt in het niet naast het immense parlementsgebouw. Charles Brooke, de tweede Witte Radja, liet dit fort in 1879 oprichten in een poging een einde te maken aan de raids van piraten tegen Kuching.

Een merkwaardige periode was dat, het bewind van de Witte Radja’s in Serawak. In 1839 was een opstand in Brunei een beetje uit de hand gelopen. De sultan slaagde er maar niet in de opstandelingen te verslaan. James Brooke, een welgestelde Brit die over een boot en wat wapentuig beschikte, stak een handje toe en versloeg de rebellen. Als beloning gaf de sultan hem Serawak in volle eigendom.

Voortaan zouden James van Serawak en zijn opvolgers als erfelijke monarchen persoonlijk over Serawak regeren. Een beetje zoals Leopold II van België bijna een kwarteeuw persoonlijk over Kongo-Vrijstaat regeerde. Met dit verschil dat de Brooke’s het meer dan een eeuw volhielden en dat de plaatselijke bevolking er wel bij voer. James betrok de stamhoofden bij het beleid, bestreed de piraten, ontmoedigde Europese immigratie en weerhield rubbermagnaten ervan grote delen van de jungle te verwoesten om er plantages aan te leggen. Plaatselijke gebruiken hield hij in ere, op één na – het koppensnellen. Het zou echter nog ruim anderhalve eeuw duren vooraleer zijn verbod de gewenste uitwerking had. In 1946, kort na de tweede wereldoorlog, schonk de laatste Witte Radja het gebied aan de Britse overheid.

Plaatselijke gebruiken hield hij in ere, op één na – het koppensnellen

Langs het parkje kuieren we verder over de promenade. Het is licht bewolkt, maar zeer zonnig. Van regen valt hier niets meer te bespeuren. Een fraaie reizigerspalm trekt onze aandacht. De brede bladeren vormen een mooie vlakke waaier. Zijn naam dankt hij aan het water dat in de oksels van de bladstelen te vinden is en drinkbaar zou zijn – voor zover de aanwezigheid van muggenlarven en bladresten je niet doet kokhalzen. Iets verderop staat een standbeeld van, welja, speelse katten.

Een merkwaardige periode was dat, het bewind van de Witte Radja’s in Serawak

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\Werkmap\BORN1030x.jpg

Kuching – Paleis van Charles Brooke

Tijdloze charme is onmiskenbaar aanwezig in de Astana, het witte paleis dat Charles Brooke in 1869 aan de overkant van de rivier liet oprichten. Voor wie het niet begrepen heeft, wordt in de netjes aangelegde tuin de naam van het paleis in reuzegrote, witte letters gespeld. Nog steeds resideert de gouverneur van Serawak er. In de voorgrond glijdt een bot tambang over het water, een deels overdekte watertaxi met de beeltenis van een grote neushoornvogel op de voorplecht.

Standbeelden van katten zijn er ten overvloede – ze lijken met elkaar te wedijveren inzake kitsch

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\Werkmap\BORN1026x.jpg

Kuching de Kattenstad

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\Werkmap\BORN1064v.jpg

Klaar voor de feestelijkheden

Rode lampions met wenskaartjes sieren Tua Pek Kong, een Chinese tempel op een heuveltje achter ons. Geregeld verschijnen vrachtwagentjes in het straatbeeld, met kleurrijk uitgedoste jongeren in de laadbak. Hun tenue is meestal rood, voor Chinezen de kleur van de vreugde. Er is iets op til, maar wat, daar hebben we voorlopig geen vermoeden van – waar is Edgar als je hem nodig hebt?

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\BORN1040y.jpg

Chinatown – Boog van de Harmonie

Jalan India, Kuchings winkelstraat, blijkt wegens renovatiewerken moeilijk toegankelijk te zijn. Rechtsomkeer dan maar, naar de Boog van de Harmonie, de toegangspoort tot de wijk die ooit als Chinatown bekend stond. Twee militairen houden er discreet een oogje in het zeil.

Tempels fungeren ook als een soort sociaal herverdelingssysteem

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\BORN1056y.jpg

Hiang Thian Siang Ti

Van de traditionele houten huizen met daken van nipapalmen aan weerszijden van Jalan Carpenter blijft niets over. Ze sneuvelden in de grote brand van 1884. De huidige gevels ogen saai, tot plots de kleine tempel van Hiang Thian Siang Ti opduikt, enigszins geprangd tussen zijn buren. Oorspronkelijk dateerde hij van 1863, maar in 1884 ging ook hij volledig in vlammen op. De huidige versie dateert van 1889. Een typisch Chinese tempel is het, met exuberante voorstellingen van draken op de nok van het dak, groene geglazuurde dakpannen, rode zuilen, kalligrafie in bladgoud.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\BORN1052y.jpg

Hiang Thian Siang Ti

Bezoekers zijn er niet, de urne voor de wierookstokjes staat er eenzaam en verlaten bij. Een beetje vreemd is dat, want doorgaans zijn er in een Chinese tempel altijd wel gelovigen die dringend wat hulp nodig hebben. Daartoe wenden ze zich dan tot de tempelgod of tot hun voorouders. Een bizarre mix van boeddhisme en voorouderverering.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\Werkmap\BORN1057x.jpg

Hiang Thian Siang Ti – Draken op het dak

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\Werkmap\BORN1100x.jpg

De stichting van Hong San Si herdacht

Toch reikt de rol van de tempel verder dan het religieuze. Want op de offertafels verschijnen voedsel, drank, fruit, zoetigheden. En er wordt geld geschonken – heel veel geld soms. Daarmee kunnen de tempels de noden van minvermogenden lenigen. Tempels fungeren dus ook als een soort sociaal herverdelingssysteem. Een win-winsituatie is dat voor rijk en arm. Rijken hopen er hun zielenheil mee af te kopen, armen varen er wel bij.

Hand over hand neemt de drukte nu toe. De tempel van Hong San Si, op het einde van de straat, blijkt het epicentrum van de feestelijkheden te zijn. Want van deze tempel wordt de stichting op de 22e dag van de tweede maanmaand gevierd. Laat dat nu net vandaag zijn.

Luidsprekers toeteren boven de hoofden van de toeschouwers. Trommelaars doen daar nog een schepje bovenop. Rijen dik staan de mensen op de stoep toe te kijken – bijna uitsluitend etnische Chinezen. En een handvol westerlingen dus.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\BORN1130y.jpg

Praalwagen met acrobatische drakendansers

Een stoet is nog niet gevormd, maar steeds meer praalwagens maken hun opwachting. Soms beelden ze klassieke motieven uit de Chinese mythologie uit, soms voeren jonge mannen op metershoge palen acrobatische drakendansen uit.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\Werkmap\BORN1146x.jpg

Praalwagen met mandarijn

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\Werkmap\BORN1144x.jpg

Praalwagen met prinsessen

Baldakijnen die speciaal voor de feestelijkheden zijn opgericht – regenval kan je hier nooit uitsluiten – onttrekken de tempelgevel grotendeels aan het zicht. Nog net kunnen we de groteske draken, feniksen en andere mythische wezens ontwaren die de nok van het dak bevolken. De tempel dateert vermoedelijk uit 1840, maar moest na de grote brand volledig heropgebouwd worden.

