Een verleden dat niet loslaat
Argentinië | Anno 2015
Zondag 12 juli | Buenos Aires
Zondag 12 juli | Buenos Aires
Buiten is het nog steeds aardedonker. Enkel een iele streep licht aan de verre horizon houdt de belofte van dageraad in zich. Bliksemflitsen creëren spookachtige lichtpatronen in de wolkenmassa’s boven het zuiden van Brazilië. Om turbulenties te ontwijken houdt de piloot een hoogte van 11 600 m aan. Toch spelen de turbulente luchtlagen boven Uruguay ons nog parten.
Gaandeweg haalt de dageraad ons in. Even na acht landen we op de nevelige Aeropuerto Internacional de Ezeiza Ministro Pistarini, zo’n 22 km ten zuidwesten van Buenos Aires, en zetten onze horloges vijf uur achteruit. Een ultrakort bezoek aan de hoofdstad van Argentinië zal het worden, niet meer dan een oppervlakkig proevertje, beseffen we. Want morgen zullen we meteen naar de verre noordwesthoek van het land doorreizen, hier zo’n dertienhonderd kilometer vandaan.
Het is zowaar een Vlaming die ons staat op te wachten. Karel heet hij, van 2001 tot 2007 heeft hij voor de Belgische ambassade gewerkt. Na zijn pensioen is hij in Buenos Aires blijven plakken. Als stadsgids deelt hij nu zijn jarenlange ervaring met bezoekers uit den vreemde. Een ervaring die zijn kijk op dit land en zijn bewoners een sardonisch tintje geeft, zo zal snel blijken. Om cassante uitspraken zit hij beslist niet verlegen.
Chauffeur Elvio zet er met zijn Marcopolo-busje meteen de beuk in. Op deze kille, grijze zondagochtend is het verkeer in de hoofdstad vrij rustig. Verkiezingen zijn in aantocht, affiches zijn er te kust en te keur.
Te midden van de provincie Buenos Aires vormt de stad Buenos Aires een afzonderlijk gebied, zo vernemen we. De stad telt 3,5 miljoen inwoners, de metropolitane omgeving 14 miljoen, het land 43 miljoen.
Een dimensie die voor ons amper te behappen is
Met zijn oppervlakte van 2 780 400 km² staat Argentinië op de achtste plaats op de wereldranglijst. Een dimensie die voor ons amper te behappen is – meer dan 90 keer zo groot als België, of zo groot als Noorwegen, Zweden, Denemarken, Benelux, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en Portugal samen. Mochten de Argentijnen zich netjes over hun land verspreiden, dan zou je er op een vierkante kilometer gemiddeld vijftien aantreffen. Maar dat is niet zo, want het schrale Patagonië is amper bewoond. Eén derde van alle Argentijnen hokt in het hoofdstedelijk gebied samen.
Toen in 1526 de Spanjaarden voor de kust opdaagden, waren ze bezeten van het idee dat hier zilver te rapen viel. De rivier doopten ze alvast Río de la Plata, de Rivier van het Zilver, het land noemden ze Argentinië, naar het Latijnse woord argentum voor zilver.
Twee tot drie jaar lang slaagden de Spanjaarden er in om het niet al te bont te maken, maar uiteindelijk kregen ze het dermate aan de stok met de inheemse bevolking dat ze zich uit de voeten moesten maken. Een halve eeuw later, in 1580, verschenen ze opnieuw ten tonele. Vanuit het binnenland ditmaal, via de Paraná doorheen Paraguay en Uruguay. En ze waren gekomen om te blijven. Waar zich nu de fameuze Plaza de Mayo bevindt, stichtten ze Buenos Aires. Gaandeweg zouden zich afzonderlijke stadsdelen of barrio’s ontwikkelen, met San Telmo als eersteling.
De eerste roep om de Spanjaarden te verdrijven weerklonk op 25 mei 1810. Ze waren er immers niet in geslaagd de inwoners van Buenos Aires tegen een Britse invasie te beschermen. Tien jaar duurde de opstand. Generaals zoals José de San Martín en Martín Miguel de Güemes wisten zich in de onafhankelijkheidsstrijd van eeuwige faam te verzekeren. Vooral San Martín scoort nog steeds hoog in de populariteitslijsten.
