English version

Zilte meren in de zandzee

Libië | Anno 2005

 

 

Onophoudelijk jaagt de wind woestijnzand in rafelige slierten over de hobbelige asfaltweg. Het is klaarlichte dag, maar doorgaans zien we niet meer dan enkele honderden meters ver door de gebarsten voorruit. Soms zien we zelfs geen hand voor de ogen. Flarden van kapotte autobanden langs de weg laten er geen twijfel over bestaan. Voor voertuigen is Wadi Al Hayaa een meedogenloze biotoop. Hier en daar laat zich al eens een ontmanteld autowrak opmerken. Een solitaire bulldozer maakt zich op om nogmaals te pogen het asfalt zandvrij te maken.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\08 Garama\Best Of\Libi0294y.jpg

Wadi Al Hayaa

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\08 Garama\Best Of\Libi0297y.jpg

Steeds dieper dringen we met onze twee jeeps in Fezzan door, een woestijngebied zo groot als Frankrijk. We zijn op weg naar de Tadrart Akakus, een gebergte in de zuidwestelijke uithoek van Libië. De immer onstuimige chauffeur Mohammed heeft met zijn Mercedes Benz 230G van meet af aan het voortouw genomen. Tegen een fors tempo jaagt de jonge dertiger zijn jeep door de woestijn. Onverstoorbaar en op zijn dooie gemak volgt chauffeur Akra met zijn aftandse Range Rover in diens spoor. Opwinding staat niet in het woordenboek van deze bezadigde vijftiger.

In het vooruitzicht van een vijfdaagse tocht door de Sahara is dat een onthulling waar wij niet meteen op zaten te wachten

Noch bij Mohammed, noch bij Akra kan je met zekerheid uitmaken wie van beide de oudste is – het voertuig of zijn bestuurder. Wel duidelijk is dat beide jeeps constant koelvloeistof verliezen. In het vooruitzicht van een vijfdaagse tocht door de Sahara is dat een onthulling waar wij niet meteen op zaten te wachten.

Met haar oppervlakte van 9 miljoen vierkante kilometer is de Sahara net iets kleiner dan de Verenigde Staten. Dat maakt haar de grootste zandwoestijn ter wereld. Alleen Antarctica en Arctis zijn nog groter. Maar dat zijn ijswoestijnen.

Garama is ons laatste aanknopingspunt met de beschaving. Een van de meest onherbergzame plekken op aarde is dit, op meer dan duizend kilometer van de Middellandse Zee, met zomertemperaturen die tot 55 °C kunnen reiken. Sommige jaren valt er hooguit een paar centimeter regen, soms valt er heel het jaar door geen druppel. Toch wist zich hier veertien eeuwen lang – van 900 v.Chr. tot 500 n.Chr. – een stedelijke beschaving te handhaven. Irrigatie en landbouw hadden ze, piramidale graven, een geschreven taal en uiteraard een leger, zowaar met strijdwagens en cavalerie. Op zijn hoogtepunt moet dit koninkrijk in de woestijn meer dan honderdduizend onderdanen gekend hebben. Zelfs de Romeinen slaagden er maar met moeite in de Garamanten te onderwerpen. Maar van hun hoofdstad Garama resten vandaag niet meer dan enkele nauwelijks te herkennen ruïnes.

Op zijn hoogtepunt moet dit koninkrijk in de woestijn meer dan honderdduizend onderdanen gekend hebben

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\08 Garama\Best Of\Libi0287x.jpg

Piramidale graven van de Garamanten

Al zullen Egyptenaren eens goed lachen met wat Libiërs piramidale graven durven te noemen. Eenvoudige, stompe structuren met vier zijden zijn het, twee tot vier meter hoog. Het eigenlijke graf bevindt zich ongeveer drie meter onder de grond. Vrijwel geen enkele tombe is aan het bezoek van grafrovers ontsnapt. Dat hebben ze dan toch met sommige van hun Egyptische grote broers gemeen.

Dat het Garamantische rijk zich in deze barre omgeving zo lang wist te handhaven, was in grote mate aan de Al Hayaa toe te schrijven, de rivier die hier niet al te diep onder de begane grond voortkabbelt. Tot op de dag van vandaag is die watervoorraad voor de lokale bevolking van levensbelang. Maar daar waren de Garamanten niet tevreden mee. Via een ingenieus systeem van ondergrondse kanaaltjes, de fameuze foggara’s, wisten ze met dat kostbare water hun velden te irrigeren, waar ze tarwe, gerst, sorghum, dadelpalmen en olijven verbouwden. Vandaag lijkt dat volkomen ondenkbaar in deze omgeving. Eeuwenlang waren die kanaaltjes in bedrijf, tot de ondergrondse watervoorraad uitgeput geraakte en zo het einde van de beschaving inluidde. Toch hebben archeologen een duizendtal kilometer van deze foggara’s weten te traceren.

Tot Hishams wapperend hemd tijdens de werkzaamheden heel even een pistool in een holster blootgeeft

Maar onze gids Said heeft andere besognes. Her en der slaat hij aan het foerageren. Kartonnen dozen met voedsel- en drankvoorraden stapelen zich op in het stof rond de jeeps. Zelfs twee matrassen blijken op het boodschappenlijstje te staan. Dat zal niet meer lukken, dunkt ons, want onze jeep zit afgeladen vol. Niets aan de hand, aldus Akra. Je klemt de uiteinden van de matrassen onder het achterklep van je jeep, je plooit de matras over het imperiaal op het dak naar voren en je bindt deze kleurrijke bubbel stevig vast. Klaar is kees. Uitzonderlijk steekt ook de jonge Hisham een handje toe. Waarom we die koele kikker mee hebben, is ons niet duidelijk. Tot zijn wapperend hemd tijdens de werkzaamheden heel even een pistool in een holster blootgeeft. In de woestijn ben je best op alles voorbereid.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\08 Garama\Best Of\Libi0282x.jpg

Mohammed vult de radiator van zijn Mercedes bij

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\08 Garama\Best Of\Libi0289x.jpg

Akra vult de radiator van zijn Range Rover bij

Al die tijd staat Mohammed uit een petflesje water in de radiator van zijn jeep te gieten. Ook Akra blijkt zich op noodgevallen voorzien te hebben. Onder de motorkap heeft hij drie gevulde petflesjes losjes op het motorblok liggen. En wat met die lekken, vragen we ons af. Niets aan de hand, aldus Akra, daar hebben ze een tovermiddeltje voor. Meer bepaald een oranje poedertje dat ze aan het water toevoegen, waardoor de gaatjes helemaal vanzelf gedicht worden. Dat hierdoor zoetjesaan ook gaatjes gedicht worden die eigenlijk open moeten blijven, is voorlopig niet aan de orde.

