English version

De mooiste medina ter wereld

Marokko | Anno 2011

 

Vrijdag 15 april | Erfoud – Meknes

Zaterdag 16 april | Meknes – Fez

Zondag 17 april | Fez

 

D:\DataReizen\Pacomaja\Ontwikkeling\43 Marokko\Bronversies\4303 (png) Koningssteden.png

 

Vrijdag 15 april | Erfoud – Meknes

Het woestijnachtige zuiden van Marokko laten we achter ons, we trekken weerom de bergen over naar het noorden. Natuur zal de komende dagen in onze beleving plaatsmaken voor cultuur. Dat de lucht voor het eerst bij het ontwaken dichtbewolkt is, deert ons dan ook niet zoveel. Dat gids Aziz gisteravond zijn hoofd kaal heeft laten scheren, evenmin. Niet dat hij voorheen een weelderige haardos had, maar het is wel even wennen.

Even voor acht zet chauffeur Mohammed er de beuk in voor een rit van meer dan vierhonderd kilometer over de N13, dwars door de Hoge Atlas en de Midden-Atlas.

Tijd zat dus voor mijn hoorcollege, hoor je Aziz denken. Over de Westelijke Sahara bijvoorbeeld. Van 1884 tot 1974 was dat de Spaanse Sahara, maar toen de Spanjaarden de hielen lichtten, was koning Hassan II er in 1975 als de kippen bij om het gebied bij Marokko in te lijven. In één klap werd Marokko de helft groter. Dat het gebied rijk is aan fosfaten, was mooi meegenomen.

Veel tegenspraak van de plaatselijke moslims en nomaden verwachtte Hassan II niet. Gemiddeld kom je er twee inwoners per vierkante kilometer tegen. Viel dat even tegen. Het Polisario, dat het eerst met de Spanjaarden aan de stok had, richtte zijn pijlen nu op Marokko. En ook Mauretanië wilde wel een graantje meepikken van al die bodemrijkdommen.

Koning Hassan II was er in 1975 als de kippen bij om de Westelijke Sahara bij Marokko in te lijven

Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag boog zich over de zaak en kwam in 1975 tot het besluit dat het gebied gedekoloniseerd moest worden. Met andere woorden, Spanje had hier beslist niets te zoeken. Maar noch Marokko, noch Mauretanië had in het verleden enig gezag over het gebied doen gelden. Dus bleef alleen het recht op zelfbeschikking over – een referendum zou uitwijzen wat de bevolking wou.

Uiteraard wist niemand beter dan Hassan II wat het volk van de Westelijke Sahara echt wil. Dus liet hij 350 000 Marokkanen opdraven om het gebied binnen te marcheren. Onder de indruk van die Groene Mars – en ook wel een beetje onder de indruk van de beloofde visrechten – ging de Spaanse kolonisator overstag. Twee derde van de Westelijke Sahara ging naar Marokko, één derde naar Mauretanië. Volkenrechtelijk mag je dat een bezetting noemen.

Ondertussen hebben we de Tafilalt bereikt, de grootste palmoase van Marokko. Op een strook van 30 km lang en 5 tot 15 km breed staan hier zo maar even 800 000 dadelpalmbomen. Voeg je alle palmoasen van Marokko tot één gebied samen, dan kom je op 84 000 ha – ongeveer één derde van de provincie Limburg is dat.

Met de lange busrit in het verschiet laat Aziz zich de kans niet ontglippen om ook de geschiedenis van Marokko eens rustig uit de doeken te doen. Zoals bekend waren het de Feniciërs die omstreeks 1100 v.Chr. de aftrap gaven door zich op de Marokkaanse kusten te vestigen. Omstreeks 500 v.Chr. werden ze door de Carthagers verjaagd. Op hun beurt moesten die in 146 v.Chr. voor de Romeinen hun biezen pakken.

De Romeinen waren blijvertjes. Dat dachten ze althans. Langs de Noord-Afrikaanse kust tekenden ze alvast twee provincies uit, Mauretania Caesariensis en Mauretania Tingitana, die ruwweg samenvielen met het hedendaagse Algerije en Marokko. Voortaan was Marokko de graanschuur van Rome en de leverancier van slaven en wilde dieren.

Voor de Romeinen was Marokko een graanschuur en de leverancier van slaven en wilde dieren

In 25 v.Chr. kroonden de Romeinen Juba II tot koning van heel Mauretania. Tot 23 n.Chr. zou deze Berber het op de troon uitzingen. Bijna een halve eeuw dus. Zijn hoofdsteden waren Volubilis in Marokko en Caesarea, het huidige Cherchell in Algerije.

Bij de aanvang van de 5e eeuw deed het verval zijn intrede. Eerst waren het de Vandalen die de Romeinen in 435 deden ophoepelen, vervolgens waren het de Berbers die in 446 de Vandalen aan de deur zetten. Meer dan twee eeuwen lang zou Marokko een losse verzameling van berberkoninkrijken zijn.

In 683 kwamen de Arabieren een eerste keer aan het raam kijken, in 711 leidde een tweede veroveringstocht tot de volledige onderwerping van het land. Na een halve eeuw van schermutselingen wist Moulay Idriss in 788 het land definitief aan de kalief van Bagdad te ontfutselen. De dynastie van de Idrisiden was geboren.

Maar de verspreiding van de islam was niet de hoofdbekommernis van de Idrisiden en daar kregen religieuze leiders in de afgelegen woestijnen in het zuiden het behoorlijk van op hun heupen. Midden de 11e eeuw lanceerden ze een heilige oorlog tegen wat ze de afvalligen noemden. De Idrisiden moesten de duimen leggen voor deze Almoraviden. In 1062 stichtten ze hun hoofdstad Marrakesh, vanaf 1079 was de soenna in het hele land van kracht.

Voortaan was Marokko in de ban van de islam. Maar zelfs dat volstond niet voor de fundamentalistische Almohaden. In 1140 reeds verdreven ze de Almoraviden van de troon en legden de grondslag van de machtigste dynastie ooit. Op het einde van de 12e eeuw kende het rijk onder Yacoub El Mansour zijn grootste uitbreiding – in het oosten reikte Marokko tot in Tripoli, in het zuiden tot aan de Senegalrivier.

De Alaouieten noemen zich rechtstreekse afstammelingen van de Profeet, inclusief de huidige koning Mohammed VI

Toch bleef het een komen en gaan op de Marokkaanse troon. In 1248 moesten de Almohaden het veld ruimen voor de Meriniden uit Algerije. Gelukkig maar, want aan hen danken we enkele van de allermooiste medressen in de koningssteden.

In 1548 dolven de Meriniden dan weer het onderspit tegen de Saadiden. Eens te meer was dat een stam die vanuit het diepe zuiden naar de machtscentra oprukte, met dien verstande dat de Saadiden zich sharif noemden – rechtstreekse afstammelingen dus van de profeet Mohammed.

In 1666 waren het dan weer de Alaouieten die het voor het zeggen kregen, en dat bleef zo tot op de dag van vandaag. Ook deze Alaouieten noemen zich rechtstreekse afstammelingen van de Profeet, inclusief de huidige koning Mohammed VI. De meest tot de verbeelding sprekende Alaouiet – om meer dan één reden – was Moulay Ismail, de enige koning die ooit Meknes tot hoofdstad koos.

In 1912 werd het protectoraat geïnstalleerd – een eufemisme voor de koloniale bezetting van het zuiden en het uiterste noorden door Spanje en van de rest van het land door Frankrijk. Oproer, stakingen en aanslagen leidden in 1956 uiteindelijk tot de onafhankelijkheid. Koning Mohammed V kwam terug aan het bewind. In 1961 werd hij door zijn zoon Hassan II opgevolgd, in juli 1999 nam diens zoon Mohammed VI tot op heden de scepter over.

Landbouw, hoeft het gezegd, is van kapitaal belang in Marokko. Meer dan de helft van de bevolking leeft er van. Toch zijn meer dan vier percelen op vijf kleiner dan 5 ha, en worden ze nog steeds met de hand bewerkt. Tarwe en gerst zijn de belangrijkste gewassen, groenten komen hoofdzakelijk uit Agadir en omgeving, olijven en dadels worden vooral met het oog op export geproduceerd.