Bijna een halve eeuw lang was de jonge, onafhankelijke staat aan instabiliteit en burgeroorlogen ten prooi, tot vanaf 1860 een periode van grote bloei inzette. Die zou tot 1920 duren. Vooral uit Europa kwam een immense immigratiegolf op gang – met nogal wat Italianen, met in hun kielzog corruptie en maffia, laat Karel niet na op te merken. In 1860 telde Buenos Aires 60 000 inwoners, in 1920 waren er dat liefst twee miljoen. Zowat de helft daarvan is gebleven – de anderen vertrokken, nadat ze vastgesteld hadden dat ze ook hier moesten werken voor de kost, luidt het. Vooral de Verenigde Staten waren populair als herbestemming. In die tijd moeten er ongeveer 10 000 Belgen in Argentinië verbleven hebben, vandaag zijn er dat nog 5 000.
Immigranten arriveerden indertijd in grote boten die slechts een eindje de Río de la Plata konden opvaren. Een trechtervormig estuarium is dat, het resultaat van de samenvloeiing van de Paraná en de Uruguay, enkele tientallen kilometers ten noordwesten van Buenos Aires. Weinigen weten het, maar de delta van de Paraná is de derde grootste ter wereld – al mondt hij niet in zee uit. Hier is de Río de la Plata 50 km breed, verderop naar de kust wordt dat 250 km. De Jan de Nul Group heeft er een flinke kluif aan om met zijn baggerboten een geul van 100 m voor de scheepvaart open te houden. Buenos Aires ligt dus helemaal niet aan zee, zoals weleens gedacht wordt.
De immigranten waren dus genoodzaakt in kleine boten over te stappen. Vervolgens werden ze in de barrio La Boca, De Monding, aan wal gezet. Aanvankelijk waren het vooral mannen die het avontuur aandurfden. De hygiënische toestand in de barrio was erbarmelijk, in 1870 braken cholera en gele koorts uit. Wie het zich kon veroorloven, week uit naar La Recoleta, een betere buurt.
De hygiënische toestand in de barrio was erbarmelijk
Zet Griekenland uit de eurozone, laat hen terug de drachme invoeren en devalueren, en laat hen ploeteren tot ze uit de crisis zijn. Zo zou Karel in één klap de Griekse crisis oplossen die op dit eigenste ogenblik de Europese Unie teistert. Dat mag drastisch lijken, maar dat is nu net de manier waarop de Argentijnen het hebben moeten doen, voegt hij er laconiek aan toe. Op financiële hulp van het IMF, de ECB of de EU moesten ze immers niet rekenen.
Daarmee zijn we in één klap van 1870 naar 2001 gekatapulteerd. Toen de bevolking op 1 december van dat jaar – Karel was nog maar enkele maanden op post – zware economische maatregelen opgelegd kreeg, barstte de bom. Voortaan mochten de Argentijnen per week maximum 250 peso van hun rekening halen – ongeveer 60 dollar op de vrije markt – en al helemaal geen dollars. Corralito noemden ze de ingreep, een spotwoord dat je vrij kan vertalen als de houten babybox waarin ouders soms hun kleuters droppen om te vermijden dat ze onheil aanrichten. De Argentijnen voelden zich financieel gekooid.
Het duurde niet lang vooraleer ze op 19 en 20 december met tienduizenden op de Plaza de Mayo kwamen betogen en het presidentieel paleis bestormden. Het leger schoot met scherp, er vielen 33 doden. President de la Rúa nam ontslag en verliet zijn paleis – per helikopter, dat spreekt vanzelf.
In de twee weken die daarop volgden, struikelden liefst vier presidenten over elkaar
In de twee weken die daarop volgden, struikelden liefst vier presidenten over elkaar. De peso, tot dan toe gelijkwaardig aan de dollar, werd naar één vierde van een dollar gedevalueerd. Tegenwoordig is dat zelfs nog minder. Officieel bedraagt de dollarkoers 9 peso, op de zwarte markt loopt dat op tot 11 en zelfs 12 peso. Maar tussen 2003 en 2007 groeide de Argentijnse economie wel elk jaar met 9 %, weet Karel.
Congreso de la Nación Argentina (parlementsgebouw)
Een kruising tussen de Sint-Pietersbasiliek in Vaticaanstad en het Capitool in Washington, zo zou je het Congresgebouw kunnen omschrijven, het Congreso de la Nación Argentina. Het imposante gebouw ligt op het einde van de Avenida Callao, een boulevard met sterke Franse invloeden.