Het stereotiepe beeld dat wij westerlingen van een woestijn hebben, komt nog het best met dat van een idehan overeen – een immense zee van zandduinen

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\08 Garama\Best Of\Libi0291y.jpg

Messak Settafet

Met nog ongeveer driehonderd kilometer voor de boeg zetten we onze rit verder. Links van ons rijst de Messak Settafet op, een rotsachtige verhevenheid die zich als een spie tussen Idehan Ubari en Idehan Murzuq wurmt. Enorme zandwoestijnen zijn dat, samen ongeveer vier keer zo groot als België. Aan woorden hebben Libiërs overigens geen gebrek om de meest uiteenlopende landschapsvormen te benoemen die de Sahara voor de reiziger in petto heeft. Maar het stereotiepe beeld dat wij westerlingen van een woestijn hebben, komt nog het best met dat van een idehan overeen – een immense zee van zandduinen.

Plots duikt in het stof langs de weg een witte Toyota-pick-up op. Dat blijkt onze keukenjeep te zijn, met Ali aan het stuur en de laadbak boordevol tenten, kookgerei en voorraden. Evenals Mohammed en Akra is Ali uit het Libische Zintan afkomstig. Familie van elkaar zijn ze niet, ze behoren niet eens tot dezelfde stam. Maar de belangrijkste nieuwkomer voor ons is onze kok Sahebi uit het Tunesische Djerba. Straks zal hij zich als een virtuoos ontpoppen die met een minimum aan ingrediënten te midden van de guurste woestijnwinden de smakelijkste maaltijden weet te bereiden.

De bubbel op onze jeep wordt losgeknoopt, de twee matrassen belanden bij de tenten in de laadbak van de Toyota. Akra moppert wat over de hitte en vindt het vrij warm voor de maand april. Said haalt de schouders op en raamt de temperatuur op amper 30 à 32 °C. Van airconditioning is in deze jeeps geen sprake, we doen het met luchtkoeling. Ramen open dus.

Boven onze hoofden ontvouwt zich een verblindend mooie sterrenhemel met Jupiter, Sirius en Orion in een glansrol

Een kwartier later staan we eens te meer stil, ditmaal in Ubari. Schotelantennes tieren welig op de daken van de huizen. Hisham schudt enkele dienstdoende ambtenaren wakker om een permit uit te schrijven voor onze jeeps en hun chauffeurs. Anders mogen we de woestijn rond het Akakusgebergte niet betreden.

Ons konvooitje van drie voertuigen is nu compleet en de logistieke beslommeringen lijken achter de rug. Van het unieke decor genieten hoort nu onze hoofdbekommernis te worden. In de verte snijdt de horizon de geelrode zonneschijf netjes doormidden, zo laat is het ondertussen al. Twee wilde kamelen staan zich naast de weg af te vragen wat wij hier te zoeken hebben. Dan laten we de asfaltweg achter ons en duiken zuidwaarts de woestijn in. Prompt rijdt de onstuimige Mohammed zijn jeep in de eerste de beste duin vast. Niets aan de hand, iedereen stapt uit, lucht wordt uit de banden gelaten. In een wolk van benzinedamp jaagt Mohammed zijn jeep gierend de duin over, lichtjes geïrriteerd over deze schandvlek op zijn blazoen. Akra blijft er stoïcijns bij.

Aan de rand van de Wadi Al Adad beslist Said te kamperen. Aardedonker is het er, boven onze hoofden ontvouwt zich een verblindend mooie sterrenhemel met Jupiter, Sirius en Orion in een glansrol. De voertuigen worden in U-vorm geplaatst, Sahebi trekt zich terug in zijn geïmproviseerd keukentje en hangt het vlees alvast open en bloot op het imperiaal om te marineren in de woestijnwind.

Libische soep blijkt een vrije interpretatie van minestrone te zijn. Een erfenis van de Italiaanse koloniale bezetter dus

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0298x.jpg

Bereiding van Libische soep

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0299x.jpg

Vlees op het imperiaal

Uit de pick-up komen vijf zakken met iglotentjes tevoorschijn. Op de tast trachten we in de duisternis de onderdelen te identificeren van een tent die we nog nooit bij licht aanschouwd hebben. Said paart tomeloze hulpvaardigheid en explosieve dadendrang aan een totaal onvermogen om een tent op te stellen. De openingen van de tenten naar het oosten richten, luidt zijn devies, want zo vermijd je dat de wind het zand de tenten in jaagt. Vervolgens zet hij zelf drie tenten met de opening naar het westen. Pas als hij zijn inspanningen om ons te helpen staakt, komt er schot in de zaak. Drie kwartier later staan de vijf tenten overeind. Daar zijn we apetrots op, want we blijken zelfs enkele onderdelen op overschot te hebben.

Wat later buigen we ons over de Libische soep en de couscous. Die soep blijkt een vrije interpretatie van minestrone te zijn. Een erfenis van de Italiaanse koloniale bezetter dus.

 

* * * * *

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0302y.jpg

Wadi al Adad – Tentenkamp

Door een vlakke steenwoestijn met hier en daar een zandduin rijden we verder zuidwestwaarts door de Messak Settafet.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0305y.jpg

Messak Settafet

Gaandeweg ontrolt zich voor onze ogen een landschap van een onwezenlijke, haast buitenaardse schoonheid. Donkere rotsformaties in de meest bizarre vormen liggen in het maagdelijke woestijnzand verspreid.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0307y.jpg

Messak Settafet

Om daar een beter zicht op te krijgen, vatten we de beklimming van een kleine duin aan. Blootsvoets is op dit vroege uur de beste aanpak, aldus Said. Maar hoe dan ook blijft het een processie van Echternach. Je stapt dertig centimeter hoger en glijdt twintig centimeter terug naar beneden. Straks, als de zon het zenit nadert, zal het niet meer doenbaar zijn blootsvoets een duin te beklimmen. Het zand zal dan veel te heet zijn.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0313y.jpg

Messak Settafet

De sfeer is uitgelaten, onze zes begeleiders laten zich overhalen een groepsfoto te maken – Hisham en Akra vooraan, Ali, Sahebi, Mohammed en Said achteraan.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0309y1.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0310y.jpg

Ali, Sahebi, Mohammed en Said (achteraan)
Hisham en Akra (vooraan)

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0316y.jpg

 

Verderop steekt een kaarsrechte naaldrots zo’n twintig meter boven de begane grond uit. Dan duiken de eerste petrogliefen op, eeuwenoude tekeningen die in de rotswand gekerfd zijn. Ook hier heeft het onbarmhartige woestijnklimaat zijn tol geëist, de figuren zijn sterk verweerd. Maar we herkennen moeiteloos twee menselijke figuren en zowaar een olifant.

