English version

Boven de vijfduizend meter

India | Anno 1995

 

Dinsdag 25 juli | Kaza – Jispa

Woensdag 26 juli | Jispa – Brandy Nallah

Donderdag 27 juli | Brandy Nallah – Leh

 

D:\DataReizen\Pacomaja\Ontwikkeling\11 India (herschikt bis)\Reisverhaal\Bronversies\1104 (png) KazaLeh.png

 

Dinsdag 25 juli | Kaza – Jispa

Middernacht. Door de stoffige straten van Kaza verdwijnt de vrachtwagen van kolonel Pardhan met onze voorraden en onze bagage waggelend de duisternis in. Zelf mogen we nog flink wat uurtjes slapen voor we in zijn spoor zullen volgen. Drie dagen zal het duren vooraleer we onze eindbestemming Leh in Ladakh zullen bereiken, bijna 550 km hiervandaan. Eerst moeten we weerom de Kunzum La over. Daarna gaat het noordwaarts via de Leh-Manali Highway, een traject dat ons over vier bergpassen van om en bij vijfduizend meter zal voeren.

Een traject dat ons over vier bergpassen van om en bij vijfduizend meter zal voeren

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0264y.jpg

Kaza

Geen alledaagse klus dus. Als we zonder al te veel moeite over de Kunzum La geraken, zijn alle problemen achter de rug, voorspelt Anup. De stralende zon laat er alvast geen twijfel over bestaan – het weer zal ons geen strobreed in de weg leggen. Hopen we.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0268y.jpg

Spitivallei

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0270y.jpg

Het moet gezegd, de rit naar de Kunzum La verloopt vlekkeloos. Minder dan drieënhalf uur na ons vertrek staan we boven. Hoe moeizaam onze jeeps drie dagen geleden in volle duisternis door modderstromen naar beneden zwalpten, zo gezwind sjezen ze nu op klaarlichte dag naar boven. Obstakels die naam waardig zijn er niet. Want een kudde geiten die de weg als hun onloochenbaar territorium beschouwen of een kudde jaks die een bruggetje inpalmen kan je bezwaarlijk een obstakel noemen.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0271y.jpg

Geiten…

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0275y.jpg

…en jaks op pad

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0266y.jpg

Feeërieke erosie

Eventjes koesteren we ons moment op deze hoge bergpas, er zorgvuldig over wakend geen edelweiss te vertrappen. In de verte gloren de CB12, de CB13A en de CB16 onder een stralende ochtendzon. Stuk voor stuk rijzen ze boven zesduizend meter uit, deze besneeuwde pieken van de Chandra Bhaga Range. Alles samen zijn het er zoveel – een heel eind in de dertig – dat ze geen namen, maar nummers gekregen hebben.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0295y.jpg

Chandravallei

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0288y.jpg

Zelfs de minste regenval kan modderstromen en grondverschuivingen veroorzaken

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0274y.jpg

Chandravallei

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0289y.jpg

Een uurtje later is ook de afdaling achter de rug en volgen we de Chandra stroomafwaarts. Vrij snel maakt nu de Bara Sighri-gletsjer weerom zijn opwachting.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0277y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0286y.jpg

Bara Sighri-gletsjer

Dan duikt naast de weg plots de vrachtwagen van de kolonel op. Beter kon zijn timing niet zijn, we arriveren er klokslag twaalf uur. Hij legt ons in de watten, onze welgemutste duivel-doet-al. Te midden van deze steenwoestijn heeft hij op de oever dan toch een gerieflijke strook groen ontdekt. Een heerlijke lunch, drankjes gekoeld in het ijswater van de rivier, een tentje voor het geval het mocht beginnen te regenen en als finishing touch een rij stapstenen door de rivier voor wie bij hoge nood privacy wil opzoeken – meer moet dat niet zijn voor ons.

