English version

Slechts twintig minuten van Mongolië

Mongolië | Anno 2013

 

Woensdag 10 juli | Ulaanbaatar – Sükhbaatarplein en omgeving

Zondag 14 juli | Ulaanbaatar – Nationaal Museum van Mongolië

Donderdag 18 juli | Ulaanbaatar – Zaisan Hill, Winterpaleis van Bogd Khan

Maandag 22 juli | Ulaanbaatar – Choijin Lama Tempel Museum

Epiloog | Zaterdag 2 november | Komen-Waasten

 

D:\DataReizen\Pacomaja\Ontwikkeling\48 Mongolie\Bronversies\4806 (jpg) Ulaanbaatar.jpg

 

Woensdag 10 juli | Ulaanbaatar – Sükhbaatarplein en omgeving

De strakke wind jaagt een grijs wolkendek over het golvende landschap als we omstreeks vier uur Ulaanbaatar vanuit het zuidoosten naderen. Ons bezoek aan het natuurpark van Terelzj en het reusachtige ruiterstandbeeld van Dzjenghis Khan in Tsonjin Boldog zit er op. Zo dadelijk zullen we voor de eerste, maar niet voor de laatste keer onze intrede in de hoofdstad doen. Een verwarrende caleidoscoop van indrukken zal het wellicht worden, deze bezoeken aan Ulaanbaatar, gespreid over vier dagen, telkens onderbroken door een uitstap naar een of andere uithoek in dit onmetelijke land.

De Michelangelo van de Steppe noemen ze hem zelfs

Om te beginnen richten we onze schreden naar het Zanabazar Museum of Fine Arts. Voorlopig is deze Zanabazar een nobele onbekende voor ons, maar hier staat hij te boek als rechtstreeks afstammeling van Dzjenghis Khan en één van de grootste kunstenaars van Centraal-Azië. De Michelangelo van de Steppe noemen ze hem zelfs, wegens de omvang en de verscheidenheid van zijn werk. Geneeskunde, astronomie, architectuur, literatuur, kunst, filosofie, theologie, ... hij rekende het allemaal tot zijn werkterrein.

Amper vijf was hij toen hij als jebtsundamba khutughtu herkend werd, de derde belangrijkste persoonlijkheid in de Tibetaanse boeddhistische hiërarchie – na de dalai lama en de panchen lama. Vanaf dat ogenblik werd hij de geestelijke leider van de Mongoolse geelkappen. In 1647 stichtte hij zijn eerste klooster, nota bene als twaalfjarige. Voorwaar een fascinerende figuur.

Enigszins benieuwd stappen we naar binnen. Fotograferen is er helaas verboden. Het oubollige gebouw met zijn afbladderende ramen doet ons het ergste vrezen omtrent de collectie die er uitgestald is. In 1906 begon het gebouw zijn carrière als grootwarenhuis. In 1921 waren er zelfs troepen van het Russische Rode Leger in gevestigd. Erg fraai staat dat niet op het curriculum vitae van een museum.

Het belet reisgids Batmunkh niet om – volkomen terecht – met de nodige fierheid over de Mongoolse cultuur uit te wijden. Megalieten met afbeeldingen van vliegende herten zoals we die hier zien, werden bij grafheuvels van nobele lieden geplaatst. Ze geven weer hoe de ziel van de overledene ten hemel stijgt. Bugan chuluu of hertenstenen noemen ze deze megalieten. Overal in Mongolië kan je ze aantreffen, ze verwijzen naar een cultuur uit de bronstijd.

Rotstekeningen breng je niet zomaar naar een museum over, maar kopieën ervan geven ons wel een goed idee van wat er in het onmetelijke Mongolië aangetroffen is. Ook boeddhistische muurschilderingen zijn weergegeven. Tussen de 7e en de 9e eeuw fleurden ze de woestijnrijken van Karakhoja en Turpan in het Tarimbekken op. Tegenwoordig maakt dat gebied deel uit van de Chinese provincie Xinjiang.

Amper vier jaar geleden, in 2009, werden twee fraaie albasten stenen ontdekt. Ze verhalen het leven van een Turkse koning uit de 7e eeuw in Töv, de provincie die zich als een reusachtige donut rond Ulaanbaatar uitstrekt. Nauwelijks vierenveertig was hij toen hij stierf.

Dat overkomt ons ook weleens tijdens een nachtje stappen

Kennelijk waren houten figuurtjes nogal populair als grafgift. Vooral vrouwen zijn afgebeeld, maar ook een mythische vogel die de geest van de overledene meeneemt. De ruiterbeeldjes doen dan weer sterk aan werken uit de Chinese Tangdynastie denken, zij het dat ze niet zo verfijnd zijn.

Tijdens diezelfde Tangdynastie werd het blokdrukken populair, een druktechniek waarbij de tekening eerst in hout gegraveerd wordt en vervolgens meermaals op papier afgedrukt wordt.

Een twintigtal etnische groepen telt Mongolië, waaronder de Chalcha’s, de Boerjaten en de Barga’s. Het museum etaleert hun klederdracht, sieraden en gebruiksvoorwerpen.

Een bedrijvig beestje moet die Zanabazar geweest zijn, de man waaraan het museum zijn naam ontleent, want hij heeft zelfs een schriftsysteem uitgevonden, met name het Soyombo. Letterlijk betekent dat ”van zelf ontstaan”. De legende wil dat Zanabazar op zekere nacht de schrifttekens gewoon aan de hemel zag verschijnen. Nu, zulke dingen overkomen ons ook weleens tijdens een nachtje stappen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 10\MONG0226x.jpg

Ulaanbaatar – Zanabazarmuseum

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 10\Mong6178x.jpg

Mongoolse vlag met Soyombokarakter

Eén van die Soyombokarakters heeft het zelfs tot nationaal symbool op de Mongoolse vlag geschopt. Een vrij cerebraal concept is het, met een afgemeten betekenis voor elk onderdeel. Bovenaan is het vuur weergegeven, kenmerk voor eeuwige groei. Daaronder prijken aarde en maan, ten teken van het eeuwige bestaan van de staat. De verticale balken symboliseren eenheid en sterkte, de horizontale stabiliteit. De neerwaartse driehoeken kondigen dan weer de nederlaag aan van elke interne of externe vijand die de staat belaagt. Het centrale yin-yangsymbool ten slotte herinnert aan de complementariteit van man en vrouw.

