De rook die dondert
Zimbabwe – Zambia | Anno 2014
Zondag 20 juli | Mazambala Island – Victoria Falls (Zimbabwe)
Maandag 21 juli | Victoria Falls (Zambia)
Zondag 20 juli | Mazambala Island – Victoria Falls (Zimbabwe)
Ei zo na waren we ze vergeten. Al bijna veertien dagen toeren we door het grensgebied rond het vierlandenpunt tussen Zambia, Zimbabwe, Botswana en Namibië, maar de Victoriawatervallen, de trekpleister bij uitstek van deze regio, gunden we niet de minste aandacht. Maar vandaag komt daar verandering in. Vanuit Mazambala Island in de Namibische Caprivistrook zullen we via Botswana koers zetten naar Victoria Falls.
De oostelijke horizon baadt in de koperen gloed van de rijzende zon wanneer we over de Kwando noordwaarts zoeven
Zeven uur is het als onze catamarans de aanlegsteigers van Mazambala Island Lodge definitief achter zich laten en over de Kwando noordwaarts zoeven. De oostelijke horizon baadt in de koperen gloed van de rijzende zon. Hoog boven onze hoofden prijkt de maan helder in haar laatste kwartier. Dag en nacht samen, grapt Harris. Dat is even wennen, want voor ons lijkt dat het eerste kwartier. In het zuidelijk halfrond zijn de schijngestalten van de maan immers omgekeerd.
Amper twintig minuten later hebben koffers, lunchboxen en passagiers hun plaats gevonden in de Toyota Coaster XJ die hier de afgelopen dagen op ons stond te wachten. Meteen legt chauffeur en gids Robert er de zweep op. Met twee grensovergangen, vier grenscontroles en één desinfectiebad voor de boeg weten we wat gedaan.
Met twee grensovergangen, vier grenscontroles en één desinfectiebad voor de boeg weten we wat gedaan
Iets meer dan twee uur vergt het om de grenspost van Ngoma tussen Namibië en Botswana te bereiken. De Namibische formaliteiten lopen van een leien dakje. Geen tien minuten duurt het om de exitstempels in onze reispassen te krijgen.
We steken de Chobe over en storten ons met beperkt enthousiasme op de desinfectiebaden die Botswana tegen de gevreesde mond- en klauwzeer moeten beschermen. Gedwee stappen we door het bad en soppen vervolgens zoals de procedure het voorschrijft een tweede paar schoenen in het vieze goedje, terwijl een dame in uniform aandachtig toeziet of dat wel conform de wet gebeurt. In de achtergrond waggelt Robert plichtsgetrouw met zijn bus door een gelijkaardig sopje.
Ook de Botswaanse stempels verschijnen vlot in onze reispassen. In minder dan veertig minuten hebben we de formaliteiten aan beide zijden van de grens geklaard. Toch vinden enkele gewapende militairen het nodig om ons nog even op te houden, maar al snel zijn we weer de hort op. De comfortabele Golden Highway voert ons gezwind oostwaarts.
Een uurtje later bereiken we de grenspost van Kazungula nabij het vierlandenpunt tussen Namibië, Botswana, Zimbabwe en Zambia, bijna 250 km van ons vertrekpunt op Mazambala Island. De Botswanen leggen ons alvast geen duimbreed in de weg. Maar de Zimbabwanen, dat lijkt weer eens andere koffie. Voor het immigratiekantoor waaiert een onoverzichtelijke rij wachtenden breed uit. Maar het valt mee. Een beambte haalt onze reispassen op, geen drie minuten later heeft hij alles voor elkaar. Kwart voor twaalf is het als we onze reis voortzetten.
Wilde dieren in de straten, dat is ‘s nachts niets bijzonders in de stad
Het stadje Victoria Falls bevindt zich midden in het nationaal park Victoria Falls nabij de eigenlijke Victoria Falls, legt Robert uit. Een beetje verwarrend, dat wel, maar het betekent dat straks niet wij, maar de beesten de baas zijn. Wilde dieren in de straten, dat is ‘s nachts niets bijzonders in de stad. Binnen blijven en ramen dicht houden is dus de boodschap. Het valt zelfs niet uit te sluiten dat we in het park rond het hotel op dieren zullen stoten die lekker aan een boom of struik staan te sabbelen.
