Verleden zonder toekomst
Syrië | Anno 1990
Dat ze hier een christelijke doopvont hebben, zou je niet meteen verwachten. Meer nog, de kleine, witte kapel, midden in de gebedshal, met ramen in groen glas, zou het hoofd van een der belangrijkste profeten van het christendom bevatten – Johannes de Doper. Nogal vreemd voor een moskee. Maar na de intrede van de islam in 634 nam niemand er aanstoot aan dat ook christenen de grote moskee van Damascus voor hun eredienst gebruikten. Verdraagzaamheid tussen islam en christendom was toen nog een vanzelfsprekend iets. En Johannes de Doper werd door beide religies vereerd.
Damascus – Omajjadenmoskee |
|
Schatkamer |
Een verbluffend bouwwerk is het, deze Omajjadenmoskee, één van de oudste moskeeën ter wereld en één van de beroemdste voorbeelden van islamarchitectuur. Op deze maandag is het vrij rustig in de enorme gebedshal. De mihrab, de grote gebedsnis in de zuidelijke wand, wijst de richting van Mekka aan. Ernaast bevindt zich de minbar, het preekgestoelte.
Kapel van Johannes de Doper |
|
Mihrab en minbar |
We vergapen ons aan de schitterende goudmozaïeken. Zo oud zijn ze, dat de islamitische ban op het afbeelden van levende wezens nog niet van toepassing was. De schatkamer op het binnenplein kent haar gelijke niet. Ongebruikelijk is ook het aantal minaretten – niet twee of vier, maar drie. Twee daarvan bevinden zich netjes op de hoeken van het gebouw, zoals het hoort. Maar de fraaiste van de drie, Al’Arous, de minaret van de Bruid, torent halfweg de muur boven de toegangspoort uit.
Moskee - Binnenplein |
|
|
De andere twee zijn de minaret van de Mammelukken en de minaret van Isa ibn Maryam, oftewel de minaret van Jezus, zoon van Maria. Nog maar eens een voorbeeld van de eeuwenoude verwevenheid tussen islam en christendom. Moslims erkennen Jezus immers als een van hun profeten. Overigens stierf Hij in de islamitische lezing niet aan het kruis, maar werd Hij door Allah ten hemel opgenomen. Precies op de plek waar deze minaret staat, zal Hij op het einde der tijden naar de aarde terugkeren.
We laten de moskee achter ons. Onze gids Anas troont ons mee naar de Oude Stad. Langs de Via Recta, want ook de Romeinen hebben hun stempel op deze stad gedrukt. Eén van de oudste, continu bewoonde steden ter wereld is dit immers. Hier, aan de voet van de Qasiounberg, heeft de Baradarivier een oase van groene palmen gecreëerd die de afgelopen 4 500 jaar tot een stad van bijna drie miljoen inwoners uitgegroeid is.
Waterverkoper |
|
Al-Hamadiyeh-soek |
|
Koele drankjes |
Hoog boven de ingang van de al-Hamadiyeh-soek prijkt de beeltenis van president Hafiz al-Assad. Zo worden de Syriërs er permanent aan herinnerd dat hun president een man is die niet met zich laat sollen. Zijn zoon Bashar al-Assad is hij voor de opvolging aan het klaarstomen, zo wordt gefluisterd.
Soek |
|
|
In de drukke soek laten ze het ogenschijnlijk niet aan hun hart komen. De mercantiele bedrijvigheid gaat er haar gewone gangetje. Kruidenverkopers pakken uit met een weelde aan geuren en kleuren in jute zakken. Slagers etaleren hun vleeswaren open en bloot in de zwoele atmosfeer. Een waterverkoper met rode fez laaft dorstigen tegen een kleine vergoedering. Wij opteren voor een bloementhee in een koffiehuis.
Van de oude stadsmuur staan nog enkele poorten overeind. Bab Kisan is er daar eentje van. Als we de Handelingen van de Apostelen (9, 23 – 25) mogen geloven, zou Paulus hier eertijds in een mand naar beneden gelaten zijn om aan bloeddorstige Joden te ontkomen die zijn preken niet zagen zitten. Met stellige zekerheid weet Anas zelfs het raampje aan te wijzen waar dat exploot plaatsvond.
Bab Kisan |
|
Cactusvijgen |
Nog zo’n poort is Bab Sharqi, iets verder naar het oosten. Anas leidt ons in de ondergrondse huiskapel van de heilige Ananias binnen, waar hij vertelt hoe de net bekeerde Paulus van Tarsus door Ananias van zijn blindheid genezen werd. Dat wij sommige van die Bijbelse verhalen al lang vergeten waren, ontgaat hem niet. Hij grijnst. In de ogen van deze fiere Arabier illustreert het eens te meer de morele superioriteit van zijn volk.
