Volk op drift

Mongolië | Anno 2013

 

Vrijdag 12 juli | Ulaanbaatar – Toilogt

Zaterdag 13 juli | Toilogt

Zondag 14 juli | Toilogt – Ulaanbaatar

 

D:\DataReizen\Pacomaja\Ontwikkeling\48 Mongolie\Bronversies\4802 (jpg) Toilogt.jpg

 

Vrijdag 12 juli | Ulaanbaatar – Toilogt

Relatief laag vliegt de Fokker 50 van Aero Mongolia in noordwestelijke richting over het golvende groene landschap, net boven de solitaire wolkjes. Witte speldenknoppen die de aanwezigheid markeren van gers, de typische ronde tenten van Mongoolse nomaden, zijn eerder zeldzaam. Koolzaadvelden staan in bloei.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\02 - Naar Khovsgol Nuur\MONG0935y.jpg

Naar Toilogt

Visgraatmotieven op de hellingen van de heuvels verraden hoe regenwater zich een weg naar beneden zoekt. Meer naar het noorden wordt het landschap boomrijker. Enkel de noordelijke hellingen zijn er met bomen begroeid, de zuidelijke hellingen zijn helemaal kaal. Daar zit de permafrost achter, legt onze gids Batmunkh uit. Op de noordelijke hellingen houdt permafrost immers de vochtigheid vast, terwijl op de zuidelijke hellingen de zomerzon de grond ontdooit en het weinige vocht laat verdampen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\02 - Naar Khovsgol Nuur\MONG0940y.jpg

Visgraatmotieven op de heuvelruggen

Gaandeweg maakt de provinciehoofdstad Mörön haar opwachting, een grote, veelkleurige vlek in de groene steppe. Vanuit de lucht valt het monotone patroon op van onverharde, parallelle straten met kleine, rechthoekige percelen omgeven door een manshoge palissade. Meestal staat er een huis, soms een ger, soms beide. De kleurrijke daken – groen, rood, blauw – geven de stad een opvallend karakter. Even voor één landen we er onder een stralend blauwe, vrijwel wolkeloze hemel. Het is er 22 °C.

De streek heeft dan ook meer met de Siberische taiga dan met de Mongoolse steppes gemeen

Ruim 40 000 inwoners telt Mörön, wat voor een Mongools provinciestadje meer dan behoorlijk is. Toch groeit de bevolking nog steeds aan. Dat heeft alles te maken met het feit dat elke toerist op weg naar Khövsgöl Nuur hier passeert. Op haar beurt telt de provincie de grootste veestapel van Mongolië en – op Ulaanbaatar na – de grootste bevolking.

Letterlijk betekent Mörön rivier. De stad ligt op een hoogte van 1 710 m aan de oever van de Delgermörön, die uitmondt in de Selenga, die op haar beurt het gros van het water voor het Baikalmeer levert. Amper 220 km noordwaarts sta je aan de Russische grens. De streek heeft dan ook meer met de Siberische taiga dan met de Mongoolse steppes gemeen. Onder de bevolking zal je vooral Darkhads en Chalcha’s aantreffen. Maar de etnische groep die ons het meest interesseert zijn de Tsaatan, het rendiervolk.

Het paard steigert met geheven voorpoten, de ruiter is dus gestorven in de strijd. En wat voor een strijd

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\02 - Naar Khovsgol Nuur\MONG0954y.jpg

Mörön – Buitenwijk met gers

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\07 - Naar Khovsgol Nuur\Werkmap\MONG0962x.jpg

Ruiterstandbeeld van Chingünzjav

Vier Toyota Landcruisers staan ons voor het luchthaventje op te wachten. Meteen voeren ze ons naar restaurant 50° – 100°. Mörön zou precies op het snijpunt van 50° NB en 100° OL liggen, vandaar die vreemde naam. In werkelijkheid ligt het bewuste punt zo’n 44 km ten noorden van de stad. Een kniesoor die daar om maalt. Buuz staat er op het menu, gestoomde knoedels gevuld met gehakt schapenvlees en ui. Bij Mongolen is dat één van de populairste gerechten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\02 - Naar Khovsgol Nuur\MONG0983y.jpg