The Victoria Falls Hotel
Vijfenveertigduizend inwoners telt Victoria Falls. We kruisen een spoorlijn die Cecil Rhodes indertijd nog heeft laten aanleggen. Ooit was het diens droom om een spoorweglijn van Caïro naar Kaapstad te trekken en aldus de Brits koloniale gebieden in Afrika met elkaar te verbinden. Caïro is hier 8 264 km vandaan zo lezen we op een plakkaat, Kaapstad 2 635 km.
|
Ooit was het Cecil Rhodes’ droom om een spoorweglijn van Caïro naar Kaapstad te trekken en aldus de Brits koloniale gebieden in Afrika met elkaar te verbinden
Koloniale grandeur, daarvoor kan je in The Victoria Falls Hotel terecht. Ze dateert al van 1904, deze grand old lady, en is daarmee de oudste van de stad. Lange, brede gangen met dik tapijt, een somptueuze lounge, hoge wanden in beige of ecru, onberispelijke livreien die geruisloos door de gangen evolueren, ontelbare zwart-witfoto’s tegen de bleke wanden die getuigen van een glorieus verleden. En een opmerkelijke cartoon van de Britse satiricus William Mecham, meer dan levensgroot tegen de muur, waarin hij zich vrolijk maakte over het gemak waarmee het Britse rijk over de wereld heerste.
Een van de beroemde cartoons van de Britse satiricus William Mecham hangt meer dan levensgroot tegen de muur
En niet te vergeten – een royaal terras met uitzicht op Victoria Falls Bridge en op de enorme wolk van opspattend schuim die hoog boven de watervallen opstijgt. Zelfs met gesloten ramen dringt het geluid van het bulderende water de kamer binnen, al bevinden de watervallen zich anderhalve kilometer hiervandaan. Mosi-oa-Tunya, zo noemt de lokale bevolking die nevelpluim die je van kilometers ver kan zien – de Rook die Dondert.
Mosi-oa-Tunya, zo noemt de lokale bevolking die nevelpluim die je van kilometers ver kan zien – de Rook die Dondert
Dat we staan te popelen om de watervallen nu eindelijk van dichtbij te aanschouwen, daar lijkt Robert zich allerminst van bewust. Voorzien van poncho’s en paraplu’s staan we iets minder geduldig dan anders te luisteren naar wat hij ons allemaal te vertellen heeft. Over de Zambezi bijvoorbeeld, die met haar 2 700 km de vierde langste rivier van Afrika is – na de Nijl, de Congo en de Niger. Stroomafwaarts wordt de machtige rivier nog door enkele stuwdammen afgeblokt voor de productie van elektriciteit.
De Victoria Falls vormen één van de zeven wereldwonderen van de natuur, gaat Robert onverstoorbaar verder. Drie kwart van de watervallen ligt op Zimbabwaans grondgebied, één kwart op Zambiaans grondgebied. Over een lengte van 1 708 meter valt hier elke seconde gemiddeld 1,1 miljoen liter water van een hoogte tussen 73 m en 108 m. Een vlugge schatting leert ons dat al de neerslag die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met zijn oppervlakte van 161 km2 in een jaar te verwerken krijgt, hier in amper drieëndertig uur over de richel stroomt.
Niet één, maar zes watervallen of cataracten zijn er in feite – vier in Zimbabwe, een in Zambia en eentje daartussen, netjes op de grens. Robert laat niet na ze één voor één op te sommen – Devil’s Cataract (73 m hoog), de vijfhonderd meter brede Main Falls (93 m) tussen Cataract Island en Livingstone Island, Horseshoe Falls (95 m) en Rainbow Falls (108 m) in Zimbabwe, Eastern Cataract (103 m) in Zambia en Armchair Falls op de grens. Net naast Livingstone Island bevindt zich overigens de fameuze Devil’s Pool waar je bij laag water in een natuurlijke holte pal op de rand van de watervallen kan zwemmen. Spanning gegarandeerd, want daar valt weleens wat meer dan alleen maar water naar beneden.
Wat Victoria Falls vooral van andere watervallen onderscheidt, is het feit dat het water er in een zeer smalle kloof neerstort. De nevels die daardoor ontstaan, hebben maar één uitweg – naar boven. Zo ontstaat de kilometerlange pluim die 100 tot 150 m boven de begane grond rijst.
Bij laag water kan je in een natuurlijke holte pal op de rand van de watervallen zwemmen
Het gebulder van water overheerst alles, maar een visueel beeld van de watervallen krijgen we voorlopig niet. Rond de kloof creëren de permanente waternevels immers een weelderig regenwoud. Enkel waar dat regenwoud een beetje terugwijkt, krijg je zicht op het spektakel. Maar zodra het regenwoud ons zijn eerste doorkijkje gunt, is het meteen raak.