Een gezapige bedoening is het, ons museumbezoek – niet saai, maar ook niet spetterend. Tot Zanabazar zelf daar plots verandering in brengt, als we oog in oog staan met zijn vier schitterende dhyani-Boeddha’s of meditatie-Boeddha’s, met centraal een stoepa. Subliem zijn de bronzen beelden, met bladgoud bedekt. Ook de Witte Tara, symbool van de wijsheid, is een juweeltje.

Schitterende thangka’s imponeren ons in de volgende twee zalen. Schilderingen op zijde of katoen zijn het, met hoofdzakelijk een educatief doel. Bovendien oprolbaar, dus gemakkelijk te transporteren – altijd handig als je een nomadisch leven leidt. Typische boeddhistische thema’s zetten de toon, zoals scènes uit het leven van de Boeddha, mythes geassocieerd met een bodhisattva, of historische gebeurtenissen uit het leven van een beroemde lama.

Het kwaad uitdrijven en voorspoed over de plaatselijke gemeenschap laten neerdalen, dat is de bedoeling van de tsamdans. Dergelijke rituele pantomimedansen zullen in Tibet of Mongolië op geen enkel boeddhistisch festival ontbreken. Op het ritme van traditionele instrumenten evolueren monniken in trage, wervelende bewegingen over het kloosterplein voor het oog van honderden, zo niet duizenden pelgrims. Kleding en maskers zijn een lust voor het oog.

Steevast zal een oude, kale man met witte baard bij de aanvang van de dansen komen verkondigen welke ellende hij op de gemeenschap ziet afkomen. Steevast zal hij op het einde opgelucht komen melden dat dank zij de dansen de ellende afgewend is.

Gefascineerd monsteren we de met appliqué afgewerkte gewaden, de decoratieve schorten en slabbetjes, de sieraden uit kameelbeen, de merkwaardige schoenen in de vorm van een krokodil en vooral de indrukwekkende maskers in papier-maché.

Weinig interessants lijkt de zaal met traditioneel schilderwerk te bieden, ware het niet dat de twee beroemdste werken van een zekere B. Sharav er hangen. Niet dat hier hoogstaande kunst te bewonderen is, maar zowel Een dag in Mongolië als Het airagfeest geven ons een bijna encyclopedische inkijk in het dagelijkse leven op het Mongoolse platteland. Geen enkele gebeurtenis lijkt te ontbreken. In hun zin voor detail doen ze even aan de taferelen van Pieter Bruegel de Oudere denken – maar dan vier eeuwen later.

Half zes is het als we naar het nabije Sükhbaatarplein afzakken, het kloppend hart van de hoofdstad. Het is er een drukte van belang. Op de trappen van het imposante parlementsgebouw zijn ze tribunes aan het afbreken. Speeches van hoogwaardigheidsbekleders hebben vanmorgen de feestelijkheden voor de onafhankelijkheidsdag ingezet. Vanavond op tv zal dat dik in de verf gezet worden.

Eén geheven voorpoot wijst echter op trammelant

Centraal op het plein staat het ruiterstandbeeld van Sükhbaatar. Dat het paard er met één geheven voorpoot staat, is geen toeval, weet Batmunkh. Zouden beide voorpoten op de grond staan, dan zou de ruiter een natuurlijke dood gestorven zijn. Zou het paard met beide voorpoten steigeren, dan is de ruiter als een held in de strijd gesneuveld. Eén geheven voorpoot wijst echter op trammelant – de betrokkene is in verdachte omstandigheden om het leven gekomen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\MONG0245y.jpg

Sükhbaatarplein – Ruiterstandbeeld van Sükhbaatar

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\MONG0230y.jpg

Parlementsgebouw

Hoe de vork precies aan de steel zit, zal Batmunkh even uitklaren. Toen in 1921 het Russische Rode Leger de Chinezen uit Mongolië begon te verdrijven, schaarde Sükhbaatar zich enigszins naïef aan hun zijde. Eens die klus geklaard, bleek immers dat de Russen niet naar Mongolië gekomen waren om het land te bevrijden, maar om er te blijven. Een nieuwe bezetter, daar had Sükhbaatar het niet op begrepen. Die rancuneuze houding zinde de Russen dan weer niet. Nog steeds zijn de Mongolen er van overtuigd dat de Russen hem daarom vergiftigd hebben. Sükhbaatar houdt er alleszins dit standbeeld aan over en een provincie die naar hem vernoemd is. Bovendien hebben ze zijn beeltenis op de bankbiljetten gezet. Althans op de kleinere coupures, want vanaf 1 000 tugrik is die plek aan de beeltenis van Dzjenghis Khan voorbehouden.

Batmunkh wijst enkele gebouwen rond het plein aan – het imposante parlementsgebouw, de beurs, het postkantoor. In feite ligt het parlementsgebouw achter een enorme marmeren galerij verscholen. In 2006 is die opgericht, hoofdzakelijk om Dzjenghis Khan in de kijker te zetten. Wijdbeens zit hij in de centrale hal op zijn troon, geflankeerd door twee elitesoldaten. Aan het linkeruiteinde van de galerij resideert zijn zoon Ögedei Khan, uiterst rechts zijn kleinzoon Koeblai Khan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 10\MONG0274x.jpg

Feestelijke sfeer op het Sükhbaatarplein

We zoeken ons een weg door de drukte en stoten aan het zuidelijke uiteinde van het plein op een uitbundig dansende menigte. Een soort avant-première van het Naadamfestival dat morgen plaatsvindt, zo lijkt het wel. Maar dat is het niet, het is een heuse recordpoging. Vijfduizend dansers uit 21 provincies proberen met hun volksdans het Guiness Book of World Records te halen. Daarmee is Mongolië allerminst aan zijn proefstuk. In 2011 reeds haalden ze met 6 002 deelnemers de titel binnen voor het grootste worsteltoernooi ooit.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Voorlopig\MONG0301x.jpg