 

Mörön mag dan een onooglijk provinciestadje zijn, het standbeeld van Chingünzjav moeten we beslist gezien hebben, oordeelt Batmunkh. Een nobele onbekende is dat voor ons, maar voor de plaatselijke bevolking een ware held. Centraal op een levenloos plein zoals alleen communistische landen kunnen fabriceren, staat inderdaad het ruiterstandbeeld dat in 2010 opgericht werd om de 300e geboortedag van Chingünzjav te gedenken. Het paard steigert met geheven voorpoten, de ruiter is dus gestorven in de strijd. En wat voor een strijd.

In zijn rechterhand houdt Chingünzjav een onafhankelijkheidsverklaring. Drie jaar lang bestreed hij immers de Mantsjoes, die het toen in China voor het zeggen hadden en op het hoogtepunt van hun macht stonden. Maar zijn rebellie was kansloos en in 1758 kregen de Chinezen hem te pakken. Keizer Qianlong wilde een voorbeeld stellen en liet hem voor de ogen van zijn medestanders doodfolteren.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\02 - Naar Khovsgol Nuur\MONG1010y.jpg

 

[Gevoelige lezers kunnen overwegen deze alinea over te slaan] Hoe dat precies in zijn werk ging, daar wil Batmunkh best wel een boompje over opzetten. Negen foltermethodes kende het Chinese overheidsapparaat indertijd. Bij Chingünzjav opteerden ze voor de methode met het muntstuk. Die hield in dat een metalen muntstuk met in het centrum een gaatje verhit werd. Het gloeiend hete muntstuk werd op de huid van het slachtoffer gelegd, zodat het zich een eind in het vlees brandde. Via het gaatje ging weefsel uitpuilen, dat vervolgens met een mes weggesneden werd. Die behandeling kon naar believen herhaald worden zolang er nog gave huid voorhanden was, desgevallend tot de dood er op volgde. Driehonderd muntstukken hadden de Chinezen nodig vooraleer Chingünzjav het begaf, rondt Batmunkh zijn vertoog af.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\02 - Naar Khovsgol Nuur\MONG1014y.jpg

 

Na deze feelgoodstory richten we de steven definitief naar het noorden. Een uitstekende, zeer on-Mongoolse asfaltweg leidt ons door een weids, majestueus landschap. Kennelijk hebben ze in Mörön begrepen hoe je een regio toeristische impulsen geeft. Volkomen relax zouden we van het verrukkelijke landschap kunnen genieten. Ware het niet dat het stuur van de jeep rechts staat, wat de chauffeur stimuleert om links te rijden – in het bijzonder in de bochten. Tenzij tegenliggers de rust komen verstoren, uiteraard.

Stroomopwaarts door de vallei van de Egiin Gol klimmen we naar Khatgal, op 92 km van Mörön en rijden het nationaal park binnen. Het meest zuidelijke punt van Khövsgöl Nuur is dit, waar de Egiin Gol aan het meer ontspringt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\07 - Naar Khovsgol Nuur\Werkmap\MONG1030x.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\07 - Naar Khovsgol Nuur\Werkmap\MONG1037x.jpg

Khövsgöl Nuur

Bruusk slaan we links een onverharde weg in. Langs de westzijde van het meer gaat het nu noordwaarts de bergen in. Van het meer is geen druppel te bespeuren. Tot we het plots van op een bergrug in al zijn glorie zien liggen.