Gaandeweg heeft een vergoddelijkte sterveling het hier tot een soort patroonheilige geschopt van de lokale Chinezen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\Werkmap\BORN1075x.jpg

Draagbaar altaar van Kong Teck Choon Ong

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\BORN1088y.jpg

Hong San Si – Offers

Onder de baldakijnen staan zes mannen in wit zijden hemd met drakenmotieven en blauwe broek te glunderen. Zo dadelijk zal hun de eer te beurt vallen om helemaal vooraan in de stoet het altaar met de godheid Kong Teck Choon Ong te dragen. Een vrij jonge god lijkt dat, met een rood aangelopen gezicht. Het gaat dan ook niet om een echte godheid, maar om een vergoddelijkte sterveling, in 923 in Fujian geboren. Dat is de Chinese provincie waar de meeste etnische Chinezen van deze stad oorspronkelijk vandaan komen. Gaandeweg heeft onze Kong Teck Choon Ong het hier tot een soort patroonheilige geschopt van de lokale Chinezen.

Niet alleen op straat, ook binnen in de tempel is het een drukte van je welste. Kennelijk wil iedereen op deze dag zijn offer brengen. Vandaar de leegloop in de andere Chinese tempels.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\BORN1115y.jpg

Hong San Si – Offers

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\BORN1111y.jpg

 

Op de offertafels liggen de giften hoog opgestapeld. Iedereen is druk met wierookstokjes in de weer. Daarmee proberen ze de aandacht te trekken van degene die hun verzoek moet inwilligen – de godheid dus, of hun voorouders. Sommigen hebben voor deze bijzondere dag zelfs in extra dikke en extra lange stokjes geïnvesteerd.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\BORN1099y.jpg

Hong San Si – Symbolische verbranding

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\BORN1091y.jpg

Kaarsen offeren

Terwijl ze met de brandende stokjes voor hun voorhoofd zwaaien, prevelen ze hun gebeden en formuleren ze hun verzoek. Daarna laten ze de stokjes rechtstaand in een urne nasmeulen. Een geur verspreiden deze wierookstokjes amper. Het is immers niet het aroma dat van belang is. Het is de rook. Sommigen schromen zich niet kaarsen te ontsteken terwijl ze met de gsm in de hand een gesprek voeren.

Dat we ook in het taoïstische Tua Pek Kong-tempeltje de enige bezoekers zijn, verbaast ons al niet meer. De oudste tempel van Kuching is dit. Oorspronkelijk dateerde hij van 1823, maar zoals alle gebouwen in deze omgeving ging hij in 1884 in de brand ten onder. Wat hem echter bijzonder maakt, is zijn ligging op een kleine heuvel, met zicht op de waterkant en de Serawak. Zijn feng shui, zijn harmonische integratie in de omgeving, is onovertroffen. Chinezen vinden dat ontzettend belangrijk.

Top

Donderdag 31 maart | Bako National Park

Kuching mag dan bijna een miljoenenstad zijn, het regenwoud is er nog steeds binnen handbereik. Meer bepaald onder de vorm van het nationaal park van Bako op het schiereiland Muara Tebas, amper 37 km noordwaarts. Vandaag zal dat onze bestemming zijn.

Met de lunchboxen onder de arm klimmen we aan boord van Jefs bus. De dichte bewolking die bij het ontwaken de stad nog in haar greep had, heeft terrein prijsgegeven. De zon priemt nu wellustig door de gaten. Dat biedt ons ampele gelegenheid om de kwaliteiten van de stad te waarderen, met haar brede lanen en haar groene aanplantingen. Rond de Hiang Thian Siang Ti-tempel blijkt de rust weergekeerd.

Economisch boert het multiculturele Maleisië vrij goed. Dat is ooit anders geweest. Na de tweede wereldoorlog was het de verliezer Japan die in het Verre Oosten het voortouw in de economische groei nam. Dat het de Japanners verboden was een leger op de been te brengen, bracht met zich mee dat er meer geld beschikbaar was voor hun economie. Al spoedig vonden goedkope Japanse producten vlot hun weg op de wereldmarkt.

Geïnspireerd door dat succes gingen ook Taiwan en Zuid-Korea die weg op. Vooral Made in Taiwan zou in West-Europa hoge toppen scheren. Naarmate landen zoals Thailand, Maleisië en Indonesië datzelfde peloton onderaan vervoegden, gingen de koplopers zich in hoogtechnologische producten specialiseren.

Medio 1997 spatte de zeepbel uit elkaar

Maleisië zat in de lift. Er kwamen fabrieken, boeren werden arbeiders, de lonen stegen, de koopkracht nam toe, kredieten werden zorgeloos verstrekt, het land ging boven zijn stand leven. Medio 1997 spatte de zeepbel uit elkaar. Samen met de Thaise baht en de Indonesische roepie tuimelde de Maleisische ringgit naar beneden. Waar je voordien 18 000 ringgit voor één Amerikaanse dollar 1 USD ontving, was dat nu 3 000 ringgit.

Thailand en Indonesië vroegen en kregen voor miljarden hulp van de Wereldbank en het IMF onder de vorm van leningen. Niet zo in het Maleisië van Mahathir Mohamad. Die weigerde elke lening en zorgde er voor dat het land er op eigen kracht weer bovenop kwam. Het legde de vader van Maleisië op politiek vlak geen windeieren.

Tegenwoordig haalt Maleisië zijn inkomsten onder meer uit hout, toerisme, textiel en assemblage van auto’s. Maar dat is vooral in de grote steden het geval. In het binnenland voorzien de mensen zelf in hun levensbehoeften, in het bijzonder in Sabah en Serawak.

Ondertussen heeft een dicht wolkendek de zon verbannen. Nipapalmen schuiven aan het raam voorbij. Het lijkt wel alsof ze netjes langs de brede laan aangeplant zijn, maar dat is niet zo. Merkwaardige bomen zijn het, schijnbaar zonder stam, met weelderig groene palmtakken die tot negen meter hoog kunnen reiken. Een modderige ondergrond is de favoriete stek van de nipa. Daarin ontwikkelt hij ondergronds een horizontale stam. Eertijds werden nipabladeren gebruikt om de daken van langhuizen te bedekken.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1170y.jpg

Paalwoningen aan de Tabo

Kwart na negen is het als we het vissersdorpje Bako bereiken. De toegangspoort tot het nationaal park noemen ze zich. En dat klopt, want enkel van hieruit kan je het park per boot bereiken. Rivieren zijn hier nu eenmaal belangrijke verkeersaders.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\Werkmap\BORN1154x.jpg

Bako aan de Taborivier

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1189y.jpg

Vissersboot

Met vier snelle bootjes varen we de modderbruine Tabo af, het rustige water van de Zuid-Chinese Zee tegemoet. Langs de kustlijn gaat het vervolgens vrijwel pal noordwaarts. Mangrovebossen, dichtbeboste heuvels en kalksteenrotsen schuiven in de verte voorbij. Geregeld dringt de zon door de wolken.