Feestelijke sfeer op het Sükhbaatarplein

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Voorlopig\MONG0268x.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Voorlopig\MONG0259x.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Voorlopig\MONG0266x.jpg

 

Een zeer kleurrijke bedoening is het, dit dansspektakel. Elke etnische groep pronkt er met de eigen kostuums. Mannen en vrouwen van alle leeftijden doen mee – de jongste deelnemer is drie, de oudste tachtig, zo lezen we achteraf in de krant.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Voorlopig\MONG0236x.jpg

Feestelijke sfeer op het Sükhbaatarplein

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Voorlopig\MONG0277x.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Voorlopig\MONG0244x.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Voorlopig\MONG0270y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Voorlopig\MONG0273x.jpg

 

Waar het Natuurhistorisch Museum prat op gaat, is zijn afdeling paleontologie. Complete dinosaurusskeletten uit de Gobi vind je daar, en zelfs nesten van gefossiliseerde dinosauruseieren. Jammer maar helaas, reeds maanden is het museum gesloten. Renovatie is de reden, in 2016 zal het opnieuw opengaan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 10\MONG0289x.jpg

Natuurhistorisch Museum - Tarbosaurus bataar

Batmunkh heeft echter een alternatief achter de hand. Bataar is zijn lokale koosnaam, maar in feite gaat het om een Tarbosaurus bataar, een neefje van Tyrannosaurus Rex die zo’n 70 miljoen jaar geleden de Gobiwoestijn onveilig maakte.

Daar zit een verhaal met de allures van een thriller achter

Daar zit echter een verhaal met de allures van een thriller achter. Toen bekend werd dat op 20 mei 2012 in New York een compleet skelet van een Tarbosaurus bataar geveild zou worden, gingen in Ulaanbaatar alle alarmbellen rinkelen. Zulke skeletten zijn tot op heden immers uitsluitend in de Gobiwoestijn aangetroffen. Het skelet dat in New York te koop aangeboden werd, was illegaal Mongolië uit gesmokkeld. Daar bestond geen twijfel over.

Prompt stelde de Mongoolse overheid een team van experts aan om met wetenschappelijke zekerheid uit te maken waar het skelet vandaan kwam. De conclusie kwam snel – nergens anders dan in de Gobi kon dit skelet gevonden zijn.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 10\MONG0282x.jpg

Tarbosaurus bataar

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 10\MONG0291x.jpg

Nest versteende dinosauruseieren

Dat het skelet ondertussen voor 1 052 500 dollar onder de hamer gegaan was, deed er niet toe. Uiteindelijk haalden de Mongolen hun slag thuis. Niet meer dan enkele weken geleden keerde Bataar naar zijn vaderland terug. Per vliegtuig uiteraard, zoals het een Bataar betaamt. Sedertdien heeft hij in een hal op het Sükhbaatarplein een tijdelijk onderkomen gevonden. Dat geeft ons de kans om ons aan het 2,4 m hoge en 7,3 m lange skelet te vergapen.

Ook een nest versteende dinosauruseieren valt er te bewonderen. Ze worden aan een oviraptor toegeschreven, een eierdief dus. Maar dat is een misvatting. Toen in 1923 een gefossiliseerde dinosaurus op een nest eieren aangetroffen werd, luidde de voorbarige conclusie dat deze dinosaurus op het punt stond het nest leeg te roven.

Het zou tot 1994 duren vooraleer wetenschappelijk vast kwam te staan dat het om een broedende dinomoeder ging. Wellicht tijdens een zandstorm of een aardverschuiving werd ze samen met haar eieren levend begraven. Aan haar moederliefde dankt ze haar laaghartig imago van eierdief.

Top

Zondag 14 juli | Ulaanbaatar – Nationaal Museum van Mongolië

Een dichte bewolking hangt over Ulaanbaatar als we er even voor drie na ons bezoek aan Khövsgöl Nuur, de Blauwe Parel van Mongolië, op Dzjenghis Khan International Airport landen. Te oordelen naar de vele waterplassen moet het hier de afgelopen uren hevig geregend hebben.

Killed in action at Le Gheer, Belgium, on 8 April 1915

Veel tijd hebben we niet, we richten onze schreden terstond naar het Nationaal Museum van Mongolië. Daar weten ze ons meteen met een kleine, maar heel bijzondere expositie te verrassen. Een honderdtal zwart-witfoto’s hangen er in een apart zaaltje. Het werk van een zekere Gerald Charles Binsteed is dat, in een tijd dat de fotografie nog in haar kinderschoenen stond. Als luitenant van het Britse leger bezocht hij precies honderd jaar geleden, in 1913, het toen volkomen onbekende Mongolië liefst vier keer. Een huzarenstukje moet dat geweest zijn, want zelfs vandaag zijn verplaatsingen over grote afstanden geen sinecure in Mongolië.

Van zo’n man kan je nog iets verwachten. Ware het niet dat hem een veel te korte carrière beschoren was. Killed in action at Le Gheer, Belgium, on 8 April 1915, zo lezen we in zijn beknopte biografie.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 14\MONG1523x.jpg

Transport van gers – Gerald Charles Binsteed (1913)

Documentaire foto’s zijn het, met precieze thema’s en mensen die met ernstige blik poseren. Binsteed wil ons iets vertellen over dit land en de mensen die er leven. Verbluffend is de tijdloosheid van de foto’s. Het lijkt wel alsof er de afgelopen eeuw amper iets veranderd is op de Mongoolse steppe. Toegegeven, tegenwoordig zal je naast de traditionele, ronde nomadentent – de ger – al eens een moderne schotelantenne opmerken, een handvol zonnepanelen, een moto of een gammele Russische UAZ-452 truck. Maar aan het leven van de nomaden op de steppe lijkt er ten gronde niets veranderd te zijn.