Glasblazer |
|
Broodverkopers |
Net geen dertig is Anas, een slanke, rijzige jongeman, smaakvol westers gekleed, met bril en onvermijdelijk snorretje. Het Engels waarin hij zich uitdrukt, is quasi vlekkeloos. Apetrots is hij op zijn stad en zijn land, en op het Syrische culturele erfgoed dat bijna vijf millennia overspant. Volkomen terecht overigens. Maar ook een beetje verongelijkt is hij, want in weerwil van die glorieuze achtergrond zijn het de Verenigde Staten die in het Midden-Oosten de lakens uitdelen. De verdeeldheid van de Arabische landen, die er maar niet in slagen een hecht front tegen Israël en de Verenigde Staten te vormen, ergert hem mateloos.
Dat de Verenigde Staten gisteren met operatie Desert Shield van start gingen en dezer dagen massaal grondtroepen, tanks, helikopters, gevechtsvliegtuigen en bommenwerpers naar Saoedi-Arabië overbrengen, is een bijkomende trigger voor zijn ergernis. Toegegeven, Saddam Hoessein beging een kapitale fout toen hij vorige donderdag Koeweit binnenviel. Maar die stommiteit moet onder Arabieren opgelost worden, vindt hij. Amerikanen hebben hier niets te zoeken.
Waterpijprokers |
|
Familiefoto |
Door een wirwar van smalle straatjes bereiken we Bab Tuma, genoemd naar de heilige Thomas. Het lijkt hier wel een wandeling door het Nieuw Testament. Bab al-Salam, de Poort van de Vrede, maakt snel een einde aan die perceptie.
* * * * *
Maaloula
Vijftienhonderd meter hoog, bij de ingang van een diepe kloof, klampt het dorpje Maaloula zich vast aan de steile hellingen van de Anti-Libanon. Beneden ligt de groene oase die de bron is van alle leven in deze droge woestijn. Wat het vredige bergdorpje bijzonder maakt, is het feit dat ze er nog steeds Aramees spreken, de taal die welhaast zeker ook Jezus sprak. Op twee dorpjes in de omgeving na, wordt die taal nergens nog gesproken.
Mar Sarkis |
|
Mar Sarkis – Sergius en Bacchus |
Maar ook Mar Sarkis, het klooster van de heilige Sergius, is één van de uitzonderlijke troeven van dit bergdorpje. Eén van de oudste kloosters van Syrië is dit, het dateert uit de vierde eeuw. Opmerkelijk zijn de beeltenissen van de heilige Sergius en de heilige Bacchus op de iconostase van het kerkje. Onbelemmerd mogen we ze observeren, ook al behoren ze tot de oudste iconen ter wereld. Zo oud is het vroegchristelijke altaar, dat zijn vormgeving nog steeds schatplichtig is aan heidense offertafels waarop dierenoffers gebracht werden. In de altaarsteen zijn nog steeds geulen gekerfd waarin offerbloed zich kan verzamelen.
Vroegchristelijk altaar |
|
Mar Taqla |
Van op de berghelling kijken we neer op Mar Taqla, een klooster dat aan de heilige Tekla gewijd is, een vrome maagd en leerlinge van Sint-Paulus. Via een lange, diepe kloof kunnen we het heiligdom bereiken. Dat hebben we aan de heilige zelf te danken. Want toen ze op de vlucht was voor de soldaten van haar vader, die haar wegens haar christelijk geloof liet vervolgen, werd haar gebed verhoord. De berg spleet open, waardoor ze kon ontsnappen, luidens de overlevering. Tegenwoordig worden haar relikwieën in een kapel in een nis onder de rots bewaard.
Reuters, Mon Sep 9, 2013, 2:05 pm. Inside Syria, government forces launched an offensive to wrest back control of Maaloula, activists said. In the past six days, the town has already changed hands three times between Assad's forces and rebels, some of whom are linked to al Qaeda.
* * * * *
Dat westerse christenen tot negen maal toe een kruistocht ondernamen, zogenaamd ter bevrijding van het Heilig Land, zit de Arabieren nog steeds hoog. Niet in het minst Anas. Maar dat belet hem niet om samen met ons in bewondering te staan voor de wereldberoemde Krak des Chevaliers die de Hospitaalridders omstreeks 1170 nabij al-Huzn in de buurt van de grens met Libanon optrokken. Het was de grootste kruisvaardersburcht van het Midden-Oosten. Zelfs bekwame legerleiders als Nur ad-Din en Saladin beten er hun tanden op stuk.
Krak des Chevaliers
Stante pede troont Anas ons mee naar de koningstoren, het hoogste punt van de enorme kruisvaardersburcht. Nergens beter dan hier zie je hoe de burcht over het dal heerst – het enige dal in een bergachtige kuststrook van 250 km langs de Middellandse Zee. De facto controleerde de burcht dus de enige toegang tot het binnenland van Syrië. Nergens beter dan hier ook zie je hoe immens deze burcht is, met een enorme buitenwal met verscheidene bastions, een brede watergracht en een binnenwal die daar tientallen meters bovenuit rijst. Een reusachtige, vierkante toren bewaakt de toegangsbrug.