Dan dalen we naar de oever af. Geregeld duiken tussen de bomen gers en vakantiewoningen op. Lijdzaam ondergaan ze de stofwolken die onze colonne genereert. Bij een keienstrandje staat zowaar een zwemmer in het water.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\02 - Naar Khovsgol Nuur\MONG1054y.jpg

Toilogt Camp

Uiteindelijk brengt een smalle landengte tussen het meer en een lagune ons om half zes bij Toilogt Camp, op ongeveer 30 km van Khatgal. Een twintigtal gers staan er op een licht hellende, open ruimte tussen de bomen. Met een schitterend uitzicht over het meer, ver buiten het bereik van de stofwolken op de grindweg.

De inrichting van de gers komt ons vertrouwd over. In de nok van de ger hangt er ditmaal een TL-lamp, net onder een schimmige collectie spinnenwebben. Een indrukwekkende voorraad hout ligt gebruiksklaar. Zou het hier ‘s nachts koud zijn? We bevinden ons op ongeveer dezelfde breedtegraad als Brussel, weliswaar 1 645 m hoog boven de zeespiegel.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\07 - Naar Khovsgol Nuur\Werkmap\MONG1058.JPG

Lagune

Voorlopig laten we het niet aan ons hart komen. In het restaurant hebben ze warm eten en koud bier voor ons klaar staan. Daarna noodt het strand langs het blauwe meer tot een wandeling. Het concept van een bergmeer omgeven door bergen tot 3 100 m hoog, dat doet ons meteen aan Zwitserse of Oostenrijkse toestanden denken – bergen die steil boven het water uit rijzen en in rotsige, deels besneeuwde pieken uitmonden. Maar dat is hier allerminst het geval. Geen steile pieken hier, maar wel het vertrouwde groene, golvende steppelandschap dat zich langs de oevers van het meer voortzet.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\07 - Naar Khovsgol Nuur\Werkmap\MONG1060x.jpg

Lagune

Half elf. Tijd om tussen de lakens te kruipen. Maar wat horen we daar? Morrelt er iemand aan het deurtje van onze ger? Wel ja, een lieftallige meisjesstem vraagt of ze ons vuur mag komen aansteken. Come on baby, light my fire, dat zou het antwoord van Jim Morrison zijn. Maar we blijven beleefd en wimpelen het aanbod vriendelijk af. Dat is buiten de waard gerekend. Een enigszins ongemakkelijke conversatie ontspint zich dwars door het gesloten deurtje, met als belangrijkste thema de gemiddelde nachttemperatuur in Toilogt. Uiteindelijk zwichten we. Het deurtje gaat open.

Morrelt er iemand aan het deurtje van onze ger?

Prompt doet Ertene Zaja met een brede glimlach haar intrede in onze ger. Het wordt zelfs nog een beetje drukker, want ze heeft Bartaar Singlis mee, die ze aan ons voorstelt als onze huisassistent. Dat in de huur van een ger een huisassistent inbegrepen zou zijn, is volkomen nieuw voor ons. Om op alles voorzien te zijn, heeft Bartaar zelfs een voorraadje hout mee, ook al dachten we over ruimschoots voldoende, maar volkomen overbodig hout te beschikken.

Ertene dringt aan. Onze kachel hoort te branden, want op deze hoogte kan het ‘s nachts behoorlijk koud worden. En wat met koolmonoxidevergiftiging als gevolg van onvolledige verbranding in een gesloten ruimte, willen we weten? Ertene kan een schaterlach nauwelijks onderdrukken. Mongolen branden al meer dan duizend jaar kacheltjes in hun gers. Nog nooit is daar iemand van gestorven, sust ze ons. Het omgekeerde, dat is pas gevaarlijk – sterven van de kou. Echt overtuigend klinkt dat niet. Maar Ertene houdt voet bij stuk. Weer zwichten we. Het kacheltje gaat open.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\07 - Naar Khovsgol Nuur\Werkmap\MONG1077x.jpg

Ger – Interieur

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\02 - Naar Khovsgol Nuur\MONG1067y.jpg

Routineus gaat Bartaar aan de slag. Even walmt een solitair rookwolkje omhoog om prompt onze onrust weer te doen ontvlammen. Het dekseltje van het kacheltje sluit niet goed, is onze voorbarige diagnose. “Don’t worry, you won’t die”, sust Ertene ons nogal kordaat. Een oogwenk later knettert het vuur vrolijk in het kacheltje.