De volgende zalen gooien het Mongools historisch perspectief breed open. Resten van homo habilis, homo erectus en homo sapiens wijzen er op dat Mongolië van meet af aan mee was in de ontwikkeling van de menselijke soort.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 14\MONG1524x.jpg

Stenen amulet

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 14\MONG1530x.jpg

Hertenstenen

Uit het steentijdperk zijn vrij grote putwoningen aangetroffen, zoals we die van de Anasazi in het westen van de USA kennen. Uiterst fraai is een groot stenen amulet dat op vijf- tot zesduizend jaar geschat wordt. Grafheuvels en hertenstenen getuigen dan weer van menselijke aanwezigheid in de bronstijd.

Nog steeds gaan zowel de Mongolen als de Turken en de Mantsjoes er prat op van de Hunnen af te stammen

Een aparte zaal is aan de Hunnen gewijd. In de derde eeuw voor Christus slaagden zij er in de toenmalige nomadenvolkeren – Turken, Mongolen en Mantsjoes – gedurende enkele eeuwen te verenigen. Van Kazachstan tot Korea en van het Baikalmeer tot aan de Chinese muur strekte hun rijk zich uit. Hun inkomsten haalden ze uit de handelsactiviteiten op de Zijderoute. Nog steeds gaan zowel de Mongolen als de Turken en de Mantsjoes er prat op van de Hunnen af te stammen, aldus Batmunkh.

In de eerste eeuw na Christus brokkelde dat machtige rijk af. De zuidelijke Hunnen werden een vazalstaat van het machtige China. De noordelijke Hunnen zagen zich door steeds nieuwe volkeren opgevolgd. Hun namen klinken ons niet altijd vertrouwd in de oren – Xianbei, Rouran, Turken, Oeigoeren, Kitan.

In feite waren het de Turken die als eerste vreemd volk over Mongolië heersten. Twee eeuwen duurde hun heerschappij, van 552 tot 745. Uit die tijd zien we de steen van Koltegin, een stele met het runenschrift dat toen gangbaar was.

Op een kaart wijst Batmunkh de verspreiding van de belangrijkste etnische groepen in Mongolië aan. Verreweg de grootste groep zijn de Chalcha’s. Batmunkhs moeder blijkt een Torguud te zijn uit het verre zuidwesten van Mongolië. Fraaie gewaden met schitterende sieraden zijn tentoongesteld.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 14\MONG1544x.jpg

Traditionele klederdracht

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 14\MONG1545x.jpg

 

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 14\MONG1552x.jpg

 

Vanaf het begin van de 13e eeuw zat het Groot Mongools Rijk er aan te komen. Een grote kaart met de veldtochten van Dzjenghis Khan en diens zonen en kleinzonen zet hun intercontinentale veroveringen in de schijnwerper – ware het niet dat de verlichting in deze zaal defect is.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 14\MONG1536x.jpg

Diadeem

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 14\MONG1551x.jpg

Halsketting

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 14\MONG1548x.jpg

Sierbroche

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 14\MONG1547x.jpg

Paardentuig

Niet alleen de wapens van deze krijgers, maar ook dagelijkse gebruiksvoorwerpen, sieraden, muziekinstrumenten en rituele objecten komen aan bod. Van zeer nabij maken we kennis met de fameuze morin khuur, de tweesnarige vedel. Dat het op de steppe niet altijd kommer en kwel hoefde te zijn, illustreert een luxueus ingerichte ger uit de 18e eeuw.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 14\MONG1557x.jpg

Ger (18e eeuw)

Dan passeren de gebeurtenissen van de 20e eeuw de revue – de kortstondige maar bizarre onafhankelijkheid ten tijde van de Bogd Khan, de Sovjet-Russische dominantie, de oorlog tegen Japan aan de zijde van de geallieerden.

Toen in 1989 het Sovjetimperium op zijn grondvesten begon te daveren, waren het Mongoolse studenten in de DDR die dat als eerste Mongolen in de gaten kregen, aldus Batmunkh. Zij werden de motor van de revolutie die Mongolië van de USSR zou losweken.

Zonder slag of stoot ging dat niet. In maart 1990 brak een hongerstaking uit om de communistische regering tot aftreden te dwingen. Het voornemen van het Politburo om die hongerstaking met geweld te breken, stuitte op het verzet van staatshoofd Jambyn Batmunkh. Helemaal in zijn eentje wist hij een Mongools rampscenario à la Tien-an-Men te voorkomen. Reden te over voor de moeder van onze Batmunkh om haar zoon dezelfde naam te geven als de staatsman die dag op dag 60 jaar eerder geboren was.

Voor het avondmaal zoeken we Altaj Mongolian Barbecue in de drukke Seoulstraat op. Dat ze de straat net van nieuwe riolering voorzien, maakt de toegang er niet gemakkelijker op.

Met barbecue heeft Mongoolse barbecue niets te maken, met Mongolië evenmin

Een rijk assortiment aan rauwe ingrediënten ligt in de koelbakken uitgestald – groenten, vlees, vis, eieren, sausjes... Je kiest zelf wat je wil, enkele koks staan klaar om dat in geen tijd te roerbakken op een gloeiend hete plaat. Met barbecue heeft dit niets te maken. Met Mongolië evenmin, want het is in Taiwan uitgevonden, waar het nog steeds populair is. Maar lekker is het wel.

Top

Donderdag 18 juli | Ulaanbaatar – Zaisan Hill, Winterpaleis van Bogd Khan

Onder een stralende hemel met amper een wolkje aan de lucht daalt de Fokker 50 van Aero Mongolia naar Ulaanbaatar af, na een vlucht van amper vijf kwartier vanuit Dalanzadgad in de Gobiwoestijn. Bijna een half uur eerder dan voorzien, zet de piloot zijn vliegtuig neer op Dzjenghis Khan International Airport. Ook onze chauffeur Bagi is in snelheid gepakt, want voorlopig ontbreekt het vertrouwde silhouet van zijn bus op de parking. Elf uur is het als onze bus voor de derde keer Ulaanbaatar binnen waggelt – de gaten in het wegdek en de files in de straten beginnen ons bekend voor te komen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\MONG2627y.jpg