Het oudste nationaal park van Oost-Maleisië, opgericht in 1957, wordt alom geprezen voor zijn biodiversiteit

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1217y.jpg

Zuid-Chinese Zee

Even voor tien gaan we aan wal in Telok Assam, de baai van Assam. De kleine pier bevindt zich op een steenworp van het hoofdkwartier van het park. Groot is het park niet – met 2 727 hectare is het slechts één derde van het district Antwerpen. Maar het is het oudste nationaal park van Oost-Maleisië, opgericht in 1957, en het wordt alom geprezen voor zijn biodiversiteit.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1395y.jpg

Nationaal park van Bako

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\Werkmap\BORN1222x.jpg

Pandanus

Een grote pandanus rijst naast het plankenpad op. De lemmetvormige, licht gekartelde bladeren ontspruiten spiraalsgewijs uit de wortel. Schroefpalm wordt de pandanus daarom ook wel eens genoemd, alhoewel hij met palmbomen evenveel gemeen heeft als met suikerriet of maïs. Zijn rijpe, oranjerode vrucht bestaat uit kleine steenvruchten die tegen elkaar geklit zijn, en lijkt uiterlijk een beetje op een ananas.

Hoog in een boom houdt een aapje met oranjebruine vacht ons scherp in de gaten. Even later daagt de moeder op, met de typische zilvergrijze kuif en vacht van de mutslangoer. Prompt begint ze haar jong te vlooien. Althans, dat lijkt zo. Maar waarschijnlijker is dat ze lekkere zoutschilfers van tussen de haren van het jong aan het plukken is. Af en toe werpt ze een achterdochtige blik op ons, vele meters lager op de begane grond.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1224s.jpg

Mutslangoer (jong)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\Werkmap\BORN1241x.jpg

Wijfje met jong

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\Werkmap\BORN1246x.jpg

Duwen en trekken om het jong

Een tweede mutslangoer komt zich met de gang van zaken bemoeien. Na wat schermutselingen slaagt hij er in het jong naar zich toe te trekken. Op zijn beurt begint hij van de zoutschilfers te smullen. Het jonge aapje blijft er onverstoorbaar rustig bij.

Iets verderop. Weer een aap, rustig op een tak, hoog in een boom. Maar dit is niet zomaar een aap. Dit is een neusaap. Nergens anders dan in Borneo komt deze apensoort voor. Eén van de lokale topattracties dus.

Alsof hij zich daar volkomen van bewust is, kijkt het jongvolwassen mannetje zelfzeker op ons neer – roodbruine vacht, grijze poten, witte staart. Hij zit wat verscholen tussen het gebladerte, maar met een beetje geduld krijgen we ook de neus te zien waaraan hij naam en faam ontleent. Een joekel van wel tien centimeter is het, het uiteinde bengelt ergens ter hoogte van zijn kin.

Nergens anders dan in Borneo komt deze apensoort voor

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1261q.jpg

Neusaap

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1296s.jpg

Maleise vliegende kat (colugo)

Het bizarre resultaat van seksuele selectie is dat. Mannetjes met zo’n onpraktische, grote neus zijn bij de wijfjes kennelijk meer in trek, omdat ze gezonder en sterker lijken en wellicht een beter nakomelingschap leveren.

De bolle buik is dan weer kenmerkend voor mannetjes én wijfjes. Die hebben ze aan hun dieet te danken. Een mannetje kan 20 tot 25 kg wegen, een wijfje 12 tot 15 kg. Evident is het niet om met dat gewicht hoog in de bomen te leven. De sappigste blaadjes, op de uiteinden van de takken, blijven dan buiten je bereik. Je moet het met taaiere bladeren stellen. Om die te verteren heb je een omvangrijk spijsverteringsstelsel nodig. Neusapen moeten hun voedsel zelfs deels herkauwen.

Orang belanda, zo zijn de Maleisiërs de neusaap gaan noemen, Hollandse mens. Want op sommige punten – we denken aan de neus, maar ook aan de buik – was de gelijkenis met de Hollandse kolonisten die in het begin van de 17e eeuw op het toneel verschenen, toch wel treffend, vonden ze.

Een amorfe massa hangt roerloos tegen een hoge boomstam. Aan de bruine vacht met onregelmatige witte vlekken krijgen we aanvankelijk kop noch staart, maar het blijkt een Maleise vliegende kat te zijn, ook wel colugo genoemd. Met katten heeft deze solitaire boombewoner nochtans geen enkele verwantschap. Tussen nek, poten, vingers en staart heeft ze een vlieghuid. Tot honderd meter ver kan ze daarmee zweven. Ze lijkt sterk op een vliegende eekhoorn. Alleen diens lange, wollige staart heeft ze niet.

Moeders mooiste kan je hen niet noemen, met die groezelige bleke baard op hun trechtervormige snuit

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1339y.jpg

Groefkopadder

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1347y.jpg

Baardzwijn

Op het erf van een verlaten hut scharrelen enkele baardzwijnen rond, op zoek naar noten en zaden. Moeders mooiste kan je hen niet noemen, met die groezelige bleke baard op hun trechtervormige snuit. Gelukkig zijn het tamme dieren, want een wild mannetje rijgt je aan zijn slagtand voor je er erg in hebt.

Officieel staan ze als vis geboekstaafd. Toch houden ze zich vooral aan land op

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1366x.jpg

Slijkspringer

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1362y.jpg

Wenkkrab

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1390y.jpg

Wenkkrab

Een beekje kruist ons pad. Een compleet andere biotoop is dat. Een donkerblauwe gevlekte wenkkrab staat aan de rand van zijn holletje, klaar om weg te duiken. Met zijn ogen hoog op steeltjes observeert hij de omgeving, maar het zijn vooral de trillingen in het zand die hem voor naderend gevaar waarschuwen.

Zoals bij alle mannetjes is één van zijn scharen tot monsterachtige proporties uitgegroeid – soms bijna de helft van zijn lichaamsmassa. Die oranjerode schaar met wit uiteinde gebruikt hij om indruk te maken op wijfjes. Of om een rivaal mores te leren. Eten kan hij met die schaar niet. Daartoe gebruikt hij de kleine schaar. Telkens hij voedsel van de grond naar zijn mond brengt, lijkt het wel alsof hij met de kleine schaar over de grote strijkt, zoals een strijkstok over de snaren van een viool. Hij dankt er zijn koosnaam vioolkrab aan.