“Don’t worry, you won’t die”, sust Ertene ons nogal kordaat

En hoe moet het nu verder? “Very simple”, legt Ertene quasi achteloos uit voor ze het deurtje achter zich dicht trekt en samen met Bartaar in de nacht verdwijnt, “Add wood at one o’clock, three o’clock, five o’clock”. Even staan we perplex. Even flitsen venijnige bedenkingen door ons hoofd over de plek waar ze hun hout kunnen steken. Heel even maar. Het zijn lieve mensen, wellicht hebben ze het goed voor met ons.

Kwart na elf is het als de elektriciteit uitgeschakeld wordt. Dan is er enkel nog het geruis van de wind door de bomen, het zachte knetteren van het kacheltje en het gloeien van het vuur – zo sterk dat we ons met een deken van de hitte moeten afschermen.

Top

Zaterdag 13 juli | Toilogt

Langzaam komt het kampleven op gang. Diep in de nacht moet het vuur in ons kacheltje gedoofd zijn, maar we hebben er geen hand naar uitgestoken. Van de Siberische koude die had moeten intreden, hebben we onder ons dekbedje niets gemerkt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\08 - Tsaatan\Werkmap\MONG1183x.jpg

Lagune

Vandaag zijn het vooral de Tsaatan die onze aandacht opeisen. Rendiermensen worden ze ook weleens genoemd. Om hen te situeren, gaat Batmunkh ver terug in de tijd. Eertijds probeerden drie grote nomadische volkeren in Centraal-Azië een bestaan uit te bouwen – Mongolen, Mantsjoes en Turken. Tot die laatsten moet je onder meer de Oeigoeren, de Kazachen, de Oezbeken, de Kirgiezen en de Turkmenen rekenen. En de Tsaatan.

Oorspronkelijk leefden de Tsaatan in het Siberisch deel van de Sovjet-Unie, maar de stalinistische repressie deed sommigen naar Mongolië migreren – een driehonderdtal, aldus Batmunkh. Hun taal is Tuva, Mongools begrijpen ze niet. Ze trouwen onder elkaar, wat de genenpool niet echt ten goede komt. Ziektes zijn dan ook eerder regel dan uitzondering. Terugkeren naar Rusland zit er niet in, want de grenspolitie waakt. Rusland zit niet te wachten op een nieuwe problematische etnische minderheid.

Niet de ger, maar de ortz vormt het traditionele onderkomen van de Tsaatan. Dierenhuiden worden over spits toelopende houten palen gespannen, zoals bij de tipi die we van de Amerikaanse prairie-indianen kennen. Als ze verhuizen, laten ze de houten palen overeind staan, zodat ze die later eventueel kunnen hergebruiken.

Gemiddeld blijven ze slechts een tiental dagen op één plek. Rendieren zijn immers nogal kieskeurig, hun favoriete dagschotel zijn korstmossen die enkel op grote hoogte voorkomen.

Meer nog dan voor Mongolen is de veestapel voor de Tsaatan de alfa en de omega van hun bestaan. Van de melk maken ze yoghurt, room, kaas, wrongel. Uit het gewei snijden ze gebruiksvoorwerpen en sierstukken. Maar bovenal zetten ze de rendieren als lastdieren in voor het transport. Een rendier slachten, dat zal bij een rechtgeaarde Tsaatan nooit opkomen. Zijn honger naar vlees stilt hij liever met herten, elanden en zwijnen.