Zaisan Hill – Blik op Ulaanbaatar

Meteen zetten we koers naar Zaisan Hill, een heuvel aan de zuidkant van de stad. Ooit hield zich hier hoofdzakelijk chic volk op, daarom noemen ze dit de Heuvel van de Heer. Nog steeds is het een residentiële buurt waar rijken zich thuis voelen. Maar de heuvel zelf, die hebben de Russische kameraden ondertussen ingepalmd. Een monument hebben ze er opgericht – een ode aan de vriendschap tussen het Russische en het Mongoolse volk, zoals dat heet. Maar ook een eerbetoon aan de vele soldaten die tijdens één van de vele conflicten van de 20e eeuw in deze regio het leven lieten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\MONG2632y.jpg

Ulaanbaatar – Boeddhapark

Halfweg de heuvel dropt Bagi ons op de parking. Van de zeshonderd trappen die in het vooruitzicht gesteld waren, hoeven we er slechts 292 te doen. Voor onze voeten ontrolt zich een adembenemend uitzicht over de hoofdstad aan een brede bocht van de Tuul. Links torent een zestien meter hoog beeld van de Sakyamuni, de historische Boeddha, boven het Boeddhapark uit. Verderop in de noordelijke buitenwijken klitten de arme ger-districten tegen de berghelling.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 18\MONG2631x.jpg

Zaisan Hill – Vriendschapsmonument Rusland en Mongolië

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\Werkmap 18\MONG2636x.jpg

 

Het protserige oorlogsmonument is voor Batmunkh de plek bij uitstek om in een druilerige regen de relaties tussen Rusland en Mongolië uit de doeken te doen. Het waren de Mantsjoes die er in 1689 in slaagden de Russische invasie van Centraal-Azië een halt toe te roepen. Spoedig gingen de Russen nu China als de grootste bedreiging ervaren, terwijl ook Japan goed kwam opzetten. Om het tij te keren, lieten de Russen reizigers naar de regio afzakken. Spionnen waren dat in feite, die zoveel mogelijk informatie moesten verzamelen over de natuur, de bevolking, de economie, de organisatie, ... De bekendste onder hen was ongetwijfeld Nikolaj Przewalski.

Uit al die gegevens concludeerde tsaristisch Rusland dat er in dat onmetelijk gebied zoiets als een nomadisch volk bestond, dat qua taal, religie en samenlevingsvorm duidelijk van zijn buren verschilde. Kortom, voldoende alibi om een Mongoolse natie te creëren, die meteen ook als bufferzone zou fungeren tegen China en Japan. Een beetje het Polen van het Verre Oosten, aldus Batmunkh.

Kortom, voldoende alibi om een Mongoolse natie te creëren – een beetje het Polen van het Verre Oosten

Toen Mongolië zich in 1911 van China afscheurde, was Tibet er als de kippen bij om als eerste de nieuwe staat te erkennen. Maar het was Rusland dat het eerste handelsverdrag in de wacht sleepte. Nogal dubbelhartig, meent Batmunkh, want tussen Rusland en China bleef de geheime verstandhouding bestaan dat Mongolië deel uitmaakte van China. En toen in Rusland de bolsjewieken het voor het zeggen kregen, gooiden ze veel overboord, maar niet de tsaristische visie op Mongolië.

Maar het gevaar kwam nu uit het oosten. Japan had zijn begerig oog laten vallen op Siberië, Mongolië, China, Zuidoost-Azië en Australië. Dat blijkt althans uit een fameus memorandum van de Japanse eerste minister Tanaka uit 1927, foetert Batmunkh. Vandaag zijn historici het er over eens dat dit memorandum een vervalsing was, maar in de toenmalige oorlogspropaganda speelde het een immense rol.

Als om de echtheid van het memorandum te bewaarheiden, bezette Japan in 1931 Mantsjoerije en viel in 1937 Noordoost-Azië binnen. Mongolen en Sovjets gingen samen in het verweer en leverden van mei tot augustus onder leiding van de Russische generaal Zjoekov hevig slag op de oevers van de Khalkhyn Gol.

Voor het eerst sedert 1895 dolven de Japanners het onderspit. Daarmee had Zjoekov de eerste van zijn vier gouden sterren als Held van de Sovjet-Unie beet. Hij zou zich nu naar het westen wenden om daar de nazi’s mores te leren. De Japanners daarentegen hielden het in Mongolië voor bekeken, voortaan zouden ze het vizier op Zuidoost-Azië richten. Nomonhan Incident, zo noemen ze in hun geschiedenisboekjes de smadelijke nederlaag van hun Zesde Leger, in een poging hun gezicht te redden.

Het was vadertje Stalin die China uiteindelijk de bittere pil deed slikken

Meteen was ook de goede relatie tussen Mongolië en de Sovjet-Unie een feit. Toen de geallieerden na de oorlog Mongolië zijn onafhankelijkheid wilden gunnen, hield alleen China het been stijf. Het was vadertje Stalin die China uiteindelijk de bittere pil deed slikken. Als compensatie voor de onafhankelijkheid van zijn historische vazal kreeg China de toezegging dat de Sovjettroepen niet uit China zouden vertrekken vooraleer de laatste Japanner het land uit was. Bovendien droeg de Sovjet-Unie gratis alle spoorwegen over die ze in Mantsjoerije voor hun oorlog tegen Japan gebouwd hadden.

In 1981 culmineerde de uitstekende relatie tussen beide landen figuurlijk en letterlijk in een verblijf van bijna acht dagen van een zekere Jügderdemidiin Gürragchaa – daar zit een leuke quizvraag in – als eerste Mongoolse kosmonaut aan boord van het Russische ruimtestation Saljoet 6.

We zakken af naar de stad, laten ons een zoetzuur kippetje welgevallen in Thai Express Restaurant en zetten dan koers naar het Winterpaleis van Bogd Khan.

Van hieruit regeerde van 1911 tot 1921 de laatste koning van Mongolië. Een vreemde periode was dat. De Chinezen waren net verdreven en de Russen waren nog niet in de buurt. Een uitgelezen ogenblik om aanspraak te maken op onafhankelijkheid, moeten de Mongolen gedacht hebben. Op 29 december 1911 verklaarde de achtste jebtsundamba khutughtu Mongolië onafhankelijk van China. Als geestelijke leider van de Mongolen en verre opvolger van Zanabazar installeerde hij zichzelf gemakshalve op de troon en nam de titel Bogd Khan aan. De Chinezen hadden het op dat moment veel te druk met hun eigen revolutie om op de gebeurtenissen in Mongolië te reageren.