Maar de pret is van korte duur. Wat later begint het lichtjes te regenen. De weg is behoorlijk glibberig nu. Zelfs de minste regenval kan modderstromen en grondverschuivingen veroorzaken. Geregeld klatert helder rivierwater over de weg.

Even voor drie bereiken we in Gramphu de Leh-Manali Highway, wat later houden we halt voor de controlepost van Koksar. Veel volk, luide muziek, lawaaierige trucks en bussen – dat zijn we niet meer gewend. Geef ons maar jaks en geiten. Op onze reispassen en visa is niets aan te merken, een half uurtje later mogen we onze weg voortzetten.

Dat laatste blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Gisteren nog was de weg ter hoogte van Rumpan Nallah volledig afgesloten. Pas vanmorgen heeft een bulldozer het pad geëffend, maar her en der is de ravage nog zichtbaar. Het zijn geen keien die over de weg verstrooid liggen, het zijn heuse rotsblokken waartussen de jeeps moeten slalommen.

Een man klimt op het rotsblok, haalt breed uit met de hamer en drijft de beitel millimeter per millimeter dieper het rotsblok in

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0296y.jpg

Rumpan Nallah

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0298y.jpg

Alras daagt er eentje op dat een maatje te groot blijkt te zijn. De joekel weegt naar schatting minstens een halve ton en heeft zich midden op de weg geposteerd. Er is geen doorkomen aan. Uit de buzz van de chauffeurs begrijpt Anup dat dit het resultaat zou zijn van pogingen van het Indiase leger om met dynamiet de loop van het riviertje te wijzigen.

Een tiental chauffeurs gaan het obstakel met veel enthousiasme en weinig hulpmiddelen te lijf. Drie koevoeten is alles wat ze hebben. Veel geroep en getier, geduw en getrek ten spijt geeft het rotsblok geen kik. Dan komen een hamer en een beitel in beeld. Een man neemt het voortouw, klimt op het rotsblok, steekt de beitel in een barst, haalt breed uit met de hamer en drijft de beitel millimeter per millimeter dieper het rotsblok in. Een paar dozijn toeschouwers staan er van dichtbij op toe te kijken, zonder enige vorm van bescherming. Onder luid gejuich barst het rotsblok uiteindelijk in twee. Met veel moeite worden beide brokstukken dan toch aan de kant geduwd. Het hele oponthoud heeft amper een uur geduurd. This is India.

Verderop ligt midden op de weg het kadaver te rotten van een aangereden ezel, de poten languit voor zich uitgestrekt. Met een boogje rijd je er makkelijk omheen. Opruimen hoeft dus niet, laat de natuur maar haar werk doen.

Tandi is de plek waar de Chandra met de Bhaga samenvloeit. Zo ontstaat de Chenab, een van de vijf machtige rivieren van de Punjab, bijna duizend kilometer lang. De slagader van de Punjab wordt ze weleens genoemd.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0300y.jpg

Bhagavallei

De jeeps wenden het stuur nu noordoostwaarts. De komende vierentwintig uur zal de vallei van de Bhaga onze biotoop zijn. Stroomopwaarts zullen we de rivier volgen tot helemaal aan de bron. Dat begint al meteen met een flinke klim naar Keylong, want we hebben zevenhonderd hoogtemeters te overwinnen.

Waar haal je in hemelsnaam op dit uur nog een wisselstuk voor een vrachtwagen vandaan?

Dan duikt in het halfduister plots een nieuw obstakel op. Ditmaal is het een vrachtwagen die de weg verspert. Gebroken stuur, zo luidt de diagnose van de chauffeur. De moed zinkt ons in de schoenen. Het is al zeven uur voorbij. Waar haal je in hemelsnaam op dit uur nog een wisselstuk voor een vrachtwagen vandaan?

Voorbarige onrust, zo blijkt. Amper tien minuten later is het stuur gerepareerd. De technische details van dat exploot, daar durven we niet eens naar vragen. Met een mix van opluchting en verbijstering zetten we onze weg voort – opluchting omdat het oponthoud zo snel verholpen was, verbijstering omdat we van dichtbij gezien hebben in welke staat deze trucks zich bevinden.