Rotstekeningen, daar weet Said bijna alles van, want hij heeft er een boekje over geschreven. Wereldberoemd zijn ze, de rotstekeningen van de Messak Settafet en de Tadrart Akakus, ze maken zelfs deel uit van het werelderfgoed. Meer dan zestigduizend zijn er in de jaren vijftig van de vorige eeuw door de nu tachtigjarige Italiaanse professor Fabrizio Mori geïdentificeerd. Overigens niet alleen in dit gebergte, maar ook in de omgevende woestijngebieden. Al die figuren overspannen een periode van minstens tienduizend jaar. Een heel bijzondere periode is dat, gekenmerkt door enkele van de belangrijkste overgangen die de mensheid ooit maakte – van het nomadische jagen en verzamelen via het fokken van vee naar de sedentaire landbouw.

Wereldberoemd zijn ze, de rotstekeningen van de Messak Settafet en de Tadrart Akakus. Ze maken zelfs deel uit van het werelderfgoed

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0318x.jpg

Petroglief – Menselijke figuur

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0319x.jpg

Petroglief – Olifant

Je vindt die evolutie dan ook in de thema’s en de stijl van de tekeningen terug. Het begint allemaal omstreeks 12 000 v.Chr., wanneer de eerste petrogliefen van de grote wilde fauna op de rotswanden verschijnen – olifanten, giraffen, neushoorns, nijlpaarden. Naturalistische voorstellingen zijn dat, waarbij de dieren zo waarheidsgetrouw mogelijk afgebeeld worden. Er zijn zelfs afbeeldingen bekend van bubalus antiquus, een bizonsoort die al lang uitgestorven is, weet Said.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0324y.jpg

 

Gaandeweg evolueren de figuren naar een magisch-religieus karakter. Rotstekeningen in wit, oker, bruinrood en zwart voeren nu de boventoon. Sommige van die menselijke figuurtjes vereren onmiskenbaar een wezen dat zich ver boven hun hoofden moet bevinden. Die fase vanaf 9 500 v.Chr. noemt Said de periode van de Ronde Hoofden.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0328y.jpg

Tadrart Akakus

Omstreeks 7 200 v.Chr. zet de Pastorale Fase in, waarbij zowel petrogliefen als rotstekeningen de dienst uitmaken. Met idyllische voorstellingen van kuddes en van het dagelijkse leven doet ze haar naam alle eer aan. De meeste, maar ook de mooiste tekeningen komen uit dit tijdperk voort.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0325y.jpg

Wie dacht een woestijn eentonig te mogen noemen, komt hier voor de ene verrassing na de andere te staan

Minder vreedzaam lijkt het er tijdens de Paardenfase aan toe gegaan te zijn. Want de afbeeldingen van paarden en strijdwagens die vanaf 3 200 v.Chr. opduiken, wekken de indruk van een woelige samenleving.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0331y.jpg

Tadrart Akakus

Dramatisch is dan weer het verschijnen van afbeeldingen van dromedarissen omstreeks 2 000 v.Chr. Dramatisch, omdat deze evolutie erop wijst dat de woestijn het gebied definitief in haar greep gekregen heeft. Niet ten onrechte noemen ze dit de Kamelenfase, besluit Said.

In de verte kondigen zich nu de rotsformaties van de Tadrart Akakus aan. Steeds opnieuw wisselen de landschappen. Wie dacht een woestijn eentonig te mogen noemen, komt hier voor de ene verrassing na de andere te staan. Eindeloos laven we ons aan de uitzichten. Tot we ons realiseren dat het telkens opnieuw dezelfde indrukwekkende rotsformatie is die opduikt. Akra is rondjes aan het rijden in de wadi, zo blijkt. Kennelijk is hij het spoor van Mohammed en Ali bijster en weet hij zelf de weg door de woestijn niet. Op enige vorm van onrust – laat staan paniek – zal je Akra niet betrappen. Hij blijft rustig zijn rondjes draaien tot hij op een of andere wijze kans ziet de anderen weer bij te benen. Niets aan de hand dus, maar echt hartelijk kan je het weerzien tussen Akra en Mohammed niet noemen.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0333y.jpg

 

Bosjes woestijngras doen vermoeden dat Wadi Awiss toch wel wat water weet vast te houden. Zelfs een merkwaardig boompje, met mooie bloemen en bladeren als die van een vetplant, weet zich hier te handhaven.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0334y.jpg

Rotstekeningen (rechts onderaan)

Maar dat is niet de reden waarom we naar hier afgezakt zijn. Het is de overhangende rots met schitterende rotstekeningen in roodbruin, wit en oker die Said ons wil tonen. Afbeeldingen van kamelen zijn er te kust en te keur, we kijken dus tegen vrij recent werk aan, niet meer dan enkele millennia oud. Uit de Kamelenfase, voegt Said er ten overvloede aan toe. Maar ook vrouwen en kinderen zijn afgebeeld, een rund en zelfs een jager met boog en pijl.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0335y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0339y.jpg

Rotstekeningen (Kamelenfase)

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0336y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0337y.jpg

 

Gaandeweg verzeilen we in een opeenvolging van eindeloze vlaktes van zwarte keien, door de berbers serir genoemd. Samen maken zulke grindwoestijnen zowat tien procent van de Sahara uit.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0350y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0351y.jpg

 

Vooral Mohammed houdt er nu een flink tempo op na, enthousiast achternagezeten door Ali. Akra daarentegen blijft zijn onverstoorbare zelf en verliest het duo al gauw uit het oog – een knappe prestatie, in aanmerking genomen dat je soms bijna tot aan de horizon kan kijken. Hopelijk weet hij de weg nog.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0347y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0370y.jpg

 

Dan maakt de steenwoestijn weer plaats voor een zandwoestijn doorspekt met kale, zwarte bergen. Een miniversie van Wadi Rum in Jordanië lijkt dit wel. Aan het noordelijke uiteinde van Wadi Wan Millal heeft de overheid een waterpomp en een watertank geïnstalleerd. Birr Imenineh heet de vitale plek, ongetwijfeld heeft ze al menig mensenleven gered. Onze lege petflesjes zijn nu goud waard – we organiseren er verfrissende douches mee. Petflesjes met etiket reserveren we voortaan voor mineraalwater, petflesjes zonder etiket voor een vloeistof die we gemakshalve sanitair water zullen noemen.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0356y.jpg

 

Geleidelijk dringen we in een gebied door dat de vergelijking met Monument Valley in de USA kan doorstaan. Zodra de reusachtige, natuurlijke boog van Afizigar zijn opwachting maakt, vallen onze monden open van verbazing. Dat hij er zat aan te komen, daar waren we ons van bewust. Maar nu we naar het meer dan honderdvijftig meter hoge natuurwonder opkijken, dringt het monumentale karakter van dit decor pas echt tot ons door.