Zimbabwe – Victoriawatervallen
Een weergaloos schouwspel openbaart zich voor onze ogen. Doorheen bleke waternevels waarin de zon twee regenbogen brandt, kijken we pal in de kloof. Van links komt het water van Devil’s Cataract als onstuimig wit schuim aanzetten, beneden zoekt het zich kolkend een weg naar de uitgang aan het andere uiteinde van de kloof. Goed zichtbaar is de barst die Cataract Island langzaam maar zeker aanvreet. Gestaag schuurt het water er zich een weg doorheen de zandsteen tot het door de harde basaltlaag gestuit zal worden. Een nieuwe kloof is zich hier aan het ontwikkelen.
Het hart van David Livingstone is in Zambia begraven, terwijl de rest van zijn lichaam naar Engeland overgebracht is
Devil’s Cataract (vooraan links) en Main Falls (midden)
Langs een glibberige metalen trap dalen we wat dieper in de kloof af om nog dichter bij het spektakel te zijn. Vochtige lucht legt zich als een natte doek op onze schouders. Alsof we op de tribune van een gigantisch theater staan, zo ervaren we het majestueuze decor. “No one can imagine the beauty of the view from anything witnessed in England”, verklaarde Livingstone toen hij op 16 november 1855 voor het eerst de watervallen zag. Dat kunnen we alleen maar beamen, zelfs al nemen we Engeland niet als ons referentiepunt.
Devil’s Cataract
Een avonturier was het, deze David Livingstone, maar ook een ontdekkingsreiziger, een missionaris en een arts, legt Robert aan de voet van diens standbeeld uit. Geboren in Glasgow in 1813, stierf hij in 1873 in Zambia aan malaria. Daar is ook zijn hart begraven, terwijl de rest van zijn lichaam naar Engeland overgebracht is.
Een korte wandeling door het regenwoud brengt ons recht tegenover Cataract Island. Tijdens het regenseizoen – van november tot maart – is het eiland volledig overstroomd.
Naar verwachting zullen we over ongeveer tienduizend jaar een volledig nieuwe kloof kunnen bewonderen
Vorming van een nieuwe kloof in Cataract Island
De kloof die zich momenteel dwars door Cataract Island ontwikkelt, illustreert hoe de waterval beetje bij beetje achteruit in de richting van zijn bron kruipt. Liefst acht kloven kan je tegenwoordig al van uit de lucht onderscheiden. Elk van die kloven vormde in een ver verleden het theater van de waterval. De oorzaak van dat alles is bij de basaltlaag te zoeken die zo’n 150 miljoen jaar geleden tijdens het afkoelen parallelle scheuren ging vertonen. Die holtes vulden zich met zachte zandsteen. Maar voor de Zambezi is deze zandsteen geen partij. Gestaag schuurt het water de zandsteen weg tot het onderaan op het vulkanische basalt stuit. Daar kan het water niet tegen op. Zo vordert de waterval onstuitbaar van breuklijn naar breuklijn. Naar verwachting zullen we over ongeveer tienduizend jaar een volledig nieuwe kloof kunnen bewonderen.
Main Falls
Door het regenwoud zakken we parallel met de kloof naar Main Falls af. Aan de overkant stroomt het water min of meer op ooghoogte naar de richel, vooraleer het zich in een schuimig gordijn naar beneden stort. De bodem van de kloof wordt door witte waternevels aan het oog onttrokken. Steevast trekt een regenboog zijn kleurrijk spoor door het decor. Met een hoogte van 108 m vormt Rainbow Falls het hoogtepunt van de watervallen. Letterlijk dan.
Main Falls
Onwillekeurig rijst ondertussen de vraag wie van de Grote Drie zich de grootste ter wereld mag noemen – Niagara Falls in Noord-Amerika, Iguaçu Falls in Zuid-Amerika of Victoria Falls in zuidelijk Afrika.
Dat hangt er van af hoe je het bekijkt, zo leren de infopanelen ons. Als het op gulzigheid aankomt, is Niagara niet te kloppen – per seconde verwerkt hij 2 407 m³ water. Bij Iguaçu is dat 1 746 m³, Victoria houdt het op een sobere 1 100 m³.
In de breedte is de hoefijzervormige Iguaçu de onbetwiste koploper met 2 700 m. Victoria volgt met 1 737 m en Niagara met een schamele 1 203 m. Daar tegenover staat dat Victoria de enige waterval ter wereld is met een recht watergordijn van 1,7 km.