Een rendier slachten, dat zal bij een rechtgeaarde Tsaatan nooit opkomen

Maar wat geldt voor de mensen, geldt ook voor het vee – de rendierenpopulatie is te klein. Inteelt is de regel, ziekte en degeneratie het gevolg. De weerstand van de rendieren neemt af, hun lijf wordt klein en tenger, de haren van hun vacht worden steeds korter.

Sinds 2000 maakt de Mongoolse overheid werk van een beleid voor deze etnische minderheid. Jongeren krijgen beurzen om te studeren. Toerisme moet wat geld in het laatje brengen. Inseminatie van sperma van gezonde rendieren uit Siberië en Finland moet de veestapel upgraden.

Ook sociaal beweegt er iets. Steeds meer jonge Tsaatan trouwen met een Darkhad of een Chalcha. Wellicht is dat het lot van het rendiervolk – geleidelijk opgeslokt worden door de andere volkeren. Niet ten onrechte vrezen ze dat dan ook hun cultuur en hun tradities zullen verdwijnen.

Niet ten onrechte vrezen ze dat dan ook hun cultuur en hun tradities zullen verdwijnen

In deze noordelijke uithoek van Mongolië staat het sjamanisme zeer sterk. Het boeddhisme heeft hier nooit voet aan de grond gekregen. Dat heeft alles te maken met de quasi onbereikbaarheid van dit gebied.

De sjamanen van het rendiervolk zijn dan ook zeer machtig, aldus Batmunkh. Hun vloek is beresterk. Met iemand van deze provincie krijg je het dus beter niet aan de stok. Want als hij een lokale sjamaan inschakelt, zal deze een hondenkop verbranden, in doeken wikkelen en in je voortuin werpen – het idee alleen al doet ons in elkaar krimpen van angst.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\08 - Tsaatan\Werkmap\MONG1108.JPG

Houten skelet van een ortz

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1117y.jpg

Jufferkraanvogel

Licht geïrriteerd door onze aperte uitingen van scepsis, citeert Batmunkh twee gevallen met tragische afloop, uit zijn directe omgeving nog wel. Zo is er de patiënt die pijn blijft lijden nadat een arts zijn appendix verwijderd heeft. Hij haalt er een sjamaan bij, die de arts vervloekt. Prompt begint de arts periodes van waanzin te vertonen. Idem dito in een echtscheidingszaak. De vrouw haalt er een sjamaan bij, de man wordt vervloekt. Prompt verliest hij zijn werk en begint te drinken. Ons bekruipt het gevoel dat we in het westen geen sjamanen nodig hebben om vergelijkbare resultaten te boeken.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1131y.jpg

Paarden

Ondertussen hebben we de plek bereikt waar de Tsaatan het laatst gespot zijn. De palen van hun ortzen staan er nog, hier en daar zijn er sporen van een vuurhaard in het gras. Maar de vogels zelf zijn gaan vliegen. Navraag leert dat ze verhuisd zijn naar een plek 17 km zuidwaarts.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1178y.jpg

Jak

We zetten onze zoektocht verder. Opgeschrikt door onze jeeps maken twee jufferkraanvogels zich aan de rand van het bos uit de voeten. Een kudde paarden staat tussen de bomen rustig te grazen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1155y.jpg

Jak

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1165y.jpg

Een grote kudde jaks kruist ons pad. Eén van de kalveren loopt met een stok door de neus, waaraan een lege plastic fles bengelt. Zo belet de boer dat het kalf nog van de moeder drinkt. Want die melk is voor de boer bestemd.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1174y.jpg

Jak met kalf. Een plastic fles belet het kalf moedermelk te drinken

Op deze hoogte zijn jaks een betere investering dan koeien. Melk van jaks is zeer voedzaam, maar als haartjes in de melk niet jouw ding zijn, doe je er goed aan ze vooraf te zeven. Ook het vlees van de jak is zeer voedzaam, maar taai.