Terwijl de Mongolen wikten, waren het Rusland en China die beschikten

Als Tibetaan wou de Bogd Khan van Mongolië een gidsland maken voor zijn eigen Tibet dat in de middeleeuwen was blijven steken, aldus Batmunkh. Maar terwijl de Mongolen wikten, waren het Rusland en China die beschikten. Onder hun tweetjes bedisselden ze de toekomst van Mongolië. In 1913 drong tsaristisch Rusland aan de Bogd Khan een verdrag op dat van Mongolië een onafhankelijke regio van China maakte. Met een perfect gevoel voor timing viel China vervolgens in 1919 Mongolië binnen. De Russen hadden het op dat moment veel te druk met hun eigen revolutie om op de gebeurtenissen in Mongolië te reageren.

Maar in 1921 namen de bolsjewieken de Mongoolse draad weer op waar de tsaar hem had laten vallen en zetten met de hulp van de onfortuinlijke Sükhbaatar de Chinezen definitief aan de deur. Meteen viel ook het doek over de politieke macht van de Bogd Khan. Tot aan zijn dood in 1924 zou hij alleen nog wat religieuze invloed uitoefenen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\23 - Winterpaleis\MONG2733y.jpg

Winterpaleis van Bogd Khan – Poortgebouw van het tempelcomplex

Ondertussen zijn we bij de grote poort beland die toegang verschaft tot het ommuurd tempelcomplex naast het Winterpaleis. Want als je jebtsundamba bent, hoor je je eigen tempel binnen handbereik te hebben. Fotograferen is er toegestaan, zo vernemen we, mits je het astronomisch bedrag van 50 000 tugrik of 27 euro afdokt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\23 - Winterpaleis\MONG2668y.jpg

Toegangspoort van het tempelcomplex

Vooraan schermt een hoge, bewerkte wand van blauwe stenen de toegang af. Een yampai is dat, hij belet boze geesten de tempel binnen te dringen. Op één van de deuren van de grote poort wijst Batmunkh de allegorie van Thunpa Punshi aan, de Vier Harmonische Vrienden. Deze fabel uit de Kanjur is bij boeddhisten alom bekend. Hij verhaalt hoe een olifant, een aap, een konijn en een patrijs er elk afzonderlijk niet in slagen om een appel uit een boom te plukken. Enkel door samen te werken, lukt dat – met zijn vieren vormen ze een levende piramide.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\23 - Winterpaleis\MONG2669y.jpg

Beschermgod met rat (rechts)

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\23 - Winterpaleis\MONG2662q.jpg

Thunpa Punshi – De Vier Harmonische Vrienden

Twee binnenhoven telt het tempelcomplex, met drie tempels op de hoofdas en links en rechts telkens twee zijtempels. De gebouwen zijn tussen 1893 en 1903 opgetrokken. Volledig in hout, zonder één spijker te gebruiken, beklemtoont Batmunkh. Maar ondertussen is dat hout sterk verweerd en zijn de kleuren vaal en soms amper zichtbaar. Wie weet, troosten we ons, wordt ons fotogeld spoedig voor een restauratie gebruikt.

Ratten staan er immers voor bekend om goed te kunnen rapen en schrapen

Streng monsteren de vier beschermgoden van de Boeddha elke bezoeker bij de ingang. Eén van hen koestert een rat in zijn linkerhand. De god van de rijkdom is dat – ratten staan er immers voor bekend om goed te kunnen rapen en schrapen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\23 - Winterpaleis\MONG2675y.jpg

Winterpaleis van Bogd Khan – Tempel aan de noordkant

Erg fraaie zijden thangka’s sieren het westelijke zijtempeltje. Prominent aanwezig is de beeltenis van Tsongkhapa, de grote hervormer – in Mongolië noemen ze hem Zonkhov. In Tibet stichtte deze monnik in de 14e eeuw de gelug of de orde der geelkappen, en zette zich daarmee af tegen de decadente roodkappen die zich steeds meer met geld, alcohol en vrouwen gingen inlaten. Een beetje zoals Luther zich in diezelfde periode tegen de decadentie binnen de katholieke kerk in Europa keerde. In Tibet leidde dat tot een machtsstrijd tussen roodkappen en geelkappen, die in het voordeel van deze laatsten eindigde. In Mongolië was het de overheid die de strijd in het voordeel van de geelkappen beslechtte.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\23 - Winterpaleis\Werkmap\MONG2690x.jpg

Thangka met Avalokiteshvara

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\23 - Winterpaleis\Werkmap\MONG2700x.jpg

Zanabazar – Tara’s in verguld brons

In het tempeltje aan de overkant zijn het katoenen thangka’s die de dienst uitmaken, onder meer van Avalokiteshvara, de bodhisattva van het mededogen – in Mongolië noemen ze hem Migjid Janraisig.

Opnieuw is het de onovertroffen Zanabazar die ons echt weet te verrassen

Beelden in verguld brons, hout en papier-maché verwelkomen ons in de zijtempeltjes van het tweede binnenhof. Maar opnieuw is het de onovertroffen Zanabazar die ons echt weet te verrassen. Een set van eenentwintig meesterlijke Tara’s in verguld brons van zijn hand is in de grote Lavrintempel tentoongesteld. Telkens gaat het om een andere manifestatie van de vrouwelijke bodhisattva.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\23 - Winterpaleis\Werkmap\MONG2731x.jpg

Het eigenlijke winterpaleis

Het eigenlijke winterpaleis is op een belendend perceel opgetrokken, net buiten het kloostercomplex. Het grote, witte gebouw heeft duidelijk Europese trekken. Een Russische architect heeft het immers gebouwd, in een tijdperk toen de tsaar het nog nodig vond om de Mongoolse aristocratie op te vrijen.