Veeteelt staat in Marokko nooit op zich. Wie beesten houdt, doet dat als extraatje naast de landbouw. In het noorden gaat het om schapen en koeien, in het zuiden om geiten en dromedarissen.

Koeien zijn meestal uit Europa geïmporteerd. Tegen de hitte kunnen ze niet, ze blijven de hele dag op stal en vreten daar luzerneklaver. Zie je toch koeien in de velden, dan zijn dat kruisingen tussen Europese en lokale exemplaren. Met de gekkekoeienziekte is de import uit Europa echter volledig in elkaar gestuikt. Het zwartbonte Holsteinras uit de USA is ervoor in de plaats gekomen.

Veeteelt staat in Marokko nooit op zich. Wie beesten houdt, doet dat als extraatje naast de landbouw

Om de arme landbouwers en vissers wat te ontzien, hoeven ze geen belastingen te betalen. In de praktijk blijken vooral grootgrondbezitters daarvan te profiteren. Dus zal daar verandering in komen, weet Aziz.

Regen speelt overigens een zeer belangrijke economische rol in Marokko. Gutst de regen gul over het land, dan kan dat tot een economisch groeicijfer van 5 tot 6 % leiden – en omgekeerd.

Ondertussen zijn we in Errachidia aanbeland – 800 m hoog, 113 000 inwoners. In de plaatselijke soek houden op dit tijdstip enkel de kruideniers hun winkel open.

Overigens vormt de stad een belangrijke militaire post. De plaatselijke kazerne beschikt over een stevige voorraad tanks. Algerije ligt immers amper 140 km naar het oosten. En goede relaties tussen Algerije en Marokko zijn er al lang niet meer. Dat Algerije in de Westelijke Sahara het Polisario steunde is Marokko immers danig in het verkeerde keelgat geschoten. De grens tussen beide landen is hermetisch gesloten. Zelfs olie of aardgas komt er niet meer door, die halen de Marokkanen nog liever in het verre Koeweit of in Saudi-Arabië dan in Algerije. Een muur van zand scheidt beide landen, radarinstallaties en hoogtechnologische apparatuur houden de grens nauwgezet in de gaten. Gevechten zijn er niet, maar dat is ook de enige positieve noot, erkent Aziz.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1005y.jpg

Zizvallei

Via de Zizvallei klimt Mohammed de Hoge Atlas in. Rechts wijst Aziz het stuwmeer van Hassan Addakhil aan, in 1968 aangelegd met steun van de Russen. Goed voor een vermogen van 550 MW of ongeveer één vijfde van de vier kerncentrales van Doel samen. Met het water wordt 15 000 ha landbouwgrond geïrrigeerd. Zelfs het 75 km zuidwaarts gelegen Rissani krijgt zijn deel van dit water.

Bovenal is Marokko een land van contrasten, zo zet Aziz zijn betoog voort. Neem nu het klimaat. Je hebt er zeeklimaat, landklimaat en woestijnklimaat. Vier bergketens, de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee zijn daar debet aan. Gemiddeld valt er in de bergen 800 tot 1 200 mm neerslag per jaar – iets meer dan in België dus. Maar in het zuiden is dat minder dan 100 mm.

De chergui, een droge, hete wind uit het oosten, kan in geen tijd de temperatuur 10 °C doen stijgen. De gharbi is dan weer een koele, vochtige westenwind die de temperatuur snel naar enkele graden boven nul kan doen zakken.

Op het platteland maken tradities en godsdienst de dienst uit. Familie is ontzettend belangrijk, ouders zijn heilig

Niet alleen de natuur munt uit in contrasten, ook cultureel is Marokko een vat vol tegenstellingen – noord versus zuid, steden versus platteland. Op het platteland maken tradities en godsdienst de dienst uit. Familie is ontzettend belangrijk, ouders zijn heilig. Drie tot vijf generaties leven samen onder één dak. Bij de Arabieren is het de oudste man die de familie leidt, bij de Berbers is dat de oudste vrouw. Want de Arabische vrouw wordt nog steeds door de man onderdrukt, laat Aziz niet na op te merken, terwijl dat bij de Berbers beslist niet gebeurt.

Zieke, bejaarde of werkloze familieleden, daar zorgt de familie voor. Rusthuizen zijn er, gratis nog wel, maar ze staan leeg. Alleen oudjes die echt op niemand kunnen terugvallen, zoeken daar een onderkomen. Werkloosheidsuitkering is er niet.

Uithuwelijken is nog steeds de regel op het platteland, stelt Aziz. Het zijn de ouders van de jongen die binnen de stam en binnen het dorp op zoek gaan naar een gepast meisje – soms zonder dat de jongen het weet. Pas als alles geregeld is, worden de jongelingen op de hoogte gebracht. Liefde komt immers vanzelf met de jaren, zo weten de ouders uit ervaring.

Toch behoort scheiden tot de mogelijkheden. De vrouw krijgt dan de kinderen en de man betaalt voor hun opvoeding. Als een zoon of een dochter na een scheiding wil hertrouwen, zullen de ouders er zich niet meer mee bemoeien – één keer de bal misslaan volstaat.

Tradities verschillen van regio tot regio, maar grosso modo gaat het als volgt. Eén week voor het huwelijk trekt het gezelschap naar de rechter. Daar leggen ze de rapporten van het medisch onderzoek voor, want de rechter wil er zich van vergewissen dat beide huwelijkskandidaten gezond zijn naar lichaam en naar geest. Zulk onderzoek is verplicht en is beslist geen formaliteit. Bovendien zal de rechter vragen of de kandidaten al gehuwd zijn en of ze al kinderen hebben. Stelt hij geen bezwaren vast, dan schrijft hij een vergunning uit. Daarmee trekt het gezelschap naar twee notarissen – de een schrijft de huwelijksakte uit, de ander treedt op als getuige.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1009y.jpg

Zizvallei

Drie dagen voor het huwelijk trekt de jongen met zijn vrienden naar de hamam voor een soort reinigingsritueel. Idem dito voor het meisje, maar dan met haar vriendinnen. Vervolgens trekken de ouders van de jongen naar de ouders van het meisje om de bruidsschat te overhandigen – geiten, juwelen, en meer van dat fraais.

De dag van het feest is iedereen al vroeg in de weer. Vanaf een uur of negen in de ochtend tot diep in de nacht zal het feest duren – zowel bij de bruidegom als bij de bruid thuis. Iedereen is welkom, zelfs onbekenden, want gastvrijheid is voor de rechtgeaarde moslim heilig.

Bovenal is Marokko een land van contrasten

Na middernacht wordt het spannend. Rond één of twee uur trekt de bruid te paard naar het huis van de bruidegom. Een stoet vriendinnen, familieleden en dansers vergezelt haar. Iedereen gaat mee, alleen haar vader niet, die blijft thuis. Het feest gaat nog wat verder, tot bruidegom en bruid zich in een slaapkamer terugtrekken. Enkele kordate tantes trekken de wacht op voor de deur. Nu komt het er op aan dat de bruidegom zo snel mogelijk het bewijs van de maagdelijkheid van zijn kersverse bruid voorlegt.

Komt dat bewijs er, dan trekt hij er prompt mee naar zijn schoonvader. Die zal het gezelschap vervoegen en zijn dochter uit pure dankbaarheid een zeer kostbaar geschenk overhandigen. Want waarmee kan je als dochter je vader meer behagen dan met je maagdelijkheid op je bruiloftsfeest?