Krak des Chevaliers |
|
|
Immens kan je deze burcht noemen, gigantisch, reusachtig, enorm. Maar in feite is geen woord kolossaal genoeg om deze mastodont te beschrijven. We dalen af naar het open binnenplein, de kamers van de soldaten en de officieren, de keuken met de reusachtige oven, de slaapzalen, de magazijnen, de kapel. Niet één pilaar steunt de reusachtige paardenstallen die zich over een lengte van 120 m uitstrekken.
Krak des Chevaliers |
|
|
Dat deze ongenaakbare burcht uiteindelijk toch op de kruisvaarders veroverd werd – door list nog wel – vertelt de fiere Anas ons met een genoegen dat bijna tastbaar is. Het was de mammelukkensultan Baibars die in 1271 deze krachttoer leverde. Onder de grote vierkante toren liet hij een tunnel graven die hij tijdens de graafwerken met houten balken liet stutten. Zodra de toren volledig ondergraven was, liet hij het hout in brand steken, waardoor de toren instortte en de toegang tot de burcht open lag.
Reuters, Thu Mar 20, 2014, 2:23 pm. The Syrian army has retaken Crac des Chevaliers, a war-damaged Crusader castle and Unesco World Heritage site, from rebel fighters, state television said on Thursday.
* * * * *
Net zoals Damascus is Aleppo één van de oudste, continu bewoonde steden ter wereld. Haar naam dankt de stad vermoedelijk aan het woord halab, wat melk betekent. Abraham, de aartsvader van zowel joden, christenen als moslims, zou hier op de citadelheuvel zijn koe gemolken hebben en de melk uitgedeeld hebben.
Gilgamesj |
|
Hadad en Isjtar |
|
Isjtup-Ilum |
Met onverholen trots confronteert Anas ons met enkele pronkstukken van het Nationaal Museum. In de eerste plaats een basalten paleisreliëf dat Gilgamesj voorstelt. Minstens drieduizend jaar oud is dit kunstwerk, het werd ontdekt tijdens opgravingen in Tell Halaf, dicht bij de Turkse grens. Samen met twee halfgoden die als stieren afgebeeld zijn, torst Gilgamesj een gevleugelde zonneschijf. De figuren zijn basaltzwart, op de wijd opengesperde, met witte steen ingelegde ogen na.
Voor twee derde god en voor één derde mens, moet deze Gilgamesj een superheld avant la lettre geweest zijn. Zijn exploten zijn uitvoerig beschreven in het beroemde epos dat zijn naam draagt. Een van de oudste literaire werken ter wereld is dat, zowel de Bijbel als de Ilias en de Odyssee zijn erdoor beïnvloed. En al staat het heldendicht bol van de goden, de halfgoden en de demonen – inclusief een afdaling naar de onderwereld – toch is de heersende overtuiging dat de verhalen op een historische leidersfiguur gebaseerd zijn. Die zou dan tussen 2800 en 2500 v.Chr. geleefd hebben. Als we de antieke teksten van de Soemerische koningslijst mogen geloven, zou Gilgamesj de vijfde koning geweest zijn van de stadsstaat Uruk in het huidige Irak.
Een bejaard koppeltje dat vredig op een bankje zit te mijmeren, dat is onze eerste indruk als we op een dubbelbeeld van twee levensgrote figuren stoten. Maar schijn bedriegt. Het gaat hier om niet minder dan Hadad, de god van storm en regen, en Isjtar, de Mesopotamische tegenhanger van de Griekse Aphrodite en de Romeinse Venus. Ook dit basalten kunstwerk is uit Tell Halaf afkomstig en ongeveer drieduizend jaar oud. Vergeefs zoeken we iets goddelijks in deze slome figuren die wezenloos voor zich uit lijken te staren.
Veel meer ontzag boezemt het levensgrote beeld van Isjtup-Ilum in. En zo hoort het, want hij was een shakkanakku, een militaire gouverneur die door de Akkadiërs aangesteld was om in hun naam de plak te zwaaien over de stadsstaat Mari op de oever van de Eufraat. Het fraaie kunstwerk is bijna vierduizend jaar oud en uit dioriet gehouwen, een extreem hard gesteente dat erg moeilijk te bewerken is. Kennelijk laat het zich in vergelijking met het ruwe basalt veel fijner bewerken en zelfs polijsten.
Aleppo – Citadel
Bijzonder belang hecht Anas aan de vondsten uit Ebla, een stadsstaat in het noorden van het huidige Syrië. Meer dan twintigduizend kleitabletten zijn daar in de paleisarchieven aangetroffen. Ze gunnen ons een goede kijk op het dagelijks leven in die tijd, maar ook op het cultureel, religieus, economisch en politiek leven. Ebla kende zijn eerste bloei tussen 2500 en 2350 v.Chr. Dat plaatst de stadsstaat in hetzelfde tijdperk als de Egyptische dynastieën die ons de piramiden van Cheops, Chefren en Mykerinos nalieten, merkt Anas fijntjes op.