Weinig moeite kost het ons om de nieuwe stek van de Tsaatan te vinden. Ze hebben immers eieren voor hun geld gekozen en zich naast een marktje geïnstalleerd waar handvaardige lokale lieden hun artisanale producten aan de man proberen te brengen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1252y.jpg

Artisanale producten van de Tsaatan

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1257y.jpg

Armbanden

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1254y.jpg

Vilten paardjes

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1258y.jpg

Armbanden

De Tsaatan winden er geen doekjes om. Vier dagen geleden hebben ze hun ortzen naar hier verplaatst omdat ze in het noorden te geïsoleerd stonden – ze kregen er met name geen enkele toerist over de vloer. En toeristen zijn nu eenmaal hun belangrijkste, zo niet hun enige bron van inkomsten.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1196y.jpg

Jongens bij hun ortz

Hij is 50, zij 48. Zes kinderen hebben ze, waarvan er drie getrouwd zijn. Officieel hebben ze geen beroep, werken mogen ze dus niet. De armoede in de ortz is schrijnend. Enkele dierenhuiden bedekken een deel van de grond. Over een touw hangt gedroogd schapenvlees.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1192y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1208y.jpg

Deze Tsaatan worden meedogenloos door de mangel van hun tijdsgewricht gehaald

Ruim twintig rendieren hebben ze. Daarvan hebben ze er zes mee voor de show. Slechts zes, want eigenlijk is het hier te warm voor de dieren. Fotograferen mag, maar dat kost ons vijfduizend tugrik – zo’n 2,70 euro. Dat is dan ook de enige vorm van inkomsten die deze dieren genereren. Voor het gewone werk zijn ze te zwak.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1238y.jpg

Rendier

Wat graag dokken we dat bedrag af. Ook al weten we dat we daarmee geen enkel probleem oplossen. Deze Tsaatan worden immers meedogenloos door de mangel van hun tijdsgewricht gehaald.

Of dit volk in Mongolië een lange toekomst beschoren is, lijkt echter hoogst twijfelachtig

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1214y.jpg

Vlees hangt te drogen

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\08 - Tsaatan\Werkmap\MONG1191.JPG

Ovoo met blauwe wimpels

In de tweede ortz huist de schoonzus van de man. Ze is sjamaan, ze geneest door bemiddeling van oude geesten. Met de sigaret in de hand begroet ze ons met een minzame glimlach. Sjamanen lijken hier inderdaad goed te boeren, want haar ortz is merkelijk groter en beter uitgerust dan de vorige.

Kennelijk in opdracht van de sjamaan voert een vrouw rechtstaand een soort handoplegging uit bij een andere vrouw. Op de grond zitten drie dweperige Françaises in volle adoratie naast de sjamaan. Dat hun exclusieve séance door enkele lompe exemplaren van homo turisticus onderbroken wordt, zint hun allerminst. Aan duidelijkheid laat hun lichaamstaal niets te wensen over.

Als het rendiervolk ooit uitsterft, zal het alvast niet aan deze sjamaan liggen. Dertien kinderen heeft ze. Vijf daarvan zijn met een Darkhad getrouwd en bouwen in de steppe een nomadisch leven uit. Drie zijn binnen de stam getrouwd en proberen met hun rendieren aan de kost te komen. Vier lopen school in Khatgal en verblijven daar op internaat. De dertiende, de benjamin, moet hier ergens in de buurt rondlopen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1267y.jpg

 

Een beetje somber zetten we onze trip verder. Voor zover rendiermensen er nog in slagen zich een traditioneel bestaan uit te bouwen, gebeurt dat in het hoogland achter de bergen, ver buiten het bereik van onze jeeps. Gelukkig maar. Of dit volk in Mongolië een lange toekomst beschoren is, lijkt echter hoogst twijfelachtig.