Komt dat bewijs er niet, dan is het kot te klein. Het feest wordt onmiddellijk stopgezet, ‘s anderendaags reeds mag de bruidegom scheiden en de bruidsschat terugvorderen. Zo gaat het op het platteland, maar niet meer in de steden, relativeert Aziz, want daar kiezen de jongeren zelf hun partner.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1007y.jpg

Tunnel van Fouma Zaabal

Ondertussen klimt Mohammed door de imposante vallei van de Ziz steeds dieper de Hoge Atlas in. Kale bleekbruine rotswanden torenen hoog boven de blauwe rivier in haar brede grijze bedding uit. Even na tien bereiken we de tunnel van Fouma Zaabal, in 1931 uitgegraven door legioensoldaten en nog steeds belangrijk genoeg om een weliswaar bescheiden militaire bewaking te krijgen. Aan het andere einde blijkt een veel te hoog geladen vrachtwagen voor de tunnelopening gestrand te zijn. De zenuwachtige chauffeur probeert telefonisch instructies te krijgen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1012y.jpg

Midden-Atlas

Een uurtje later toppen we de 1 997 m hoge Kamelenpas en buitelen zo de Hoge Atlas over. Amper een kwartier later bollen we de groene vallei tussen de Hoge Atlas en de Midden-Atlas binnen, zo’n 800 m boven de zeespiegel. Bosjes halfagras of espartogras domineren het steppenlandschap. Van dat stugge, pezige gras maken ze papier, manden en touwen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1030y.jpg

Zaida

Midelt, aan de voet van de 3 737 m hoge, besneeuwde Jebel Ayachi, is hier de enige plaats van betekenis. En dat is dan nog een relatief begrip. Want meer dan dat hier in september het appelfeest plaatsvindt en dat dit naast Meknes de enige plek in Marokko is waar je nog een klooster van Franciscanessen aantreft, weet Aziz niet te verzinnen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1019y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1039y.jpg

Ongeduldige reizigers van een snelle hap voorzien is in Zaida dagelijkse routine

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1035y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1027y.jpg

 

Even na twaalf stoppen we in Zaida, een knooppunt van wegen aan de voet van de bergen. Diverse restaurants dingen er naar onze gunst, uiteindelijk strijken we voor onze onaangekondigde lunch in restaurant Melouiya neer. Uren gaat dat hier duren, daar kan je van op aan. Maar neen hoor, geen drie minuten later staan de dampende tajines voor onze neus – de goedkoopste, de snelst bereide en één van de lekkerste die we tot nu toe gehad hebben. Ongeduldige reizigers van een snelle hap voorzien is hier dagelijkse routine.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1042y.jpg

Zaida

Alleen de Midden-Atlas scheidt ons nu nog van onze bestemming. Omstreeks half twee zet Mohammed de beklimming in. Gewoontegetrouw schudt Aziz de toepasselijke afmetingen uit zijn mouw – 680 km lang, 80 km breed en tot 3 350 m hoog is dit gebergte.

Een nieuw fenomeen doet zijn intrede – groene weiden met grazende dieren. Met genoegen stellen we vast dat Marokko meer dan alleen maar rotsen en woestijnzand te bieden heeft. Olijfbomen groeien in deze bergen, johannesbroodbomen, groeneiken, pistachebomen, ceders.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1051y.jpg

Schapenboerderij

Aan de johannesbroodboom danken we het woord karaat, weet Aziz. Want de massa van de vrucht van de johannesbroodboom – keration in het Grieks – is overal ter wereld vrijwel precies dezelfde, met name 200 milligram. Dat maakte de minuscule pitten uiterst geschikt voor precieze massabepalingen, in het bijzonder van goud. Maar ook vitaminerijk meel en zelfs een goedkoop alternatief voor chocolade kan je van de vruchten maken.

Lang geleden kon je in de Midden-Atlas zowaar wilde dieren aantreffen – olifanten, leeuwen, panters

Lang geleden kon je in de Midden-Atlas zowaar wilde dieren aantreffen – olifanten, leeuwen, panters. In de jaren dertig is de laatste leeuw neergelegd en panters zijn er al ruim twintig jaar niet meer gezien. Tegenwoordig moet je het stellen met steenschapen, wilde zwijnen, woestijnvossen, gazellen, hazen en vooral berberapen. Die laatste zijn van dezelfde soort als de apen van Gibraltar. Slangen, schorpioenen en dies meer zijn uiteraard ook van de partij.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1052y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1063y.jpg

 

Amper een kwartier heeft Mohammed nodig om de top van de 2 128 m hoge pas te bereiken. Het gebied is van vulkanische oorsprong, we rijden door een kaal landschap zonder bomen. Her en der lopen kuddes schapen te grazen. Flarden sneeuw weten zich in de verte op de blauwgrijze flanken van het gebergte te handhaven.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1066y.jpg

Als pilaren in een immense kathedraal rijzen de majestueuze ceders boven ons uit

Het fameuze cederwoud maakt zijn opwachting, zo’n 75 km bezuiden Meknes. Tijd om nog even de benen te strekken. De geduchte berberapen zijn nergens te bespeuren.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1075y.jpg

Berberaap

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1067y.jpg

Als pilaren in een immense kathedraal rijzen de majestueuze ceders boven ons uit. Tot veertig meter hoog kunnen ze worden. Het oudste exemplaar wordt op 800 jaar geschat. De kaarsrechte bomen betekenen veel voor de Marokkaanse economie, maar wat hun leefmilieu betreft, zijn ze een beetje kieskeurig. Enkel op hoogtes tussen 1 100 en 2 300 m wil het lukken. Toch kan Marokko bogen op een areaal van 140 000 ha cederwouden – de helft van de oppervlakte van de provincie Antwerpen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1078y.jpg

Berberaapje

Bij terugkeer blijkt een handvol berberapen rond Mohammeds bus samen te troepen. Begerig loeren ze naar onze snuisterijen. Sinaasappelen bemachtigen is voor hen een koud kunstje – ze ritsen ze uit onze handen voor we er erg in hebben. Met het pellen hebben ze ook al geen moeite.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1087y.jpg

De watertoren van Marokko, zo wordt de Midden-Atlas ook weleens genoemd

Geleidelijk zakken we af naar de vlakte van Saïss tussen de Midden-Atlas en het Rifgebergte, verreweg het vruchtbaarste gebied van Marokko. De watertoren van Marokko, zo wordt de Midden-Atlas ook weleens genoemd. Het effect van die toevloed aan water is overal zichtbaar. In de groene boomgaarden pronken bomen met hun witte bloesems. Op de velden deinen piepjonge groene korenaren en rode klaprozen mee met de wind. Groter verschil met de steenwoestijn van vanmorgen is amper denkbaar.

Via Azrou bollen we de vlakte binnen, nog steeds 1 250 m boven de zeespiegel. Steile daken op de huizen zijn in de omgeving van Azrak geen uitzondering. Op deze hoogte wil de temperatuur ‘s winters weleens tot -20 °C zakken. Regen maakt dan plaats voor sneeuw, en daar ben je best op voorbereid.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1092y.jpg

 

Onze eerste kennismaking met de koningssteden zit er nu aan te komen. Koningsstad mag je jezelf pas noemen als je ooit de vaste stek was van de koning of de sultan. Vier steden kunnen op die eretitel aanspraak maken. In chronologische volgorde zijn dat Fez, Marrakesh, Rabat en Meknes. Elke koningsstad heeft haar eigen kleur als epitheton – Fez de Blauwe, Marrakesh de Rode, Rabat de Witte, Meknes de Groene.

Vier steden kunnen aanspraak maken op de eretitel Koningsstad – Fez de Blauwe, Marrakesh de Rode, Rabat de Witte, Meknes de Groene

Pas vanaf de 10e eeuw is er sprake van Meknes, toen Berbers zich hier begonnen te vestigen. Uiteindelijk zou slechts één sultan vanuit Meknes regeren, maar wat voor één. Moulay Ismail was met vlag en wimpel de machtigste en de wreedste sultan die ooit over Marokko regeerde. Deze tijdgenoot en grote bewonderaar van Lodewijk XIV zat 55 jaar op de troon, van 1672 tot 1727.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\11 Midden Atlas\Best Of\MROK1102y.jpg

Irrigatie heb je hier niet nodig om rijke oogsten aan tarwe, gerst, tuinbonen, kikkererwten of linzen binnen te halen

Zoals het een sultan betaamt, had de brave borst vele hobby’s. In de eerste plaats bouwen. In totaal liet hij 76 paleizen oprichten. Oorlog voeren was nog zo’n hobby van hem. Te allen tijde had hij een leger van 150 000 soldaten op de been, waaronder 30 000 slaven en 3 000 christelijke gevangenen. Met een niet te stuiten enthousiasme kreeg hij het steeds opnieuw met Arabieren, Berbers en Ottomanen aan de stok. Maar hij was de enige in Noord-Afrika die de Arabieren buiten wist te houden.