Alleen al deze fabelachtige plek maakt onze trip naar Fezzan de moeite waard

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0365y.jpg

Boog van Afizigar

Messcherpe duinkammen golven in sierlijke S-vormen naar beneden. Gierend jaagt de wind helwit zand over de ongerepte duinflanken. In dat ragfijne zandgordijn toveren de lage zonnestralen een mysterieuze witte gloed.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0366y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0373y.jpg

 

Een uitgedroogd meertje koestert een grotere rijkdom aan planten en struiken dan alles wat we tot nu toe in deze desolate woestijn zagen. Alleen al deze fabelachtige plek maakt onze trip naar Fezzan de moeite waard.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0374y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0394x.jpg

 

Birr Imenineh is de plek waar we zullen overnachten. Tenten bij het licht van de ondergaande zon opstellen, dat is een kolfje naar onze hand. Maar de wind is ondertussen in hevigheid toegenomen en zandstraalt onze huid. Voortdurend willen de tenten het luchtruim kiezen, twee volwassenen volstaan nauwelijks om het flapperend textiel op de grond te houden. Zand dringt langs alle spleten en kieren binnen. Dat een duizendtal hardleerse vliegen graag een handje toesteekt, draagt evenmin bij tot ons enthousiasme.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0379y.jpg

Birr Imenineh

Terwijl de witte zonneschijf in een nevel van zand achter de bergen wegzakt, slaan we piketten in de rotsige grond en gaan we naar rotsblokken op zoek om de tent te verankeren. En dat is opletten geblazen, want voor je er erg in hebt, stoot je op een slang of een schorpioen onder een rotsblok.

In weerwil van de loodzware rotsblokken gaat de ene tent na de andere als een pannenkoek tegen de vlakte. Verhuizen is de enige optie. De meest bedreigde tenten worden – in volle duisternis – een voor een uit het zand getild en in de beschutting van de rotswand en de jeeps opnieuw overeind getrokken. Na twee uur onverdroten ploeteren slagen we er in om de tentjes in de gierende wind te handhaven. Dicht bij elkaar, netjes op een rij in elkaars beschutting, elk verzwaard met een twaalftal rotsblokken van minstens vijf kilogram, lijken ze bestand te zijn voor de nacht.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0380y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0388y.jpg

Voor je er erg in hebt, stoot je op een slang of een schorpioen onder een rotsblok

Hoe hij het klaarspeelt, weten we niet, maar Sahebi is ondertussen onverstoorbaar aan de slag. Wat later buigen we ons over de Libische soep en de couscous. Dat de soep tussen onze tanden kraakt, is hem vergeven. Dat de drinkbekers naar benzine smaken, ligt wat moeilijker. Mohammeds reservetank blijkt dus toch brandstof te lekken naar onze voorraden. In de duisternis sluipt een fennek, een kleine witte woestijnvos met grote spitse oren, omzichtig rond het tentenkamp. Na middernacht zal het bijna niet meer waaien, verzekert Said ons.

 

* * * * *

 

Niet meer waaien? Vergeet het. De ganse nacht door wappert alles wat aan de tenten wapperen kan. Toch blijken ze dapper stand te houden.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0396y.jpg

Wadi Tashwinnat

Omstreeks kwart over negen klimmen onze jeeps via een keienpiste uit de wadi weg en belanden we in een golvende zwarte zee vol keien. Wat later zitten we weer in een brede zandwadi tussen hoge rotsformaties.

Al snel weet de indrukwekkende Wadi Tashwinnat ons te verbluffen. Niet alleen met zijn zinderende landschappen, maar ook met zijn rotstekeningen. Eens te meer treffen we onder een overhangende rots, goed afgeschermd tegen de genadeloze zon, de vertrouwde figuurtjes in bruinrood, oker en wit aan. Moeiteloos identificeren we dromedarissen, paarden, koeien, een giraffe met een veulen. Die paarden zijn van relatief recente datum, oppert Said, wellicht uit de 5e eeuw v.Chr. Maar sommige andere voorstellingen acht hij zeven‑ tot achtduizend jaar oud. Minder makkelijk te herkennen is de strijdwagen die hij ons aanwijst, compleet met paarden en menner. Daar zit de tand des tijds voor iets tussen.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0397y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0401y.jpg

Moeiteloos identificeren we dromedarissen, paarden, koeien, een giraffe met een veulen

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0402y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0399y.jpg

 

Terwijl we de tekeningen observeren, worden we op onze beurt van op een rots achter ons door een rotshagedis geobserveerd. Zijn staart is bijna tweemaal zo lang als zijn lichaam, zijn grijsblauwe kop en bontgekleurd lijf leren ons dat het een mannetje is. De drukte lijkt hem niet te deren, hij deinst amper terug als je hem nadert. Of, anders gesteld, in deze hitte is hij pas bereid energie te verspillen aan een overhaaste vlucht als de situatie echt levensbedreigend wordt. Elders blijkt een bleke hagedis, een wijfje wellicht, evenmin mensenschuw te zijn. Wel integendeel, bewust zoekt ze de schaduw van onze lichamen op omdat het daar iets koeler is.

Eindelijk, daar is ie dan, één van de beroemdste petrogliefen van Fezzan – een natuurgetrouwe voorstelling van een olifant, ongeveer een meter hoog

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0406y.jpg

Olifant

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0404y.jpg

Struisvogel

Eindelijk, daar is ie dan, één van de beroemdste petrogliefen van Fezzan – een natuurgetrouwe voorstelling van een olifant, ongeveer een meter hoog. Tienduizend jaar scheiden ons wellicht van het ogenblik waarop een onbekende kunstenaar vorm gaf aan zijn verbeelding. En toch is dat kunstwerk nog steeds in uitstekende staat. Zon, zand of wind hebben er nauwelijks vat op gekregen. Maar ook hun relatieve onbereikbaarheid heeft ertoe bijgedragen dat al deze kunstwerken – vrij toegankelijk voor jan en alleman – quasi onbeschadigd de millennia getrotseerd hebben.