Nog vreemder creaturen zijn de kleine slijkspringers. Officieel staan ze als vis geboekstaafd. Toch houden ze zich vooral aan land op, in de brakke overgang tussen nat en droog. Zolang er maar water over hun kieuwen loopt om hen van zuurstof te voorzien. Met hun borstvinnen waggelen ze over het zand, maar zo nodig kunnen ze hun rug krommen en een sprong van pakweg een halve meter maken – om een prooi te pakken te krijgen of een andere poel op te zoeken. Dat kunstje krijgen we jammer genoeg niet te zien.

Door het mangrovebosje trekken we naar de noordzijde van de baai. Kale stammen van dode bomen steken spookachtig boven het water uit. Een lichtblauwe wenkkrab houdt ons parmantig in de gaten, de grote schaar in de aanslag, terwijl het grijze wijfje spoorslags in een holletje verdwijnt.

Zo zou er al eens een eremietkreeft waargenomen zijn die zich in een colablikje had gehuld

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1402y.jpg

Eremietkreeft

Een eremietkreeft sjokt moeizaam door het zand. Haar weke achterlijf beschermt ze met een grote, hoornvormige schelp, maar handig lopen is dat niet. Bovendien moet zo’n schelp al eens geruild worden voor een groter exemplaar. Zo zou er al eens een eremietkreeft waargenomen zijn die zich in een colablikje had gehuld.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1552y.jpg

Echte libel

Een scharlakenrode echte libel laaft zich aan een bloem. Een slang houdt zich schuil onder de bladeren van een plant.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\08 Bako NP HQ\BORN1558y.jpg

Slang

Kwart na elf is het als we het mangrovebosje achter ons laten en de wandeling van anderhalve kilometer naar Telok Paku aanvatten, een baai aan de andere zijde van de heuvel. Een klauterpartij wordt het, over gladde wortels, ritselende bladeren en glibberige rotsen, afgewisseld met vlotte stukjes vlonderpad, houten trappen en bruggetjes. Het is puffen en hijgen in de vochtige, tropische atmosfeer. Meteen weten we weer waarvoor onze wenkbrauwen dienen.

Meteen weten we weer waarvoor onze wenkbrauwen dienen

Tussen het gebladerte naast het pad zit een neusaap te schranzen. Veel meer dan zijn onverschillige ogen en zijn kolossale neus krijgen we van hem niet te zien. Rustig knabbelt hij verder, onze nabijheid deert hem niet.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\09 Bako NP Teluk Paku\BORN1454x.jpg

Neusaap

Lang duurt het niet vooraleer de groene tunnel op een paradijselijk stukje strand tussen twee klippen uitmondt. Zon, zee, zand en torenhoge palmbomen zijn van de partij. Het hoogtij is voorbij, de zee trekt zich langzaam maar zeker terug. Rotsen vol potholes, uitgeschuurd door kleine keitjes, komen bloot te liggen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\09 Bako NP Teluk Paku\BORN1474y.jpg

Telok Paku

In de baai liggen een drietal bootjes geduldig te wachten. Niet geheel ten onrechte vermoeden de schippers dat er altijd wel wandelaars zijn die een terugkeer over de rotsen niet meer zien zitten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\09 Bako NP Teluk Paku\BORN1538y.jpg

Java-aap met jong

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\09 Bako NP Teluk Paku\Werkmap\BORN1517x.jpg

 

Lunchpakketten veranderen in een vloek en een zucht van eigenaar – al dan niet met toestemming van de oorspronkelijke eigenaar

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\09 Bako NP Teluk Paku\BORN1513y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\09 Bako NP Teluk Paku\BORN1492y.jpg

 

Net zo geduldig zitten java-apen op de rotsen te wachten. Want lunchpakketten, daar weten ze alles van. We hoeven ze maar tevoorschijn te halen, of ze komen in actie. Een mannetje bijt de spits af. Even later waagt ook een wijfje haar kans, terwijl een jong zich tegen haar buik vastklampt. Lunchpakketten veranderen in een vloek en een zucht van eigenaar – al dan niet met toestemming van de oorspronkelijke eigenaar.

Krabbenetende makaak, zo wordt deze java-aap met zijn lange staart ook wel eens genoemd. Maar voorlopig merken we daar niets van – een krab mag zich hier veiliger voelen dan een lunchpakket. Mensenschuw zijn de java-apen al helemaal niet. Ze staan er bekend voor zich graag in de buurt van dorpen op te houden. Daar valt immers altijd wel wat te rapen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\09 Bako NP Teluk Paku\BORN1470y.jpg

Telok Paku

Vlotter dan verwacht – we beginnen het nu wat gewoon te worden – keren we over het pad naar Telok Assam terug. Een korte pauze, en dan zetten we onze tocht verder naar Telok Delima, een baai ongeveer een kilometer van het hoofdkwartier.

Het is zelfs een beetje oppassen geblazen, want waar het vochtige zand van water verzadigd is, kan drijfzand ontstaan

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\10 Bako NP Mangrove\BORN1571y.jpg

Telok Delima – Mangrovebos

Een degelijk vlonderpad voert ons zuidwaarts, tot er zich weer een heuvelrug aandient. Maar dat blijkt een makkie te zijn. We dalen af naar het strand en belanden te midden van een mangrovebos langs de kust. Een unieke vegetatie is dat, bomen die zich in de zilte golfslag van de zee weten te handhaven. Het is zelfs een beetje oppassen geblazen, want waar het vochtige zand van water verzadigd is, kan drijfzand ontstaan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\10 Bako NP Mangrove\BORN1570x.jpg

Telok Delima

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\10 Bako NP Mangrove\BORN1592y.jpg

Slijkspringer

Het is laag tij. Langs de waterlijn zijn er enkele krabbetjes te bespeuren, maar het zijn vooral de slijkspringers die zich hier goed voelen. Onder de bomen steken honderden ademwortels als scherpe speerpunten een dertigtal centimeter uit het slib omhoog. Zij stellen de mangrovebomen via een ondergronds wortelsysteem in staat om zuurstof aan te voeren, een typisch kenmerk van een zwarte mangrove.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\10 Bako NP Mangrove\BORN1586y.jpg

Slijkspringer

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\10 Bako NP Mangrove\BORN1605y.jpg

 

Het belang van dergelijke vloedbossen kan moeilijk overschat worden. Ze beschermen de kust tegen erosie, stormen en zelfs tsunami’s. Maar ook de biodiversiteit vaart er wel bij. Want vogels en vissen komen zich graag in de beschutting van die wirwar aan wortels en takken veilig voortplanten.