Persoonlijk komaf maken met tegenstanders was nog zo’n hobby van de sultan. De mare gaat dat hij eigenhandig 20 000 mensen met het zwaard doodde – wat ons een arbeidsintensieve hobby lijkt.

Aan termijnvisie ontbrak het Moulay Ismail evenmin. Veertigduizend slaven liet hij in zwart Afrika ophalen – 20 000 mannen en evenveel vrouwen. De jongens die uit deze menselijke kweekvijver voortkwamen, werden tot zijn persoonlijke garde opgeleid. Tot op de dag van vandaag zijn afstammelingen van deze zwarte garde in het koninklijk paleis werkzaam.

Heel graag had Moulay Ismail ook Anne-Marie de Bourbon, dochter van Lodewijk XIV, aan zijn harem toegevoegd. Ter compensatie kreeg hij twee staande klokken toegestuurd

Vrouwen kunnen in het lijstje met de hobby’s van de sultan uiteraard niet ontbreken. Naast vier wettelijke eega’s hield hij een vijfhonderdtal concubines achter de hand. Heel graag had hij daar ook Anne-Marie de Bourbon, dochter van Lodewijk XIV, aan toegevoegd. Maar dat zagen ze in Frankrijk echt niet zitten. Om de sultan niet te zeer te ontgoochelen stuurden ze hem dan maar twee staande klokken.

Even voor vijf nemen we onze intrek in ons hotel in Meknes, niet zo ver van de luchtmachtbasis. Het zit er dus in dat we morgenvroeg door straaljagers gewekt zullen worden. Belgische straaljagers, voegt Aziz er fijntjes aan toe, want die komen hier graag oefenen. In België mogen ze immers zo laag niet vliegen.

Top

Zaterdag 16 april | Meknes – Fez

Koningsstad Meknes staat voorlopig nog niet op ons menu. Door een landschap dat zowaar op de Voerstreek gelijkt, rijden we onder een wolkeloze hemel pal noordwaarts. Het groene landschap herinnert er ons nog maar eens aan dat de Saïssvlakte de graanschuur van Marokko is. Dat ook de Romeinen deze vruchtbare omgeving wisten te waarderen, laat zich raden.

Irrigatie heb je hier niet nodig om rijke oogsten aan tarwe, gerst, tuinbonen, kikkererwten of linzen binnen te halen. Maar het zijn de olijfbomen op de hellingen waar Aziz onze aandacht op vestigt. Liefst 33 miljoen zijn er in heel Marokko. De oogst loopt van september tot maart. Het maakt niet uit welke kleur de olijven hebben – groen, roze, zwart – ze komen van hetzelfde type boom. Het is de rijpheid van de olijven die hun kleur bepaalt. Olijven die geperst zullen worden, laat men hangen tot ze van de bomen geklopt worden. Olijven die geconserveerd zullen worden, worden daarentegen sneller geplukt.

Olie van de eerste persing was bij de Romeinen uitsluitend voor de keuken bestemd. De tweede persing leverde olie die dienstig was voor massage of als medicijn voor dieren. Wat overbleef, gebruikten ze als brandstof voor verlichting.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1103y.jpg

Volubilis

Geleidelijk doemen op één van de glooiende heuvels de ruïnes op van Volubilis, de belangrijkste Romeinse site van Marokko en één der belangrijkste van Noord-Afrika.

Het was koning Juba II die de berbernederzetting Walili onder de naam Volubilis tot hoofdstad van Mauretania Tingitana maakte. Veel rest er tegenwoordig niet meer van de stad die ooit tien- tot twintigduizend inwoners geteld moet hebben. De catastrofale aardbeving van Lissabon van 1755 en de plunderingen door bouwmaniak Moulay Ismail hebben het grootste deel tot ruïnes herleid.

Maar het zijn vooral de schitterende vloermozaïeken waaraan Volubilis zijn terechte faam ontleent. En de unieke inbedding in een golvend groen landschap dat in Toscane gestolen lijkt te zijn – de sporadische aanwezigheid van donkergroene cipressen versterkt dat effect nog.

Het zijn vooral de schitterende vloermozaïeken waaraan Volubilis zijn terechte faam ontleent

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1112y.jpg

Vloermozaïek – Diana in bad

Lokale gids Hassan troont ons mee naar het oostelijke uiteinde van de stad. Tussen kniehoge restanten van muren wijst hij een prachtige vloermozaïek aan, een naakte Diana in bad, gerestaureerd in 1982. Toch wordt dit 800 m² grote huis het huis van Venus genoemd, naar het standbeeld dat hier opgegraven werd en nu in het museum van Rabat prijkt.

Onbemiddeld waren de eigenaars van dit huis beslist niet. In een aanpalende kamer vertelt de vloermozaïek ons het verhaal van Hellas die te diep in een glas wijn keek en door een nimf uit het water gered moest worden.

Een drukke bedoening moet het op deze hoofdstraat geweest zijn, met winkeltjes aan weerszijden

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1118y.jpg

Volubilis – Decumanus Maximus

Via de Decumanus Maximus zakken we naar het hart van de stad af. Links bevond zich eertijds de volkse wijk, rechts de administratieve wijk. Achter ons in de verte rijst de poort van Tanger op. De grote centrale doorgang bood ruimte voor de karren, de twee kleinere voor de voetgangers.

Een drukke bedoening moet het op deze hoofdstraat geweest zijn, met winkeltjes aan weerszijden. Afval werd zo goed en zo kwaad als het kon via de cloaca maxima afgevoerd, de hoofdriool van de stad, zo’n twee meter onder de straatplaveien.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1129y.jpg

Indertijd moeten de pronkwoningen elkaar hier hebben staan verdringen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1128y.jpg

De tijd heeft op de natuurlijke kleuren van de mozaïeken nog geen vat gekregen

Hassan leidt ons de residentiële wijk binnen. Indertijd moeten de pronkwoningen elkaar hier hebben staan verdringen. Het huis van Dionysius is daar een treffend voorbeeld van – een bescheiden optrekje van 2 000 m² met een prachtig triclinium. In een Romeinse eetkamer stonden steevast drie ligbanken opgesteld – vandaar de naam triclinium. Vadsige Romeinen gingen er met hun gasten aan tafel aanliggen. In het triclinium kwam het er dan ook op aan je gasten te imponeren.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1134y.jpg

Medusa

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1120y.jpg

Met mozaïeken zoals deze moet dat beslist gelukt zijn. We herkennen de voorstellingen van de twaalf maanden van het jaar, en ook een afbeelding van Medusa. De tijd heeft op de natuurlijke kleuren nog geen vat gekregen. Dat danken we mede aan de laag aarde waaronder ze eeuwenlang verscholen zaten. Restauratie bleek niet eens nodig te zijn.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1138y.jpg

Werken van Hercules

In het triclinium van weer eens een stulpje van 2 000 m² verheerlijken twaalf ovale medaillons de werken van Hercules – we herkennen de slangen, de hond met de drie koppen, de Augiasstal. Vierkante panelen bevatten allegorische voorstellingen van de vier seizoenen. Een leliemotief siert de vier hoeken van de vloer en een geometrisch motief omlijst het geheel. Drie verschillende stijlen zijn hier door elkaar verweven – de berberstijl, de christelijke stijl en een mengvorm.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1148y.jpg

Tot op de dag van vandaag kan je de berbermotieven van de vloermozaïek nog in tapijten en tatoeages herkennen

In de restanten van een badhuis herkennen we de zetelvormige nissen waarin vrije burgers naast elkaar plaatsnamen, terwijl slaven hun rug masseerden. Baden was voor de Romeinen een sociaal gegeven.

Zo’n 20 000 slaven waren er in Volubilis, aldus Hassan. Naast de zuivere slaven die voor het zware werk ingezet werden – in steengroeven, op het veld en dergelijke – had je ook lokale Berbers en eunuchen die louter huishoudelijk werk verrichtten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1139y.jpg

Nissen in badhuis

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1153y.jpg

Atrium van het paleis van Juba II

Het huis van de ruiter, 1 500 m² groot, ontleent zijn naam aan het ruiterstandbeeld dat er gevonden is. Berbermotieven sieren de vloermozaïek van het triclinium – tot op de dag van vandaag kan je deze motieven nog in berbertapijten en berbertatoeages herkennen.