Weten wij veel dat deze plek volgend jaar door een aardverschuiving van de kaart geveegd zal worden

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0301y.jpg

Tentenkamp van Jispa

Half acht is het als we in het tentenkamp van Jispa arriveren, onze eerste etappeplaats langs de Leh-Manali Highway, 3 142 m boven de zeespiegel. Het is bijna donker als we door het zompige gras naar onze tenten stappen. Weten wij veel dat deze plek volgend jaar door een aardverschuiving van de kaart geveegd zal worden.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0306y.jpg

Bhagarivier

 

Woensdag 26 juli | Jispa – Brandy Nallah

De zware regens en de bittere kou ten spijt slapen we uitstekend in onze tenten. In de warme ochtendzon is het zelfs heerlijk ontbijten. Een rustige dag wordt het vandaag, met slechts één bergpas voor de boeg. Want we kunnen er niet meer omheen, ons road book is te ambitieus.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0312y.jpg

We kunnen er niet meer omheen, ons road book is te ambitieus. Bijsturing dringt zich op

Bijsturing dringt zich op. Straks zullen we daarom niet zoals gepland in Pang overnachten, maar in het nabijer gelegen Brandy Nallah. Zo brengen we de dagetappe terug van 160 km naar 110 km. En wat meer is, zo schuiven we twee zware bergpassen door naar de etappe van morgen. Tijd zat dus om rustig van het landschap te genieten. Dat de politiecontrolepost van Darcha vijfentwintig minuten nodig heeft om onze visa te controleren, raakt onze koude kleren niet meer.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0307y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0308y.jpg

Telkens tankwagens of trucks elkaar kruisen, is dat een hachelijke onderneming

Het weer is veelbelovend, de toestand van de highway is dat niet. Modderstromen en bergriviertjes kruisen ons pad dat het een lieve lust is. Vaak is het niet meer dan een onverharde piste waarover we rijden, één rijstrook breed. Andere voertuigen dan tankwagens en trucks zie je nauwelijks. Telkens ze elkaar kruisen, is dat een hachelijke onderneming.

Toch is ze voor Ladakh van levensbelang, deze bevoorradingsroute vanuit het zuiden. Over land biedt alleen de route vanuit Kasjmir een alternatief – van Srinagar via Kargil naar Leh, een afstand van 434 km. Geen evidente keuze, gezien de voortdurende spanningen tussen hindoes en moslims in het woelige Kasjmir. Wat wij echter niet weten is dat zopas in Kargil drie bruggen weggespoeld zijn. Wil je naar Leh, dan is er momenteel dus geen enkel alternatief voor ons traject.

Wat wij echter niet weten is dat zopas in Kargil drie bruggen weggespoeld zijn

Even voor twaalf bereiken we Deepak Tal, 3 750 m hoog. In het zonovergoten landschap ligt het kristalheldere gletsjermeer er fabelachtig, maar nogal rimpelig bij. Van de fotogenieke reflecties waar dit meer een patent op heeft, is vandaag geen sprake. Daar heeft de gierende wind een stokje voor gestoken.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0313y.jpg

Naar de Baralacha La

Door het imposante landschap zetten we onze weg verder. De top van de Baralacha La zit er aan te komen, de eerste van de vier hoge bergpassen. Nog iets meer dan elfhonderd hoogtemeters hebben we te overwinnen. De aanloop naar de pas kondigt zich alvast schitterend aan.