In zo’n omgeving zaadjes droppen in de hoop dat daar nieuwe bomen uit groeien, heeft natuurlijk geen enkele zin, ze spoelen meteen weg. Daarom heeft de natuurlijke evolutie de zaadjes van deze mangrovebomen van een soort speer voorzien. Zodra deze loskomt van de boom, boort ze zich loodrecht in de modder en schiet meteen wortel om aan de getijden te weerstaan. Meteen, dat wil zeggen binnen het half uur, want het water is zo weer daar.

Even na half drie houden we het voor bekeken. We kuieren terug naar Telok Assam en waden door het water naar de wachtende boten. Langs de kust en via de Tabo gaat het per boot terug naar Bako, en vervolgens per bus naar Kuching.

Ver lopen is het niet voor het avondmaal. Top Spot Food Court bevindt zich immers op weinig meer dan een steenworp van het hotel. Een verrassende locatie, die haar naam alle eer aandoet. Letterlijk dan, want een dozijn restaurants huist zes verdiepingen hoog op het dak van een parkeergarage.

Een dozijn restaurants huist zes verdiepingen hoog op het dak van een parkeergarage

Toch heerst er op die betonnen toren een aanstekelijke ambiance. Vele honderden gasten zitten op de overdekte terrasjes te kwetteren. Lege tafeltjes zijn er amper.

Onze benen gaan onder tafel bij Bukit Mata Seafood. In een niet te stuiten tempo komen de gerechten voor de dag – krabbetjes, pijlinktvissen, gamba’s, garnalen, mosselen, rundvlees, varkensvlees, varens, groenten, paddenstoelensoep. En meloen als dessert.

Top

Vrijdag 1 april | Kampung Mongkos

Zware regenwolken hangen laag over de stad bij het ontwaken, maar het regent niet meer. Vannacht is dat wel even anders geweest, toen een zwaar onweer over Kuching trok.

Belofte maakt schuld. Vandaag voert Edgar ons naar Kampung Mongkos in het thuisgebied van de Bidayuh, de stam waarvan hij zelf deel uitmaakt. Even na half negen zet chauffeur Jef er de beuk in voor een rit van ongeveer 110 km.

Langs een brede laan met fraaie aanplantingen en tweemaal drie rijstroken verlaten we de stad zuidwaarts. Reusachtige krottenwijken zoals in veel andere Zuidoost-Aziatische grootsteden zijn hier nog niet te bespeuren. Hier en daar koketteert een bewoner met een blauw dak – een teken van welstand.

De weg is nat, het miezert een beetje. Zou je het wegennet van Maleisisch Borneo schematisch weergeven, dan zou dat de vorm van een visgraat aannemen. Want vrijwel alle kleinere wegen monden op de Pan Borneo Highway uit, de levensader die het land van noord naar zuid doorkruist – van Sematan in het verre zuidwesten van de provincie Serawak tot Serudong in het uiterste noordoosten van de provincie Sabah. Tussenin doet deze AH150 de provinciehoofdsteden Kuching en Kota Kinabalu aan, maar loopt hij ook dwars door het sultanaat Brunei.

Af en toe priemt de zon nu door de wolken, terwijl er geen einde lijkt te komen aan de weelderig groene natuur die langs het raam voorbijschuift. Open plekjes zijn er niet, bomen en planten lijken enkel in XXXL-formaat te bestaan.

Bomen en planten lijken enkel in XXXL-formaat te bestaan

Gaandeweg blijft de regen achterwege. Het droge wegdek heeft een vrachtwagentje niet belet om helemaal over kop te gaan en in een diepe gracht te duiken. Een meute nieuwsgierigen heeft zich rond het kersverse wrak verzameld. Van de brokkenpiloot is geen spoor te bekennen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\Werkmap\BORN1630x.jpg

Serian – Markt

Even voor tien bereiken we Serian, de grootste stad in de omgeving, met 90 000 inwoners. Twee derde daarvan behoren tot de Bidayuh. Land-Dayaks noemt men hen ook wel eens, zelfs al wonen ze dicht bij zee.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\Werkmap\BORN1646x.jpg

 

Eveneens goed vertegenwoordigd in het straatbeeld zijn de Iban. Vreemd genoeg worden zij Zee-Dayaks genoemd, al hielden deze notoire koppensnellers zich eertijds diep in het binnenland op. Hun bijberoep als piraat zit daar ongetwijfeld voor iets tussen. Ze schroomden zich immers niet diep op zee op rooftocht te trekken. Kwatongen beweren zelfs dat je nergens betere Hollandse antiek – in het bijzonder Delfts porselein – vindt dan bij de Iban, diep in het binnenland van Borneo.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\Werkmap\BORN1668x.jpg

Snacks

Voor de meeste andere volkeren, zoals de Penan en de Berawan waartoe Petrus behoorde die we in Mulu ontmoetten, wordt de verzamelterm orang oeloe gebruikt – mensen uit het binnenland.

De meest exotische groenten en vruchten vinden hun weg naar de stad, de markt puilt er van uit

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\Werkmap\BORN1628x.jpg

Djamboe of rozenappel

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\Werkmap\BORN1634x.jpg

Onrijpe vrucht van nipapalm

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\Werkmap\BORN1641x.jpg

Bamboescheuten

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\Werkmap\BORN1650x.jpg

Zuurzak

Serian kunnen we niet links laten liggen. Het is het kloppend hart van deze ontzettend vruchtbare regio. De meest exotische groenten en vruchten vinden hun weg naar de stad, de markt puilt er van uit. Buitenissige vruchten trekken meteen onze aandacht – de rozenappel of djamboe met zijn felrode klokvorm, de raapachtige wortelen van de taro, de kleine, onrijpe vrucht van de nipapalm, de helwitte, dikke scheuten van bamboe, de rozige bloemen van gember, de groene, peervormige zuurzak met vruchtvlees als van een doerian maar dan zonder diens kwalijke geur…

De bleekgele longan doet ons meteen aan een lychee denken – en hij smaakt er ook naar, zo stellen we vast. Drakenoog wordt hij wel eens genoemd, omdat de gepelde vrucht op een oogbol met een zwarte pupil lijkt.

De bruine, schubachtige schil van de salak lijkt wel een stukje slangenhuid. Er onder blijkt een knapperige, vrij droge vrucht schuil te gaan.

De rode, geschubde drakenvrucht heeft het tot nationale vrucht van Vietnam geschopt, al is deze pitaja eigenlijk uit de Nieuwe Wereld afkomstig. Het witte vruchtvlees is met zwarte zaadjes doorspekt. Zelfs boontjes hebben ze hier in XL-formaat – wel een halve meter lang.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\Werkmap\BORN1657x.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\Werkmap\BORN1627x.jpg

 

In doorzichtige zakjes met water hangen levende visjes op hun koper te wachten. Zoals de witte arowana, een populaire aquariumvis. De goudkleurige variant wordt door Chinezen als een statussymbool gezien.