Weinig rest er van het paleis van Juba II – Moulay Ismail recupereerde immers wat graag de marmeren vloer voor zijn eigen bouwwerken. Enkele korte stompjes in het atrium herinneren aan de zuilen die er ooit stonden – Huis der Zuilen, zo wordt het voormalige paleis ook wel genoemd. De centrale fontein is verdwenen, de muren van het atrium zijn gerestaureerd.

Waar de Decumanus Maximus op de Cardo Maximus uitmondt, bevinden we ons in het hart van de voormalige stad. Forum, Capitool, Basilica en thermen liggen hier binnen handbereik. Het best bewaarde deel van de stad is dit. Ook hier danken we dit aan de laag aarde die deze gebouwen eeuwenlang met de mantel der liefde toedekte.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1156y.jpg

Triomfboog van Caracala

In 217 is de triomfboog van Caracala op het kruispunt opgericht. Ooit moeten vier fonteinen dit monument gesierd hebben. De bijbehorende medaillons die de vier seizoenen voorstelden, zijn nog vaag waarneembaar.

Van de Basilica staat nog een muur met indrukwekkende bogen overeind, evenals enkele zuilen. Een ooievaarskoppel heeft daar dankbaar gebruik van gemaakt om er een nest te bouwen. Bij de Romeinen fungeerde de Basilica als markthal en als gerechtsgebouw. Pas vanaf de 4e eeuw zouden christenen er een louter religieuze functie aan toekennen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1183y.jpg

Bij de Romeinen fungeerde de Basilica als markthal en als gerechtsgebouw. Pas vanaf de 4e eeuw zouden christenen er een louter religieuze functie aan toekennen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1198y.jpg

Forum en basilica

Een handvol lege sokkels herinneren aan de standbeelden die ooit het forum sierden. Van het Capitool resten nog de brede trappen en enkele zuilen van de vestibule. Hier werd de Capitolijnse triade – Jupiter, Juno en Minerva – vereerd.

Met een oppervlakte van 2 500 m² waren de Gallienusthermen van Volubilis de grootste van Marokko. Voor de oude Romeinen begon het bezoek aan de thermen doorgaans in het koude bad of frigidarium. Vandaar ging het naar het tepidarium, een warme acclimatisatieruimte zonder water. Uiteindelijk belandde je in het caldarium, de hete badruimte waar zowel het zweet als de tongen los kwamen.

Via een aquaduct werd het benodigde water uit de bergen aangevoerd. Veertig kanaaltjes verspreidden het water over de stadswijken. Dagelijks werd in Volubilis 500 tot 1 000 liter water per persoon verbruikt, aldus Hassan.

Een man rijdt achterstevoren op een ezel, zo wil een mozaïek ons doen geloven. Maar het ongewone tafereel stelt een desultor voor, een acrobaat die van kunstjes op galopperende paarden zijn specialiteit gemaakt heeft.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1170y.jpg

Acrobaat op ezel

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1164y.jpg

Thematische wegwijzer

Voor een grapje zit Hassan niet verlegen. Met een mysterieus trekje rond de lippen kondigt hij ter bekroning van ons bezoek La surprise de Volubilis aan. Niet zonder gevoel voor theater ontbloot hij het kleinood. We onthouden er vooral uit dat de mannelijke inwoners van Volubilis flink geschapen waren.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1190y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\12 Volubilis\Best Of\MROK1137y.jpg

 

Heiligen kent de islam in principe niet, maar voor afstammelingen van de profeet Mohammed wil men weleens een uitzondering maken. Bijvoorbeeld voor Moulay Idriss, de grondlegger van de Marokkaanse monarchie. De stad waar hij begraven ligt en die naar hem genoemd is, is dan ook een heilige stad. Tot voor enkele jaren was Moulay Idriss na zonsondergang zelfs verboden terrein voor niet-moslims.

Tot voor enkele jaren was Moulay Idriss na zonsondergang verboden terrein voor niet-moslims

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\13 Moulay Idriss\Best Of\MROK1214y.jpg

Moulay Idriss

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\13 Moulay Idriss\Best Of\MROK1257y.jpg

Moulay Idriss – Ingang van het mausoleum

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\13 Moulay Idriss\Best Of\MROK1224y.jpg

Een heilige stad in de buurt hebben heeft zo zijn voordelen. Heb je niet genoeg geld om de hadj naar Mekka te maken, dan doe je gewoon zeven jaar na elkaar in september een moussem, een bedevaart naar Moulay Idriss. Zo wil althans het volksgeloof, maar Aziz heeft daar zijn bedenkingen bij.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\13 Moulay Idriss\Best Of\MROK1231y.jpg

Moulay Idriss

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\13 Moulay Idriss\Best Of\MROK1271y.jpg

 

Van op een hoogte kijken we op het bedevaartsoord neer. Te midden van een indrukwekkend groen decor spreiden de witte huisjes zich als een golvend tapijt over twee heuvels. Er tussen rijst het smaragdgroene piramidedak van het mausoleum op. Voor niet-moslims is dat verboden terrein. Maar dat weerhoudt er ons niet van de rest van het drukke stadje even te verkennen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\13 Moulay Idriss\Best Of\MROK1248y.jpg

Tajinegerechten

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\13 Moulay Idriss\Best Of\MROK1249y.jpg

Terug in Meknes dropt chauffeur Mohammed ons aan de voet van de medina. Elke Marokkaanse stad die naam waardig heeft een eeuwenoud stadsdeel dat medina genoemd wordt. Wat buiten de stadsmuren ligt, dateert doorgaans uit de Franse koloniale tijd en wordt Ville Nouvelle genoemd. Via Bab Tizimi klimmen we naar restaurant Zitouna. Achter een zeer eenvoudige gevel blijkt eens te meer een rijk interieur schuil te gaan. Vier verdiepingen hoog reikt de monumentale eetzaal.

Elke Marokkaanse stad die naam waardig heeft een eeuwenoud stadsdeel dat medina genoemd wordt

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1291y.jpg

Meknes – Vestingmuur

Pastiya is het wat we hier komen zoeken, een authentieke Marokkaanse specialiteit. Vierkante envelopjes van bladerdeeg zijn dat, bestreken met bloemsuiker en een kruisje van kaneel. Binnenin ontdekken we drie laagjes – fijne stukjes kip, geplette amandelen en ei. Intrigerend lekker, maar oh zo machtig.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1293y.jpg

Pastiya

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1305y.jpg

Theeschenker

Buiten staat de lokale gids Abdoel ons al op te wachten voor een flinke portie stappen door de oude stad. Abdoel vindt het heel belangrijk dat niemand van zijn groep verloren loopt. Je zal Abdoel dan ook steeds achteraan in de groep aantreffen, terwijl Aziz vooraan het heft in handen neemt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1320y.jpg

Meknes – Gerestaureerde medina

Al sedert 1996 is het historisch centrum van Meknes als werelderfgoed erkend. Dat heeft een budget van 74 miljoen euro van de Unesco opgeleverd, waarmee de steegjes, de gevels en de verlichting van de medina puntgaaf gerestaureerd werden – soms zelfs iets te klinisch.

Zijn sinistere naam ‘De Dood’ houdt het plein over aan het gebruik om er de hoofden van terechtgestelde criminelen tentoon te stellen

Kuierend door de steegjes bereiken we El Hedim, het kloppend hart van de stad. Zijn sinistere naam – De Dood – houdt dit plein over aan het oude gebruik om de hoofden van terechtgestelde criminelen hier bij wijze van ontmoediging tentoon te stellen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1327y.jpg

Bab Mansour

De meest indrukwekkende poort van Marokko, zo noemt Aziz de fraaie Bab Mansour, versierd met reliëfwerk en groene keramiektegels. Meknes dankt er zijn naam van groene stad aan. Bij het bouwen is men de zuilen voor de poort gemakshalve in Volubilis gaan lenen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1336y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1334y.jpg

Marokko doet zijn faam van mierzoet mekka alle eer aan

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1340y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1341y.jpg

In honderden kleuren, vormen en variëteiten liggen ze er – koekjes, zoetigheden, snuisterijen, versnaperingen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1337y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1342y.jpg

 

We duiken de soek in, niet zonder ons ervan te vergewissen dat onze gids Abdoel ons nog kan bijbenen. Marokko doet hier zijn faam van mierzoet mekka alle eer aan. In honderden kleuren, vormen en variëteiten liggen ze er – koekjes, zoetigheden, snuisterijen, versnaperingen. Ongetwijfeld kan je hier een jaar lang dagelijks een ander koekje eten. Kunstig gestapelde olijven, dadels en citrusvruchten steken het snoepgoed vergeefs naar de kroon.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1330y.jpg

Meknes – Soek

Twee moskeeën slechts zijn in Marokko ook voor niet-moslims toegankelijk – de grote Hassan II-moskee van Casablanca en de Grote Moskee van Meknes. Met religieuze onverdraagzaamheid heeft dat verbod niets te maken, haast Aziz zich eraan toe te voegen. Integendeel, het was de Franse bezetter die in 1912 geen andere mogelijkheid zag om het wangedrag van zijn soldaten in moskeeën te beteugelen. En die wet van de Franse resident-generaal Hubert Lyautey is nog steeds van kracht.