Argentinië wordt weleens het meest Europese land van Zuid-Amerika genoemd
Observeer je de mensen op straat, dan zie je overwegend Europese trekken. Argentinië wordt daarom weleens het meest Europese land van Zuid-Amerika genoemd. Indiaanse trekken zal je hier, in tegenstelling tot elders in Zuid-Amerika, uiterst zelden aantreffen. Joden vormen een belangrijk deel van de bevolking. Numeriek staat het Argentijnse jodendom wereldwijd zelfs op de vierde plaats. Ook moslims zijn goed vertegenwoordigd, maar een sluier of boerka zal je nergens opmerken. Zwarte mensen daarentegen zal je amper opmerken. Daarmee gaat Karel enigszins voorbij aan de vaststelling dat gewezen zwarte slaven in Argentinië nogal vlot als kanonnenvoer ingezet werden en hun aantallen in de woelige negentiende eeuw gedecimeerd zagen.
Basílica Nuestra Señora del Pilar
Even verwijlen we bij het historische café La Biela, dat hier al sedert 1850 het mooie weer speelt, en zakken dan af naar de Basílica Nuestra Señora del Pilar uit 1732. Een rijke kerk is het, met een indrukwekkend zilveren retabel. Biechten is hier nog steeds aan de orde van de dag. Mannen nemen frontaal en zonder enige afscherming voor de priester plaats, vrouwen doen het van opzij, van achter een lattenraampje.
Basílica Nuestra Señora del Pilar
Opus Dei is hier sterk vertegenwoordigd. Dat er een beeld staat van Josemaría Escrivá, de stichter van Opus Dei, verrast dan ook niet. Dat hij het gezelschap moet dulden van moeder Teresa, verrast dan weer wel.
Het Père-Lachaise van Buenos Aires, zo noemen ze Cementerio de la Recoleta weleens. Het ommuurde kerkhof van Recoleta, eertijds de meest aristocratische barrio van de stad, staat barstensvol exuberante praalgraven. Pronkstukken zijn het, stuk voor stuk. Recente en oude familiegraven staan er schouder aan schouder. Namen of sterfdata van individuen zal je vergeefs zoeken, alleen de familienamen komen in beeld.
Het Père-Lachaise van Buenos Aires, zo noemen ze Cementerio de la Recoleta weleens
Cementerio de la Recoleta
Met een begrafenis wordt in dit land overigens niet getalmd. Binnen 24 uur lig je onder de zoden – of in je praalgraf. Bij de ingang van het kerkhof staan enkele karretjes vertrekkensklaar. Nieuwe residenten hoeven zich dus geen zorgen te maken, ze kunnen snel ter bestemming gebracht worden.
Welstellende families zijn dol op een plaatsje op dit kerkhof. Oude graven worden grif verhandeld. Sommige loten gaan voor 250 000 dollar van de hand. Jawel, tweehonderd vijftigduizend dollar. Vooraleer de nieuwe familie het graf in gebruik neemt, krijgt het een opknapbeurt. Inclusief wifi, zodat je online blijft als je wijlen je opa even komt opzoeken.
Inclusief wifi, zodat je online blijft als je wijlen je opa even komt opzoeken
Cementerio de la Recoleta |
|
|
Veel beroemde lieden hebben hier een stek gevonden. Zoals generaal Ezeiza, die zijn naam gaf aan de plek waar tegenwoordig de internationale luchthaven oprijst.
Met Rufina Cambaceres was dan weer iets heel bijzonders aan de hand. In 1902 werd ze op haar negentiende verjaardag dood aangetroffen en diezelfde nacht nog begraven. Maar toen onderhoudsmannen ‘s anderendaags vreemde klopgeluiden in het graf hoorden, bleek Rufina alive-and-kicking. Letterlijk. Ze werd uit haar hachelijke positie bevrijd, nam de draad van haar leven weer op, maar legde een week later een tweede keer het loodje. Voorgoed ditmaal. Op de buitenzijde van het familiegraf is ze als een jong meisje weergegeven dat aarzelend van achter een deur te voorschijn komt.
Stel je voor dat de mythe doorprikt zou worden
Graf van de familie Duarte… |
|
…inclusief Eva Perón |
Ook Evita zou hier begraven zijn – Eva Perón, echtgenote van Juan Perón en postume musicalvedette. De voorwaardelijke wijs wordt hier niet ijdel gebruikt, want na haar dood in 1952 is zodanig met het lijk gesold, dat men er niet eens meer zeker van kan zijn dat het de enige echte Evita is die hier ligt. DNA-analyse zou uitsluitsel kunnen geven, maar daar wil niemand van weten. Stel je voor dat de mythe doorprikt zou worden.