Een paar duizend jaar voor onze tijdrekening kon de Sahara met een weelderige, vochtige flora pronken

Waar we nog niet bij stilgestaan hebben, is de vraag waar deze woestijnmensen de inspiratie vandaan haalden om olifanten, neushoorns, giraffen en zelfs nijlpaarden te schetsen – allemaal dieren die hier in het geheel niet voorkomen. Het antwoord op die vraag is even verrassend als eenvoudig. Indertijd maakten die dieren gewoon deel uit van de lokale fauna, aldus Said. Want een paar duizend jaar voor onze tijdrekening kon de Sahara met een weelderige, vochtige flora pronken. Meer nog, de afgelopen miljoenen jaren is de Sahara meermaals nat en meermaals droog geweest. Wetenschappers hebben zelfs een naam voor dat mechanisme – de Saharapomp.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0410y.jpg

Wetenschappers hebben zelfs een naam voor dat mechanisme – de Saharapomp

Voor de Sahara begon de ellende pas toen elf miljoen jaar geleden het Arabisch schiereiland voor de oostkust van Afrika opdaagde. Dat was het gevolg van de platentektoniek, waardoor delen van het oude supercontinent Gondwana noordwaarts gestuwd werden. Zeven miljoen jaar geleden was de zaak beklonken. Al het zeewater ten oosten van de Sahara was door land vervangen, de westenwinden droegen geen water meer met zich mee, de verwoestijning van Noord-Afrika kon beginnen.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0419y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0409x.jpg

Soms is de kam van de duin zo scherp dat de jeep letterlijk op haar chassis over de kam kantelt

Maar dat was buiten de waard gerekend. Want de aardas staat schuin op de ecliptica – dat weet elkeen die een wereldbol op zijn bureautafel heeft staan. Momenteel bedraagt die hoek ongeveer 23° 27’, maar in feite schommelt hij over een periode van 41 000 jaar tussen 22° en 24° 30’. Op het eerste gezicht lijkt dat een astronomisch akkefietje, maar daar zit meer achter. Want als die hoek op z’n grootst is, krijgen de vochtige westenwinden net voldoende ruimte om langs de zuidkant van het Arabisch schiereiland de Sahara binnen te glippen en zo voor het levensnoodzakelijke water te zorgen.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0424y.jpg

Over zo’n vijftienduizend jaar zal de Sahara een nieuwe vochtige periode inzetten

Zo komt het dat de Sahara beurtelings zijn natje en zijn droogje krijgt, gespreid over een periode van 41 000 jaar. Wetenschappers verwachten dat de Sahara over zo’n vijftienduizend jaar geleidelijk een nieuwe vochtige periode zal inzetten. Voor zover de klimaatopwarming geen stokken in de wielen steekt, uiteraard.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie (herschikt)\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0423y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie (herschikt)\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0422y.jpg

Een strijdwagen met een paardenmenner, menselijke figuren in hun dagdagelijkse bezigheden, …

Ook wij krijgen geregeld ons natje en ons droogje. Daar zorgt de immer toegewijde kok Sahebi wel voor. Onder een overhangende rots kunnen we niet alleen van ons ochtendtheetje genieten, maar ook van eeuwenoude beelden van kamelen, giraffen, hagedissen – naast vrij recente Toeareginscripties. Tientallen menselijke figuren zijn er in hun dagdagelijkse bezigheden afgebeeld. Duidelijk herkenbaar is ditmaal een afbeelding van een strijdwagen met een paardenmenner die driftig zijn zweep hanteert. En er figureert zelfs een struisvogel op de rotswand, helemaal in het wit.

Over een steile zandhelling tussen twee donkere rotsmassieven dirigeert Said de jeeps naar boven. Petrogliefen of rotstekeningen hebben we hier niet te verwachten, wel de hut van Mgar, een oude bekende van Said. Mgar is Toeareg, hij kent deze woestijn als zijn broekzak. Toen Fabrizio Mori in de jaren vijftig de petrogliefen en de rotstekeningen van Fezzan begon te inventariseren, was Mgar de geknipte figuur om hem in die speurtocht bij te staan. Ook Said zag de samenwerking met Mgar wel zitten bij de research voor zijn boekje.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0412y.jpg

Mgar is Toeareg, hij kent deze woestijn als zijn broekzak

Vele jaren later begint Mgars leeftijd nu met het cijfer negen. Maar de woestijn achter zich laten, dat komt nog steeds niet in zijn hoofd op. Zijn hut is uit bladeren van palmbomen opgetrokken, het is er opvallend koel. Als een soort amulet heeft hij een koperen houder met een Korantekst rond zijn nek hangen, in zijn hand houdt hij manmoedig een speer. Rond zijn hoofd heeft hij een donkere tagelmust gewikkeld, het traditionele hoofddeksel van de Toearegs dat niet alleen het hoofd bedekt, maar ook het inademen van zand belet.

Bij de Toearegs zijn het de mannen die hun gezicht moeten bedekken, niet de vrouwen

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0413y.jpg

Mgar

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie (herschikt)\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0416y.jpg

Foto’s nemen, daar heeft Mgar geen bezwaar tegen. Toch niet als je vooraf 10 dinar afdokt – nota bene het dubbele van wat ze in de archeologische sites aan de Libische kust vragen. En dan liefst zonder flash, want daar kunnen zijn ogen niet meer tegen. Zonder morren stoppen we hem het geld toe, terwijl Said hem gauw nog enkele pakjes koekjes aanreikt. Wat Mgar midden de woestijn met geld en koekjes aan moet, is ons niet meteen duidelijk. Maar Said weet beter. Mgars kinderen hebben deze contreien al vele jaren geleden verlaten om in het noorden meer comfortabele oorden op te zoeken. Af en toe komen ze nog eens met de kleinkinderen op bezoek. En dan heeft opa graag wat cadeautjes bij de hand.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0427y.jpg

 

Over een zwarte grindvlakte gaat het nu verder. Vervolgens dwars door een uitgestrekte zandzee. Kennelijk zijn we een beetje op de dool, want de jeeps zijn rondjes aan het draaien. Niets aan de hand, bij een solitair boompje vraagt Said raad aan een Toearegherderinnetje. Dat is al ons tweede menselijke wezen vandaag, het is verrassend druk in de woestijn. Ze heeft een tiental geitjes onder haar hoede.