Citadel – Toegangspoort
We laten het museum achter ons en gaan in de stad op verkenning uit. Dé icoon van Aleppo is zonder twijfel de citadel, de burcht die een heuvel in het hart van de stad beheerst. Alles aan dit gebouw is op defensie gericht. Kale, steile hellingen omgeven de burcht en maken het schier onmogelijk om binnen te dringen. De imposante stenen brug vormt de enige toegang. Maar die wordt door twee enorme torens beheerst, voorzien van schietgaten en mezenkooien. Eenmaal boven, wachtte de belegeraar een lange tunnel met drie zware poorten en vijf keer een bocht van negentig graden.
Aleppo – Stadsgezicht |
|
Citadel – Vestingwal |
Maar zodra we deze versterkingen achter ons hebben, krijgen we zicht op de residentiële kwartieren van de burcht – een paleis, moskeeën, waterciternes, graanschuren. Sommige structuren zijn onherkenbaar vervallen, andere zijn nog in uitstekende staat. In de ruïnes van de hamam kunnen we ons nog steeds een uitstekend beeld vormen van de watervoorziening en de functies van de verschillende kamers van het badhuis.
Citadel – Hamam |
|
Citadel – Troonzaal van de Ajjoebiden |
Van superieure kwaliteit zijn de houten sculpturen op de pilaren en de plafonds in de troonzaal van de Ajjoebiden. Een dynastie van islamitische Koerden was dat, wier heerschappij in de 12e en 13e eeuw tot in Egypte en Irak reikte. Haar stichter was Saladin, een van de grote historische helden van Anas. Want hij was het die Jeruzalem op de Kruisvaarders wist te heroveren en hun territorium tot een smalle kuststrook herleidde. In deze stugge burcht, waar brutale macht de toon zet, doet de kunstzinnige verfijning van de troonzaal ons even naar adem happen. Groter kan het contrast nauwelijks worden.
Omajjadenmoskee
Met haar naamgenoot in Damascus heeft de Omajjadenmoskee van Aleppo veel gemeen – de grote marmeren binnenplaats, de zuilengalerij, de enorme gebedshal met binnenin een klein heiligdom. Dat heiligdom, de maksoera, zou de stoffelijke resten van Zacharias bevatten, de vader van Johannes de Doper. Vader én zoon worden zowel door moslims als door christenen vereerd. Op de binnenplaats staan twee fraaie, overdekte fonteinen ter beschikking voor de ablutie, de rituele wassing. Maar het is de 45 m hoge minaret die hier vooral de aandacht trekt. Ze dateert uit 1090 en wordt als vrij uniek gezien in de islamitische architectuur. Dat dankt ze vooral aan het zeer gevarieerde metselwerk, de rijke decoraties in reliëf en de mediterrane invloeden die in het vierkant bouwwerk doorschemeren. Er zouden zelfs elementen van gotische architectuur aan te wijzen zijn.
The Associated Press, Thu Apr 24, 2013. The 11th-century minaret of a famed mosque that towered over the narrow stone alleyways of Aleppo's old quarter collapsed Wednesday as rebels and government troops fought pitched battles in the streets around it, depriving the ancient Syrian city of one of its most important landmarks.
Al-Madinasoek
We hoeven maar de straat over te steken om de al-Madina-soek te betreden – authentieker dan de soek van Damascus, en veel groter ook. Dat heeft de stad aan haar strategische positie op de handelsroutes te danken, in het bijzonder de Zijderoute die China met het westen verbond. De grootste soek ter wereld zou dit zijn – meer dan dertien kilometer overdekte gangen. In feite is het niet één soek, maar een conglomeraat van soeks die zich elk doorgaans in een bepaalde sector specialiseren – textiel, katoen, zijde, leder, schoenen, tapijten, koper, juwelen, specerijen, kleurstoffen, … We kuieren door de smalle, drukke steegjes en laven ons aan de geuren en de kleuren van exotische kruiden, groenten en fruit. Zwaar beladen ezeltjes voeren verse voorraden aan. Her en der belemmeren jute zakken de doorgang. Tapijtverkopers zitten gemoedelijk tussen hun koopwaar. Een ouderling ligt te snurken op de wollige schaapsvelletjes die hij aan de man hoort te brengen. Zilveren en gouden juwelen fonkelen protserig in glazen kasten.
Reuters, Sat Sep 29, 2012, 7:02 pm. Hundreds of shops were burning in the ancient covered market of the Old City of Aleppo on Saturday as fighting between rebels and state forces in Syria's largest city threatened to destroy a Unesco world heritage site.
Al-Madinasoek |
|
|
Spookachtige schimmen dagen af en toe tussen de marktgangers op. Je ziet er niet veel, maar ze maken onmiskenbaar deel uit van het straatbeeld, zulke vrouwen in zwarte nikab. Het amorfe gewaad bedekt hun lichaam van kop tot teen en geeft via een minuscuul, rechthoekig venstertje enkel de ogen bloot. Daarmee gaan deze moslima’s een heel eind verder dan wat vers 31 van de vierentwintigste soera van de Koran voorschrijft. Dat ook het gelaat en de handen van de vrouw tot haar intieme delen gerekend zouden moeten worden, is immers een concept dat enkel deel uitmaakt van de strenge interpretatie binnen de salafistische traditie.