Het is vreemd opkijken wanneer we plots de kolonel tussen de resten van een stenen omheining ontwaren. Een lege maag, daar heb je niet veel aan als je daarboven in de kou staat, moet hij gedacht hebben. Dus heeft hij deze plek – waarschijnlijk de enige vorm van beschutting die je mijlenver in de omtrek vindt – benut om er zijn lunchkwartier in te richten. De kille wind giert ons rond de oren, de Bhaga stort zich met wild geraas achter ons naar beneden, maar de lunch is voortreffelijk en het decor onovertroffen.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0316y.jpg

Suraj Tal

Gestaag klimmen we door de vallei van de Bhaga verder omhoog. Haarspeldbochten volgen de een na de ander. Weer daagt er een gletsjermeer op. Het is Suraj Tal, het meer van de Zon, 4 750 m boven de zeespiegel. Vanwege haar unieke ligging wordt ze als heilig beschouwd, deze watermassa van bijna een kilometer lang. Velen noemen haar de bron van de Bhaga. Helemaal correct is dat niet, het beekje moet hogerop ergens ontspringen. Maar men vermoedt wel dat er een ondergrondse verbinding is.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0322y.jpg

De laatste loodjes blijken niet eens de zwaarste te zijn

De laatste loodjes blijken niet eens de zwaarste te zijn. Half drie is het als we op de top van de Baralacha La staan, een brede zadelrug met zijn 4 890 m net iets hoger dan de Mont Blanc. Het is er winderig en koud, het regent een beetje, maar de edelweiss staat er in volle bloei.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0319y.jpg

Baralacha La (4 890 m) met cairns

Twee met zorg gestapelde steenhopen of cairns markeren de top. Gebedswimpels vol mantra’s flapperen heftig in de wind. Bij elke beweging die zo’n wimpel maakt – en dat zijn er nogal wat – stijgen die mantra’s ten hemel alsof ze door mensen gepreveld zijn. Zo weten reizigers zich al eeuwenlang door de goden beschermd als ze deze gevaarlijke tocht ondernemen. Oorspronkelijk moet dat een bont spektakel van de vijf boeddhistische kleuren geweest zijn – blauw, wit, rood, groen en geel. Maar ondertussen zijn dat rafelige, kleurloze lappen geworden. Op deze hoogte kennen uv-stralen, winden en temperatuurverschillen geen genade.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0321y.jpg

Edelweiss

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0323y.jpg

Een ruwe afdaling volgt nu, de onverharde weg wordt er niet beter op, maar river crossings hebben we op deze hoogte niet te duchten. Rechts houdt de prille loop van de Yunam ons gezelschap. Aan de horizon domineren diepblauwe, scherpe rotsmassieven, hun flanken en hun top met flarden eeuwige sneeuw bedekt.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0324y.jpg

 

In een bocht daagt een kamp met een zevental tenten op. Bharatpur City, zo noemt de chauffeur de plek met een mix van respect en milde spot.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0327y.jpg

Tentenkamp van Bharatpur City

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0329y.jpg

Bergmarmot

Dan waaiert de vallei uit tot een brede vlakte geflankeerd door naakte bergen die de wintersneeuw al enige tijd van zich afgeschud hebben. Onderaan hun flank, waar zich het puin van de hellingen verzamelt, kleurt de steenwoestijn verrassend groen. Daar, tussen het weelderige gras, voelen bergmarmotten zich thuis. Fluitend signaleren ze de komst van onze lawaaierige jeeps aan al wie dat horen wil, voor ze opgewonden in hun holletjes verdwijnen.

Al vele duizenden jaren is de Yunam bezig zich een bedding te graven door dit zachte sediment. Veel weerstand ondervindt ze niet, want het resultaat is een waterweg bijna zo recht als een kanaal. In een vlechtwerk van smalle beekjes stroomt het grijze smeltwater door het veel te brede rivierbed noordwaarts. Aan weerszijden rijzen de rivierwanden metershoog boven het water uit.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0328y.jpg

Alsof ze immuun zijn voor erosie sieren ze de rivierwanden als waren het pinakels op het dak van een gotische kathedraal

Jaar na jaar wordt de rivier wat breder, want elke lente neemt de zondvloed die zich uit de bergen naar beneden stort een flinke hap weg uit die zachte wanden. Toch slagen honderden kleine spitse pieken erin dat jaarlijkse geweld het hoofd te bieden. Alsof ze immuun zijn voor erosie sieren ze de rivierwanden als waren het pinakels op het dak van een gotische kathedraal.