Een sluier draagt ze niet. Vreemd is dat, bij de Toearegs zijn het de mannen die hun gezicht moeten bedekken, niet de vrouwen. De tagelmust dient immers niet alleen om het woestijnzand te weren, maar vormt ook een belangrijk symbool binnen de rigide sociale hiërarchie. Als man word je immers niet geacht je neus of je mond te tonen aan iemand die hoger op de maatschappelijke ladder staat.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0434y.jpg

 

Wadi Tashwinnat blijft ons op een nimmer eindigende afwisseling vergasten van keien en zand, zand en keien. Dat Akra de weg niet kent en er niet in slaagt visueel contact te houden met de jeeps van Mohammed en Ali, verbaast ons al niet meer. Maar hij laat zich niet uit het lood slaan. Door enkele stevige duinen te dwarsen, hoopt hij stiekem zijn achterstand te reduceren. Maar hij vergist zich schromelijk. De duin laat zich niet temmen, ze blijkt een maatje te groot voor zijn aftandse Rover. Viermaal gaan we met veel gedruis naar boven, viermaal stranden we op anderhalve meter van de kam, viermaal laten we ons onverrichter zake terug naar beneden zakken.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0428y.jpg

Wadi Tashwinnat

Er zit niets anders op dan naar de open vlakte terug te keren, ons daar goed zichtbaar op te stellen en vervolgens op Mohammed te wachten. Die doorkruist ondertussen mopperend een aanpalende wadi, vergeefs op zoek naar zijn slome dorpsgenoot. Tot verse jeepsporen in het woestijnzand hem uiteindelijk op het juiste pad zetten. De bewoordingen waarmee Mohammed Akra bij het weerzien begroet, zal je in de Koran vergeefs zoeken.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0432y.jpg

 

Zoals onze ogen niet kunnen weerstaan aan de fabelachtige landschappen, zo worden onze oren gefascineerd door de exotische geluiden van de Rover. Steeds meer gaat dat op het gerammel van oud ijzer lijken. Pas als er boven de motorkap wolkjes waterdamp verschijnen, acht Akra het opportuun eens op onderzoek uit te gaan. De schuldige is snel gevonden – een aanvoerbuisje van de radiator vertoont een barst. Niets aan de hand, Akra heeft nog een derdehands buisje liggen dat hij in een oogwenk monteert. Slechts een kleine aanpassing, verzekert hij ons. Het oorspronkelijke buisje is amper 15 cm lang en vertoont een gat van een centimeter groot, maar wordt toch zorgvuldig in een hoekje onder de motorkap weggeborgen – je weet maar nooit dat het nog eens van pas komt.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0417y.jpg

Pootjes optillen in het hete zand

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0433y.jpg

Een kleine aanpassing, meer niet

De ventilator die de radiator zou moeten koelen, is niets meer dan een stompe as – alle ventilatorbladen zijn afgebroken

Maar er is meer aan de hand. Een blik onder de motorkap van de Rover heeft ons geleerd dat de ventilator die de radiator zou moeten koelen, niets meer dan een stompe as is – alle ventilatorbladen zijn afgebroken. In een flits realiseren we ons nu wat de ware aard is van het stuk metaal dat Mohammed al die tijd als een trofee op zijn dashboard koestert. Het is één van de ventilatorbladen van Akra’s Rover.

Gedane zaken nemen geen keer, we moeten verder. Om de dorstige radiator te laven, offeren we zowel ons sanitair water als ons mineraalwater op. Een half uur later zijn we dan toch weer de hort op. Heel even sputtert de motor nog als een tweetaktmotor, maar al gauw komt het vertrouwde geronk van de afgelopen dagen bovendrijven. Veiligheidshalve neemt Mohammed in ons colonnetje de tweede positie in, netjes achter Akra’s kwakkelende jeep.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0446y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0447y.jpg

 

Mohammeds inkeer blijkt van korte duur te zijn. Vrij spoedig is het silhouet van zijn jeep herleid tot een punt aan de horizon. Een half uur later moet hij water bijvullen en kan Akra weer heel even bijbenen. Een heus maanlandschap is dit, met rechts in de verte de duinen van Idehan Murzuq. Mohammed racet vlot over de keien aan de rand van de vlakte. Akra daarentegen opteert voor het centrum en stoot daar voortdurend op grote rotsblokken, struiken en andere hindernissen.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0437y.jpg

 

Een sikkelvormige duin in de prachtige zandwoestijn van Ramlet Win Kaza, meer moet dat niet zijn voor ons tentenkamp. Er is volop licht en geen wind. Het oprichten van de tenten zou dus van een leien dakje moeten lopen. Mooi niet. In het ragfijne zand krijgen de piketten van de tent niet de minste houvast. Rotsblokken zijn in geen velden of wegen te bespeuren. Dan bedelven we de randen van het tentzeil maar onder kilo’s zand.

Terwijl Sahebi in zijn potten roert, gaat Akra onder zijn motorkap aan de slag. Kennelijk is hij er niet helemaal gerust in, al laat hij dat niet blijken. Een radiator koelen met een ventilator zonder wieken, voor ons lijkt dat een onoplosbaar probleem. Maar niet voor Akra. Per slot van rekening zijn er nog altijd de ventilatoren van de luchtkoeling van de passagiersruimte. Die hebben we niet nodig, vermits de ramen altijd open staan, en ze functioneren zoals het hoort. Het is slechts een kleine aanpassing, verzekert hij ons, om die ventilatoren als koeling voor de radiator in te zetten. Meer nog, hij zal nu met een schakelaar de koeling van de radiator hoger en lager kunnen zetten. Stel je voor, wat een luxe. Wat later buigen we ons over de Libische soep en de couscous.

 

* * * * *

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0441b.jpg

Een sikkelvormige duin in de prachtige zandwoestijn van Ramlet Win Kaza, meer moet dat niet zijn voor ons tentenkamp

Noordoostwaarts gaat het nu, langs de rand van Idehan Ubari. Zo volmaakt rimpelloos is het ongerepte woestijnzand, dat elke textuur ontbreekt. Ogen noch fototoestellen kunnen op het terrein scherpstellen, oneffenheden zijn quasi niet te herkennen. Dat de piste toch niet zo vlak is als het lijkt, daar herinnert het hotsen en botsen van de jeep ons voortdurend aan.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0439y.jpg

Zonsondergang boven Ramlet Win Kaza

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0443y.jpg

Ook de gevreesde fesj-fesj speelt ons parten, het ultrafijne woestijnzand dat één van de grootste nachtmerries van Dakarrijders vormt. Ontelbare jaren van erosie hebben dit zand van zijn korrelachtige structuur ontdaan en tot een poederachtige substantie herleid die nog het best met talkpoeder te vergelijken is. Vormt fesj-fesj een dun laagje op een rots, dan is het spekglad. Hoopt het zich in een diepe kuil op, dan is het in feite drijfzand zonder water – je jeep zakt er gewoon in weg.