De positie van de vrouw, het blijft een heikel punt in deze maatschappij. Ook Anas gaat niet vrijuit. In weerwil van zijn westers voorkomen en zijn politieke ruimdenkendheid, blijft hij een patriarchaal gedachtegoed schatplichtig dat vrouwen hun rechtmatig aandeel in de publieke ruimte ontzegt. Stelt een dame uit ons gezelschap hem een vraag, dan zal hij zich met zijn antwoord zonder verpinken tot haar echtgenoot wenden. Praten met een vrouw die niet tot zijn naaste familie behoort, is voor hem volkomen ondenkbaar.
Al-Madinasoek |
|
|
Als westerling ben je niet in Aleppo geweest, als je niet in Le Baron neergestreken bent. Het oudste hotel van Syrië is dat, en wellicht het oudste hotel van de wijde omgeving. Overnachten in een karavanserai, dat zagen westerse reizigers in de negentiende eeuw niet meer zitten. Dus vatte een Armeens zakenman omstreeks 1870 het idee op om een heus hotel uit te baten. Sedertdien is Le Baron deel gaan uitmaken van de legende. Agatha Christie schreef hier het eerste deel van Murder on the Orient Express. Lawrence of Arabia ‘vergat’ hier zijn rekening te betalen. Charles de Gaulle, David Rockefeller, Charles Lindbergh en Yoeri Gagarin nipten hier aan een thee. Of aan iets sterkers, wellicht. Wij houden het bij een glaasje arak, te midden van een decor van vergane glorie.
* * * * *
Helemaal in het noorden, dicht bij de Turkse grens, wacht ons een bar, heuvelachtig landschap, bezaaid met rotsblokken en keien. Maar liefst vierhonderd dode steden kan je in deze omgeving aantreffen, door hun inwoners verlaten omdat het klimaat niet meer te harden was, weet Anas. Dat verbaast ons geenszins, als we even door het raam van Hisams bus kijken.
Qalaat Samaan
Uitgerekend in deze woeste omgeving wist een zekere Simeon het in het begin van de vijfde eeuw tot heilige te schoppen. Zijn leven als asceet in een hut en later in een grot in de woestijn had hem een zekere vermaardheid bezorgd. Steeds meer bewonderaars kwamen zijn raad en zijn steun vragen. Wil je in alle rust mediteren, dan is zulke drukte uiteraard niet wenselijk. Dus trok Simeon zich terug op een plaats waar niemand hem nog kon lastigvallen – een platform op een kleine pilaar in Qalaat Samaan.
Maar het volk bleef toestromen, en Simeon liet zijn pilaar steeds hoger optrekken om aan het gedrum en het rumoer te ontkomen. Tot hij uiteindelijk – naar gelang van de bron – twaalf tot achttien meter boven de begane grond vertoefde. In totaal zou hij daar een respectabele 36 jaar hebben verbleven. Eten werd hem geregeld door bewonderaars aangereikt. Over dat andere aspect van het menselijk metabolisme zwijgen de bronnen zedig.
Qalaat Samaan – Basiliek met pilaar van Simeon |
|
|
Dat Simeons exploot navolging kreeg, was niet te vermijden. Tot in de tiende eeuw werden er in het Byzantijnse rijk her en der asceten op een pilaar opgemerkt. Er bestaat zelfs een naam voor – styliet of pilaarheilige.
Tegenwoordig is het niet de fameuze pilaar die de meeste aandacht trekt, maar wel de reusachtige basiliek van Sint-Simeon die ze er in 459 rond gebouwd hebben. Uiteraard staat de pilaar, of wat er nog van rest, centraal in het transept van de basiliek. Anas loodst ons door de ruïnes van het oranjerode kerkgebouw, langs het baptisterium en enkele graven van monniken. Enkele mozaïeken liggen open en bloot in dit gure klimaat te verweren. Maar het zijn vooral de feeërieke rust van de omgeving en de zoete geuren van de natuur die ons bedwelmen.
* * * * *
Steden stichten was één van de favoriete hobby’s van Alexander de Grote. Na zijn dood gingen zijn generaals enthousiast op dat elan verder. Eén van hen was Seleucus. Vier steden liet hij in de tweede eeuw voor Christus bouwen, telkens naar één van zijn naaste familieleden genoemd – Antiochië in het huidige Turkije, Seleucia in het huidige Irak, en Latakia en Apamea in het huidige Syrië. Die laatste stad treffen we iets ten noorden van Hama aan, op de rechteroever van de Orontes. Op haar hoogtepunt telde Apamea circa 120 000 inwoners, maar vandaag blijft er van de oude stad niet veel meer over.