Een controversiële figuur was het, aldus Karel, niet vies van corruptie. Evita’s populariteit moet je dan ook vooral bij buitenlanders zoeken. Dat merk je telkens een cruiseschip in de haven aanmeert. Prompt staat er dan een lange rij in de brandende zon voor het graf aan te schuiven. Vandaag alleszins niet, want we hebben het eerder bescheiden graf quasi voor ons alleen.
Even voor elf rijden we verder. Van een generische bloem, een Floralis Genérica, hadden wij nog nooit gehoord, maar wij zijn dan ook geen bevlogen architect zoals Eduardo Catalano. Na de crisis van 2001 wou hij de veelgeplaagde Argentijnen een hart onder de riem steken. Dus ontwierp hij deze mechanische bloem, een gevaarte van 23 m hoog en 18 ton zwaar dat symbool moet staan voor alle bloemen ter wereld – vandaar die vreemde naam. Bij zonsopgang openen de zes kolossale bloembladen zich automatisch, bij zonsondergang sluiten ze zich. Althans, dat was de bedoeling. Een lijdensweg werd het, want eerst hield de overheid het financiële been stijf, vervolgens liet de techniek het afweten. In 2004 leken alle problemen van de baan. Toch is de bloem sedertdien vooral defect geweest. Amper twee weken is ze nu opnieuw operationeel. We monsteren de kolos van uit de bus.
De nabijheid van de publieke universiteit voor rechten ontlokt Karel bedenkingen over de geringe kwaliteit van lager en secundair onderwijs in Argentinië. Ook van het universitair onderwijs heeft hij geen hoge pet op. De rechtsfaculteit houdt echter goed stand, omdat er avondonderwijs verstrekt wordt. Rechters en advocaten geven er pro deo opleiding na hun dagtaak. Op hun beurt werken die studenten bij die rechters en advocaten omdat ze geld nodig hebben. Een win-winsituatie dus.
Vooral San Martín scoort nog steeds hoog in de populariteitslijsten
Standbeeld van José de San Martín
Op weg naar de chique barrio Palermo passeren we het standbeeld van José de San Martín op de Mariscal Ramón Castilla. Als een vaderlijke Lincoln zit hij in een zetel, kinderen kijken naar hem op. Meer dan anderhalve eeuw na zijn dood is hij hier nog steeds razend populair. Zijn rol bij de bevrijding van Chili, Peru en Ecuador was dan ook doorslaggevend. In 1813 versloeg hij de Spanjaarden bij San Lorenzo. Al had die overwinning weinig invloed op het verdere verloop van de bevrijdingsoorlog, San Martíns faam was een feit.
In 1817 werd hij gouverneur van Mendoza, dicht bij de Chileense grens. Prompt verzamelde hij een leger en trok als een moderne Hannibal de Andes over om de Spanjaarden uit Chili te verdrijven. Blijkbaar had hij de smaak te pakken, want in één beurt trok hij noordwaarts om de Spanjaarden meteen ook uit Peru en Ecuador te gooien. Maar op de smeekbede om terug te keren naar Argentinië en een einde te maken aan de burgeroorlog ging hij niet in. Dat zijn soldaten op Argentijnse burgers zouden schieten, zag hij immers niet zitten.
San Martín trok dan maar naar Europa en dook in 1830 zowaar in Brussel op. Ook Belgen trokken aan de mouw van de bejubelde generaal – of hij hen even wilden helpen in hun strijd tegen de Hollanders. Dat zag San Martín evenmin zitten. Toch hield hij er een ruiterstandbeeld in Sint-Pieters-Woluwe aan over. Vermoedelijk weet geen hond in België wie die vreemde snuiter te paard is, meesmuilt Karel. Uiteindelijk stierf San Martín in Frankrijk. In 1880 werd zijn lichaam gerepatrieerd en in Buenos Aires in de Catedral Metropolitana begraven. In een zijkapel weliswaar, want er bestond een sterk vermoeden dat de geliefde San Martín een vrijmetselaar was.
Hij hield er zelfs een ruiterstandbeeld in Sint-Pieters-Woluwe aan over
Ondertussen zijn we via Adolfo Berro Avenida in een wijk met poepchique residenties van ambassadeurs beland – niet de ambassades, wel de privéwoningen van de ambassadeurs. Onder meer die van België, Saudi-Arabië, Indonesië en het straatarme Haiti passeren de revue.