Niets belet ons dus om de Grote Moskee te betreden – enkel de schoenen moeten uit. Het gebouw dateert uit de 17e eeuw. De beste bouwmaterialen zijn gebruikt, stucwerk, cederhout en Carraramarmer zijn overvloedig aanwezig.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1317y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1339y.jpg

 

Aziz verwijlt even bij het graf van een prinses. Niet omdat hij over deze prinses iets beduidends te vertellen zou hebben, wel om op het verschil te wijzen tussen onze gregoriaanse kalender en de hidjra, de islamitische kalender.

Want de prinses blijkt geleefd te hebben van 1328 tot 1366. In onze tijdrekening is dat van 1908 tot 1946, een verschil van slechts 580 jaar in plaats van 622 jaar. Want de hidjra ging in 622 n.Chr. van start, op de dag waarop Mohammed naar Medina vluchtte omdat in Mekka de grond hem te heet onder de voeten werd. Het verschil tussen beide kalenders is in de afgelopen eeuwen dus met 42 jaar afgenomen. En daar zal het niet bij blijven.

Langzaam maar zeker haalt de islamitische jaartelling de christelijke dus in – naar verluidt zal dat in het jaar 20874 gebeuren

De verklaring ligt in het feit dat de hidjra gebaseerd is op de maanmaand, waardoor een islamitisch jaar 11 dagen korter is dan een christelijk jaar. Langzaam maar zeker haalt de islamitische jaartelling de christelijke dus in. Naar verluidt zal dat in het jaar 20874 gebeuren.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1346y.jpg

 

Vijfmaal daags hoort de devote moslim te bidden, brengt Aziz nog even in herinnering – bij zonsopgang, als de zon ‘s middags haar hoogste punt bereikt, halfweg tussen de middag en zonsondergang, bij zonsondergang en voor het slapengaan. Het gebed vergeten is geen optie, de muezzin zal niet nalaten er telkens voor op te roepen. Bidden mag je ook thuis of op het werk, je moet daarvoor niet eens naar de moskee. Je hoeft daarvoor zelfs je werkzaamheden niet te onderbreken, als dat niet kan. Maar ‘s avonds dien je dan wel je achterstand in te halen.

Een rituele wassing gaat in principe elk gebed vooraf, maar weinig Marokkanen malen daar nog om, aldus Aziz. De centrale fontein van de moskee staat er dan ook een beetje werkloos bij. De twaalf zuilen van de moskee zijn eens te meer uit Volubilis afkomstig.

De mihrab, de gebedsnis in één van de muren, wijst de richting van Mekka aan. Ze fungeert tevens als een soort versterker van de gebeden die de imam prevelt. Op vrijdag wordt de preekstoel of minbar bovengehaald.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1366y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1328y.jpg

 

Mannen en vrouwen wonen samen de gebedsdienst bij, maar dan wel gescheiden. Bijvoorbeeld mannen vooraan en vrouwen achteraan – nooit omgekeerd. Een vrouwelijke imam is volkomen ondenkbaar, aldus Aziz. Behalve in de USA, waar alles moet kunnen, voegt hij er cynisch aan toe.

Elke donderdagnamiddag stuurt het ministerie van islamitische zaken de officiële tekst van de speech voor het vrijdaggebed rond

Na het gebed blijft de imam beschikbaar voor een les, een discussie of zelfs een soort collectieve biecht. Imams en muezzins worden door de Marokkaanse overheid betaald, zo beklemtoont Aziz. Zo houdt ze de controle over wat er in de moskeeën gezegd wordt. Elke donderdagnamiddag stuurt het ministerie van islamitische zaken de officiële tekst van de speech voor het vrijdaggebed rond. In elke moskee, van in de hoofdstad tot diep in de woestijn, wordt precies dezelfde, door de overheid goedgekeurde speech gehouden. Van scheiding tussen kerk en staat gesproken. Overigens staan ook christelijke priesters op de loonlijst van de overheid.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1357y.jpg

Tegen de muur herkennen we de fameuze staande klokken die de afgewezen sultan als troostprijs van Lodewijk XIV kreeg

Het mausoleum van Moulay Ismail is niet toegankelijk, maar we mogen er wel een blik in werpen. Vier graven zijn er – van links naar rechts wijst Aziz de graven aan van de eerste vrouw van de sultan, van de sultan zelf en van twee van zijn zonen. Tegen de muur herkennen we de fameuze staande klokken die de afgewezen sultan als troostprijs van Lodewijk XIV kreeg.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1362y.jpg

 

Daarmee zetten we een punt achter het bezoek aan de moskee, niet zonder Abdoel terug op te vissen – ter hoogte van de ingang van de moskee waren we hem uit het oog verloren.

Een sultan zoals Moulay Ismail, die gedurende zijn bewind met zowat iedereen in de clinch lag, moest op een en ander voorzien zijn – een langdurige belegering van Meknes, om maar iets te noemen. Dus kwam het er op aan voldoende voorraden aan te leggen voor de soldaten en hun paarden, en als het even kon, ook voor de inwoners van de stad. Eén van de graanschuren die de sultan daartoe liet bouwen, is Heri Souni. De voorraden graan en hooi in deze schuur moesten volstaan om een belegering van twee jaar uit te zweten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1372y.jpg

Ondergrondse graanschuur van Heri Souni

De reusachtige opslagruimten zijn opvallend koel. Met een hangende tuin op het dak en muren die zes meter dik zijn, hoeft dat niet echt te verbazen. Bovendien was er een geraffineerd systeem van ondergrondse waterkoeling. Aziz troont ons mee naar één van de nouriahs. Twaalf zulke watermolens telde Heri Souni in totaal. Ze werden aangedreven door paarden en hevelden water omhoog in een stelsel van ondergrondse kanaaltjes dat de opslagruimten afkoelde. Dat water was afkomstig uit het aanpalende, vier hectaren grote Agdalbassin waarin regenwater uit de Midden-Atlas werd vergaard.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1383y.jpg

Agdalbassin

Met zijn dikke muren en gewelfde plafonds gaf de graanschuur zelfs geen kik toen de fameuze aardbeving van 1755 de stad teisterde. Dat laatste was niet het geval voor de belendende paardenstallen, waar twaalfduizend paarden terecht konden. Het dak met de hangende tuin waarin de harem van de sultan zich kon vermeien, begaf het.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\14 Meknes\Best Of\MROK1375y.jpg

Paardenstallen van Heri Souni

Half vijf is het als we onze weg voortzetten naar Fez, onze volgende koningsstad. Historisch was dit in feite de allereerste koningsstad, want reeds in 807 vestigde Moulay Idriss II zich daar.

Evenals Meknes ligt Fez in de vruchtbare vlakte van Saïss, zo’n 400 m boven de zeespiegel, aan de voet van het Rifgebergte. Van de twee miljoen inwoners wonen er 400 000 nog steeds in de oude, ommuurde medina. Vanzelfsprekend is dat niet, want de medina heeft haar quasi middeleeuws karakter weten te behouden. Zo smal zijn de steegjes, dat gemotoriseerde voertuigen er niet in mogen. Alleen muilezels zijn er als transportmiddel toegelaten. Een kreet die we morgen dan ook vaak zullen horen is Belek! Belek!Opzij! Opzij!, want muilezels hebben altijd voorrang.