Hoopt de gevreesde fesj-fesj zich in een diepe kuil op, dan is het in feite drijfzand zonder water

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0438y.jpg

 

Zulk lot blijft ons voorlopig bespaard, al doet een kletterend geluid aan de achterkant van de jeep nieuw onheil vermoeden. De rechtse achterband heeft een scherpe steen opgepikt. Akra haalt zijn schouders op. Niets aan de hand, oordeelt hij, want we kunnen nog rijden. Zodra we de anderen vervoegen, parkeert hij zijn Rover naast de keukenjeep van Ali. Hij schroeft een bougie van diens jeep los, sluit er een darm met manometer op aan en verbindt deze met het luchtventiel van zijn band. Met draaiende motor pompt de keukenjeep Akra’s band langzaam maar zeker op. Drie kwartier later rijden we verder, met in onze rechter achterband een ontploffingsmengsel van lucht en benzine.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0448y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0451y.jpg

Een kleine aanpassing, meer niet

Zo bereiken we Al Awaynat. Voor het eerst in vier dagen krijgen we nog eens asfalt onder de wielen. In een vlotte vaart zoeven we noordoostwaarts richting Garama en Ubari. Oriëntatieproblemen zullen we nu niet meer hebben, want dit is letterlijk de enige asfaltweg in dit deel van Fezzan. Toch haalt Akra tot onze verbazing plots een kompas boven, net nu we het heel zeker niet nodig hebben.

Als wilde meloenen liggen de gele vruchten van enkele kolokwinten over het terrein verspreid

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0453y.jpg

Kolokwinten

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0454y.jpg

Woestijnsprinkhaan

Lunchen doen we te midden van de zilte resten van een uitgedroogde wadi. Over de vlakte giert een flinke wind, maar we zijn erger gewend. Als wilde meloenen liggen de gele vruchten van enkele kolokwinten over het terrein verspreid. Van extreme hitte of grote droogte trekken deze planten zich geen moer aan. Hun vlezige wortels weten diep onder de grond voldoende water te vinden. Lekker zijn ze niet, deze bittere vruchten, maar Said heeft wel lovende woorden voor hun sterke laxerende werking. Maar het is oppassen geblazen, want de pulp is giftig, voegt hij eraan toe. Geef ons dan toch maar het heerlijke tonijnslaatje van Sahebi.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\09 Tadrart Akakus\Best Of\Libi0445y.jpg

 

In één ruk gaat het nu naar Ubari, waar we even na vier arriveren. Said doet wat inkopen, het ziet er naar uit dat we morgenvroeg eieren bij het ontbijt zullen krijgen. De asfaltweg laten we achter ons, we trekken verder noordwaarts. Een stevig duinenlandschap scheidt ons van onze nachtelijke kampplaats. Lucht wordt uit de banden gelaten, Akra giet een extra scheut water in zijn radiator en hopla, de rollercoaster door het woestijnzand gaat van start. Behoorlijk taaie knapen zijn het soms, die steile duinen. Vaak moeten de jeeps een flinke aanloop nemen. Soms is de kam van de duin zo scherp dat de jeep letterlijk op haar chassis over de kam kantelt vooraleer de voorste wielen hun grip vinden in het zand aan de andere kant.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\10 Ubarimeren\Best Of\Libi0458y.jpg

 

Stellen dat onze aftandse Rover het daar soms moeilijk mee heeft, is als een open deur intrappen. Eén duin lijkt echt te hoog gegrepen. Drie pogingen op rij mislukken, telkens bijt de jeep op een zucht van de top in het zand. Niets aan de hand, aldus Akra. Hij laat nog wat meer lucht uit de banden en slaagt er vervolgens tot ieders verbazing in om met een rotvaart de top te bereiken. Fier meldt Said van op de achterbank dat de eieren nog gaaf zijn – veiligheidshalve koestert hij die in zijn schoot.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\10 Ubarimeren\Best Of\Libi0459y.jpg

Een subtiel patroon van licht en schaduw, grillig en sierlijk tegelijkertijd

Dat alles belet ons niet om ten volle van het fascinerende duinenlandschap te genieten. Woestijnen heb je in alle maten, vormen en kleuren. Dat lesje hebben we ondertussen wel geleerd. Ook zonder zandduinen hebben we ons al die tijd door betoverende woestijnlandschappen laten meeslepen. Maar dat is nu eenmaal de archetypische voorstelling die wij westerlingen van een woestijn hebben – eindeloze rijen zandduinen. Laat dat nu net het decor zijn waarin we terechtgekomen zijn. Naar alle kanten strekken de ongerepte duinen zich uit. Over hun messcherpe kammen werpt de lage zon haar warme stralen en schildert een subtiel patroon van licht en schaduw, grillig en sierlijk tegelijkertijd.

Rustig trekken we de tenten op, terwijl Akra zoals gebruikelijk onder zijn motorkap morrelt. Want te midden van al die heisa is de schakelaar waarmee hij de koeling van zijn radiator aanstuurt, zoek geraakt. Door een gat in het dashboard – vermoedelijk heeft daar ooit de contactsleutel gezeten – steekt hij twee koperdraadjes zodat hij ze binnen handbereik heeft. De ventilatoren inschakelen wordt nu een makkie, legt hij uit. Het enige wat hij moet doen, is tijdens het rijden de blote uiteinden van die draden met de vingers tegen elkaar drukken. Niets om zich zorgen over te maken, verzekert hij ons. Wat later buigen we ons over de Libische soep en de couscous.

 

* * * * *

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\10 Ubarimeren\Best Of\Libi0463y.jpg

 

Bij het ontwaken scheren de vroege zonnestralen laag over de hoge duinen. Het is even schrikken als onze tent plat gaat, want een vreemd wezen rent plots schichtig van onder het tentzeil vandaan. Een gerbil is dat, weet Akra, een woestijnrat met achterpoten die ongeveer vijf keer zo lang zijn als haar voorpoten. Het lijkt wel een piepkleine kangoeroe. Loopt het diertje snel, dan gebruikt het enkel zijn achterpoten. Loopt het traag, dan gebruikt het beurtelings zijn voorpoten en zijn achterpoten. Zijn spoor lijkt dan bijna op dat van een dier met drie poten, omdat de voorpoten dicht bij elkaar landen. Gerbils komen enkel ‘s nachts tevoorschijn, want extreme hitte, daar houden ze niet. Kennelijk had dit exemplaar zich vannacht onder onze tent verschanst – zijn holletje is nog zichtbaar in het zand.

Met één oog op het oneffen terrein en het andere oog op de water- en oliethermometers, met de linkerhand losjes op het stuur en de rechterhand frunnikend aan de balsturige koperdraadjes, host Akra onverstoorbaar door de duinen. Dan duikt plots het Mafoumeer op, een sikkelvormig meertje omgeven door riet en enkele palmbomen.

Een unicum is het niet, dit meertje. Verspreid over het zuidelijk deel van de Idehan Ubari kan je er nog een twintigtal aantreffen. Afgezien van hun idyllisch karakter hebben ze niet veel bijzonders te bieden. Ware het niet dat ze zich midden in de woestijn bevinden, in een land zonder ook maar één rivier.