Honderd jaar onafhankelijkheid van Spanje, dat moest in 1910 gevierd worden. Als gewezen kolonisator was Spanje niet te beschroomd om een Monumento de los Españoles te laten oprichten. Maar het protserig bouwwerk op een rotonde langs de Avenida del Libertador lijkt wat onaf. Toeval is dat niet, want het monument is volledig in Spanje vervaardigd. Tijdens de overtocht is één van de boten jammerlijk gezonken, het bovenste gedeelte van de zuil rust voor eeuwig op de zeebodem.
Ook de Duitsers leverden hun bijdrage, weliswaar pas in 1912, op de Plaza Alemanía. En de Fransen pakken op de Plaza Francia met hun hommage uit. Naar een monument van de Belgen is het echter vergeefs zoeken.
Plaza Evita – Standbeeld van Eva Perón
Tussendoor hebben we op de Plaza Evita onder de bomen dan toch een standbeeld van de controversiële Eva Duarte zien opduiken – absoluut het enige beeld van Evita in Buenos Aires, beklemtoont Karel. Dat is alvast één standbeeld méér dan van haar echtgenoot, president Juan Perón. Een dynamisch beeld is het geworden, van een jonge vrouw in volle beweging.
De chicste laan van Buenos Aires, zo wordt de Avenida Alvear weleens genoemd. In een niet eens zo ver verleden was dat inderdaad zo. Maar vandaag staan winkels zoals die van Cartier er zielig en verlaten bij. De overheid verplicht hen immers evenveel uit te voeren als ze invoeren, en dat nemen ze niet. Met lege vitrines wachten ze af tot het politieke tij keert.
Avenida 9 de Julio – Obelisco
Dat de Avenida 9 de Julio zeer breed is, willen we best aannemen, maar haar de breedste laan ter wereld noemen, lijkt een boude veronderstelling. De Obelisco op de kruising met de Avenida Corrientes dateert uit 1936. Als de porteños – de inwoners van Buenos Aires – iets te vieren hebben, is dit de plek waar ze samenstromen. Meestal heeft dat met voetbal te maken. Als ze daarentegen hun ongenoegen willen laten blijken, is het de Plaza de Mayo waar ze samenstromen. Meestal heeft dat met politiek te maken.
Met lege vitrines wachten ze af tot het politieke tij keert
Chauffeur Elvio dropt ons op de Plaza de Mayo, het plein dat wereldberoemd werd dank zij de Madres de Plaza de Mayo. Elke week kwamen die zogenaamde dwaze moeders hier protesteren tegen het feit dat hun kinderen ‘verdwenen’ waren tijdens de vuile oorlog onder de militaire dictatuur tussen 1976 en 1983.
Het krediet dat die moeders opgebouwd hadden, hebben ze verloren sinds ze om de aanslagen van 9/11 en Charlie Hebdo juichten. Ze zijn blijven steken in het communisme, schampert Karel. Hun leidster heeft zelfs twee zonen verloren bij terroristische aanvallen op politiekantoren – en is er nog fier op ook.
Amper twee jaar geleden was dit nog de werkplek van Jorge Mario Bergoglio
Plaza de Mayo – Catedral Metropolitana
Ook het aantal vermisten dat de dwaze moeders en humanitaire organisaties doorgaans citeren – 30 000 – neemt hij op de korrel. De raming van 8 961 die gehanteerd wordt in Nunca Más, het officiële rapport van de nationale commissie die het lot van vermiste personen onderzocht, acht hij dichter bij de waarheid. Al geeft hij ruiterlijk toe dat ook dit getal inhoudt dat het aantal vermisten zeer groot was. Maar, laat hij toch niet na op te merken, nogal wat van die ‘vermisten’ verschuilen zich in het buitenland, zodat hun familie de vergoeding kan opstrijken.
Catedral Metropolitana
Echt opvallend is de Catedral Metropolitana aan de noordzijde van de plaza niet. Amper twee jaar geleden was dit nog de werkplek van Jorge Mario Bergoglio, de huidige paus Franciscus I. Binnenin gaat het praalgraf van San Martín met verreweg de meeste publieke belangstelling aan de haal. De militaire prestaties van de populaire generaal staan er in marmer gebeiteld.