Even na vier bereiken we Sarchu waar de Yunam in de Tsarap vloeit. Veel meer dan een dozijn dhaba’s en enkele tentenkampen waar je kan eten en kan slapen is het niet. Dat de nederzetting toch enig belang heeft, dankt ze vooral aan haar ligging – ongeveer halfweg tussen Leh en Manali. Wil je deze helse trip in twee dagen afleggen, dan strijk je hier neer voor de nacht.

Voor ons is dit vooral de plek waar we onze grensformaliteiten vervullen. Want een tiental kilometer verderop laten we de staat Himachal Pradesh achter ons en rijden we de staat Jammu en Kasjmir in. Een binnenlandse grensovergang dus, maar in dit land wordt dat ernstig genomen. Zo ernstig, dat het er weleens rommelt. Hoe onooglijk Sarchu ook lijkt, beide staten eisen de jurisdictie op.

Een beetje verrassend, een tentenkamp dat Brandy Nallah heet

Vrij spoedig zetten we onze rit voort, langs de brede Tsarap ditmaal. De vallei is zo mogelijk nog imposanter dan die van de Yunam daarstraks. Even voor vijf bereiken we het tentenkamp van Brandy Nallah, het eindpunt van onze tweede etappe. Met stip wordt dit onze hoogste overnachting ooit, 4 170 m boven het zeeniveau.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0332y.jpg

Tentenkamp van Brandy Nallah

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0333y.jpg

Een beetje verrassend, een tentenkamp dat Brandy Nallah heet. Maar Anup weet hoe dat komt. Iets verderop mondt Whisky Nallah in de Tsarap uit. Voor de dorstige reiziger smaakt het water van dat riviertje als whisky – vandaar die naam. Het tentenkamp naar dat riviertje noemen lag voor de hand. Maar dat kon niet, want aan de andere zijde van de bergpas was er al een tentenkamp met die naam. Dus opteerde men voor Brandy Nallah. Logisch toch?

 

 

Donderdag 27 juli | Brandy Nallah – Leh

Vijf uur in de ochtend. De bergen zitten in nevels verscholen, hier en daar ontwaren we laagjes verse sneeuw. Even de neus buiten de tent steken leert ons dat het bitter koud is daarbuiten. Hierbinnen trouwens ook. Toch is er geen ontkomen aan. Met een etappe van meer dan 220 km in het vooruitzicht dringt een vroege start zich op. Rillend herleiden we het ochtendritueel tot het strikt noodzakelijke. Meer dan een kattenwasje zit er niet in.

Op het dashboard branden twee wierookstokjes, de chauffeur heeft een gebedje gepreveld

Koude regen plenst op de voorruiten als onze colonne zich op gang trekt. Op het dashboard branden twee wierookstokjes, de chauffeur heeft een gebedje gepreveld. Niet verwonderlijk, we hebben de hoogste twee bergpassen voor de boeg. Een beetje hemelse bijstand is dan welkom.

Slechts een paar kilometer volgen we de Tsarap tot we aan de voet van de fameuze Gata Loops staan. Het spectaculairste deel van de route is dit. Eenentwintig haarspeldbochten gespreid over zeven kilometer brengen ons bijna vijfhonderd meter hoger, van 4 170 m naar 4 650 m. Naar verluidt spookt het op deze barre helling. In een niet zo ver verleden zou een chauffeur hier in de steek gelaten zijn en van honger, dorst en koude omgekomen zijn. Nog steeds kan je zijn geest soms om water zien bedelen.

Maar daar merken wij niets van. Van het adembenemende landschap evenmin. Naarmate we hoger klimmen, gaat de regen in sneeuw over. Het valt ons niet eens op dat we de Nakee La overschrijden, een bergpas van 4 739 m. In dit gigantische landschap is het niet meer dan een kleine rimpel in het reliëf.