De medina kan bogen op één van de oudste universiteiten ter wereld, in 859 gesticht door Fatima al-Fihri, dochter van een rijk zakenman. Nog steeds geldt de medina als de culturele, intellectuele, ja zelfs gastronomische hoofdstad van Marokko. Vele oude beroepen werden er gehandhaafd. Kortom – Aziz laat zich even gaan – morgen bezoeken we de mooiste medina van Marokko, ja zelfs van de hele Arabische wereld.

Kortom – Aziz laat zich even gaan – morgen bezoeken we de mooiste medina van Marokko, ja zelfs van de hele Arabische wereld

Even voor zessen kijken we vanuit het hotel op de drukke stad neer. In de verte stijgen zwarte rookwolken boven de stad uit. Daar moeten we ons geen zorgen over maken. Dat zijn de ovens van de pottenbakkers, sust Aziz.

Top

Zondag 17 april | Fez

Amper kwart na vijf is het als de eerste oproep tot gebed van de muezzin over de stad schalt. Daar hebben wij geen oren naar, het zal nog bijna vier uur duren vooraleer we aan boord van Mohammeds bus klimmen.

Onze lokale gids Khadija staat ons al op te wachten, samen met Aziz, vandaag in witte djellaba. Een djellaba blijkt zich van een gandora en een kaftan te onderscheiden door de puntvormige hoofdkap die eraan bevestigd is.

Niet één stad ligt hier aan onze voeten, maar drie steden, uit drie verschillende tijdperken nog wel – Ville Nouvelle, Fez el Djedid en Fez el Bali

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1391y.jpg

Fez met vestingmuur

Voor een eerste kennismaking met de stad neemt Khadija ons mee naar de zuidelijke burcht. Kordaat eist ze onze aandacht op, geroezemoes duldt ze niet – wat een verschil met Abdoel. Niet één stad ligt hier aan onze voeten, zo steekt ze van wal, maar drie steden, uit drie verschillende tijdperken nog wel.

Op de hoogte links in de verte wijst ze de Ville Nouvelle aan, de jongste van de drie steden, die pas na 1912 onder het Frans protectoraat ontstond. Christenen, moslims en joden leven er vreedzaam samen, aldus Khadija.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1646y.jpg

Fez

Meer naar het midden zien we Fez el Djedid, de 15e-eeuwse wijk van de Meriniden, met het koninklijk paleis en net daarnaast de joodse mellah. In die tijd stonden de joden onder de hoge bescherming van de sultan – wat hen overigens een flinke duit kostte.

In de Ville Nouvelle leven christenen, moslims en joden vreedzaam samen

Recht voor ons uit bevindt zich het oudste deel van de stad, Fez el Bali, de historische medina uit de 9e eeuw. Een muur van 14 km omgeeft nog steeds de oude stad. Enkele smaragdgroene koepels steken prominent boven hun omgeving uit. Die vormen ons menu voor vandaag, Khadija somt ze even op – het mausoleum van Moulay Idriss, de Kairaouine, de moskee van Sidi Ahmed Tijani.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1434y.jpg

Fez

Toen Moulay Idriss II in 807 de stad stichtte, trof je hier enkel Berbers aan. Maar in het begin van de 9e eeuw kwam daar verandering in. Op de oostelijke oever van de Oued Fez vestigden zich achthonderd families uit het Andalusische Córdoba. Enkele jaren later streken zo’n tweeduizend families uit het Tunesische Kairaouan neer op de westelijke oever van de rivier. Het Arabisch karakter van Fez lag daarmee voorgoed vast. Gaandeweg zou het Tunesische deel tot het grootste en rijkste stadsdeel van de oude medina uitgroeien.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1409y.jpg

Pottenbakkersatelier

Voor de befaamde blauw-witte keramiek van Fez zakken we naar een pottenbakkersatelier af. De klei halen ze hier zo’n vijf kilometer vandaan, vernemen we er van Zaki. De droge klei wordt nat gemaakt en dan gaat de tourneur er mee aan de slag. Met vaardige vingers dwingt hij de snel roterende kleimassa in sierlijke vormen, terwijl hij met zijn voet het zware vliegwiel aandrijft.

De traditionele ovens zijn al lang door moderne, gasgestookte exemplaren vervangen

Vervolgens gaan de stukken een eerste keer de ovens in. De traditionele ovens zijn al lang door moderne, gasgestookte exemplaren vervangen. Daarmee kan je vrij nauwkeurig een temperatuur van 950 tot 1 000 °C handhaven, wat de kwaliteit van het product aanzienlijk ten goede komt, aldus Zaki.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1412y.jpg

Handbeschilderde keramiek

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1424y.jpg

Na zeven tot acht uur bakken zijn de donkere potten wit geworden en klaar om in de designafdeling beschilderd te worden. Er komt een beschermende laag vernis over en de potten worden een tweede keer tot 1 000 °C verhit.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1414y.jpg

Keramiek

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1420y.jpg

Mozaïek

Heel anders gaat het er aan toe in de mozaïekwerkplaats. Geglazuurde tegels worden hier met grote precisie in conisch toelopende stukjes versneden. Elk stukje moet haarfijn in het patroon passen. Vervolgens worden ze ondersteboven op een metalen rooster gelegd en met mortel bestreken, zodat ze tot een paneel verstijven.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1458y.jpg

Meteen heeft de authenticiteit van de unieke medina van Fez ons in zijn greep. Het is niet moeilijk je enkele eeuwen terug in de tijd te wanen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1437y.jpg

Fez – Medina

Stilaan wordt het tijd om de oude medina te verkennen. Chauffeur Mohammed dropt ons aan de noordelijke Bab Guissa. Kordaat leidt Khadija ons door een volkomen onoverzichtelijk kluwen van kronkelende steegjes, vaak niet meer dan een meter breed. Meteen heeft de authenticiteit van de unieke medina ons in zijn greep. Gemotoriseerd verkeer is volkomen afwezig, het is niet moeilijk je enkele eeuwen terug in de tijd te wanen. Volkomen terecht maakt deze medina al sedert 1981 deel uit van het werelderfgoed.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1461y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1508y.jpg

 

We werken ons door de levensmiddelensoek, waar naast groenten, fruit en vlees, ook vis en zelfs schaaldieren aangeboden worden. Dan volgt de textielsoek. Alle kleuren worden uit plantaardige en minerale stoffen getrokken, beklemtoont Khadija. Gigantische tajines staan te huur voor bruiloftsfeesten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1451y.jpgKoperslagers op de Place Es Seffarine

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1436y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1454y.jpg

 

Helse hamerslagen kondigen van ver de Place Es Seffarine aan. Koperslagers vervaardigen er allerhande huishoudgerief. Wat verder zien we de façade van de moskee van Kairaouine. Het fameuze complex met een oppervlakte van 16 000 m² bevat ook een universiteit en is gerestaureerd door de Unesco. Op haar hoogtepunt in de 13e en 14e eeuw telde de universiteit 8 000 studenten, die ondergebracht waren in de omliggende medressen. Vakken zoals theologie, islamitisch recht, wiskunde, astronomie en geneeskunde werden hier onderwezen. Vandaag telt de bibliotheek dertig miljoen werken, aldus Khadija, waaronder nogal wat eeuwenoude manuscripten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1438y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1441y.jpg

 

In een voormalige karavanserai zijn ateliers van ambachtslui ondergebracht. Eertijds was dit een soort hotel voor karavanen. Beneden verbleven de dieren en de koopwaar, op de eerste verdieping overnachtten de kooplui. In totaal telt de medina van Fez driehonderd dergelijke karavanserais en vierhonderd moskeeën.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1466y.jpg

Fez – Leerlooierij

Een lange tocht door smalle steegjes leidt ons naar de leerlooierij. Van op een dakterras kijken we op een caleidoscoop van kleuren en geuren neer. Met takjes munt trachten we alvast de geuren te weren. In vlekkeloos Nederlands geeft Chalid toelichting – hij heeft jarenlang in het Belgische Riemst nabij Maastricht gewoond.