Gaat het om de hoogte, dan steekt Victoria er met zijn 108 m met kop en schouders boven uit. Iguaçu haalt 82 m, Niagara komt niet hoger dan 51 m. Maar hoog kan je ze geen van drie noemen. In de lijst van de achthonderd hoogste watervallen ter wereld komen ze niet eens voor.
Kortom, qua debiet is Niagara de kampioen, qua breedte Iguaçu en qua hoogte Victoria. Eerlijk verdeeld dus
Main Falls
Kortom, qua debiet is Niagara de kampioen, qua breedte Iguaçu en qua hoogte Victoria. Eerlijk verdeeld dus.
De wind laat zich ondertussen ten volle gelden en jaagt de waternevels onophoudelijk over de rand van de kloof. Zonder poncho lijk je hier een verzopen kat. Toch kunnen we aan de overkant toeristen op Livingstone Island onderscheiden. Gehuld in poncho’s, uiteraard.
Met poncho’s door de waternevels |
|
Citroenboom |
|
Wat daarstraks niet meer dan een druilerige motregen leek, ontaardt op Danger Point in een heuse plensbui. Dit is dan ook het uiterste punt van de Zimbabwaanse zijde, waar het natuurgeweld op de spits gedreven wordt. Van op de glibberige rotsen kijken we op de diepe, loodrechte kloof neer waardoor de Zambezi zich verder zuidwaarts spoedt. Een reling om je enig gevoel van veiligheid te geven, is er niet.
Een reling om je enig gevoel van veiligheid te geven, is er niet
Danger Point
Bezoekers op Danger Point |
|
|
Wat verder belanden we bij het westelijke uiteinde van Victoria Falls Bridge, het geesteskind van Cecil Rhodes dat hij zelf nooit heeft mogen aanschouwen. De beroemde brug werd tussen 1903 en 1905 in Engeland gebouwd en vervolgens naar hier verscheept en geassembleerd. Het was Rhodes’ uitdrukkelijke wens dat de brug voldoende dicht bij de watervallen gebouwd zou worden zodat de treinreizigers de waternevel zouden kunnen voelen. Ruim 106 m rijst ze nu boven de Zambezi uit. Een huzarenstukje moet het geweest zijn om over dit diepe ravijn een metalen brug te bouwen, permanent blootgesteld aan corrosieve waternevels en extreme temperatuurverschillen.
En het is inderdaad misgelopen, beweert Robert met grote stelligheid. Bij de openingsceremonie zou immers gebleken zijn dat met de temperatuurverschillen onvoldoende rekening gehouden was, zodat een deel van de brug instortte. De hoofdingenieur achtte zich persoonlijk verantwoordelijk voor dit debacle en zou prompt zelfmoord gepleegd hebben door van zijn brug te springen, de krokodillen tegemoet. Voor dat apocriefe verhaal kunnen we geen bevestiging vinden.
Victoria Falls Bridge
Anno 2014 is Victoria Falls Bridge nog steeds één van de slechts drie bruggen die Zimbabwe met Zambia verbinden. Een vierde brug in Kazungula ligt ondertussen op de tekentafels. Oorspronkelijk was de oversteek aan treinen voorbehouden, later werden ook voetgangers en auto’s toegelaten. Toch mag er zich nog steeds niet meer dan één auto tegelijkertijd op de brug begeven.
|
Een koppel wrattenzwijnen struint op z’n dooie gemak door de tuin van het hotel
Zo belanden we terug in het hotel. Dat Victoria Falls in een nationaal park gelegen is, daar herinnert ons een koppel wrattenzwijnen aan terwijl het op z’n dooie gemak door de tuin struint. Hier zijn zij de baas, zo herinneren we ons Roberts woorden van vanmorgen.
Even na zeven zakken we door de avondlijke duisternis naar The Boma af, zo’n 5 km buiten de stad. Een illusie van gezelligheid op z’n Afrikaans evoceren blijkt hier de norm te zijn – al moet Robert wel aan de deur blijven staan. We krijgen een welkomstsymbool op de wang geschilderd en een doek over de schouder geknoopt – de heren dragen rechts, de dames links.