Dan daagt op de oever van de Whisky Nallah het gelijknamige tentenkamp op. Het betere werk zit er nu aan te komen – de beklimming van onze eerste bergpas boven de vijfduizend. Hoe indrukwekkend dit hooggebergte ook is, echt spectaculair kan je de aanloop naar de Lachalung La niet noemen na alles wat we voorheen al gezien hebben. De grote hoogteverschillen liggen immers een eind achter ons.

Hoe indrukwekkend dit hooggebergte ook is, echt spectaculair kan je de aanloop naar de Lachalung La niet noemen

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0334y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0336y.jpg

Lachalung La (5 065 m)

Het is niet eens acht uur als we de top bereiken, 5 065 m boven de zeespiegel. Nevels hebben de bergpas in hun greep, we zien slechts een paar honderd meter ver. Vale gebedswimpels beladen met een laagje sneeuw hangen roerloos boven een rommelige cairn. Vandaag zullen hier geen mantra’s ten hemel stijgen. Maar ons krijg je niet stil, sneeuwballen vliegen in het rond.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0335y.jpg

Vale gebedswimpels beladen met een laagje sneeuw hangen roerloos boven een rommelige cairn

Een banaal beekje wijst ons de weg naar beneden. Ondertussen zouden we echter beter moeten weten. In deze monumentale omgeving is niets banaal, zelfs geen beekje. De kloof die deze Kangaljal Nallah in het zachte gesteente uitgeschuurd heeft, is ronduit overweldigend.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0338y.jpg

Kangaljal Nallah

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0339y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0340y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0342y.jpg

Kangaljal Nallah

Het lijkt wel een catalogus van erosievormen waarlangs we naar beneden denderen. Onze niet zo verstandige opmerkingen over het niet zo spectaculaire landschap, die slikken we maar beter in.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0344y.jpg

Tentenkamp van Pang

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0345y.jpg

Op een bruggetje over de Kanglajal Nallah staan we onder de blauwe hemel even van de stralende zon te genieten, minder dan drie kwartier nadat we de nevels met sneeuwballen probeerden te verdrijven. Even voor negen daagt Pang op, een verzameling dhaba’s annex tentenkamp, de plek waar we oorspronkelijk zouden overnachten. Truckers poetsen er hun tanden en wassen er hun haar met het ijskoude rivierwater. Net zoals wij zijn twee jonge Nederlanders onderweg van Manali naar Leh. Maar dan niet met jeeps, wel met de fiets, alsof dit een ritje door de polders is. Een hallucinante onderneming lijkt ons dat. Maar hun moreel vertoont niet de minste kras.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0346y.jpg

Onze niet zo verstandige opmerkingen over het niet zo spectaculaire landschap, die slikken we maar beter in

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0348y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0354y.jpg

Jaks in de vlakte van More

De verrassingen zijn de wereld nog niet uit. Enkele haarspeldbochten verderop opent het hooggebergte zich tot de enorme vlakte van More, veertig kilometer lang, drie tot zeven kilometer breed. Elders zou je daar niet van opkijken, maar op een hoogte van 4 750 m kom je dat niet vaak tegen. Alsof je over een biljarttafel rijdt, zo zoef je hier veertig kilometer lang over het asfalt, altijd maar rechtdoor. Geen river crossing, geen modderstroom, geen haarspeldbocht, geen puinkegel, geen rotsblok, zelfs geen dode ezel legt je een strobreed in de weg.