Deze leerlooierij dateert uit de 11e eeuw en is daarmee de oudste en grootste van Afrika. Huiden van kamelen, koeien, geiten en schapen worden hier verwerkt. Eerst worden ze in de rivier gewassen. Dan gaan ze 10 tot 15 dagen in de grijze putten vooraan. Ongebluste kalk is dat, om haren en dies meer te verwijderen. Eerst wordt kalk in de put gegoten, vervolgens wordt water toegevoegd. Dit goedje wordt 3 tot 4 uur omgeroerd. Dan pas worden de dierenhuiden ondergedompeld, om te vermijden dat ze meteen zouden verbranden. Hoe het met de blote huid van de arbeiders afloopt, laat Chalid in het midden.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1469y.jpg

Leerlooierij

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1476y.jpg

Dan gaan de huiden de wasmachines in – wassen gebeurt dus niet meer met de hand, beklemtoont Chalid. Met ammoniak wordt het leder vervolgens zachter gemaakt. Zeven dagen later wordt de huid weerom gewassen en uiteindelijk gekleurd. Uitsluitend met natuurlijke stoffen – mascara, saffraan, henna, papaver en indigo leveren de felle zwarte, gele, oranje, rode en blauwe tinten. De kleurstof wordt steeds op de binnenkant van de huid aangebracht en doodt ook bacteriën die de vorige fasen overleefd zouden hebben.

Op de aanpalende terrassen worden de huiden uiteindelijk te drogen gelegd, waarna ze klaar zijn om in de fabrieken bewerkt te worden.

Honderdvijftig werknemers van één en dezelfde familie telt deze coöperatie. Het vak wordt immers van generatie op generatie doorgegeven

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1479y.jpg

Leerlooierij

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1472y.jpg

Honderdvijftig werknemers van één en dezelfde familie telt deze coöperatie. Het vak wordt immers van generatie op generatie doorgegeven. Het werk is erg zwaar en begint ‘s ochtends na het eerste gebed omdat het dan nog koel is. Ondertussen hebben we aan den lijve ondervonden hoe vroeg dat wel is.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1504y.jpg

Bakker

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1505y.jpg

In Khadija’s kielzog trekken we verder door de wijk. De lokale bakker is druk in de weer voor zijn oven – in de voormiddag bakt hij ronde broden, in de namiddag zoete koekjes.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1515y.jpg

Moskee van Sidi Ahmed Tijani

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1525y.jpg

Portaal

Verrassend fraai zijn de portalen van de moskee van Sidi Ahmed Tijani. Als afstammeling van de profeet Mohammed kon deze Algerijn in Fez op een enthousiast onthaal rekenen. Hij wist er de Tariqa Tijaniya uit te bouwen, een broederschap met volgelingen in de hele Maghreb en zelfs bezuiden de Sahara, in landen zoals Niger, Mali en Senegal. Dat verklaart meteen waarom de restauratiekosten van deze moskee niet alleen door de Unesco, maar ook door Senegal gedragen zijn. Nog steeds is dit een belangrijk bedevaartsoord voor Tijani’s volgelingen – een tweede Mekka als het ware.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1565y.jpg

Hoofddoekenmode

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1571l.jpg

Kleurrijke garens

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1496y.jpg

Portemonneetjes

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1566y.jpg

Wat draag je zoal onder een djellaba?

Uit de tijd van de Meriniden stamt de 15e eeuwse Medersa Attarine. Eertijds fungeerden dergelijke medressen als een gratis verblijfplaats voor universiteitsstudenten. Achter de sobere, onopvallende buitengevel blijkt zich een verbluffend mooi gebouw te verschuilen.

Achter de sobere, onopvallende buitengevel blijkt zich een verbluffend mooi gebouw te verschuilen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1552y.jpg

Medersa Attarine – Binnenkoer

Khadija wijst de vier elementen aan die van de binnenplaats een lust voor het oog maken – cederhout, marmer, mozaïek en stucwerk. De typisch Moorse stijl is onmiskenbaar geïnspireerd door de grote Andalusische voorbeelden. We herkennen de stalactieten, de geometrische motieven, de kalligrafische teksten, de fraaie mihrab. De Unesco heeft zich voortreffelijk van de restauratie gekweten.

De typisch Moorse stijl is onmiskenbaar geïnspireerd door de grote Andalusische voorbeelden

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1545y.jpg

Stucwerk met stalactieten

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1551y.jpg

Mihrab (gebedsnis)

We naderen de horm, de heilige wijk rond het mausoleum van Moulay Idriss II. Een dwarsbalk over het steegje markeert een onzichtbare grens die dieren niet mogen overschrijden. Eén van de drukst bezochte bedevaartsoorden van Marokko is dit. Kaarsen branden voor het portaal. In een gleuf in een koperen plaquette op de buitenmuur steken pelgrims af en toe wat geld. Zo hopen ze de baraka, de heilige kracht van Moulay Idriss, te ontvangen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1575y.jpg

Afbakening van de horm, de heilige wijk rond het mausoleum

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1578y.jpg

Mausoleum van Moulay Idriss II

Voor niet-moslims is het complex haram, verboden terrein. Ook moslimvrouwen mogen zich niet in de buurt van de sarcofaag ophouden. In de voorruimte voor de vrouwen een blik werpen, is ons dan weer wel gegund. Fraaie lampen hangen er aan de cederhouten plafonds.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1606y.jpg

Poort van het koninklijk paleis

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1609y.jpg

Voormalige mellah (joodse wijk)

Chauffeur Mohammed zet nu koers naar Fez el Djedid, de 15e-eeuwse wijk van de Meriniden, en dropt ons voor het koninklijk paleis uit de 13e eeuw. Ook al resideert Mohammed VI in principe in Rabat, zijn optrekje van 80 ha in Fez mag er beslist wezen – achter de hoge muren gaan onder meer tennisterreinen, een golfterrein en een privékliniek schuil, weet Aziz. De cederhouten poorten zijn met brons bedekt en in 1968 nog gerestaureerd.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1605y.jpg

 

Vanaf de 14e eeuw genoten de joden bescherming van de Marokkaanse koning – tegen een fikse betaling, uiteraard. Behaaglijk schurkt de mellah, de joodse wijk, daarom tegen het koninklijk paleis aan. Tegenwoordig zal je in de mellah vrijwel uitsluitend moslims aantreffen. De meeste joden hebben elders een veiliger onderkomen opgezocht.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1623y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1614y.jpg

 

Fraaie houten balkons sieren de voorgevels van de woningen. Een vreemd contrast is dat met de naar binnen gekeerde architectuur van de huizen in de oude medina. Bab Sammarine markeert de overgang van de traditionele joodse wijk naar de moslimwijken.

Haar eretitel van Blauwe Stad dankt Fez aan de blauwe faiencetegels van Bab Boujeloud – ook al zijn die aan de stadszijde groen

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1619y.jpg

Bab Sammarine

Via Bab Boujeloud betreden we weerom de oude medina, ditmaal langs de oostzijde. Haar eretitel van Blauwe Stad dankt Fez aan de blauwe faiencetegels van deze poort – ook al zijn die aan de stadszijde groen. De doorkijk door de poort levert één van de beroemdste beelden van Fez – de drukke Talaa Kebira waarboven twee minaretten uittorenen. Net om de hoek, in de schaduw van een handvol bomen, bulken de terrasjes van het volk.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1641y.jpg

Medersa Bouanania

Niet ten onrechte heeft Khadija de Medersa Bouanania tot op het einde opgespaard. Een juweeltje uit de 14e eeuw is dit – dezelfde Moorse stijl als de Medersa Attarine, maar groter nog, en zelfs mooier.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1631y.jpg

Medersa Bouanania

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1638y.jpg

Weer gaat achter een sobere voorgevel een verblindend mooie binnenplaats schuil. Deze medresse is altijd als moskee gebruikt, aldus Khadija, en ook nog als klaslokaal voor ongeletterde vrouwen. De geur van cederhout komt ons tegemoet.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2011-04-10 Marokko\15 Fez\Best Of\MROK1636y.jpg

Medersa Bouanania

Of dit de mooiste medina ter wereld is, weten we niet. Dat het de mooiste en meest authentieke medina is die we ooit zagen, daar zijn we zeker van.

Top

Jaak Palmans
© 2011 | Versie 2024-05-13 14:00

Lees het vervolg in (4/5)

Portugezen en piraten voor de kust