Van Batmunkh hebben we nog een vergezicht over het meer te goed. Via een bosweg wroeten de jeeps zich naar boven. Bij een ovoo, een sjamanistisch bouwwerk van gestapelde stenen, ontvouwt zich inderdaad een schitterend uitzicht op de diepblauwe vlek en de wijde omgeving. Hier pas begrijpen we ten volle waarom ze dit meer de Blauwe Parel van Mongolië noemen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\08 - Tsaatan\Werkmap\MONG1272.JPG

Een ovoo kijkt uit over Khövsgöl Nuur

Dezelfde tektonische krachten die het Baikalmeer vormden, hebben ook Khövsgöl Nuur gekneed. In feite is Khövsgöl Nuur het 23 miljoen jaar jongere zusje van het Baikalmeer. Officieel is het 262 m diep, maar dat zou ook weleens 270 m kunnen zijn, als we recent Japans onderzoek mogen geloven. Met zijn lengte van 137 km en zijn breedte van 34 km prijkt Khövsgöl Nuur vrij hoog op de internationale lijst van grote meren. Meteen put Batmunkh zich uit in superlatieven. In Mongolië is dit het diepste meer, en zal je geen meer vinden met een grotere watermassa. Wereldwijd zou dit zelfs het tweede zuiverste meer zijn – na het Vostokmeer, dat zich vier kilometer diep onder het ijs van Antarctica bevindt.

Elke winter installeert zich een laag ijs van 1,2 m dik op het water. In februari houden ze er zelfs een ijsfestival. Pas in juni is die ijskorst volledig verdwenen. Vroeger reden daar vrachtwagens over, maar tegenwoordig is dat verboden. Al veertig wrakken van vrachtwagens zouden op de bodem van het meer liggen, waaronder een handvol lekkende tankwagens – niet echt een meerwaarde voor een meer dat zich op zijn zuiverheid laat voorstaan.

Lekkende tankwagens vormen niet echt een meerwaarde voor een meer dat zich op zijn zuiverheid laat voorstaan

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1282y.jpg

Khövsgöl Nuur met lagune in de voorgrond

Toen in de jaren negentig in de ondergrond fossiele brandstoffen gedetecteerd werden, kon Mongolië niet wachten om die te ontginnen. Kameraard Rusland zag het project wel zitten en was bereid vanuit Siberië een spoorlijn te trekken. Met veel moeite is de plaatselijke bevolking er in geslaagd daar een stokje voor te steken. Een journalist die artikelen tegen de spoorlijn schreef, zou zelfs in verdachte omstandigheden in een sauna overleden zijn – dat Hollywood daar nog geen film over gemaakt heeft.

Van de sauna naar de waterschaarste, het is maar een kleine stap voor Batmunkh. Een Mongoolse stedeling verbruikt dagelijks tot 150 liter water. Mongolen die in gers wonen, slechts 35 liter. Toch betalen stadsbewoners per liter minder dan hun rurale landgenoten. Door in de steden individuele watermeters te installeren tracht men het waterverbruik terug te dringen. Prompt jagen regendruppels ons de jeeps in, alsof ze de praatjes over een tekort aan zuiver water willen weerleggen.

Een man zonder paard is als een vogel zonder vleugels

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\09 - Paardrit\Werkmap\MONG1387.JPG

Paardenmeester

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\09 - Paardrit\Werkmap\MONG1347.JPG

Te paard rond de lagune

Een man zonder paard is als een vogel zonder vleugels, leert ons een Mongools gezegde. Wie zijn wij om dat tegen te spreken? Dus verzamelen we ons in de namiddag voor de lang verbeide rit te paard. De instructies zijn eenvoudig te behappen. Nooit achter een paard door lopen, want dat kan op een flinke schop uitdraaien. Bestijgen en afstappen doe je aan de linkerkant van het paard – zoals bij een fiets. Van je paard vallen is daarentegen aan beide zijden toegelaten. Eens je paard bestegen, hoor je in dezelfde richting te kijken als het paard, zo niet moet je herbeginnen. En de teugels laat je nooit uit handen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\09 - Paardrit\Werkmap\MONG1378.JPG