Apamea – Colonnade
Toch staat het beeld van de schitterende colonnade meteen op ons netvlies geprent. Van ver reeds zien we de lange rij machtige Korinthische zuilen boven het maaiveld uitsteken. Eenzaam in de gure wind, alsof er geen ander spoor van menselijke bewoning in deze omgeving zou zijn. Eertijds boorden deze negen meter hoge zuilen de volledige Cardo Maximus aan weerszij af. Dat was de hoofdstraat van de stad, ze liep dwars door het centrum en verbond verschillende belangrijke gebouwen met elkaar – de baden, de agora, de tempel van Tyche, het nymfaeum, de atriumkerk, de basiliek. Bijna veertig meter breed was deze straat, en achttienhonderd meter lang. Dat maakt deze zuilenrijen de helft langer dan hun meer beroemde evenknie in Palmyra. Vele zuilen zijn bij wijze van versiering van verticale schaduwgroeven of cannelures voorzien.
Zuilen met cannelures |
|
Vloermozaïeken |
Fantastische mozaïeken zijn hier boven water gekomen. Vele daarvan zijn in een klein museum ondergebracht dat in een voormalige karavanserai is gehuisvest. Levendige taferelen met dieren treffen we er aan, in schitterende kleuren. Met minuscule steentjes hebben de kunstenaars sierlijke voorstellingen weten te maken van hazen en reeën, en van een pauw die ons verrast door zijn gratie en zijn kleurenweelde.
Het zijn vooral Belgische archeologen die hier opgravingen verricht hebben. Dat heeft ons geen windeieren gelegd, want één van de mooiste mozaïeken van Apamea kan je tegenwoordig in het Museum Kunst & Geschiedenis in het Jubelpark te Brussel bewonderen. Het gaat om een 120 m² grote jachtscène uit 420. Technisch zowel als thematisch plaatsen experts haar op hetzelfde niveau als de mozaïeken van het keizerlijk paleis van Constantinopel uit diezelfde periode. Wat meer is, ook een deel van de imposante colonnade is in datzelfde museum in Brussel gereconstrueerd.
Reuters, Thu Aug 29, 2013, 10:31 pm. A comparison of satellite images from before the crisis and today at Apamea, known for its extensive Hellenistic ruins, shows clearly the scale of looting and destruction, Unesco said.
* * * * *
Veertigduizend doden. Dat was de trieste balans, toen president Hafez al-Assad in 1982 een opstand van de fundamentalistische Moslimbroederschap in HamaHh bloedig liet onderdrukken. Van 2 februari tot begin maart liet hij de stad met artillerie beschieten en soldaten de stad in trekken om mensen te vermoorden. Amper acht jaar geleden is dat. Toch schroomt Anas zich niet om onverhuld zijn kritiek te spuien op dit moorddadig regime. Zijn weergave van de feiten komt grotendeels overeen met wat in het westen hierover bekend is.
Hama – Noria’s |
|
|
Dat in deze oerconservatieve stad de zwarte nikab frequenter gedragen wordt dan elders in Syrië, verbaast ons geenszins. Maar het zijn de befaamde noria’s die ons interesseren, de beroemde waterraderen die door de Orontes aangedreven worden. Het waren de Ajjoebiden die hier in de 13e eeuw dertig onderslagmolens lieten installeren. Toch was de techniek van de noria’s wellicht zo’n duizend jaar eerder bekend, want een mozaïek in Apamea beeldt reeds in 469 een gelijkaardige noria af.
Zeventien noria’s hebben de tand des tijds doorstaan. De bedoeling was water naar een aquaduct op te hevelen en zo de velden te bevloeien. Die functie vervullen ze al lang niet meer. Vandaag kunnen we ons alleen laten bekoren door het technisch vernuft en zowaar de esthetische uitstraling van de zwarte houten kanjers van wel twintig meter in diameter.
Reuters, Sun Jul 31, 2011. Syrian tanks storm Hama, residents say, after besieging it for nearly a month. At least 80 people are killed.
* * * * *
Dwars door de woestijn naar Palmyra |
|
Bedoeïenenvrouwen |
Vanaf nu gaat het definitief oostwaarts, de woestijn in. Een fascinerende rit wordt het, dwars door een soort steppewoestijn, met heel af en toe een kameelharen bedoeïenentent als een bruine streep in de verte. Anas heeft een kort bezoekje aan zo’n familie voor ons in petto, we laten ons niet pramen. Aan landsgrenzen zijn ze niet gebonden, deze bedoeïenen. Gastvrijheid is kennelijk de norm in de woestijn, we worden allerhartelijkst verwelkomd, al vormt de taal een ernstige barrière.
Bedoeïenentent
De weg is kaarsrecht, de duinen volgen elkaar op in een eentonig ritme. Het ogenblik waarop we van op een hoge duin onze eerste blik op de oase zullen kunnen werpen, zit er aan te komen, kondigt Anas met een zweem van mysterie aan.