Verspreid over het zuidelijk deel van de Idehan Ubari kan je een twintigtal dergelijke meertjes aantreffen

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\10 Ubarimeren\Best Of\Libi0471y.jpg

Idehan Ubari

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\10 Ubarimeren\Best Of\Libi0467y.jpg

Meer van Umm al-Maa

Toeval is dat niet. Tweehonderdduizend jaar geleden bevond zich hier immers de Megafezzan, een enorm meer met een oppervlakte vier keer zo groot als die van België. Verder naar het noorden kon je toen het Tsjaadmeer aantreffen, dat nog een stuk groter was. En ergens in het grensland tussen Libië en Tunesië moet zich het magische Tritonmeer bevonden hebben. Waar precies, dat weten we niet, maar over het bestaan ervan bestaat niet de minste twijfel. Zelfs de Griekse historicus Herodotos vermeldt het in zijn geschriften.

Van die natte Sahara vormen deze idyllische meertjes de laatste restanten. Het zoutgehalte van het water is met dat van de Dode Zee vergelijkbaar – een zwemmer blijft er dus probleemloos in drijven. De verklaring daarvoor is klassiek. Enerzijds heb je de verdamping die zich hier in een ijltempo voltrekt. Anderzijds wordt er geen vers water aangevoerd, want rivieren zijn er niet en regenen doet het hier niet. De concentratie van de mineralen in het water wordt dus almaar groter. Die snelle verwarming verklaart ook waarom het water aan het oppervlak kouder is dan pakweg een halve meter diep. Door de verdamping wordt immers warmte aan het oppervlaktewater onttrokken.

Voor deze meertjes loert het gevaar op volledige uitdroging dan ook voortdurend om de hoek. Daar kan het Tsjaadmeer van meespreken. Had dit meer in de jaren zestig van de vorige eeuw nog een oppervlakte van 26 000 km² – bijna zo groot als België dus – dan blijkt het tegenwoordig al tot een schamele 1 500 km² herleid te zijn.

Akra heeft andere besognes. Dat hij tijdens het rijden constant met die koperdraadjes in zijn hand zit, begint hem behoorlijk op de heupen te werken. Van de korte pauze bij het Mafoumeer maakt hij gebruik om even onder de motorkap te duiken. De ventilatoren rechtstreeks op de batterij aansluiten blijkt de geknipte oplossing voor het probleem. Voortaan draaien die ventilatoren dus permanent. Wel niet vergeten die draadjes vanavond los te koppelen, want anders staat morgenvroeg de batterij plat.

Voor deze meertjes loert het gevaar op volledige uitdroging voortdurend om de hoek

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\10 Ubarimeren\Best Of\Libi0468y.jpg

Gaberounmeer

Amper vier kilometer verder stoten we op het Gaberounmeer, wellicht het mooiste van de Ubarimeren. En alleszins het grootste, 300 m lang, 250 m breed. Een hoge zandduin rijst aan de zuidkant op, aan de noordkant staan ruïnes van een eeuwenoude nederzetting tussen de palmbomen. Stenen huizen waren dat, gebouwd uit een mengsel van zand en zout. Tot voor kort was Gaberoun een levendige oase. Een zekere A’awn moet er een belangrijke notabele geweest zijn, want letterlijk betekent Gaberoun het graf van A’awn.

In het zilte water van deze meertjes voelen pekelkreeftjes zich thuis. Vrij primitieve, garnaalachtige wezentjes zijn dat, die je overal ter wereld in arctische meren, bergmeren of zoutmeren zoals hier kan aantreffen. Voor de plaatselijke Toearegs waren die pekelkreeftjes een belangrijke bron van inkomsten. Ze vermaalden de beestjes tot een soort pasta en maakten daar dan een cake van. Die verkochten ze aan de karavanen die door de woestijn trokken. Ze hielden er zelfs hun naam aan over – Dawada of wormeters.

De Toearegs vermaalden de pekelkreeftjes tot een soort pasta en maakten daar dan een cake van

Maar van achter hun bureautjes waren overheidsambtenaren tot de bevinding gekomen dat de mensen hier niet gelukkig waren. Een twintigtal kilometer zuidwaarts lieten ze langs de asfaltweg nieuwe woningen optrekken. In 1991 werden de Dawada vriendelijk verzocht daar hun intrek te nemen. Wie dat niet zag zitten, werd een beetje aangemoedigd door het leger. Sedertdien staat de nederzetting leeg, op wat toeristische activiteit na.

Said gunt ons een uurtje verpozing. We zwemmen wat in het zoute water of beklimmen de hoogste duin om daar vast te stellen dat achter elke hoogste duin steeds een duin ligt die nog hoger is.

Op zoek naar het volgende meertje staan we na amper een half uur stil. De motor van de Rover rammelt als oud ijzer, de temperatuur van de olie zit ruim in het rood, water om de radiator aan te vullen hebben we niet meer. Niets aan de hand, aldus Akra, gewoon tien minuutjes wachten. Dan zal de motor voldoende afgekoeld zijn om verder te rijden. Zo gezegd, zo gedaan. Tegen alle verwachtingen in bereiken we zonder verdere problemen het Umm Al Maa-meer, waar de keukenjeep zich al geïnstalleerd heeft.

Gewoon tien minuutjes wachten, dan zal de motor voldoende afgekoeld zijn om verder te rijden

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\10 Ubarimeren\Best Of\Libi0470y.jpg

Een kleine aanpassing, meer niet

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\2005-03-26 Libie\10 Ubarimeren\Best Of\Libi0466y.jpg

Dadelpalm

Onder een schaduwrijke dadelpalm installeren we ons om van Sahebi’s voortreffelijke keuken te genieten. Ondertussen morrelt Akra wat onder zijn motorkap. Ruitenwissers heb je in de woestijn niet nodig, legt hij uit – een redenering waar wij geen speld tussen krijgen. Dus koppelt hij het waterreservoir van de ruitenwissers los en monteert een nieuw darmpje dat het water van de ruitenwissers over zijn radiator sproeit. Met een simpele druk op de schakelaar van zijn ruitenwisser kan hij nu koelwater over zijn radiator sproeien. Dat heeft hij toch maar weer mooi voor elkaar gekregen. Hij glundert.

Of hij niet eens zou overwegen om een nieuwe ventilator te installeren? Verongelijkt kijkt hij me aan, een beetje boos zelfs. Heeft hij tot nu toe niet elk probleem kunnen oplossen? Met niet meer dan een kleine aanpassing? In de toekomst zal dat niet anders zijn, Inch’allah.

Top

Jaak Palmans

© 2013, 2019 | Versie 2022-07-15 14:10

 

 

 

 

 

| Versie 2022-07-15 14:10