Op de tafels staat het zurige zoeloebier al op ons te wachten. Onze favoriete feestdrank zal dat wellicht nooit worden. Gerookte krokodillenstaart als aperitiefhapje zien we daarentegen wel zitten. Geduldig schuiven we voor de barbecue aan. Wat we tot nu toe enkel van op een afstand mochten beloeren, mogen we eindelijk ook eens proeven – helmparelhoen, koedoe, buffel, wrattenzwijn, ... Mopanewormen liggen hapklaar op ons te wachten, een razend populaire en zeer voedzame delicatesse in heel zuidelijk Afrika.
Mopanewormen zijn een razend populaire en zeer voedzame delicatesse in heel zuidelijk Afrika
Gaandeweg wordt achter elke stoel een djembé gedropt, een kleine trommel. De apotheose zit er dus aan te komen. Bedreven drummers geven het ritme aan, aarzelend volgen de gasten hun voorbeeld. Met wisselend succes. Aanvankelijk is het één ritme voor de ganse tent, gaandeweg levert elke deelgroep zijn eigen sound. Zoetjesaan worden we in de djembé-sessie meegezogen.
Maandag 21 juli | Victoria Falls (Zambia)
Een inferno, zo lijkt het wel, die torenhoge nevel die in een orgie van scherend licht uit het niets tevoorschijn lijkt te komen
Mosi-oa-Tunya in de ochtendgloed
De prille ochtendzon zet de breed uitwaaierende waterpluimen van Mosi-oa-Tunya in een helse gloed. Een inferno, zo lijkt het wel, die torenhoge nevel die in een orgie van scherend licht uit het niets tevoorschijn lijkt te komen. Bijna alsof er een vulkaanuitbarsting in de maak is. Maar niemand die er nog van opkijkt, op de toeristen na. Want het apocalyptische beeld is hier al honderdduizenden jaren vaste prik.
Zambia – Victoriawatervallen, Victoria Falls Bridge
Wil je een schitterend overzicht krijgen van de watervallen in hun geheel, dan wend je je tot de Zimbabwaanse zijde, zoals wij gisteren. Wil je ze echter van iets dichterbij ervaren, dan moet je aan de Zambiaanse kant zijn. Althans, dat is wat de boekjes ons vertellen. Vandaag zullen we dat ter plaatse checken.
Wil je de Victoriawatervallen van dichtbij ervaren, dan moet je aan de Zambiaanse kant zijn
Iets na half acht trekken we erop uit voor onze allerlaatste dag. Amper vier minuten later staan we aan de grens tussen Zimbabwe en Zambia. Met een bundel biljetten van 50 miljard Zimbabwaanse dollar in de hand probeert een man ons te overtuigen om geld te wisselen. Daar hebben we nu even geen oren naar. Het is het immigratiekantoor dat ons bezig houdt. Want de Zimbabwaanse grensambtenaren hebben het bij ons ondertussen flink verkorven. Ten onrechte, zo blijkt, want onze reispassen worden in een recordtijd van vijf minuten van de nodige stempels voorzien.
Via Victoria Falls Bridge keren we terug naar Zambia. Stoppen op de brug mag niet. Traag rijden wel. Fotograferen ook. Wat later staan we voor de grenspost van Zambia. Onze allerlaatste. Toch wil het niet echt vlotten.
David Livingstone was niet eens de eerste blanke die de Victoriawatervallen te zien kreeg
We laten het niet aan ons hart komen want de Zambiaanse zijde van de watervallen zijn binnen handbereik. Een guitige kerel staat er ons op te wachten. Shepherd is zijn naam. The good shepherd, voegt hij er grinnikend aan toe – de Goede Herder.
Net als Robert heeft ook Shepherd heel wat te vertellen vooraleer hij ons naar de rivieroever loodst. Maar vandaag hebben we wat meer geduld dan gisteren. De machtige Zambezi, zo begint hij zijn verhaal, start haar levensloop als een onnozel beekje nabij Kalene Hill in Zambia. Hetzelfde gebied is dat als waar de Congo ontspringt. Daar moet dus ook de continentale waterscheiding liggen.
Vrij spoedig stroomt de Zambezi Angola binnen, om dan weer naar Zambia te meanderen. Een visum heeft ze immers niet nodig om de grens over te steken, grapt Shepherd.
Uiteindelijk manifesteert de Zambezi zich als grensrivier van Zambia – eerst met Namibië, dan heel even met Botswana en tenslotte met Zimbabwe. Vervolgens voedt ze het reusachtige Karibameer. Het grootste kunstmatige meer ter wereld is dat, met een oppervlakte zo groot als de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen samen en een watervolume vier keer zo groot als dat van de Drieklovendam waar de Chinezen zo prat op gaan. Dwars door Mozambique stroomt de Zambezi uiteindelijk naar de Indische Oceaan.