Een staalkaart van vergane glorie in een muf en wat verwaarloosd decor

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\23 - Winterpaleis\Werkmap\MONG2713x.jpg

Troon van Zanabazar

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\23 - Winterpaleis\Werkmap\MONG2721x.jpg

 

Een staalkaart van vergane glorie in een muf en wat verwaarloosd decor, dat is de indruk die het winterpaleis op ons maakt. Pronkstuk van de ontvangstkamer is een troon versierd met halfedelstenen en paneeltjes met bloemmotieven. Ooit moet Zanabazar daar in hoogsteigen persoon gezeteld hebben. Grappig is dan weer de troon met vijfentwintig op elkaar gestapelde kussens. Dat schreef de etiquette nu eenmaal voor – hoe hoger je rang, des te meer kussens onder je poep. Religieuze gewaden en protserige kostuums van de koning en de koningin hangen in de kleedkamer. Onder meer een mantel vervaardigd van de pels van veertig vossen. Beider troon is aanwezig, en ook beider bedstee.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\23 - Winterpaleis\Werkmap\MONG2726.JPG

Ceremoniële ger van Bogd Khan, afgedekt met 150 sneeuwluipaardvellen

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\23 - Winterpaleis\Werkmap\MONG2725x.jpg

Ceremoniële ger – Interieur

Een potsierlijke verzameling van opgezette dieren domineert de benedenverdieping – van vissen tot slangen, van apen tot aardvarkens, van luiaards tot pinguïns, van toekans tot kaketoes. Kennelijk was ‘s konings favoriete olifant te omvangrijk om opgezet te worden, we moeten het met een foto stellen. Een echte liefhebber van dieren was de Bogd Khan – althans van dode dieren. Dat bewijst ook zijn luxueuze ceremoniële ger, afgedekt met een canvas van 150 sneeuwluipaardvellen. We worden er net niet misselijk van.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\MONG2745y.jpg

Ulaanbaatar - Sükhbaatarplein

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\MONG2743y.jpg

 

Voor het avondmaal zetten we eens te meer koers naar de drukke Seoulstraat, om er diep in de zetels van Buffalo Grill Restaurant weg te zakken. Als waren we de Bogd Khan in persoon, laten ze kussens bij de vleet aanrukken. Gegrild vlees is hier de specialiteit. In de grote tafels zijn twee grills ingebouwd. Het ziet er dus naar uit dat we eens te meer zelf aan de slag mogen. Maar neen, de kelner hanteert het ijzer en haalt vervaarlijk uit met gloeiende houtskool en hete grillen. Vlees wordt onder onze ogen gegaard en belandt mondjesmaat op ons bord, te midden van een grote variëteit aan groenten en toegiften.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\MONG2741y.jpg

Sükhbaatarplein – Dzjenghis Khan

Top

Maandag 22 juli | Ulaanbaatar – Choijin Lama Tempel Museum

Groter kan het contrast amper zijn. Onbekommerd bollen we door onmetelijke steppen van het nationaal park van Khustain Nuruu naar Ulaanbaatar, tot onze rit aan de rand van de hoofdstad brutaal gesmoord wordt in politiecontroleposten en files. Mongolië en Ulaanbaatar, het blijven twee totaal verschillende werelden.

Slechts enkele uren resten ons nog, vooraleer de avondschemering intreedt. Lang hoeven we niet na te denken. Op niet meer dan een boogscheut van het hotel bevindt zich het Choijin Lama Tempel Museum. Zoals de naam het zegt, een tempel die een museum geworden is, een oase van rust te midden van de hoogbouw van de drukke stad.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\MONG3544y.jpg

Choijin Lama Tempel Museum

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\MONG3529y.jpg

Ingang

Het tempelcomplex betreden zonder de strenge blikken van de vier beschermgoden in papier-maché te trotseren, is uiteraard ondenkbaar. Achterdochtig en stuurs kijken ze neer op elke bezoeker die via de Maharadja Sum het complex betreedt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\MONG3530y.jpg

Zankhan – Ingang

In de Zankhan, de hoofdtempel, is het de Sakyamuni, de levende Boeddha, die centraal staat. Ook Choijin Lama, eertijds het officieel staatsorakel en broer van de achtste Bogd Khan, is prominent afgebeeld, evenals de leraar van de Bogd Khan. Maar het zijn de fraaie tsammaskers en de thangka’s die hier de show stelen. Fotograferen is strikt verboden – daar ziet een beginselvaste bewaakster meticuleus op toe.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\MONG3531y.jpg

Zankhan – Sakyamuni

Achter het heiligdom blijkt zich nog een kamer te bevinden. Eertijds zetelde het orakel er om zijn uitspraken te doen. Elke bezoeker de stuipen op het lijf jagen, lijkt hier de hoofdbekommernis te zijn. Macabere demonen kijken je aan, lugubere voorstellingen van verminkte menselijke lichamen sieren het plafond.

Elke bezoeker de stuipen op het lijf jagen, lijkt hier de hoofdbekommernis te zijn

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\MONG3538y.jpg

Demonen in orakelkamer

In de westelijke Zuu-tempel steelt dan weer het klassieke trio de show – Kassapa, Sakyamuni en Maitreya, respectievelijk de Boeddha’s van het verleden, het heden en de toekomst. Van op de zijwanden kijken de zestien arhats toe, wezens die flink op weg zijn naar de verlichting, maar toch nog altijd een trapje lager staan dan bodhisattva’s.

De oostelijke tempel, de Grote Hal van Geluk en Deugd, blijkt hoofdzakelijk vergulde beelden te herbergen. Zeer tot ons genoegen ontdekken we eens te meer enkele juweeltjes van de onvermoeibare Zanabazar, waaronder zijn fameuze zelfportret met de rituele bel en de donderkeil – de ghanta en de vajra.

Toegegeven, de tempelgebouwen hebben hun beste dagen achter de rug, de binnentuin is hopeloos overwoekerd, de suppoosten zijn stuurs en onverbiddelijk. Maar het is met een goed gevoel dat we door de Maharadja Sum naar buiten stappen. De interieurs van de tempels maken immers alles goed.

Even nog zakken we naar de onvolprezen State Department Store aan de Peace Avenue af. Dat hoort zo, als je Ulaanbaatar bezoekt. Zowat alles wat ook westerse grootwarenhuizen te bieden hebben, vind je hier, maar dan vaak met een Mongoolse toets gelardeerd.