Elke zomer komen ze naar deze vlakte, want dan is het hier goed grazen. Al moet je hier de grassprietjes soms met een vergrootglas zoeken

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0351y.jpg

Pashmina’s

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0353y.jpg

Jaks

De vlakte lijkt net zo doods als de kale bergen waar we al dagen tussen toeren. Maar de chauffeurs weten beter. We laten de comfortabele asfaltweg achter ons en hobbelen verder door de steppe. Lang duurt het niet voor we oog in oog staan met tientallen grazende jaks. Ze kunnen wel wat schrik inboezemen, deze kolossale runderen met hun dreigende horens, hun hoog opstaande schouders, hun lange, zijdeachtige vacht die bijna tot op de grond reikt. Maar gevaarlijk zijn ze niet. Net zomin als de honderden pashmina’s die een eind verderop lopen te grazen.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0355y.jpg

Changpa

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0356y.jpg

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0357y.jpg

 

Drie mannen en drie vrouwen waken over de kudden. Ze behoren tot de Changpa, een nomadisch volk dat je enkel op grote hoogte in West-Tibet en Jammu en Kasjmir aantreft, in gebieden waar niemand anders wonen wil. Jaks en geiten fokken, dat is hun enige bron van inkomsten. De verkoop van melk, wol, huiden en vlees, daar leven ze van. Elke zomer komen ze naar deze vlakte, want dan is het hier goed grazen. Al kunnen we ons dat nauwelijks voorstellen. Soms moet je hier de grassprietjes met een vergrootglas zoeken.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0360y.jpg

Naar de Taglang La

Nog één bergpas te gaan, maar wat voor een. Met zijn 5 309 m zou de Taglang La de tweede hoogste berijdbare bergpas ter wereld zijn. Alleen de Khardung La ten noorden van Leh zou het met zijn 5 500 m nog iets beter doen. Zoals vaker zijn die aanspraken met een korreltje zout te nemen. Wereldwijd zijn er minstens een tiental berijdbare passen die hoger zijn dan de Taglang La. Maar voor ons kan dat de pret niet bederven. Dichter bij de goden zullen we nooit meer komen.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0361y.jpg

 

Even voor twaalf zijn we boven. Het zit ons mee, de zon schijnt, de lucht is open. Een felle wind giert over de kam, gebedswimpels rukken heftig aan hun touwen, mantra’s stijgen ononderbroken naar de hemel. Een stenen monument herinnert ons aan het unieke karakter van deze plek. Fier poseert onze equipe rond het bouwwerk.

Een felle wind giert over de kam, gebedswimpels rukken heftig aan hun touwen, mantra’s stijgen ononderbroken naar de hemel

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0363y.jpg

Taglang La (5 309 m)

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\05 Naar Leh\Best Of\Ldak0367y.jpg

Anup met de chauffeurs

You are passing through second highest pass of the world. Unbelievable is not it? staat er in Indiaas Engels. Wat ongelooflijk is, is niet het feit dat we hier staan. Wel dat we hier op ons dooie gemak staan alsof we over de Vlaamse Ardennen uitkijken. Maar schijn bedriegt. Deze hoogtes kennen geen genade. De luchtdruk bedraagt hier slechts de helft van die op zeeniveau. De hoeveelheid zuurstof dus ook. Ons verblijf van negen dagen boven tweeduizend meter, waarvan zes dagen boven drieduizend meter, werpt nu zijn vruchten af. Ons lichaam heeft zich een beetje kunnen aanpassen. Hartslag en ademhaling hebben een versnelling hoger geschakeld, er is meer doorbloeding van spieren en hersenen, in ons bloed zijn hordes nieuwe rode bloedcellen verschenen die zich haasten om de schaarse zuurstof rond te brengen – met dank aan het epo-enzym dat wielrenners ondertussen ook kennen.

Maar dat alles kost energie. Veel energie. Andere vitale lichaamsprocessen, zoals de bouw van spiermassa, blijven op hun honger zitten. Samen met de aanpassing treedt dus onherroepelijk het verval in. De aanpassing is op haar best na drie weken, van dan af haalt het verval de bovenhand. Voor gewone stervelingen zoals wij is een langdurig verblijf boven vijfduizend meter dus uitgesloten. Zelfs ervaren klimmers doen er goed aan niet langer dan zes weken op deze hoogte te vertoeven. Toch blijken sommige bevolkingsgroepen in de Andes en de Himalaya met een permanent verblijf boven vijfduizend meter geen moeite te hebben. Genetische aanpassingen zijn de enige verklaring daarvoor.