Enkele slavenhandelaars waren van mening dat ze een postume rekening met David Livingstone te vereffenen hadden
Oorspronkelijk was dit niet de Zambezi, maar de Kasamba Wezi, onthult Shepherd. Die naam verwijst naar de tegenstelling tussen de lokale Tonga die de rivier met haar diepten en ondiepten, haar krokodillen, haar nijlpaarden en haar andere gevaren kennen, en de vreemdelingen die daar niets van afweten. Voor de lokale bevolking zijn de watervallen dan ook een heiligdom. In oktober komen ze hier bidden voor regen. Een bede die steevast verhoord wordt, want in november begint het regenseizoen.
Ook Zambia heeft David Livingstone een standbeeld gegund, zo blijkt. Zijn leven lang heeft Livingstone immers niet zonder succes de slavenhandel bestreden, wat de idolatrie helpt verklaren. Maar de eerste mens om de spectaculaire Victoriawatervallen te zien, was Livingstone niet – hij was niet eens de eerste blanke die ze zag. Slavenhandelaars en ivoorjagers waren hem al lang voor geweest. Op kaarten uit 1850 kan je de site reeds aantreffen. Maar uiteraard was het niemand anders dan Livingstone die de watervallen hun wereldfaam gaf.
Water omringt je in al zijn vormen, kleuren en klanken
Overigens is Livingstone niet twee keer, maar drie keer begraven, verklapt Shepherd langs zijn neus weg. Dat Livingstones trouwe compagnons Chuma en Susi onmiddellijk na zijn dood in 1873 zijn hart uitsneden en in Zambia begroeven, is genoegzaam bekend. Livingstones hart hoorde immers in Afrika thuis – dat had hij zelf meermaals verklaard.
Voor het overige zouden Livingstones stoffelijke resten op een draagberrie naar Londen vervoerd worden. Maar dat was buiten de waard gerekend. Enkele slavenhandelaars waren van mening dat ze een postume rekening te vereffenen hadden met de man die hen zo tegengewerkt had. Ze overvielen de karavaan, ontvoerden het lichaam en begroeven het ter plaatse.
Maar Chuma en Susi waren van geen kleintje vervaard. In het holst van de nacht groeven ze het lichaam op, versneden het in handzame stukken en brachten deze in doeken gewikkeld naar hun bestemming. Dat is wat in Westminster Abbey in Londen begraven zou zijn.
Wat Danger Point is voor Zimbabwe, is Knife Edge voor Zambia – aan dramatische namen hebben ze hier blijkbaar geen gebrek. Het decor leent er zich dan ook toe. Beide rotsmassa’s torenen loodrecht boven het ziedende water uit, waar de Zambezi zich naar de uitgang spoedt.
Knife Edge
De metalen Knife Edge Bridge vormt de enige verbinding met het eiland – 40 m lang, 1,3 m breed. Zonder ophouden jaagt de wind de waternevels als een permanente zondvloed over de brug. Maar we zijn er klaar voor. Een dubbele poncho hebben we gehuurd, met bijpassende slippers. Waggelend als overjaarse groene pinguïns zetten we de overtocht van de spekgladde brug in. Met de blik op de overkant en de hand op de reling.
Waggelend als overjaarse groene pinguïns zetten we de overtocht van de spekgladde brug in
Knife Edge Bridge |
|
Knife Edge |
Maar het loont de moeite. Eens de brug achter ons ligt, is het relatief droog. Nergens kom je dichter bij de watervallen dan hier. Het water dat aan de overkant over de richel stroomt, lijkt uit het niets te komen. We bevinden ons immers onder het waterpeil. Water omringt je in al zijn vormen, kleuren en klanken. Regenbogen te kust en te keur geven al dat natuurgeweld een lichtvoetig karakter.
Victoriawatervallen op de grens van Zimbabwe (links) en Zambia (rechts)
Met het teruggeven van de poncho’s komt er een einde aan ons verhaal. Even voor tien vertrekken we naar Harry Mwaanga Nkumbula International Airport in Livingstone. Een kwartiertje later nemen we afscheid van chauffeur en natuurgids Robert. Een drietal uur later stijgen we op. Pal in de verkeerde richting weliswaar – we willen naar het noorden, maar vliegen naar het zuiden. Want Johannesburg vormt een noodzakelijke tussenstop op weg naar Europa.
Jaak Palmans
© 2014, 2020 | Versie 2021-11-03 14:28