Catedral Metropolitana – Guardia |
|
Praalgraf van San Martín |
Oud-strijders van de Malvinas hebben al jaren hun kampement op de Plaza opgeslagen. Een behoorlijk pensioen willen ze, maar de overheid ontkent dat ze daar recht op hebben en heeft voor de rechtbank haar slag thuisgehaald. Sedertdien zijn hun gelederen sterk uitgedund, maar een handvol koppigaards wil van geen wijken weten, aldus Karel.
Casa Rosada (presidentieel paleis)
De hagelwitte Cabildo dateert van 1610. In koloniale tijden hield het stadsbestuur er zitting, tegenwoordig fungeert het gebouw als museum. Aan de overkant trekt de Casa Rosada de aandacht. Na de gebeurtenissen van 2001 is rond het roze, eerder bescheiden presidentieel paleis een tweede hekken opgetrokken. Kwestie van opgewonden meutes op afstand te houden.
Wellicht de charmantste barrio van Buenos Aires, dat is San Telmo. Te midden van de statige huizen en op de kasseistenen straten is de koloniale tijd niet ver weg. We kuieren langs de kraampjes van de zondagsmarkt. In de Patio Ezeiza was indertijd een grote familie met haar personeel gehuisvest. Nu is er de Pasaje de la Defensa in ondergebracht, een bescheiden winkelgalerij.
Heel anders gaat het er aan toe in La Boca. Dat is een plek waar je beslist niet wil zijn, aldus Karel – ontvoeringen, diefstal, drugs en afrekeningen tussen bendes zijn er aan de orde van de dag. Na 16 u. krijg je er zelfs geen taxi meer naar toe.
Te midden van de statige huizen en op de kasseistenen straten is de koloniale tijd niet ver weg
Toch is het uitgerekend dat wat we nu gaan doen – La Boca bezoeken. Zulk bezoek is immers een must. Want hier was het dat de eerste immigranten zich vestigden. Welgeteld drie straten worden intensief door politieagenten bewaakt, zodat toerisme er een kans krijgt – een artificiële enclave van rust in een getto van geweld, zo lijkt het.
Overigens zijn ook de Boca Juniors hier gevestigd, de voetbalploeg waar ooit Diego Maradona excelleerde. Het voetbalstadion is erg klein, met steile tribunes, weet Karel. Neemt een speler van de bezoekende ploeg een hoekschop, dan beschermen politieagenten hem met schilden tegen projectielen uit het publiek. Althans voor zover er publiek aanwezig is, want vele matchen moeten vanwege de chronische heibel achter gesloten deuren afgewerkt worden. Supporters van bezoekende ploegen zal je hier nooit opmerken. In deze buurt riskeren ze hun hachje niet.
Een artificiële enclave van rust in een getto van geweld, zo lijkt het
La Boca |
|
|
Door de Calle Caminito wandelen we langs de bonte conventillo’s – kleine huurkazernes met gevels in helle kleuren, waar alleenstaande mannen of complete gezinnen kamers huren. Grote, driedimensionale poppen sieren de gevels. Ooit zette Maradona’s beeltenis hier de toon, tegenwoordig is het paus Franciscus die de show steelt.
La Boca |
|
|
Restaurants etaleren breed hun terrasjes. Een feestelijk uitgedost koppeltje danst een zwoele tango tussen de tafeltjes om wat klanten te lokken. Eten doe je hier beter niet, sneert Karel, want dat leidt steevast tot herrie als het er op aankomt te betalen.
La Boca |
|
Tango |
Uitgerekend in deze omgeving wisselen we geld. In een ommezien verschijnt het wisselgeld op tafel tegen de beste koers – 13,5 peso voor een euro, 12 voor een dollar. Even werpen we nog een blik op de Vuelta de Rocha, de brede bocht in de Río Matanza-Riachuelo waarlangs de immigranten arriveerden.
Half twee is het als we via armtierige sloppenwijken naar Puerto Madero rijden, een fonkelnieuwe wijk barstensvol wolkenkrabbers. Tot 2004 stond hier geen enkel gebouw. Waar het geld plots vandaan kwam, weet niemand, hoont Karel. Dat hij zwart geld uit drugs en dergelijke de voor de hand liggende verklaring noemt, verbaast ons al niet meer.