Opvallend is de kempvis. Zijn naam heeft hij niet gestolen. Zet je twee mannetjes bij elkaar, dan zit het er terstond bovenarms op tot één van beide het leven laat. Maleisiërs kunnen het niet laten daar op te wedden.

Maar de kempvis is ook een schuimnestbouwer. Met zijn longachtig labyrintorgaan kan hij immers zuurstof rechtstreeks aan de lucht onttrekken. Als de tijd van paaien gekomen is, zal het mannetje net onder het wateroppervlak luchtbellen blazen zodat een schuimnest ontstaat. Met zijn bek kleeft hij de bevruchte eitjes die door het wijfje geproduceerd zijn, één voor één tegen zo’n bel.

Achter hun voedselkraampjes zijn vrouwen druk in de weer met het uitrollen van deeg, het prepareren van gerechtjes, het frituren van snacks. En het verjagen van insecten.

In een grote bak wriemelen glibberige meervallen over elkaar. Verderop worden slangenkopvissen aan de man gebracht. Vraatzuchtige beestjes zijn dat, die zich niet schromen kikkers en karpers te verorberen, en uitzonderlijk zelfs ratten. Toch vormen ze voor de lokale gemeenschap een belangrijke voedselbron.

Bijna het gebit van een mens, zo lijkt het

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\BORN1677y.jpg

Pacu

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\Werkmap\BORN1713x.jpg

Snacks

De pacu’s, dat is een ander verhaal. Normaal houdt dit vegetarische neefje van de piranha zich enkel in het Amazonebekken op. Daar leeft hij van noten. Om die te kraken, heeft de natuur hem van een stevig stel tanden voorzien. Vol respect aanschouwen we de geopende onderkaak van een pacu – bijna het gebit van een mens, zo lijkt het.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\BORN1685y.jpg

Pijlinktvissen (links)

Pacu’s in de Sepikrivier in Papoea-Nieuw-Guinea uitzetten, dat leek in 1994 een slimme zet. Het visbestand was er immers sterk teruggelopen, de pacu zou de nieuwe voedselbron voor de Papoea’s worden. Of omgekeerd. Want de pacu’s zochten vruchteloos de rivier af op zoek naar hun begeerde noten, tot ze Papoeamannen ontdekten die naakt te water gingen. De pacu’s deden wat hun natuur hun ingaf.

Met een respectvol boogje lopen we rond de kraam met pacu’s – zelfs dood bezorgen ze ons nog rillingen – om vervolgens op een bizar aanbod van slangenvlees te stoten. Vuistdikke netpythons worden er verkocht, versneden in stukjes van twintig centimeter. Het witte, rood dooraderde vlees contrasteert griezelig met het prachtige patroon van blauw en goud op de zilveren schubben.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\Werkmap\BORN1709x.jpg

Netpython

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\Werkmap\BORN1710x.jpg

Kreeften

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\11 Serian - Markt\BORN1693y.jpg

Vleesmarkt

Met nog ruim veertig kilometer voor de boeg laten we de Pan Borneo Highway achter ons. Als door een groene tunnel rijden we zuidwaarts, met aan weerszijden een abondante, schier ondoordringbare natuur. Velden of aanplantingen zijn er niet. Hier en daar weten enkele huisjes met een bescheiden hofje de allesoverheersende aanwezigheid van de jungle te doorbreken. De voortreffelijke asfaltweg leidt in de richting van Tebedu. Eén van de slechts twee officiële grensovergangen tussen Maleisië en Indonesië is dat.

Als door een groene tunnel rijden we zuidwaarts

Maar zo ver geraken we niet, want vrij spoedig slaat Jef linksaf en gaat het oostwaarts verder, over nog maar eens een uitstekende asfaltweg. Kennelijk maakt de overheid er werk van om de langhuizen van Kampung Mongkos – die ze zelf sponsort – vlot toegankelijk te maken. Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten voor Maleisië.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\BORN1762y.jpg

Kampung Mongkos – Langhuis

Even voor twaalf bereiken we onze zonnige bestemming. Amper twee kilometer hiervandaan, net over de heuvels, bevindt zich de grens met het Indonesische Kalimantan, als we de eenzame wegwijzer mogen geloven.

Spuuglelijk is het amalgaam van roestbruine, grijze en blauwe golfplaten waarmee het langhuis afgedekt is. Maar als we de trappen van de paalwoning beklimmen, ontdekken we een omgeving die haar authenticiteit grotendeels heeft weten te handhaven. Op kousenvoeten schuifelen we over de veranda. Zowel het loopgedeelte als het zitgedeelte zijn in bamboe uitgevoerd. Twee oudjes zitten er in kleermakerszit gezellig te keuvelen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\Werkmap\BORN1720x.jpg

Pepers drogen

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\Werkmap\BORN1745.JPG

 

Een vrij groot langhuis is het, met 24 deuren die naar evenzoveel familiewoningen leiden. Het staat onder leiding van een hoofdman die twee keer herkozen kan worden. Een politieke kleur heeft hij niet – in principe.

Animisme en christendom gaan bij de Bidayuh hand in hand

Boven of naast elke deur hangt steevast een kruisje. Vaak wordt het door een figuurtje van bamboestokjes geflankeerd. Zo weer je boze geesten. Animisme en christendom gaan bij de Bidayuh hand in hand.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\Werkmap\BORN1724x.jpg

Langhuis – Veranda

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\BORN1732y.jpg

 

Zo’n tweehonderd jaar geleden daagden in deze streek de eerste missionarissen op. Ze vatten hun missionering op het platteland aan, omdat de bevolking daar het gemakkelijkst te overtuigen was. Tegenwoordig is de meerderheid van de bevolking van Serawak katholiek. Afgezien van de Chinezen, die het boeddhisme of het taoïsme belijden. Zelf is Edgard anglicaan. Het waren zijn grootouders die zich tot het anglicanisme bekeerd hebben. Een anglicaan van de derde generatie, zo noemt hij zich.

Kogelgaten in de houten wanden getuigen van gevechten uit de jaren zestig

Vredig is de rust die nu op de veranda heerst. Maar ooit is dat anders geweest. Kogelgaten in de houten wanden getuigen van gevechten uit de jaren zestig. Een dertigtal mensen kwamen toen om bij een infiltratie vanuit Kalimantan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\BORN1747y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\BORN1781y.jpg

 

De Indonesische president Soekarno had immers zijn zinnen gezet op het Maleisisch deel van Borneo. Voorzien van Sovjet-Russisch wapentuig trokken zijn troepen Sabah en Serawak binnen. Vier jaar duurde deze Konfrontasi, van 1962 tot 1966. In de beste Koude Oorlog-traditie schoten Britse, Australische en Nieuw-Zeelandse troepen Maleisië te hulp. Uiteindelijk beet Soekarno in het zand.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\BORN1749v.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\BORN1741v.jpg

 

Langs de achterzijde van het langhuis kuieren we terug. Kennelijk valt het langhuis niet alleen zeer lang, maar ook zeer breed uit. Elke woning vormt immers een aaneenrijging van smalle kamertjes, dwars op de lengteas van het gebouw. Die heeft elkeen naar eigen goeddunken ingericht – het lijken wel Belgische koterijen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\BORN1772v.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\BORN1764v.jpg

 

Groene en zwarte pepers liggen op matten op de grond te drogen. Niet alleen de peperbolletjes worden gedroogd, ook de stokjes waaraan ze groeien. Die zullen later als bemesting gebruikt worden. Ook rijst ligt te drogen. Rijst wordt hier niet alleen gepeld, waarbij het kaf verwijderd wordt, maar ook gepolijst, waarbij ook de volgende laag verwijderd wordt. Wat jammer is, want zo gaan belangrijke voedingsstoffen zoals vitamine B verloren.