Ook elders in Ulaanbaatar heeft de globalisering toegeslagen. Veelal tref je dezelfde grote ketens aan als overal ter wereld. De stad oogt wellicht een beetje stoffig, met nogal wat sporen van een aftandse communistische architectuur en weinig uitgesproken hoogbouw, maar ten gronde verschilt ze niet wezenlijk van andere hoofdsteden. De mensen die hier door de straten flaneren, met hun jeans, hun fleurige kleedjes, hun smartphones aan het oor hebben weinig of niets gemeen met hun landgenoten in de steppe. Dit is het echte Mongolië niet. Het echte Mongolië, dat begint aan de rand van de stad, slechts twintig minuten hiervandaan – als het wat meezit met de files.

Het echte Mongolië, dat begint aan de rand van de stad, slechts twintig minuten hiervandaan

Het laatste avondmaal biedt Batmunkh ons in restaurant Castle aan. Midden in een vijver ligt dat, die op zijn beurt midden in National Amusement Park ligt, Ulaanbaatar’s grootste pretpark voor kinderen. Woorden van dank en van afscheid weerklinken boven de voortreffelijke schotels.

Terwijl we van het Castle naar de bus kuieren, weerklinkt door de luidsprekers van het park geheel toevallig maar ook geheel toepasselijk een instrumentale versie van Auld Lang Syne, het internationaal bekende afscheidslied.

Top

Epiloog | Zaterdag 2 november | Komen-Waasten

Het was niet te vermijden. Hier staan we dan, langs de Witte weg in Komen-Waasten. Een bescheiden Brits oorlogskerkhof is het, in een landelijke omgeving, eenzaam en onopvallend tussen de velden en een handvol huizen. Kerkhoven ontstonden tijdens de Groote Oorlog immers daar waar lijken ontstonden – naast een veldhospitaal of een vooruitgeschoven verbandpost.

Kerkhoven ontstonden tijdens de Groote Oorlog daar waar lijken ontstonden

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\IEP_3847y.jpg

Komen-Waasten – Calvaire (Essex) Military Cemetery

Het was niet eens moeilijk om het graf van Gerald Charles Binsteed te vinden, de luitenant van het Britse leger wiens zwart-witfoto’s ons in het Nationaal Museum van Ulaanbaatar verrasten. Killed in action at Le Gheer, Belgium, on 8 April 1915, lazen we toen in zijn korte biografie. Een onooglijk plekje ten zuiden van Ieper is dat, een deelgemeente van Komen-Waasten, op een boogscheut van Ploegsteert.

Dat moest dan ook de omgeving zijn waar hij begraven is. Wie daarover uitsluitsel kan geven, is de Commonwealth War Graves Commission. Wereldwijd beheren zij zowat 23 300 militaire kerkhoven, verspreid over meer dan 150 landen. De toewijding en de zorg waarmee ze dat doen, zijn legendarisch.

Op hun website winden ze er geen doekjes om – Find War Dead is de wat lugubere opdracht waarmee je aan de slag kan. In een wip komt Binsteed boven water tussen de meer dan 1,7 miljoen gesneuvelden. Zijn laatste rustplaats is het Calvaire (Essex) Military Cemetery, een kerkhofje met 218 graven langs de Witte Weg in Komen-Waasten. Met een ongelooflijke zin voor detail geven ze een foto van het kerkhofje mee, de precieze gps-coördinaten, een wegbeschrijving en zelfs een plannetje met de inplanting van de graven.

Een ommuurde site, uniforme grafstenen, een Cross of Sacrifice, een Stone of Remembrance

De wolken leggen hun grijze deken laag over het kille landschap en creëren de perfecte nevelige sfeer. Het kerkhof is ontworpen volgens het vaste sjabloon dat overal ter wereld voor de militaire kerkhoven van het Commonwealth toegepast wordt – een ommuurde site, uniforme grafstenen, een Cross of Sacrifice, een Stone of Remembrance. De perkjes zijn piekfijn verzorgd, het gazongras is vlekkeloos. De grafstenen zijn van zachte zandsteen. Hun oppervlak voelt ruw aan, het groene mos krijgt er gemakkelijk vat op, in tegenstelling tot de fraai gepolijste, granieten of marmeren grafstenen van de meer prestigieuze kerkhoven langs de Ieperboog, zoals Tyne Cot Cemetery of Bedford House Cemetery.

Plot I, rij L, graf 1. Met een afdruk van het plannetje van het kerkhof in de hand gaan we op zoek. Op de grafsteen lezen we Major G. C. Binsteed MC, Essex Regiment, 8th April 1915 Age 30. De toenmalige luitenant is als kapitein gesneuveld en heeft blijkbaar postuum de rang van majoor gekregen. Onderaan de grafsteen is het kruis afgebeeld dat getuigt van zijn geloof, een laatste wens van zijn familie.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\22 - Ulaan Baatar\IEP_3841y.jpg

Graf van Gerald Charles Binsteed (1885 – 1915)

Bij de grafsteen staan we wat te mijmeren over Mongolen, Britten, Vlamingen en hun oorlogen. Dertig miljoen doden kostten de Mongoolse veroveringstochten – 17 % van de toenmalige wereldbevolking. Zeventien miljoen doden telde de Groote Oorlog, waarvan zeven miljoen burgers – ongeveer 1 % van de toenmalige wereldbevolking.

Maar ook wij ontkomen er kennelijk niet aan – net zoals de Mongolen – vermeende oorlogshelden te eren

Nog steeds verheerlijken de Mongolen die brutale veroveringstochten. Bij herhaling hebben we er aanstoot aan genomen. Maar ook wij ontkomen er kennelijk niet aan – net zoals de Mongolen – vermeende oorlogshelden te eren. Dat Douglas Haig, de Slager van de Somme en drijfveer achter de meest zinloze derde slag van Passchendaele, nog steeds zijn naam geeft aan de Haiglaan in Ieper, is daar maar één voorbeeld van.

Top

Jaak Palmans
© 2013, 2017 | Versie 2021-11-03 19:09

 

Lees het vervolg in (7/7)

Drie mannelijke spelen