In ons bloed zijn hordes nieuwe rode bloedcellen verschenen die zich haasten om de schaarse zuurstof rond te brengen

Niet te lang op deze hoogte blijven is voor ons dus de boodschap. Dat komt goed uit, want tweeduizend meter afdalen naar de Indusvallei is het enige wat we nog in het verschiet hebben. Het landschap is zo spectaculair niet meer, er is zelfs geen riviertje om ons gezelschap te houden. Pas in Rumtse, de allereerste nederzetting die naam waardig, maakt de Gya haar opwachting. Maar ook de kolonel staat daar met zijn laatste lunch klaar voor ons. Als toetje heeft hij een taart met een knipoog – See you again.

Dan gaat het langs de Gya verder naar beneden. Net zoals de Kangaljal heeft ze een diepe kloof door de bergen uitgeschuurd. Bocht na bocht doemen indrukwekkende erosievormen op. Opvallend zijn naar verluidt ook de ongewone, steeds wisselende kleuren van de rotswanden. Maar veel zien we daar niet van, want ondertussen is het beginnen te regenen. Gaandeweg verschijnen er ook weer bomen in het decor.

Even voor vier rijden we ter hoogte van Upshi de vallei van de Indus in. Daar zaten we op te wachten, en toch verrast het ons nog een beetje hoe de steile bergwanden plots wijken voor de brede vallei. Want in feite eindigt hier onze expeditie dwars door de Himalaya. Nog vijftig kilometer hebben we te gaan tot Leh, de hoofdstad van Ladakh. Maar dat zijn peanuts. Het avontuur lijkt voorbij.

Ladakh blijft grotendeels een bergwoestijn. Daar kan zelfs de Indus weinig aan verhelpen

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\08 Kloosters Ladakh\Best Of\Ldak0509y.jpg

Indusvallei

Vergelijk je de Indus met de andere grote rivieren die het Tibetaans plateau afwateren – Gele Rivier, Jangtsekiang, Mekong, Salween, Brahmaputra – dan is het maar een kneusje. Toch zal ze tweeduizend kilometer stroomafwaarts tot de levensader van haar stroomgebied uitgroeien. Wat de Nijl is voor Egypte, is de Indus voor Pakistan.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\08 Kloosters Ladakh\Best Of\Ldak0432y.jpg

Chortens of stoepa’s

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\08 Kloosters Ladakh\Best Of\Ldak0477y.jpg

Monniken met gebedsmolentjes

Maar Ladakh blijft grotendeels een bergwoestijn. Daar kan zelfs de Indus weinig aan verhelpen. Wel zijn in de loop der eeuwen rond groene oases op de oever van de rivier nederzettingen ontstaan. Speur je de kale berghellingen af, dan ontdek je vaak de witte gebouwen van een gompa die op zo’n dorpje neerkijkt. Herinneringen aan de Spitivallei komen ons zo weer voor de geest. Talloze kleine, witte chortens, de Tibetaanse versie van een stoepa, duiken her en der op onverwachte plekken op.

 

D:\DataFoto\Dia's - Reizen\1995-07-16 Ladakh\08 Kloosters Ladakh\Best Of\Ldak0448y.jpg

Goden die zich in de Spitivallei thuis voelen, zullen zich een verblijf in Ladakh zeker niet beklagen

Je kan er niet onderuit, deze vallei ademt het boeddhisme uit al haar poriën. Goden die zich in de Spitivallei thuis voelen, zullen zich een verblijf in Ladakh zeker niet beklagen.

Top

Jaak Palmans
© 1995, 2020 | Versie 2024-01-14 14:00

Lees het vervolg in (5/5)

Festival van de Heilige Dansen