Klokslag één uur gaan onze schoenen weer uit en nestelen we ons in een lokaal dat als bibliotheek ingericht is. Niet om te lezen – al trekken antieke publicaties zoals Netscape 2 en Windows 95 meteen onze aandacht – wel om een rijk gevulde tafel alle eer aan te doen. Bij wijze van aperitief nippen we met een strootje aan onze kokosnoot, terwijl een rist lokale gerechten de tafel overspoelt – kip, bamboescheuten, twee soorten groene varens, mie, witte rijst, kleefrijst in bamboestokken.

De kleurrijke kek lapis is dé specialiteit van Serawak – een gelaagd koekje op basis van tarwebloem, boter en eieren

Als dessert komen watermeloen en helrode rijstkoekjes ter tafel, evenals de kleurrijke kek lapis, dé specialiteit van Serawak. Een gelaagd koekje op basis van tarwebloem, boter en eieren is dat. Elke laag heeft haar eigen kleur, naar gelang van de smaak die er aan toegevoegd is – meloen, aardbei, blauwe bes, amandel, munt, …

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\BORN1779y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\BORN1785y.jpg

 

Als een loden deken ligt de hitte over het dorp. Buiten stoeien kinderen in het water achter een dammetje in de rivier. We kuieren het bos in en houden halt bij een boom. Maak je een kleine insnijding in de schors, dan komt er witte latex uit.

Een rubberboom dus. Een inwijkeling in feite, want deze boom heeft zijn wortels in het Amazonegebied. Rubberplantages aanleggen lukte daar echter niet. Men moest het stellen met de exemplaren die in de vrije natuur voorhanden waren. Indianen werden als slaven ingezet om van boom tot boom te trekken om de latex te verzamelen – een tijdsintensieve, weinig efficiënte methode.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\BORN1791y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\BORN1769y.jpg

 

Tot bleek dat de rubberboom die zich in het Amazonegebied maar niet liet aanplanten, wonderwel floreerde in Ceylon, omdat de grond er meer stikstof bevatte. Ook elders in Zuidoost-Azië, met name in Indonesië en Maleisië, deed de boom het uitstekend. Manaus, eertijds de rubberhoofdstad van de wereld, had voorgoed afgedaan. Een protserig operagebouw herinnert er nog aan de vergane glorie.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\Werkmap\BORN1787x.jpg

Peperplantage

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\Werkmap\BORN1789x.jpg

 

Iets verderop ligt een peperplantage. Peperbolletjes hangen als groene besjes aan de slingerplanten. Drie oogsten per jaar hebben ze hier, volgende maand is er weer een oogst. Witte peper krijg je als je de pepers laat drogen terwijl ze nog groen zijn. Zwarte peper krijg je als je ze pas laat drogen als ze rijp zijn.

Eén van de bomen naast het veldje is een teakboom. Hout van uitstekende kwaliteit is dat – duurzaam, bestand tegen weersinvloeden, niet corrosief. Maar hoogwaardige teak krijg je enkel in de subtropen, niet hier. Want droge en natte periodes moeten elkaar afwisselen opdat het hout voldoende sterk zou zijn. Hier, in de tropen, groeit de boom te snel, zodat het hout van een mindere kwaliteit is.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\Werkmap\BORN1800x.jpg

Smidse – Lemmet in het vuur…

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\Werkmap\BORN1806x.jpg

…en snel afkoelen in water

Aan de rand van het dorp is een smid aan de slag. Met een handblazer drijft een jongentje het vuur aan, waarin de smid het lemmet van een mes roodgloeiend laat worden. Snel dompelt hij het daarna in koud water om het metaal te harden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\BORN1822y.jpg

Kampung Mujat – Langhuis

Luttele minuten hiervandaan bevindt zich Kampung Mujat. Ook dat langhuis willen we bezoeken. Toestemming krijgen blijkt geen probleem te zijn. Even de schoenen aan de kant, en we kunnen de bruinrode plankenvloer van de veranda betreden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\Werkmap\BORN1823x.jpg

Veranda

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\Werkmap\BORN1838x.jpg

Pepers strippen

Achter één van de deurtjes huist Patrick, een zestiger. Met een brede lach nodigt hij ons binnen. Afbeeldingen van Jezus Christus en Johannes-Paulus II hangen tegen de houten wand, en diverse familiefoto’s, waaronder een jeugdige versie van Patrick.

We dalen de hoge trap af naar de keuken en de leefkamer. Fier pakt Patrick met zijn machete uit. Handgreep en foedraal zijn kunstig in hout uitgesneden. Dan komt zelfgebrouwen rijstwijn ter tafel. Gul gaat hij met de fles rond. Even later volgt tuak, een industrieel gebouwen palmwijn. Al die tijd zit Patricks vrouw achteraan in de woning op de vloer van de badkamer kleren te schrobben – alsof ze er niet bij hoort.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\Werkmap\BORN1834x.jpg

Patrick…

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\12 Serian - Langhuis\Werkmap\BORN1832x.jpg

…met machete

Even na drie zetten we weer koers naar Kuching. Een aanplanting van cacaobomen langs de weg trekt onze aandacht. Ook die plant is een inwijkeling uit Centraal-Amerika.

Hier en daar verspreiden schoorstenen een vuile rook. Palmoliepitten worden daar verbrand. Aan mijnbouw ontsnapt deze idyllische streek niet. We spotten onder meer een kalksteenmijn en een steenkoolmijn. Dagbouw is dat doorgaans, want de lagen die ontgonnen moeten worden, liggen meestal aan de oppervlakte.

Een belangrijke rol speelt steenkool overigens niet in de energievoorziening van Maleisië. En kerncentrales komen op Borneo überhaupt niet voor. Waterkrachtcentrales staan immers voor het gros van de elektriciteitsproductie in.