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\10 - Wandeling\Werkmap\MONG1414.JPG

 

Amper tien minuten hebben we nodig om onze helmen en kuitbeschermers te monteren – al dan niet achterstevoren. Nog eens een kwartier later zitten we met zijn allen in het zadel – met het hoofd in de juiste richting. Een gezapig tochtje rond de lagune wordt het, dat net geen uur duurt.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\05 - Wandeling\MONG1423y.jpg

Khövsgöl Nuur

In de vooravond heeft Batmunkh nog een korte wandeling voor ons in petto. Noordwaarts gaat het over het keienstrand langs het meer. Zachtjes deint het blauwe water onder de stralende zon. Tot de rotsblokken te groot worden, dan klimmen we van de oever weg. Tussen bloeiende wilde bloemen zetten we onze tocht langs de bosrand voort.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\05 - Wandeling\MONG1413y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\05 - Wandeling\MONG1395y.jpg

 

Van op de richel kijken we neer op het azuurblauwe water. Een zalige rust hangt over de omgeving, slechts bijwijlen verstoord door het toeteren van de megafoon van een toeristenbootje op het meer.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\03 - Tsaatan\MONG1114y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\05 - Wandeling\MONG1421y.jpg

 

In de verte wijst Batmunkh Khadan Khui aan, één van de vier eilanden in het meer. Letterlijk betekent dat rotsplaats. Voor vogels kan het een hemel zijn, maar ook een hel. Want als het er te druk wordt, schromen meeuwen zich niet om soortgenoten te doden teneinde hun eigen stek veilig te stellen. Ook de kuikens van de vlekbekeend willen hun voortbestaan weleens consolideren door broer of zus uit het nest te duwen.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\05 - Wandeling\MONG1442y.jpg

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\05 - Wandeling\MONG1443y.jpg

 

Even voor zessen zijn we terug in het kamp. Tot laat op de avond hangt de schemering tussen de bomen. Half tien is het als de generatoren aanslaan en de TL-lampen in onze gers aanfloepen.

Ertene noch Bartaar laten zich in de buurt van onze ger opmerken. Onze voorraad hout blijft onaangeroerd, over onze kachel hoeven we ons geen zorgen te maken. Goed idee dus, om gisteravond geen fooi te geven. Behaaglijk trekken we het dekbed hoog over onze schouders en dommelen de nacht in.

Top

Zondag 14 juli | Toilogt – Ulaanbaatar

Onder een open, blauwe hemel werpt de zon gul haar stralen over Khövsgöl Nuur. Enkel de wind voert een vleugje kilte aan.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\06 - Naar Moron\MONG1462y.jpg

 

Om negen uur stipt zeggen we Toilogt Camp vaarwel. Zo’n drie kwartier later bereiken we de verharde weg in Khatgal, waar we tanken. Daarna gaat het over het comfortabele asfalt doorheen een zonovergoten, weids en majestueus landschap zuidwaarts.

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\06 - Naar Moron\MONG1508y.jpg

Bactrische kamelen

 

D:\DataFoto\Foto's - Reizen\2013-07-08 Mongolie\06 - Naar Moron\MONG1501y.jpg

Even weten drie kamelen ons tot een fotostop te verleiden. Echte Bactrische kamelen wel te verstaan – met twee bulten dus. Een voorsmaakje van wat ons over enkele dagen in de Gobi te wachten staat.

Half twaalf is het als we Mörön Airport bereiken. Een dichte bewolking hangt over Ulaanbaatar als de Fokker 50 van Aero Mongolia er even voor drie op Dzjenghis Khan International Airport neerstrijkt.

Top

Jaak Palmans
© 2013, 2017 | Versie 2021-10-31 21:56

 

Lees het vervolg in (3/7)

Overleven in de halfwoestijn