Uitgerekend in één van die wolkenkrabbers werd op 18 januari het lijk van onderzoeksrechter Alberto Nisman aangetroffen – luttele uren voor hij in het parlement het dossier zou toelichten dat zeer belastend was voor president Cristina Fernández de Kirchner. Het land stond op stelten, maar Kirchner doorstond de storm. De man had ingezien dat zijn dossier op niets steunde en zich daarom van het leven beroofd, was haar verklaring.
Tot 2004 stond hier geen enkel gebouw
Puerto Madero – Fregat Sarmiento
Puerto Madero – Puente de la Mujer
Via de tuibrug Puente de la Mujer kuieren voetgangers vreedzaam naar de overkant. Iets verderop ligt het fregat Sarmiento aangemeerd. Een trainingsschip van de marine is dat, de plaatselijke versie van onze Mercator. Daarmee zetten we een punt achter het begeleid stadsbezoek.
Of zijn cynische framing van Argentinië geen te eenzijdig beeld creëert, willen we nog even van Karel weten. Corruptie is in dit land een gigantisch probleem, houdt hij vol. Maar er zijn inderdaad ook hoopgevende initiatieven die algemeen aanzien genieten. Neem bijvoorbeeld de Abuelas de Plaza de Mayo, de grootmoeders van de Plaza de Mayo – die overigens overhoop liggen met de moeders van de Plaza de Mayo.
Die grootmoeders zijn op zoek naar de kinderen van hun dochters en schoondochters die zwanger waren toen ook zij tijdens de vuile oorlog ‘verdwenen’. Na hun geboorte werden die baby’s door rijke families geadopteerd. Via oproepen in kranten en DNA-analyse hebben de grootmoeders al een honderdtal kleinkinderen weten te identificeren.
Let wel, niet alle geadopteerde kleinkinderen willen geïdentificeerd worden – Karel zou Karel niet zijn als hij niet ook op deze slak zout zou leggen. Want zo’n kleinkind uit begoede middens krijgt dan weleens een biologische familie uit de sloppenwijken aan het been. En die willen maar één ding – geld.
El Ateneo
Voor een theatrale lunch gaan we op zoek naar El Ateneo. Een boekenwinkel is dat, of, nauwkeuriger gezegd, een tot boekenwinkel omgebouwd theater. Drie verdiepingen hoog reiken de somptueuze balkons. Zware rode gordijnen schermen het podium af. Maar dat podium heeft een bijzondere functie gekregen – ze hebben er een restaurant ingericht, waar we ons met genoegen nestelen.
Koffiehuis Tortoni
De miezerige regen belet ons niet om te voet nog even het stadscentrum in te trekken. Meer bepaald naar de Avenida de Mayo, waar Tortoni zichzelf de belichaming van het archetypische café van de porteño noemt. Het koffiehuis dateert uit 1858, maar begon pas in 1926 faam te verwerven toen een groep schrijvers, schilders, musici en journalisten er hun vaste stek kozen.
Barstensvol is het er. Een twintigtal minuten schuiven we aan in de regen, vooraleer we in de voetsporen mogen treden van onder meer Jorge Luis Borges, Albert Einstein, Juan Manuel Fangio en Hillary Clinton, en ons vergapen aan het weelderige art nouveau-interieur – de kleurrijke glasramen, de klassieke kroonluchters, de imposante pilaren en de vele foto’s, tekeningen en schilderijen aan de muren.
Galerías Pacífico
Door de gietende regen trekken we verder naar de Galerías Pacífico in de Avenida Córdoba. Een trekpleister is het, zowel voor toeristen als voor porteño’s. Moeiteloos combineert het de grandeur van het einde van de 19e eeuw met de flashy uitstraling die een shopping center in de 21e eeuw moet hebben.
Galerías Pacífico
De regen plenst nog steeds op de trottoirs als we er flink de pas in zetten, op weg naar het hotel. Amper acht uur is het, als we de deur van de hotelkamer achter ons dicht trekken en uitgeput op bed neerzijgen.
Morghref="#id_top" en reeds zullen we het dichtbewolkte Buenos Aires achter ons laten, op zoek naar de onovertroffen cañóns en de quebradas waar het noordwesten zo befaamd voor is. Het ritme is er trager dan in Buenos Aires – geniet ervan, heeft Karel ons nog gezegd. Zullen we doen.
Jaak Palmans
© 2015, 2017 | Versie 2021-11-03 22:23
Lees het vervolg in (2/6)
Voor een andere kijk op Buenos Aires, lees
Evita, Maradona, Bergoglio en de anderen