Tienduizend mensen werden uit hun huizen gezet, corruptie tierde welig

Maar ook dat is een controversieel verhaal. Zo werd in 2011, na decennia gehakketak, in centraal Serawak de dam van Bakun in gebruik genomen. 205 m hoog was ze, een stuwmeer ter grootte van één derde van de provincie Vlaams-Brabant ontstond. Tienduizend mensen werden uit hun huizen gezet, corruptie tierde welig, de centrale wist geen blijf met haar overcapaciteit en na enkele jaren had het verzuurde water de turbines aangetast.

Een korte stop bij het benzinestation leert ons dat het Maleisië wel voor de wind gaat als het op aardolie aankomt. Een liter benzine kost hier 1,70 ringgit – 38 eurocent. Maleisië haalt dan ook zijn eigen aardolie boven in Miri, net ten zuiden van Brunei. Via pijpleidingen vindt die deels zijn weg naar Vietnam en Thailand.

Top

Zaterdag 2 april | Kuching

Een dicht wolkendek dekt Kuching helemaal toe. Het natte wegdek doet vermoeden dat het vannacht geregend heeft. Maar het is droog als Jef ons even na negen naar het Jabatan Muzium Sarawak voert. Straks zullen we naar de provincie Sabah vliegen, maar eerst willen we ons nog even over volkeren, fauna en flora van Serawak buigen.

Een kolossale houten totempaal markeert de ingang van het museum. Fraai uitgesneden is hij, met plantenmotieven en monsterachtige koppen. Niet zo vanzelfsprekend, want dit donkere ijzerhout is zeer hard. Het zou vijf jaar gevergd hebben om dit kunstwerk te vervaardigen.

Het zou vijf jaar gevergd hebben om dit kunstwerk te vervaardigen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\BORN1850x.jpg

Kuching - Jabatan Muzium Sarawak – Totempaal

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\BORN1853y.jpg

Totempaal

Zulke totempalen kan je in het binnenland aantreffen boven het graf van een lid van de adel. Sterft zo iemand, dan wordt zijn lichaam in een boom gehangen. Dieren kluiven het vlees af, waarna het gebeente wordt verzameld en in een put geworpen. Vier slaven worden geboeid en eveneens in de put geworpen – levend, wel te verstaan. Ten slotte wordt de totempaal boven dat graf opgericht.

Op zaterdag opent het etnologiemuseum pas om tien uur, zo blijkt. We zijn dus veertig minuten te vroeg. Edgar hoort het in Keulen donderen en begint driftig op zijn smartphone te tokkelen.

Wel toegankelijk is het Akuarium. Op het eerste gezicht een oubollige bedoening, maar al die wezens, die we tot nu toe enkel panklaar op de markt zagen, in een waterbak te zien rondzwemmen, is best leuk.

Uiteraard is de pacu, het notenkrakende neefje van de piranha, weer van de partij

Uiteraard is de pacu, het notenkrakende neefje van de piranha, weer van de partij. Evenals de arowana, het Chinese statussymbool.

De zwaarddrager blijkt zijn eitjes in het lichaam van de moeder te bevruchten en uit te broeden – eierlevendbarend noemt men dat.

Met twee rijen tanden in zijn bovenkaak heeft de kaaimansnoek wel iets weg van een alligator. Een levend fossiel is dit in feite, want al meer dan honderd miljoen jaar zwemt hij zijn rondjes – niet in deze waterbak, uiteraard.

Vanuit warme kustwateren wil de stierhaai wel eens grote rivieren zoals de Amazone, de Mississippi of de Zambezi opzwemmen. Zowel in zoet water als in zout water voelt hij zich immers in zijn sas. Hij dankt er zijn bijnaam Zambezi-haai aan. Maar je komt hem beter niet tegen, want hij kan erg agressief uit de hoek komen.

Nog zo’n geval apart is de riemvis. Zijn naam doet hij alle eer aan. Een riem met schubben is het, maar dan sterk uitvergroot. Ruim tien meter lang kan hij worden, en een halve meter “breed”. In 1996 spoelde op de Californische kust een kanjer van een riemvis aan. De iconische foto van vijftien soldaten met de riemvis in hun armen ging de wereld rond.

Genoeg gedrenteld nu, even voor tien zwaaien de deuren van het oudste museum van Borneo voor ons open. Het was Charles Brooke, de tweede Witte Radja, die dit museum liet bouwen, maar het was Alfred Wallace, de grote concurrent van Charles Darwin, die de gouverneur wist te overtuigen deze investering te doen.

Meteen valt ons oog op een horloge en een menselijk gebit. Ooit zijn ze in de maag van een krokodil aangetroffen

Op een drafje struinen we langs de houten kasten en de glazen vitrines. Meteen valt ons oog op een horloge en een menselijk gebit. Ooit zijn ze in de maag van een krokodil aangetroffen, maar hun eigenaars kunnen het niet meer navertellen. Wie in de rivieren wil zwemmen, weze gewaarschuwd.

Van verscheidene soorten neushoornvogels zijn opgezette exemplaren aanwezig. Zo ook van de gewone neushoornvogel, een vogel die ons allerminst gewoon lijkt, met zijn reusachtige witte snavel en daar bovenop nog een oranjerode hoorn die wat lijkt terug te krullen. Het is de zwarte band op zijn witte staart die hem gemakkelijk van zijn soortgenoten laat onderscheiden.

Neushoornvogels plegen hun nest in de holte van een boom te maken. Na de bevruchting neemt het vrouwtje daar plaats, waarna het mannetje de opening dichtmetselt – op een kleine spleet na waarlangs hij voedsel aanreikt. Overkomt het mannetje iets, dan sterft met hem zijn ganse gezinnetje.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2016-03-26 Borneo\07 Kuching\BORN1866y.jpg

Langhuis van de Iban met mensenschedels

Ook voor een rumah panjang, een langhuis van de Iban, is plaats ingeruimd. Althans voor een bescheiden versie ervan, met slechts twee deurtjes. Zoals het hoort, is het volledig in traditionele materialen uitgevoerd, vooral hout en gevlochten rieten matten. Aan het plafond van de veranda prijkt een krans met echte schedels – Japanners, naar verluidt. Oerwoudgeluiden dragen bij tot de gezellige sfeer.

Wat later zitten we aan boord van een Boeing 737-800 van Malaysia Airlines. MH2806 wordt een voorspoedige vlucht, daar kunnen we van op aan. Want net voor het taxiën aanvat, verschijnt een tekst op onze tv-schermpjes, in Arabisch schrift nog wel. De doea vóór het reizen is dat, de smeekbede die ook de Profeet Mohammed tot Allah richtte, telkens hij op reis vertrok. Een smeekbede die overigens steeds verhoord wordt. De vraag rijst of dat in 2014 ook het geval was bij die twee andere vluchten van Malaysia Airlines, met name MH17 en MH370.

Top

Jaak Palmans
© 2016, 2017 | Versie 2022-02-25 16:24

Lees het vervolg in (4/5)

De man van het oerwoud