Palmyra
Reikhalzend kijken we uit over Hisams schouder. Daar is ze dan, de mythische woestijnstad Palmyra. In de verte nemen we de gouden glans van de ruïnes waar, aan de rand strekt zich het woud van palmbomen uit dat van dit stukje droge woestijn een vruchtbare oase maakt.
Niemand heeft meer zijn stempel op Palmyra gedrukt dan koningin Zenobia. Aan de macht kwam ze in 267, nadat haar voorganger en echtgenoot, koning Odaenathus, gestorven was door vergiftiging. Of ze daar zelf de hand in had, blijft onduidelijk. Wel duidelijk was haar voornemen om zich niet met een tweederangsrol tevreden te stellen. Ze stond bekend voor haar sterk karakter, was naar verluidt uitzonderlijk intelligent en aantrekkelijk, en heerste over Palmyra op een wijze die zowel in het oosten als in het westen indruk maakte. Ze sprak vloeiend Grieks, Latijn, Aramees en Egyptisch, en onderhield talloze filosofen, wetenschappers en theologen aan haar hof.
Onder Zenobia’s bewind groeide Palmyra uit tot een rijke en welvarende woestijnstad met circa tweehonderdduizend inwoners. Het was vooral de tol die ze op karavanen liet heffen, die de basis vormde voor die welvaart. De oase vormde immers een belangrijk knooppunt op de zijderoute. Handelsreizigers die na een lange tocht door de woestijn in de verte de skyline van Palmyra zagen opdoemen, zullen allicht een zucht van opluchting geslaakt hebben.
Dat Palmyra formeel deel uitmaakte van het Romeinse rijk, was Zenobia een doorn in het oog. In 268 reeds begon ze het ene Romeinse gewest na het andere in te palmen. Syrië, Egypte en belangrijke stukken van Klein-Azië gingen voor de bijl. Alle toegangswegen tot de Zijderoute, zowel over land als over zee, vielen in haar handen. Kwestie van haar monopolie veilig te stellen. Zoveel succes verdient een pluim. Ze liet zich voortaan Augustus noemen – een titel die strikt voorbehouden was aan de Romeinse keizer – en gaf een eigen munt uit met haar beeltenis.
Tempel van Baäl
Dat konden de Romeinen natuurlijk niet over hun rug laten gaan. Maar keizer Aurelianus had eerst andere varkentjes te wassen – de Germanen, meer bepaald. Zodra die de duimen hadden gelegd, wendde hij zijn blik en zijn legers naar het oosten. In 274 viel Palmyra na een langdurige belegering in de handen van de Romeinen. Koningin Zenobia werd gevankelijk naar Rome meegevoerd en daar in een triomftocht aan de menigte getoond – geboeid met gouden kettingen, uiteraard. Wat er daarna precies met haar gebeurd is, daar bestaat geen zekerheid over. Vermoedelijk kreeg ze een villa toegewezen in Tibur, het huidige Tivoli nabij Rome, niet zo ver van de beroemde Villa van Hadrianus.
Tempel van Baäl
In het oude Palmyra speelde het religieuze leven zich vooral in en rond de tempel van Baäl af. Een Mesopotamische god van oorlog en vruchtbaarheid was dat, vergelijkbaar met de Griekse Zeus en de Romeinse Jupiter. Overigens krijgt Baäl er zowel in de Bijbel als in de Koran geregeld van langs omdat ze deze afgod als een geduchte concurrent zagen. Het reusachtige gebouw uit de eerste eeuw na Christus blijkt één van de best bewaarde van de stad te zijn. De vijftien meter hoge buitenmuur staat nog grotendeels overeind, al is enkel het noordelijk deel origineel. Ze omringt een vierkant terrein met een zijde van zo maar even 205 m. Zelfs een deel van de dubbele colonnade staat nog overeind.
Tempel van Baäl – Cella |
|
Milde schenkers |
Oorspronkelijk was de cella, waar het beeld van Baäl opgesteld stond, helemaal overdekt. Tegenwoordig resten alleen de muren nog. Op halve hoogte tegen de zuilen wijst Anas steunstenen aan. Daar prijkten indertijd de beelden van de gulle gevers die de bouw van de tempel mogelijk maakten. Op sommige friezen kunnen we nog resten van de oorspronkelijke kleuren waarnemen. Elk jaar vond in deze tempel op 14 april een groot feest plaats. Offerdieren – zelfs kamelen – konden dan langs een aparte gang in de cella binnengebracht worden.
Reuters, Tue Sep 1, 2015, 11:07 am. Satellite images have confirmed the destruction of the Temple of Bel [= Baäl], which was one of the best preserved Roman-era sites in the Syrian city of Palmyra, a United Nations agency said, after activists said the hardline Islamic State group had targeted it.
Tegenwoordig slingert een asfaltweg zich brutaal dwars doorheen de archeologische site. Zwaar beladen vrachtwagens denderen met een hoge snelheid voorbij, op nauwelijks enkele tientallen meters van de fragiele, eeuwenoude structuren. Dat deze monumenten het zwaar te verduren hebben, staat vast.
Decumanus – Monumentale boog
Aan de overkant van de straat belanden we aan de voet van de monumentale boog die het begin markeert van de Decumanus, een van de hoofdstraten. Ongewild is die boog tot icoon van Palmyra uitgegroeid en prijkt hij nu in zowat elke reisbrochure over de stad. Indrukwekkend is het perspectief op de magistrale colonnade die zich zo’n 700 m achter de boog uitstrekt. Oorspronkelijk liep die colonnade zelfs helemaal tot aan de tempel van Baäl, over een lengte van twaalfhonderd meter.
Decumanus – Colonnade
De beroemde tetrapylon, vier groepen van telkens vier zuilen, markeert het kruispunt van de twee hoofdstraten. Die zuilen, verzekert Anas ons, zijn uit roze graniet vervaardigd en helemaal uit het Egyptische Aswan afkomstig.
Tetrapylon
In het immense theater konden tweeduizend toeschouwers plaatsnemen. Nog steeds is het grotendeels intact – acteurs zouden er zo aan de slag kunnen.
Theater
Zelfs in de vermeende badkamer van Zenobia kunnen we nog een indiscrete blik werpen. De granieten zuilen zijn uit Aswan aangevoerd, de albasten zuilen daarentegen uit Italië, preciseert Anas. Kennelijk hield de koningin wel van wat verwennerij.
Qalaat ibn Maan (op de heuvel)
Krijg je helemaal uit Rome een keizer op bezoek, dan neem je de nodige egards in acht. Dus werd naar aanleiding van het bezoek van Hadrianus de tempel van Baal-Shamin in 131 voltooid. Die was aan Baal-Shamin gewijd, de Heer van de Hemel en de tweede oppergod van Palmyra – niet te verwarren met Baäl dus. De meest gave tempel van de site is dit. De wanden, de vestibule en zelfs de architraaf zijn vrijwel intact. Als overbodige puisten prijken de steunstenen nog steeds op de fraaie Korinthische zuilen. Schapen grazig vredig in de omgeving.
Reuters, Sun Aug 23, 2015, 11:22 pm. Islamic State militants on Sunday blew up the temple of Baal Shamin, one of the most important sites in Syria's ancient city of Palmyra, said Maamoun Abdul Karim, the country's antiquities chief.
Met een stel reusachtige sleutels in de hand klimt een wachter aan boord van onze bus. Prompt zet Hisam koers naar de Vallei der Graven ten westen van Palmyra. Daar werden indertijd leden van nobele families begraven.
Vallei der Graven |
|
Graftoren van Elahbel |
Tussen de duinen rijzen enkele graftorens op. Anas gaat ons voor in de toren van Elahbel. In de muren links en rechts zijn nissen aangebracht voor grafkoffers. Vierenvijftig tellen we er. Fraaie fresco’s op de wand achteraan stellen menselijke figuren voor – waarschijnlijk de overledenen met hun familie. Een bouwvallige trap leidt naar boven. Winderig en niet zonder gevaar is het daar op de vijfde verdieping in open lucht, maar het uitzicht op de vallei en op het verre Palmyra is schitterend. Een beetje zoals de Vallei der Koningen in het Egyptische Luxor, maar dan zonder hordes toeristen.
Graftombe |
|
Hypogeum |
Graftorens zijn niet de enige vorm van begraven in deze vallei, weet Anas. Prompt duiken we in een hypogeum, een ondergronds gewelf dat als graftombe ingericht is. Drie broers liggen hier met hun familie begraven. Weer is de wand vooraan rijkelijk versierd met knappe fresco's.
Vallei der Graven
Lang duurt het niet meer vooraleer de zon achter de horizon zal verdwijnen. Anas troont ons mee naar Qalaat ibn Maan, een Arabisch kasteel uit de 17e eeuw, hoog op een berg. Dat kasteel interesseert ons geen moer – het is overigens gesloten. Het is de zonsondergang waar het ons om te doen is. Gezwind als een berggeit huppelt de lenige Anas naar boven. Met pretoogjes kijkt de fiere Arabier toe hoe we ons zuchtend en kreunend in de loden hitte van de vooravond naar boven hijsen.
Vallei der Graven
Maar de klim is de moeite meer dan waard. De rosse gloed van de ondergaande zon legt een gouden glans over de monumentale structuren van Palmyra. Het palmenwoud op de achtergrond deemstert stilletjes weg in de voortschrijdende schemering. In het westen dwingen de enigmatische silhouetten van de graftorens respect af voor het sacrale karakter van de vallei. Waarlijk onvergetelijk is dit uitzicht. Een plek die het verdient voor eeuwig in het collectieve geheugen van de mensheid gebeiteld te staan.
Reuters, Fri Sep 4, 2015, 10.29 am. Islamic State has blown up three ancient funeral towers in the ancient city of Palmyra, Syria's antiquities chief said on Friday, continuing the destruction of a World Heritage site that UNESCO has condemned as a war crime.
Jaak Palmans
© 2015, 2019 | Versie 2022-07-05 16:56